Vele deskundigen van verdediging hoofdpijndossier voor OM

De Deventer moordzaak is in een cruciale fase beland. De conclusie van advocaat-generaal Aben is samen met de reactie van advocaat Knoops naar de Hoge Raad gestuurd.

Knoops verzoekt de Hoge Raad in de eerste plaats zijn herzieningsverzoek toe te wijzen en daarmee de conclusie van de advocaat-generaal af te wijzen; dan wel subsidiair een tussenarrest te wijzen met de bepaling dat de drie ervaren forensisch rechercheurs van het cold case team (CCT) en een inspecteur van de nationale politie zullen worden gehoord door een raadsheer-commissaris die door de Hoge Raad wordt aangesteld.

Uiterlijk 29 december 2023 zal uitsluitsel worden gegeven.

Veel meer deskundigheid bij verdediging dan bij OM

Wat in de Deventer moordzaak opvalt is dat voor de verdediging zich steeds een groot aantal deskundigen vrijwillig heeft ingezet en dat nog steeds doet. Dit is met name op het gebied van statistiek (Derksen) en DNA (deemzet.nl). Ook bleek al snel dat de deskundigheid over de werking van GSM-netwerken bij vrijwilligers groter is dan die van de deskundigen van het OM. Dit moet de Hoge Raad toch zorgen baren.

Verder blijkt uit zijn conclusie dat advocaat-generaal Aben nogal eens de plank misslaat. Niet alleen maakt hij essentiële juridische uitglijders die hem door Knoops worden ingewreven, ook op technisch vlak is hij niet altijd even correct, zo laat Derksen pijnlijk zien.

Welke personen kunnen tot de verdediging worden gerekend? Deze lijst is te lang maar een paar sprekende namen mogen niet ontbreken.

Stan de Jong

Al in 2002/2003 publiceerde Stan de Jong als journalist van HP/De Tijd zes artikelen over de Deventer moordzaak die veel aandacht trokken. In 2003 nam hij deze bijdragen op in zijn gelijknamige boek. In deze publicaties twijfelde hij al stevig – zo later bleek niet terecht – aan de kwaliteit van het dossier.

Maurice de Hond

Met de bemoeienissen van Maurice de Hond omstreeks 2005 kwam het private onderzoek in de Deventer moordzaak in een stroomversnelling. Niet alleen hijzelf onderzocht alles in detail, ook mobiliseerde hij een grote groep (al dan niet gepensioneerde) professionals op diverse gebieden die alle facetten van de zaak nauwgezet onder de loep namen en de resultaten publiceerden op de website geenonschuldigenvast.nl. Ook deze resultaten zouden de Hoge Raad tot nadenken moeten zetten.
Deze groep ontwikkelde zich tot een geduchte tegenstander van het OM maar is al jaren – gefrustreerd en wel – niet meer actief.

De website deemzet.nl

Omstreeks 2010 verscheen een nieuwe onderzoeker op het toneel: een chemicus. Hij constateerde met verbazing hoeveel fouten, onnauwkeurigheden en ondeskundigheid het dossier onder andere op het gebied van DNA bevatte. Daarom dook hij in zijn onderzoek in het DNA-bewijs. Hij ontrafelde en passant de protocollen van het GSM-netwerk (en constateerde dat een advocaat-generaal daarin ernstige fouten maakte). Alle onderzoeksresultaten werden verzameld in de website deemzet.nl (met wetenschappelijke referenties en al) die de naam Vraagbaak Deventer Moordzaak ruimschoots verdient. Mede met verwijzing naar zijn website adviseerde het Adviescollege afgesloten strafzaken (ACAS) een herzieningsonderzoek.

Prof. Ton Derksen

In 2011 verscheen diens eerste boek over deze zaak: Leugens over Louwes. Een geduchte tegenstander van het OM want Derksen had eerder met zijn boek Lucia de B. haar vrijheid al weten te bewerkstelligen. Niet de eerste de beste dus. Verrassend dus dat advocaat-generaal Aben na zijn aantreden in 2013 niet onmiddellijk bij hem op de stoep stond. Dat gebeurde evenmin na zijn boek De Deventer karaktermoord waarin hij de onschuld van Louwes op statistisch-wetenschappelijke wijze aantoont. In zijn conclusie bestrijdt Aben op foute gronden dit bewijs wat hem – in een reactie – op een oorwassing van Derksen komt te staan.

Cold case team

Aben stelde begin 2019 drie ervaren WO-opgeleide forensisch rechercheurs van de Amsterdamse politie aan om de hele zaak opnieuw te onderzoeken en dat deden ze drie jaar lang met verve. In een uitgebreid rapport toonden ze op onderkoelde wijze de vele knulligheden van het toenmalige politieonderzoek aan. Een belangrijke conclusie was de ‘laag criminalistische waarde’ van diverse bewijsmiddelen. Kennelijk was dit rapport niet naar tevredenheid van hun opdrachtgever, zo kan uit diens conclusie worden opgemaakt.

Mr. Geert-Jan Knoops

Laten we vooral niet de deskundigheid en inzet van deze gerenommeerde advocaat vergeten. Al vele jaren staat hij en diens kantoor Louwes terzijde. Wie zijn reactie op de conclusie van Aben leest valt onmiddellijk het verschil in kwaliteit op. Hoe vaak zal het voorkomen dat een advocaat-generaal op juridisch vlak niet minder dan zes keer wordt terecht gewezen?

Na deze indrukwekkende lijst van personen die de verdediging terzijde hebben gestaan, komen we toe aan het OM. Dat begint al in februari 2000 met de rechtszaak tegen Ernest Louwes.

Rechtbank Zwolle

Officier van justitie mevrouw Duijts nam het weliswaar met de waarheid niet altijd even nauw, maar toch sprak de rechtbank Louwes vrij. Om nog steeds onbegrijpelijke redenen nam zij daarmee geen genoegen en ging het OM in hoger beroep.

De gerechtshoven Arnhem en ’s Hertogenbosch

De advocaten-generaal (Langeler bij het gerechtshof Arnhem en Brughuis bij het gerechtshof Den Bosch) werden door Prof. Derksen op diverse leugens betrapt en verschenen derhalve in het boek Leugens over Louwes als leugenaars in een zogenaamde leugenbox. Dit zijn ernstige aantijgingen, zeker voor magistraten van het OM. Toch hebben beide advocaten-generaal tot op de dag van vandaag hiertegen geen actie ondernomen.

Getuigen-deskundigen

Door de gerechtshoven zijn diverse getuigen gehoord (o.a. KPN vanwege het mobiele netwerk, twee hoogleraren over het gedrag van radiosignalen tijdens bijzondere weersomstandigheden personen, NFI voor DNA-sporen, en nog een aantal anderen). Helaas waren ze niet altijd even deskundig, zo bleek later. Een hoogleraar trok zelfs een bizarre conclusie. Andere deskundigen trokken jaren later hun verklaringen in of pasten die aan.

Eén getuige-deskundige, Richard Eikelenboom, mag in deze lijst niet ontbreken omdat hij op 9 mei 2022 door de minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz expliciet niet deskundig werd genoemd en bepaalde werkzaamheden niet had mogen uitvoeren. Van Eikelenboom die tijdens de zittingen een hoofdrol opeiste is niets meer vernomen.

Bas Haan

Maar weinigen nemen zijn boek uit 2009 nog serieus. Waarom zouden ze ook? Er staan teveel essentiële fouten in, sla de boeken van Derksen en de website deemzet.nl er maar op na. Zo’n faux pas kan gebeuren (eigenlijk toch ook weer niet). Ernstiger is dat hij commentaar daarover niet wil beantwoorden en met een houding van Pfff, moeten ze mijn boek maar lezen reageert. Een onderzoeksjournalist onwaardig.

Het is de taak van de Hoge Raad een van beide partijen in het gelijk te stellen, een keuze te maken uit het gelijk van de pro- vs. anti-OM groepen. Maar zo werkt het helaas niet. Hoe onrechtvaardig vaak ook, slechts het al dan niet aanwezig zijn van tenminste een novum geeft de doorslag.

Maar ook op dit punt staat Knoops sterk.

Stel dat Louwes wel om 20:36 belde vanuit Deventer, hoe laat kwam hij dan thuis?

We volgen de aanname van Aben en gaan ervan uit dat Louwes zich toch om 20:36 uur in het domein van basisstation 14501 zou hebben bevonden, op enige afstand van het huis van mevrouw Wittenberg, en haar van daar zou hebben gebeld. Hij zou haar vervolgens hebben vermoord. Dit alles volgens Aben. Maar kan dit alles wel? Bijvoorbeeld, hoe laat zou hij dan na de moord zijn thuisgekomen?

Louwes heeft een boel te doen

Na het telefoontje heeft Louwes het behoorlijk druk. Hij moet die avond een groot aantal activiteiten uitvoeren. Zo moet hij zijn auto parkeren, naar het huis van mevrouw Wittenberg lopen, aanbellen en wachten tot wordt opengedaan. Maar ook wurgt hij haar, sleept hij haar naar de open haard en steekt hij haar vijf tot zeven keer kalm en met grote precisie in de borst. Verder zoekt hij naar de braadslee, vindt deze op zolder en inspecteert deze in een kamer op de 1ste verdieping, zoekt en vindt de kruimelzuiger. Hij maakt het huis grondig schoon om zo goed mogelijk sporen uit te wissen. Tenslotte verlaat hij het huis, loopt terug naar zijn auto en rijdt naar zijn huis in Lelystad.

Hoe lang zou hij daarmee bezig zijn geweest? Hierna geven we een precieze berekening.

Tijdsduur activiteiten wordt geschat

Al deze activiteiten kosten tijd maar we weten niet hoeveel, want we waren er niet bij. Wel kunnen we realistische schattingen maken. De tijdsduur van een activiteit schatten we tussen een realistische minimum- en maximumwaarde met een meest voorkomende waarde ergens ertussenin. (Voor de liefhebbers, er is als zo vaak in zulke onduidelijke omstandigheden, gekozen voor een statistische driehoeksverdeling).

Zo schatten we dat het parkeren van de auto minimaal 0.5 minuut duurt, maximaal 2.5 minuut en meestal 1 minuut, dus [0.5, 1.0, 2.5] minuten. Voor het lopen van de parkeerplaats naar het huis hebben we de waarden: [5, 8, 16] minuten geschat (niemand weet waar hij zijn auto zou hebben geparkeerd) en voor het zoeken en vinden van de kruimelzuiger [1.5, 2, 5] minuten. Alleszins redelijke waarden dus.

Monte Carlo simulatie en scenario’s

We maken nu gebruik van zogeheten scenario’s. In een scenario veronderstellen we dat Louwes achtereenvolgens al deze activiteiten uitvoert en voor elke activiteit kiezen we random een waarde tussen de minimum- en maximumwaarde. Sommige waarden vallen wat hoger uit, andere wat lager. Voor de bovengenoemde activiteiten werden in een bepaald scenario de volgende random tijdsduren gegenereerd: voor parkeren 0.9 minuten, voor het lopen naar het huis 12.6 minuten en voor het zoeken en vinden van de kruimelzuiger 3.5 minuten.
Vervolgens berekenen we in zo’n scenario de totale tijdsduur van al deze activiteiten. Dat is dan de tijd die Louwes binnen dat scenario is bezig geweest vanaf het telefoontje tot zijn thuiskomst.

We herhalen deze procedure en krijgen zodoende scenario 2 met een tweede totale tijdsduur, etc.

