Het maanpak van Richard Eikelenboom

Richard Eikelenboom was de forensisch onderzoeker die Louwes’ DNA op de blouse van de weduwe vond en daarmee het beslissende bewijs leverde.

Tenminste, naar eigen zeggen.

Op 21 september 2019 wordt hij geïnterviewd door De Stentor.

Al in de eerste alinea doet hij een opmerkelijke uitspraak

Als iemand anders dan Louwes het gedaan heeft, dan deed diegene dat in een maanpak.

Die andere dader heeft in het huis geen sporen achtergelaten en dat is alleen mogelijk wanneer je in een maanpak aan het werk bent geweest, is zijn opvatting.

Hij zou zo graag willen dat hij daarmee het beslissende bewijs aanlevert.

En op het eerste gezicht is daar wel wat voor te zeggen.

Maar hoe zit het dan met de sporen die Louwes als mogelijke dader in het huis heeft achtergelaten?

Daar is in de eerste plaats een vingerafdruk. Maar daarvan is al tijden bekend dat die ‘s morgens is ontstaan toen Louwes op bezoek kwam om de grafrechten op te halen.

En verder is er het DNA-materiaal op de blouse van mevrouw Wittenberg maar hierover verschillen de meningen nogal.

Zo is er veel bewijs dat deze sporen ook dezelfde morgen op de blouse zijn terecht gekomen door speeksel (vochtig spreken) en lichte aanrakingen bij het bespreken van enkele documenten.

Zijn er dan nog andere sporen van Louwes aangetroffen als hij de moord zou hebben gepleegd?

Nee.

Als, als, als hij de moord op donderdagavond heeft gepleegd en er zijn door hem geen sporen achtergelaten, zou hij dan ook een maanpak hebben gedragen?

Wettig en overtuigend bewijs

Na meer dan 9 jaar herzieningsonderzoek is het tijd de balans op te maken. Telefoontje, tijdstip overlijden en DNA. Bijna drie keer wordt Louwes vrijgepleit.

Laten we de drie onderzoeksonderwerpen nog even langslopen.

1. Het tijdstip van overlijden

Al in 2014 kwamen de meeste experts in een forensisch team onder meer tot de volgende conclusie:

Er zijn – naar het oordeel van de meeste artsen- aanwijzingen gevonden dat het lichaam van het
slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6-24 uur) na de moord is verplaatst.

Dit oordeel pleit Louwes om diverse redenen vrij.

2. Het telefoontje

TNO kwam in 2017 tot de conclusie dat Louwes wel vanaf de A28 ter hoogte van Nunspeet een zendmast in Deventer heeft kunnen bereiken.

Hij zou mevrouw Wittenberg dus wel vanaf de A28 gebeld kunnen hebben zoals hij vanaf het begin heeft verklaard. En hoefde daarvoor niet in Deventer te zijn, zoals het OM steeds stelde.

De aanname van het OM dat hij in Deventer geweest moet zijn, stond daarmee op losse schroeven.

Het alibi van Louwes was dus wel degelijk mogelijk.

3. DNA-onderzoek

Hierover bestaat tussen deskundigen verschil van mening maar het bewijs dat tot de veroordeling leidde, blijkt minder degelijk te zijn.

Eerst werd zonder meer aangenomen dat een vlekje op de kraag van mevrouw Wittenberg duidelijk op het daderschap van Louwes wees.

Maar deze aanname wordt op de website deemzet.nl op wetenschappelijke wijze bestreden. De auteur brengt veel fouten aan het licht die de politie en het NFI tijdens het onderzoek hebben gemaakt.

Niet alleen de behandeling van de blouse (contaminatie) maar ook vaktechnische, inhoudelijke fouten worden in detail aangetoond.

Fouten met desastreuze gevolgen.

Er bestaat dus op zijn minst grote twijfel over het DNA-onderzoek, zelfs bij mr. Aben, de advocaat-generaal bij de Hoge Raad die het herzieningsonderzoek leidt.

Die heeft daarom medio 2019 een Cold Case team gevraagd nog eens naar de gegevens te kijken.

4. Wettig en overtuigend bewijs?

Twee van de drie onderzoeken pleiten Louwes geheel of grotendeels vrij, en over de resultaten van een derde onderzoek bestaat een groot verschil van mening tussen de deskundigen.

De twijfel over het DNA-bewijs is zo groot dat er – ook nu nog – onderzoek naar wordt gedaan.

Kan dan nog wel worden gesproken van overtuigend bewijs?

Is het onderhand geen tijd dat mr. Aben de knoop doorhakt en de Hoge Raad herziening van de Deventer Moordzaak adviseert?

Volkskrant volgt Deventer moordzaak op de voet

Wie bij de Volkskrant een zoekopdracht naar Ernest Louwes doet, wordt getrakteerd op niet minder dan 232 resultaten.

En het gaat niet om kleinigheden. Laten we de twee meest recente berichten nemen.

Op 14 april 2017 ging de krant in op het beruchte telefoontje dat volgens het OM niet vanaf de A28 kon zijn gevoerd.

Onder de kop Dit ging er allemaal mis in de Deventer Moordzaak volgde een artikel dat een geheel nieuwe wending aan de zaak gaf:

Het onderzoeksinstituut TNO concludeert nu dat het alibi van de veroordeelde, Ernest Louwes, kan kloppen.

Hoe zat het ook al weer?

Louwes had vanaf het begin volgehouden dat hij een kort mobiel gesprek met mevrouw Wittenberg had gevoerd vanuit zijn auto op de A28 in de buurt van Nunspeet.

Hij was niet in Deventer. Dat was zijn alibi.

Onmogelijk, volgens het OM. De zendmast in Deventer was door Louwes’ mobiele telefoon aangestraald.

Dus hij moest op dat moment in Deventer zijn geweest. Het OM noemde hem vervolgens leugenachtig en wees hem als de dader aan.

Maar het kon dus wel, zo stelde TNO nu dus vast.

Het volgende bericht stond in de krant van 27 maart 2019: Nieuw ontlastend bewijs in de Deventer moordzaak.

Het ging onder meer in op een proces verbaal dat in 2014 was opgemaakt van twee vergaderingen van forensische experts.

Hun conclusie luidde dat aanwijzingen aan het slachtoffer erop wezen dat het tussen de 6 en 24 uur na het tijdstip van overlijden moest zijn verplaatst. In dat geval was het uitgesloten dat Louwes de dader was geweest.

Op twee cruciale onderdelen werd Louwes vrijgepleit en in een derde onderzoek (DNA) verschilden experts zo van mening dat al sinds medio 2019 een Cold Case team nog eens naar de gegevens kijkt.

Wat moet er nog meer gebeuren om een herzieningsverzoek te honoreren?

Vragen aan de minister in voorjaar 2019

Op 27 maart 2019 stelde Kamerlid Attje Kuiken vragen over de Deventer Moordzaak naar aanleiding van een artikel in De Volkskrant: Nieuw ontlastend bewijs in Deventer moordzaak.

Maar lees eerst even het hilarische debat in de Tweede Kamer tussen een paar Kamerleden en de Minister van Onderwijs in het boek Pieter Bas van Godfried Bomans en zoek de overeenkomsten (kluitje in het riet).

En dan de vragen en antwoorden over de Deventer Moordzaak.

Er waren twee belangrijke vragen (zie de pdf-file):

  1. Kent de minister van Justitie en Veiligheid dit bericht, en
  2. Wat is de stand van zaken van het herzieningsonderzoek van de Hoge Raad in de zogenoemde Deventer moordzaak?

Op 16 mei 2019 komt het antwoord van de minister. Natuurlijk kende hij het bericht, was zijn antwoord op de eerste vraag.

Over de tweede vraag deed hij aanmerkelijk langer en dat is vaak geen goed teken. Er was sprake van drie onderzoeken.

Een onderzoek naar het tijdstip van overlijden (forensisch-pathologisch onderzoek) is enkele jaren geleden afgerond, zo meldde hij.

Dat is ook het geval met het tweede (forensisch-technisch) onderzoek naar het beruchte telefoontje. Kon Louwes op die avond met zijn mobiele telefoon vanaf de A28 een zendmast in Deventer bereiken?

Dus ook afgerond, volgens de minister.

Dan resteert er nog een laatste onderzoek naar DNA-aspecten en dat is in beginsel afgerond.

In beginsel afgerond.

Let wel, dit antwoord wordt gegeven in mei 2019, bijna twee jaar geleden. En nog is het onderzoek in beginsel niet afgerond.

Is de vragenstelster nu, ruim anderhalf jaar later, tevredengesteld?

Proces verbaal expert team (2)

Een expert team bestaande uit vijf forensische experts en een chemicus moest in 2013 van de advocaat-generaal mr. Aben een aantal post mortem verschijnselen bestuderen.

De experts zijn twee keer bijeen geweest, de eerste keer op 11 december 2013 en vervolgens op 18 februari 2014.

Van hun bevindingen is op 12 maart 2014 een proces verbaal opgesteld dat opzienbarende passages bevat.

We hebben al eerder de resultaten besproken over de cornea (hoornvlies).

Deze keer wordt de ligor mortis (LM) onder de loep genomen, beter bekend als lijkvlekken.

Zo hebben de experts gekeken naar de wegdrukbaarheid van LM. Dat is het verschijnsel dat de paarsblauwe lijkvlekken tijdelijk kunnen worden weggedrukt (net zoals dat het geval is bij zonnebrand).

Het team stelt in het proces verbaal dat er (tijdens de sectie):

Paarsblauwe, slechts in geringe mate wegdrukbare lijkvlekken aan de achterzijde lichaam

zijn waargenomen en concludeert:

Dit verschijnsel is niet verenigbaar met overlijden op 23-9

Over de positie van de lijkvlekken op het lichaam op de plaats delict, rapporteert het team:

De positie van de lijkvlekken in de handen komt niet overeen met de ligging van het lijk

en concludeert volgens het proces verbaal:

Dit kan er op duiden dat het lichaam van het slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6 tot 24 uur) na de moord is verplaatst.

Deze conclusie is ronduit zeer ontlastend voor Louwes.

Wanneer hij de moord op donderdagavond omstreeks 21 uur zou hebben gepleegd dan zou hij 6 tot 24 later het slachtoffer nog moeten hebben verplaatst.

Maar dat is onmogelijk. Voor deze periode heeft hij een alibi.

Je zou verwachten dat mr. Aben bij het lezen van deze schokkende conclusies onmiddellijk tot actie zou zijn overgegaan.

Maar dat is niet het geval.

We horen ruim 6 jaar niets meer van hem.

Wanneer deze zaak ooit tot afronding komt, ligt het voor de hand dat mr. Aben hierover verantwoording aflegt.

Proces verbaal expert team (1)

In 2013 heeft advocaat-generaal mr. Aben een expert team gevormd. Dit team is twee keer bijeen gekomen waarvan een proces verbaal is opgesteld.

Dit proces verbaal van 12 maart 2014 bevat een aantal passages die Louwes als dader vrijpleiten of sterke aanwijzingen vormen dat hij de dader niet zou kunnen zijn.

De eerste passage betreft de vertroebeling van de cornea (hoornvlies) zowel op de plaats delict op zaterdag 25 september 2019 om 14:30 als tijdens de sectie op zondag 26 september 2019 om 13:00 uur.

Volgens het proces verbaal is de conclusie van het expert team:

Volgens sommige wetenschappelijke literatuur had bij overlijden op 23-9 de vertroebeling reeds zichtbaar moeten zijn geweest. Kwestie moet worden voorgelegd aan deskundigen.

Dit is een conclusie van forensische artsen met een heel kleine slag om de arm.

Deze experts houden zich niet bezig met de mogelijke consequenties van hun onderzoek. Dat was hun opdracht niet. Maar wij mogen wel conclusies trekken.

Zo maakt het gegeven dat de vertroebeling nog niet zichtbaar was een tijdstip van overlijden op donderdag 23 september op zijn minst twijfelachtig

En dat betekent dat Louwes onmiddellijk als dader uit beeld verdwijnt want voor de volgende dag had hij een sterk alibi.

Expert team in 2014

Advocaat-generaal mr. Aben bij de Hoge Raad organiseerde op 11 december 2013 een expert team dat het juiste tijdstip van de moord op mevrouw Wittenberg moest onderzoeken.

Het expert team bestond uit vijf forensische artsen en een chemicus en kreeg als opdracht: wanneer is mevrouw Wittenberg precies vermoord?

Hierover bestond onduidelijkheid omdat de schouwarts van de politie geen onderzoek aan het dode lichaam mocht doen en dus ook geen nauwkeurig tijdstip van overlijden kon vaststellen.

Sindsdien is steeds aangenomen dat de moord op donderdagavond 23 september 1999 rond 21 uur had plaatsgevonden.

De chemicus in het gezelschap had evenwel diverse kenmerken aan het slachtoffer opgemerkt die niet overeenstemden met een overlijden op donderdagavond. Volgens hem moest het tijdstip van overlijden ongeveer 24 uur later zijn geweest.

Het expert team bleek het grotendeels met hem eens te zijn. Een schokkende conclusie die Louwes als dader zou vrijpleiten.

Een andere conclusie luidde, zo staat letterlijk in het proces-verbaal van de bijeenkomst: “Er zijn – naar het oordeel van de meeste artsen – aanwijzingen gevonden dat het lichaam van het slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6 tot 24 uur) na de moord is verplaatst.”

Ook deze conclusie pleit Louwes vrij. Zelfs al zou hij de moord op donderdagavond hebben gepleegd, hij was niet in de gelegenheid het slachtoffer 6 tot 24 uur later te verplaatsen.

Het proces verbaal van de bijeenkomst van het expert team is op 12 maart 2014 opgemaakt.

De Volkskrant wijdde op 5 juni 2014 een paginagroot artikel aan de Deventer Moordzaak.

Wat is sindsdien gebeurd?

Mr. Aben heeft een onderzoek gestart dat na 9 jaar eindelijk is afgerond.

“Sukkels bij de Belastingdienst”

Nederland is nog steeds in de ban van twee thema’s: de Coronacrisis en de Toeslagenaffaire. Vooral de laatste affaire veroorzaakt veel hilariteit bij het Ministerie van Justitie.

Het is niet druk op het Parket van de Hoge Raad. Ook daar wordt door de meeste medewerkers nog vaak thuis gewerkt.

Maar onlangs moesten een paar advocaten-generaal bijeenkomen om een vertrouwelijke kwestie te bespreken. Na afloop troffen ze elkaar bij de onvermijdelijke koffieautomaat.

Met mondkapje op gepaste afstand.

Er heerste een relaxte sfeer. Het was een pittig overleg geweest en dan wil je na afloop wel even ontspannen.

“Het zijn ook wel een stelletje sukkels, daar bij de Belastingdienst, vind je niet?” zo opende een nog jonge AG het gesprek. “Stukken prijsgeven maar die dan wel weer zwart lakken. En nu weer bij de afwikkeling. Hoe stom kun je zijn!”

Zij kreeg onmiddellijk bijval van een collega die veel met mr. Aben samenwerkt, de advocaat-generaal die het herzieningsonderzoek leidt naar de Deventer Moordzaak en daar al meer dan 8 jaar mee bezig is.

“Zeg dat wel. Nee, dan doet Diederik het beter. Gewoon geen sjoege geven. Dat doet ie al jaren. Verschijnen er schokkende artikelen in De Volkskrant (in 2014, 2019 en laatst nog op 3 augustus 2021), dan gewoon, niet reageren Lena. En het werkt, al meer dan 8 jaar”

“Ja, dat werkt het beste, gewoon niet reageren,” vond ook een andere AG. “In 2019 nog werden er Kamervragen gesteld. Over hoe het met de Deventer Moordzaak stond. En deze maand nog voor de tweede keer.”

“Dan laat je de minister gewoon zeggen dat het onderzoek binnenkort is afgerond. Ja, dat liet zijn voorganger in 2014 ook al door een woordvoerder zeggen, maar ja, dat weten ze toch niet meer. Wie weet dat nog?”

“Even ging het bijna fout,” bracht een senior herinnering.

“In dat interview met De Stentor, weet je nog. Dat was, even kijken, september 2019. Toen heeft Diederik een interview gegeven. Moet je niet doen. Moet je niet doen!! Kijk maar naar de Belastingen. Niet doen, van die transparantie, daar komt alleen maar ellende van. Maar jongens, ik moet weer weg, want de oppas moet wat eerder weg. Ja, huiswerk maken.”

Het gezelschap ontbond zich weer.

En inderdaad, de advocaten-generaal van het Parket van de Hoge Raad hebben wel een punt.

Gewoon niet reageren, Lena. En dat kun je heel lang volhouden. Dat blijkt nu maar weer.

Video’s zeggen meer dan tekst alleen

Sinds deze website online is, hebben we diverse keren verwezen naar deemzet.nl, de website die vrijwel alle aspecten (bijna) wetenschappelijk onder de loep neemt.

Je hoort de lezer al denken: ik lees al zoveel en dan ook nog zo’n uitgebreide website doorspitten? Daar heb ik geen zin in en ook geen tijd voor.

De auteur achter de website heeft ook daaraan gedacht en een hele serie YouTube-video’s gemaakt. Die besparen tijd en zijn ook nog spannend om naar te kijken.

Verscheidene onderwerpen komen aan bod. De video’s worden met een voice-over begeleid:

  • De stille getuigen (post-mortem, postbezorging, etc.);
  • De getuigen;
  • Louwes’ alibi (gesprek A28, de gespreksduur);
  • DNA bewijs (uitgebreid).

Wanneer je geïnteresseerd bent in de Deventer Moordzaak moet je de video’s bekijken.

Jaap Visscher: voor al uw zekerheden

Jaap Visscher leidde het onderzoek in de Deventer Moordzaak. Reden voor De Stentor hem in het kader van de vierdelige podcast over deze slepende zaak te interviewen. Nog steeds is er bij Visscher geen spoor van twijfel.

Weliswaar is er volgens advocaat-generaal Aben geblunderd, maar Visscher vindt dat zijn team het maximale gedaan heeft en blijft bij zijn mening dat Ernest Louwes de dader is.

Dat komt niet vaak voor: veel blunders begaan en toch het juiste resultaat krijgen. Zie bovenstaand voorbeeld.

Dus zijn opvatting is opmerkelijk. Kijk eens rustig naar zijn antwoorden op de vragen van de interviewer.

Deze wil wat weten over de term tunnelvisie. Was daar ook hier sprake van? De vraag wordt open gesteld.

“Bij politieonderzoeken valt vaak de term ‘tunnelvisie’. De politie is dan veel te veel gericht op één mogelijke dader en zoekt daar dan het benodigde bewijs bij. Is dat hier ook gebeurd?”

Het antwoord laat zich raden.

Nee, zeker niet. Zo’n onderzoek begint heel breed, dat zie je niet allemaal in het dossier terug

Nee, dat zie je in het dossier inderdaad niet terug. Wie het bijna van uur tot uur bijgehouden Tactisch Journaal leest, ziet dat er maar even enkele personen in het vizier van de politie komen en dat die even snel uit het dossier verdwijnen als ze erin kwamen.

Ook later is nauwelijks aandacht aan deze potentiële verdachten besteed.

Uiteindelijk, na die paar potentiële verdachten werd Louwes als verdachte aangemerkt. De interviewer wilde weten hoe ze daar zo op waren gekomen.

“Wat was voor jullie het overtuigende bewijs?”

Het financiële motief was heel duidelijk.

Visscher had kunnen antwoorden dat in zulke zaken ook naar mogelijke financiële motieven wordt gekeken. En Louwes was financieel adviseur en executeur-testamentair, en dat zijn dan mogelijke aanknopingspunten. Dus ga je daar eens naar kijken.

Maar dat zei hij niet. Nee, het financiële motief was heel duidelijk. Maar zo duidelijk was het niet. Het Hof Den Bosch verwierp dit motief.

Hoezo heel duidelijk?

