“Mag ik u voorstellen …?”

Gedurende de bijna 22 jaar dat de Deventer Moordzaak loopt, hebben velen geholpen om het recht te doen zegevieren. Een van hen is het onderwerp van dit artikel.

Het begon al in 2003 toen Stan de Jong over de zaak schreef in een serie artikelen in HP/DeTijd, die later ook in boekvorm verschenen.

Vanaf ca. 2005 heeft Maurice de Hond zich intensief met de zaak bemoeid en dat ging niet altijd geruisloos. Hij kreeg daarbij de steun van vele (vaak deskundige) vrijwilligers die er veel energie in staken.

Zij brachten veel fouten en blunders in de Deventer Moordzaak aan het licht.

Weer een paar jaar later kwam een nieuwe onderzoeker in beeld die zich gaandeweg steeds meer in de materie vastbeet en zijn bevindingen en analyses in een website vastlegde: deemzet.nl.

De auteur van deze site wil zijn werk graag in rust doen en maakt zich aan de buitenwereld bekend als Demo.

Zijn inspanningen bleven evenwel niet onopgemerkt.

Een drietal voorbeelden wordt hieronder in het kort behandeld.

Hoornvlies, livor mortis en rigor mortis
In een advies van de Adviescommissie afgesloten strafzaken, beter bekend als ACAS, wordt zijn onderzoek als mede de aanleiding van het advies tot een herzieningsonderzoek genoemd:

Naar aanleiding van een door een anonymus onderhouden website www.deemzet.nl heeft in-specteur [de inspecteur] zich verdiept in vraag op welke datum het slachtoffer is overleden …

Demo had het fotomateriaal van de plaats delict en de sectie grondig onderzocht en kwam op basis van dit onderzoek en wetenschappelijke publicaties tot een belangrijke conclusie.

De vertroebeling van het hoornvlies, de livor mortis (lijkvlekken) en rigor mortis (lijkstijfheid) van het slachtoffer wezen uit dat het tijdstip van overlijden niet op donderdag 23 september 1999 omstreeks 21 uur kon zijn geweest maar vele uren, mogelijk een etmaal later.

Deze conclusie werd op 14 maart 2014 in een proces verbaal door een team van forensische experts gedeeld.

Dit feit op zich sluit Louwes als verdachte uit.

Een groot succes voor Demo.

Mobiele telefonie
Hierbij bleef het niet. Hij richtte zich ook op Het Telefoontje. Louwes had aangegeven dat hij vanaf de A28 met mevrouw Wittenberg had gebeld en niet vanuit Deventer.

Een aantal deskundigen (van KPN en twee hoogleraren), het OM en de gerechtshoven Arnhem en Den Bosch concludeerden dat dit onmogelijk was.

Demo beet zich vast in deze materie (die niet zijn expertise is) en kwam op grond van gedetailleerd onderzoek tot de conclusie dat het wel mogelijk was.

Een conclusie die jaren later door de deskundige van KPN en TNO werd bevestigd.

Een tweede groot succes voor Demo.

DNA
Dit onderwerp sluit beter aan op Demo’s expertise.

Hij onderzocht de onderzoeken, rapporten, claims en conclusies van het NFI en kwam tot de conclusie dat dit instituut in de Deventer Moordzaak knoeiwerk had afgeleverd.

Deskundigen bleken niet zo deskundig of waren dat op een ander terrein.

In een aantal grondige artikelen komt hij tot de conclusie dat de gevonden DNA-sporen op de kleding van het slachtoffer daar op donderdagmorgen tijdens een kort bezoek op vreedzame wijze terecht zijn gekomen (bijvoorbeeld praten met consumptie) en niet tijdens gewelddadige handelingen later die dag.

Niettemin vindt mr. Aben het noodzakelijk een Cold Case team nog eens naar het DNA-bewijs te laten kijken.

Mr. Aben en het herzieningsonderzoek
Je zou verwachten dat deze advocaat-generaal bij Demo de deur plat zou lopen om zich op onpartijdige en zeer deskundige wijze te laten voorlichten en adviseren.

Dat hij de website deemzet.nl als een soort encyclopedie van de Deventer Moordzaak zou beschouwen waarmee hij zijn voordeel zou kunnen doen.

Niets is minder waar.

Het onderzoek duurt nu al bijna 7 jaar en in die tijd is het rond het onderzoek vrijwel voortdurend oorverdovend stil.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *