Proces verbaal expert team (2)

Een expert team bestaande uit vijf forensische experts en een chemicus moest in 2013 van de advocaat-generaal mr. Aben een aantal post mortem verschijnselen bestuderen.

De experts zijn twee keer bijeen geweest, de eerste keer op 11 december 2013 en vervolgens op 18 februari 2014.

Van hun bevindingen is op 12 maart 2014 een proces verbaal opgesteld dat opzienbarende passages bevat.

We hebben al eerder de resultaten besproken over de cornea (hoornvlies).

Deze keer wordt de ligor mortis (LM) onder de loep genomen, beter bekend als lijkvlekken.

Zo hebben de experts gekeken naar de wegdrukbaarheid van LM. Dat is het verschijnsel dat de paarsblauwe lijkvlekken tijdelijk kunnen worden weggedrukt (net zoals dat het geval is bij zonnebrand).

Het team stelt in het proces verbaal dat er (tijdens de sectie):

Paarsblauwe, slechts in geringe mate wegdrukbare lijkvlekken aan de achterzijde lichaam

zijn waargenomen en concludeert:

Dit verschijnsel is niet verenigbaar met overlijden op 23-9

Over de positie van de lijkvlekken op het lichaam op de plaats delict, rapporteert het team:

De positie van de lijkvlekken in de handen komt niet overeen met de ligging van het lijk

en concludeert volgens het proces verbaal:

Dit kan er op duiden dat het lichaam van het slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6 tot 24 uur) na de moord is verplaatst.

Deze conclusie is ronduit zeer ontlastend voor Louwes.

Wanneer hij de moord op donderdagavond omstreeks 21 uur zou hebben gepleegd dan zou hij 6 tot 24 later het slachtoffer nog moeten hebben verplaatst.

Maar dat is onmogelijk. Voor deze periode heeft hij een alibi.

Je zou verwachten dat mr. Aben bij het lezen van deze schokkende conclusies onmiddellijk tot actie zou zijn overgegaan.

Maar dat is niet het geval.

We horen ruim 6 jaar niets meer van hem.

Wanneer deze zaak ooit tot afronding komt, ligt het voor de hand dat mr. Aben hierover verantwoording aflegt.

Proces verbaal expert team (1)

In 2013 heeft advocaat-generaal mr. Aben een expert team gevormd. Dit team is twee keer bijeen gekomen waarvan een proces verbaal is opgesteld.

Dit proces verbaal van 12 maart 2014 bevat een aantal passages die Louwes als dader vrijpleiten of sterke aanwijzingen vormen dat hij de dader niet zou kunnen zijn.

De eerste passage betreft de vertroebeling van de cornea (hoornvlies) zowel op de plaats delict op zaterdag 25 september 2019 om 14:30 als tijdens de sectie op zondag 26 september 2019 om 13:00 uur.

Volgens het proces verbaal is de conclusie van het expert team:

Volgens sommige wetenschappelijke literatuur had bij overlijden op 23-9 de vertroebeling reeds zichtbaar moeten zijn geweest. Kwestie moet worden voorgelegd aan deskundigen.

Dit is een conclusie van forensische artsen met een heel kleine slag om de arm.

Deze experts houden zich niet bezig met de mogelijke consequenties van hun onderzoek. Dat was hun opdracht niet. Maar wij mogen wel conclusies trekken.

Zo maakt het gegeven dat de vertroebeling nog niet zichtbaar was een tijdstip van overlijden op donderdag 23 september op zijn minst twijfelachtig

En dat betekent dat Louwes onmiddellijk als dader uit beeld verdwijnt want voor de volgende dag had hij een sterk alibi.

Expert team in 2014

Advocaat-generaal mr. Aben bij de Hoge Raad organiseerde op 11 december 2013 een expert team dat het juiste tijdstip van de moord op mevrouw Wittenberg moest onderzoeken.

Het expert team bestond uit vijf forensische artsen en een chemicus en kreeg als opdracht: wanneer is mevrouw Wittenberg precies vermoord?

Hierover bestond onduidelijkheid omdat de schouwarts van de politie geen onderzoek aan het dode lichaam mocht doen en dus ook geen nauwkeurig tijdstip van overlijden kon vaststellen.

Sindsdien is steeds aangenomen dat de moord op donderdagavond 23 september 1999 rond 21 uur had plaatsgevonden.

De chemicus in het gezelschap had evenwel diverse kenmerken aan het slachtoffer opgemerkt die niet overeenstemden met een overlijden op donderdagavond. Volgens hem moest het tijdstip van overlijden ongeveer 24 uur later zijn geweest.

Het expert team bleek het grotendeels met hem eens te zijn. Een schokkende conclusie die Louwes als dader zou vrijpleiten.

Een andere conclusie luidde, zo staat letterlijk in het proces-verbaal van de bijeenkomst: “Er zijn – naar het oordeel van de meeste artsen – aanwijzingen gevonden dat het lichaam van het slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6 tot 24 uur) na de moord is verplaatst.”

Ook deze conclusie pleit Louwes vrij. Zelfs al zou hij de moord op donderdagavond hebben gepleegd, hij was niet in de gelegenheid het slachtoffer 6 tot 24 uur later te verplaatsen.

Het proces verbaal van de bijeenkomst van het expert team is op 12 maart 2014 opgemaakt.

De Volkskrant wijdde op 5 juni 2014 een paginagroot artikel aan de Deventer Moordzaak.

Wat is sindsdien gebeurd?

Mr. Aben heeft een onderzoek gestart dat na 9 jaar eindelijk is afgerond.