De interviewer brengt dan Het Mes ter sprake. Dat zou het moordwapen zijn.

“Maar het mes was ook een belangrijk bewijsstuk. Met de geurproef bleek alleen nogal geblunderd te zijn, waardoor het mes het moordwapen niet kon zijn. Hoe kan dat?”

Visscher had hier met zijn antwoord realiteitszin kunnen tonen. Dat het inderdaad vreemd was een op 1 kilometer afstand in een portiek gevonden mes als het moordwapen te bestempelen, dat de hele procedure met de geurproef klungelig was opgezet en dat er uiteindelijk ook nog sprake was van fraude door de beëdigde ambtenaren die de proef uitvoerden.

Maar hij komt met een lang verhaal over de wijze waarop de geurproef was uitgevoerd en dat deze werkwijze volgens de nieuwe regels niet meer mag.

Nee, Visscher en zijn collega’s hebben toentertijd geblunderd en dat hebben ze nog niet afgeleerd.

16 seconden

Wat kan een adviseur in 16 seconden bespreken in een mobiel gesprek met een cliënt? Bijvoorbeeld over de belastingvrije voet van een schenking?

We hebben het hier natuurlijk over Het Telefoontje dat financieel adviseur Ernest Louwes voerde met zijn cliënte mevrouw Wittenberg.

Jarenlang is dit gesprekje onderwerp van discussie geweest.

Wat hebben beiden in deze 16 seconden gewisseld of in deze beperkte tijd kunnen wisselen? We lopen een aantal scenario’s langs.

Maar eerst moeten we een paar kanttekeningen maken.

Mevrouw Wittenberg was een vormelijke dame die hechtte aan goede omgangsvormen. Even snel roepen: “1750 gulden!”, zou door haar zeker niet worden gewaardeerd.

Anderzijds was Ernest Louwes een beetje saaie man die het niet graag lang maakte. Onderzoek naar de lengte van zijn eerdere gesprekken wees uit dat zijn voorkeur uitging naar korte zakelijke gesprekken.

Dus, wat zou de inhoud van het gesprek kunnen zijn geweest dat paste binnen 16 seconden?

Lees verder of kijk en luister naar de YouTube video.

Gesprek 1 (34 seconden)
W. – Met mevrouw Wittenberg.
L. – Goedenavond, mevrouw Wittenberg. U spreekt met Louwes. Ik zou u nog even laten weten wanneer u belastingvrij kunt doneren aan de St. Jan.
W. – O ja, aardig dat u nog even belt.
L. – Ik heb het even nagegaan en dat blijkt vanaf 1750 gulden te zijn, dat is 1% van uw inkomen.
W. – Juist ja. Nou, dank u wel.
L. – Graag gedaan. Dag mevrouw Wittenberg.
W. – Dag meneer Louwes.

Gesprek 2 (38 seconden)
W. – Hallo.
L. – Goedenavond mevrouw Wittenberg. U spreekt met Louwes.
W. – O, goedenavond meneer Louwes.
L. – Ja, ik zou u nog even terugbellen over de belastingvrije voet van die gift aan de St. Jan.
W. – O ja, aardig dat u nog even belt.
L. – Ja. Dat blijkt 1% van uw inkomen te zijn. Dat zou dan 1750 gulden worden.
W. – Juist, ja. Nou, dank u wel.
L. – Geen probleem. Dag mevrouw Wittenberg.
W. – Dag meneer Louwes.

Gesprek 3 (22 seconden)
W. – Mevrouw Wittenberg.
L. – Dag mevrouw, met Louwes. Ik zou u nog even laten weten wanneer u belastingvrij kunt schenken. Dat blijkt vanaf 1750 gulden te zijn.
W. – Juist, ja. Nou, dank u wel.
L. – Graag gedaan. Dag mevrouw Wittenberg.
W. – Dag meneer Louwes.

Gesprek 4 (18 seconden)
W. – Hallo.
L. – Met Louwes. Ik zou u nog even laten weten wanneer u belastingvrij kunt schenken. Dat blijkt vanaf 1750 gulden te zijn.
W. – Juist. Nou, dank u wel.
L. – Graag gedaan. Dag mevrouw.
W. – Dag meneer Louwes.

Het is praktisch onmogelijk een fatsoenlijk gesprek te voeren binnen de gemeten 16 seconden. Geen van de hierboven gevoerde gesprekken waren langdradig. Het laatste gesprek is ronduit onbeleefd en toch duurde dat nog meer dan 18 seconden.

Later werd aangevoerd dat het ook mogelijk was dat Louwes tijdens het telefoontje alleen zou hebben aangekondigd dat hij binnen een paar minuten bij haar zou zijn.

Dat wil zeggen dat hij zijn komst niet eerder zou hebben aangekondigd en toch praktisch bij haar voor de deur zou staan. Aan deze variant kleven zoveel bezwaren dat we er verder geen aandacht aan besteden.

Dat is ook niet nodig omdat deemzet.nl een andere, heel plausibele verklaring geeft voor de 16 seconden: de dropped call. Het gesprek heeft wel langer geduurd maar onder bijzondere omstandigheden wordt de registratie na 16 seconden afgebroken.

Geen motief, geen moordwapen en geen getuigen

De Deventer Moordzaak sleept zich al 23 jaar voort. Burgers verbazen zich erover dat iemand tot 12 jaar celstraf kan worden veroordeeld op grond van zo’n flinterdun dossier.

Er zaten immers rare kanten aan deze zaak. Zo dacht het Openbaar Ministerie met Het Mes weliswaar het moordwapen te hebben gevonden maar dit was een paar dagen na de moord op 1 kilometer afstand op een onmogelijke plaats gevonden en dat zou dan het moordwapen zijn?

Dat ging er bij de meesten niet in. Terecht, zo bleek vele jaren later.

En zo waren er nog veel meer gerechtvaardigde vragen en serieuze bedenkingen.

Het was dan ook geen wonder dat velen zich met de zaak gingen bemoeien, ook al voordat Maurice de Hond in 2005 in beeld kwam. Denk bijvoorbeeld aan Stan de Jong en zijn serie artikelen in HP/De Tijd en zijn boek in 2003.

Maar ook gewone burgers gingen zich met de zaak bemoeien en stelden vragen of ventileerden opmerkingen.

Een van hen, H.J. Vonk, heeft de moeite genomen 114 vragen te formuleren over deze opzienbarende zaak. Niet zo maar wat vragen maar steekhoudende vragen.

Vraag 11 luidde:

Waarom is Louwes veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf, terwijl motief, moordwapen en getuigen ontbreken?

Inderdaad, Louwes was financieel adviseur van mevrouw Wittenberg, maar zo lopen er nog een paar duizend in Nederland rond. Dat zou eventueel, misschien, een financieel motief hebben kunnen opleveren. Maar het Hof Den Bosch schoof een financieel motief in 2004 terzijde, maar veroordeelde Louwes wel.

Geen financieel motief dus maar ook geen ander motief.

Ook erg belangrijk, er is geen moordwapen gevonden. Vele jaren lang heeft het Openbaar Ministerie zich weliswaar vastgeklampt aan Het Mes totdat ook deze mogelijkheid kwam te vervallen bij aanvang van het proces voor het Hof Den Bosch.

Waren er dan geen getuigen van het misdrijf? Helaas, die waren er ook niet, wel andere getuigen.

Geen motief, geen moordwapen, geen getuigen.

Menige moordzaak wordt dan gestaakt. Zo niet de Deventer moordzaak.

Maar hoe kan het dan dat Louwes toch is veroordeeld?

Dat is gebeurd op basis van een klein vlekje DNA (#10, op de kraag van de blouse van het slachtoffer).

Maar over de betekenis van dit vlekje verschillen de deskundigen al sinds 2004 tot op de dag van vandaag van mening. En de meningen convergeren eerder naar een onschuldig vlekje dan naar een ‘smoking gun’.

De verschillen van mening zijn zelfs zo erg dat de advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. Aben in 2019 een Cold Case team de opdracht heeft gegeven nog eens naar dit aspect te kijken.

Maurice de Hond: Ere wie ere toekomt (1)

De publicaties van Stan de Jong in 2002-2003 hadden al het nodige stof doen opwaaien. De Deventer moordzaak die hij beschreef in HP/De Tijd en zijn boek wekten in brede kring verbazing en verontwaardiging vanwege het flinterdun bewijs en de vele ongeloofwaardige aannames (het mes).

Toen het Openbaar Ministerie ook nog plotseling, vlak voor het begin van de zittingen bij het hof Den Bosch het mes als bewijs liet vallen en met een druppeltje bloed op de proppen kwam stonden vele burgers perplex.

Zeker toen het vonnis in 2004 definitief werd en Ernest Louwes veroordeeld bleef tot 12 jaar cel.

Velen voelden zich geroepen tegen deze gang van zaken in het geweer te komen maar zagen niet de mogelijkheden. Juridische kennis en daadkracht ontbraken vaak.

Maurice de Hond, bekend van radio en tv onder meer vanwege zijn politieke peilingen, kon het echter niet meer aanzien en bond de kat de bel aan. Wat anderen ook graag hadden willen doen, deed hij en dat werd hem niet altijd in dank afgenomen.

Zonder anderen te kort te willen doen, mag gerust worden gesteld dat door zijn toedoen de onderzoeksresultaten zoals die door het OM werden gepresenteerd grondig tegen het licht werden gehouden, met vaak onthutsende uitkomsten.

Zijn onvermoeibare inzet motiveerde vele vrijwilligers hun diensten aan te bieden voor de Deventer Moordzaak. De website geenonschuldigenvast.nl bevat veel resultaten van hun inspanningen.

Oud-rechercheurs liepen nog eens alle politiedocumenten door (zoals de vele processen-verbaal en het tactisch journaal) en hielden het beschikbare bewijsmateriaal tegen het licht.

Gepensioneerde forensische experts bekeken nauwkeurig de laboratoriumresultaten, zelfs textielexperts onderzochten de blouse op typen vouwen.

Kleinschalige, eenvoudige experimenten werden door amateurs uitgevoerd omdat het OM dat had nagelaten.

Zij troffen veel onregelmatigheden aan. Een team van deskundige burgers heeft een reconstructie gemaakt die niet was gedaan door het OM. Een conclusie was dat het slachtoffer naar de kamer was versleept waar de messteken waren toegebracht.

Velen waren het niet altijd eens met de manier waarop hij een enkele keer in deze zaak opereerde en dat is nog steeds zo.

Maar het is onmiskenbaar zijn verdienste dat onderdelen van deze geruchtmakende en slepende zaak onder leiding van de advocaat-generaal mr. Aben opnieuw worden onderzocht.

Het is jammer dat Aben er buitensporig lang over doet, nu al 6.5 jaar. (In juni 2022 na 9 jaar afgerond.)

Wat de toekomst in de Deventer moordzaak ook moge brengen, aan een gebrek van inzet van Maurice de Hond zal het niet liggen.

Maurice de Hond zet zich momenteel opnieuw in, nu met zijn wetenschappelijke onderzoekingen als luis in de pels waar het gaat om het corona-beleid.

Bas Haan en de Deventer Moordzaak

De 6-delige Argos podcast De Deventer Mediazaak heeft de afgelopen tijd aandacht besteed aan de rol van de media in de Deventer Moordzaak met als ondertitel:

Hoe en waarom wordt iemand slachtoffer van een mediaklopjacht? En wat zijn de gevolgen hiervan?

De maakster Annegriet Wietsma lichtte op 2 januari 2021 in een trailer de podcast toe. Ook Bas Haan was te gast.

De presentatrice heeft af en toe grote moeite hem in toom te houden (Haan: “Pas op …”, Zij: “Ik pas op”) omdat hij vaak het gesprek domineert.

Haan lijkt zijn kruistocht tegen Maurice de Hond te vervolgen die – zo herhaalt hij diverse keren – in de Deventer moordzaak wegens smaad was veroordeeld. Tegelijkertijd neemt hij Michael de Jong in bescherming. Hierbij wil hij nog wel eens een faux pas begaan.

De eerste keer gebeurde dat tijdens een interview in een uitzending van DWDD op 9 januari 2019. Net als nu, twee jaar later, had ook Matthijs van Nieuwkerk grote moeite Haan op de rails te houden maar slaagde daar niet steeds in.

In dat interview zei Bas Haan (letterlijk, vanaf 2 min 42) over Michael de Jong: “… Dat is de veroordeling van iemand die geen bal met de zaak te maken heeft maar die om aandacht te genereren de hoofdrol is gaan spelen …”.

Nu kan over Michael de Jong van alles worden gezegd maar zeker niet dat hij geen bal met de zaak te maken heeft.

Als familiekennis van de Wittenbergs is hij in de maand oktober 1999 en later nog een keer in 2006 in totaal vier keer door de politie verhoord. Ook zijn partner is deze behandeling ten deel gevallen.

Op 12 oktober 1999 is hij tijdens een verhoor zelfs verdachte geweest.

Dat moet de onderzoeksjournalist Haan toch niet zijn ontgaan. Michael de Jong was in deze zaak zeker geen passant! Waarom zegt Haan dan toch dat hij geen bal met de zaak te maken heeft?

Tijdens het interview in 2019 zal de kijker vaak met gekromde tenen naar Haan hebben gekeken en geluisterd. Onafgemaakte zinnen, de regie over het gesprek overnemen van Matthijs van Nieuwkerk, met armen zwaaien, het gesprek onverwacht nieuwe wendingen geven. Nee, de kijker moet er geen goed gevoel bij hebben gehad en zo leek Van Nieuwkerk er af en toe ook over te denken.

Twee jaar later, tijdens de trailer van Annegriet Wietsma, kan Haan zich opnieuw niet inhouden.

Toen Stan de Jong in een geluidsfragment vertelde dat hij naar zijn mening in een kwestie journalistiek juist had gehandeld, schudt Haan volgens de presentatrice heftig van niet. De crux van Stan de Jongs verhaal, zo licht hij toe, is: “… er waren natuurlijk wel ernstige verdenkingen maar die waren er nu juist niet …”. Tja.

Niet alle media gaan op de juiste manier met feiten om en Haans kritiek daarop is terecht. Maar moet hij als onderzoeksjournalist dan niet het goede voorbeeld geven?

Jammer voor de Deventer mediazaak.

Een moord zonder reconstructie?

Wat? Een moord en er heeft geen reconstructie plaats gevonden? Daar zullen de rechters toch geen genoegen mee nemen!

Op de website deemzet.nl worden in een 30 pagina’s tellend document (De dynamiek van de moord op mevr. Wittenberg) vrijwel alle aspecten van de moord beschreven: hoe de moord zou zijn gepleegd, waar in het huis van het slachtoffer, hoe ze is versleept, hoe ze diverse keren in haar borst is gestoken.

Het document begint echter verrassend:

Het is opmerkelijk dat bij de Deventer Moordzaak geen reconstructie heeft plaatsgevonden van de moord, terwijl bij de definitieve veroordeling van Ernest Louwes bij het hof in Den Bosch diverse aannames zijn gedaan over hoe de moord plaatsgevonden zou kunnen hebben. Op basis van het beschikbare sectieverslag en diverse foto’s is veel te vertellen over het verloop van de moord. Dan blijkt ook dat een aantal aannames bij de veroordeling niet worden ondersteund door de forensische bevindingen.

Het komt weinig voor dat bij een ernstig misdrijf een reconstructie ontbreekt. Wie internet raadpleegt over het onderwerp reconstructie van een moord ziet vele zaken voorbijkomen: de moord op Jill Himpe, de zaak Thijs H., de moord Sévèke, kwartetmoord Enschede, moord schoonmaker, etc.

Maar niet in de Deventer Moordzaak.

Was alles dan zo klaar als een klontje? Neen. Waren er geen vragen meer? Zeker wel, een heleboel.

Uit het bovenstaande fragment blijkt dat diverse aannames niet passen bij de forensische resultaten en een reconstructie zou dan zeker verhelderend kunnen werken.

Zo is het niet geheel duidelijk hoe de weduwe aan haar eind is gekomen. Is ze aangevallen met een slagwapen en welk voorwerp zou dat dan wel geweest zijn of is ze na een klap ongelukkig gevallen?

Waarschijnlijk is de weduwe gewurgd op de plaats waar ze is gevallen en is ze daarbij bijna om het leven gekomen.

Ook de omstandigheden rondom de moord (zoeken naar documenten, verdwenen broodbeleg, reinigen van de gang, etc.) zouden in de reconstructie kunnen worden betrokken. De rol van mogelijke verdachten zou essentieel kunnen zijn.

Maar waarom is er dan geen reconstructie geweest? Geen idee, maar het is een onvergeeflijke tekortkoming met grote consequenties.

Niet alleen Louwes had hierbij betrokken moeten worden maar er waren ook andere personen die gedurende enige tijd goede papieren hadden om als verdachte te worden aangemerkt en ook kort als zodanig zijn aangemerkt.

Mr. Aben over de schouwarts

Wettig en Overtuigend bewezen in de Deventer Moordzaak? Is in een aantal voorbeelden overtuigend wel op zijn plaats?

Deze keer de schouwarts en het rapport dat hij opgemaakt zou moeten hebben.

Op zaterdagmiddag 25 september 1999 werd mevrouw Wittenberg door de politie dood in haar huis aangetroffen. De schouwarts moest de doodsoorzaak vaststellen maar ook een aantal voorlopige onderzoeken doen.

Hij moest bijvoorbeeld de lichaamstemperatuur meten om een zo precies mogelijk tijdstip van overlijden te bepalen. Maar dat is niet gebeurd met grote gevolgen.

We laten advocaat-generaal mr. Aben over dit cruciale onderzoek aan het woord in een interview met De Stentor in september 2019.

Waarom is de lichaamstemperatuur niet gemeten?

mr. Aben:
“Direct meten levert inderdaad het meest betrouwbare resultaat op, maar dat is dus niet gebeurd. Waarom niet? Dat kan ik niet beoordelen. Dat speelde allemaal in 1999, ik onderzoek de zaak pas sinds 2013. We hebben het wel aan de schouwarts van destijds gevraagd en hij vertelde dat hij alleen maar de ruimte kreeg om de dood vast te stellen. Daarna wilde de politie snel en ongestoord verder kunnen werken. Dat soort verhalen hoor je uit die tijd wel vaker. Er is in de twintig jaar daarna veel veranderd bij de technische recherche. We weten nu veel meer dan toen. Met de kennis van nu was dat destijds waarschijnlijk zorgvuldiger gebeurd.”

Elke forensische leek weet dat het bij moord van groot belang is het tijdstip van overlijden zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen. Al in detectiveseries uit de jaren zestig is de eerste vraag aan de schouwarts: ‘Wanneer is het slachtoffer overleden?’ Niet zo vreemd: alibi’s hangen ervan af.

Ook in deze zaak speelt dat tijdstip een cruciale rol omdat het tot op de dag van vandaag een punt van onderzoek is.

Waarom hebben rechters in de opeenvolgende processen hierover niet doorgevraagd.

Hoe kan dat nu, geen schouwrapport, hoe weet het Openbaar Ministerie dan dat de moord donderdagavond is gepleegd en niet bijvoorbeeld vrijdagavond?

Dat hebben de rechters nagelaten, maar toch achten de rechters de moord wettig en overtuigend bewezen. Tja.

Tenslotte
Mr. Aben doet ruim 20 jaar later nogal laconiek over deze enorme blunder.

Zijn opmerking: “dat speelde allemaal in 1999. Ik onderzoek de zaak pas sinds 2013”, doet denken aan de legendarische uitspraken van getuige Nobbe in de Van Kooten en De Bie Verhoren in Draaikonten:  

NobbeLaat ik het zo zeggen, meneer van Kooten, als ik tijdens mijn tijd, eh, bij het Rampenfonds zou hebben gezeten, ja? Dan is er nooit iets gebeurd.
Van KootenDus, dus tijdens uw tijd bij het Rampenfonds…
Nobbe…nooit iets gebeurd. Alles was altijd voor of na mijn tijd.