Resultaten

Dit herhalen we 10000 keer en krijgen derhalve 10000 totale tijdsduren met als resultaat het onderstaande histogram. In het ene scenario valt de totale tijdsduur hoog uit, bijvoorbeeld 177 minuten, in een ander scenario laag, bijvoorbeeld 156 minuten. We kunnen nu de vraag beantwoorden in hoeveel scenario’s de totale tijdsduur kleiner is dan 153.9 minuten. Met andere woorden, in hoeveel scenario’s zou Louwes eerder dan 23:10 uur zijn thuisgekomen, uitgaande van het telefoontje om 20:36 uur. De Monte Carlo simulatie heeft berekend dat dit maar in 4 van de 10000 keer voorkomt. Dit gebeurt dus met een te verwaarlozen kans van 0.04%. Zelfs de kans dat hij eerder thuis zou komen dan 23:16 uur (159.9 minuten) is zeer klein, 3.82%. Hij zou dus praktisch zeker later dan 23:16 uur thuisgekomen moeten zijn.

Maar dat is in strijd met de feiten. Louwes zelf heeft steeds verklaard dat hij even na 21 uur zou zijn thuisgekomen, de politie schatte in rond 22:30 uur. De kans op dit laatste is nul.

Aben heeft twee keer ongelijk

Derksen toonde al heel precies aan dat Louwes niet om 20:36 uur vanuit Deventer naar mevrouw Wittenberg heeft kunnen bellen, iets wat Aben wel voor mogelijk hield.

Maar zelfs als, zelfs als Aben hiermee wel gelijk zou hebben gehad, krijgt hij weer ongelijk. Louwes zou in dat geval nooit omstreeks 22:30 uur thuisgekomen kunnen zijn.

De Hoge Raad kan ook rekenen en moet alleen al om deze reden tot een herziening besluiten.

Zelfs als Aben gelijk heeft, heeft hij toch ongelijk

In dit artikel gaan we er even vanuit dat Louwes de moord op mevrouw Wittenberg heeft gepleegd. Maar kan hij wel de moordenaar zijn?

Volgens het OM en advocaat-generaal Aben zou Louwes om 20:36 uur vanuit Deventer via basisstation 14501 met mevrouw Wittenberg hebben gebeld.

Louwes pas later dan 20:50 in Deventer

Prof. Derksen heeft echter aan de hand van precieze berekeningen, zowel in zijn boek De Deventer karaktermoord als in zijn reactie op de conclusie van Aben, aangetoond dat dit onmogelijk is. Louwes kon pas na 20:50 uur in Deventer zijn.
Een gedetailleerde Monte Carlo simulatie bevestigt zijn resultaat voor de volle 100% (zie verder).

Louwes belde vanaf de A26 en kon dus de dader niet zijn

Het is een feit dat Louwes om 20:36 uur met mevrouw Wittenberg belde. Als dat niet vanuit Deventer kon zijn gebeurd, vanwaar dan wel? Een plaats waar hij dat heeft kunnen doen was op de A28, zoals Louwes van meet af aan heeft verklaard.
Alleen al om deze reden was het voor Louwes onmogelijk de moord te plegen.

Er is nog een reden waarom hij de dader niet kan zijn

Hoewel dus overbodig, besteden we toch aandacht aan nog een andere reden waarom Louwes niet de dader kan zijn. Dit doen we omdat Aben volgens zijn niet-correcte berekening in zijn conclusie er vanuit gaat dat Louwes wel om 20:32 uur op de Zwolseweg (binnen het domein van basisstation 14501) kan zijn aangekomen. Hij had dan, nog steeds volgens Aben, mevrouw Wittenberg wel in Deventer om 20:36 uur kunnen bellen, vervolgens bij haar op bezoek gaan en de moord plegen.

Zelfs als Aben gelijk heeft, heeft hij toch geen gelijk

Zelfs, ja zelfs als Aben hiermee gelijk zou hebben, dus als Louwes om 20:32 uur wel in Deventer via basisstation 14501 met mevrouw Wittenberg mobiel zou hebben gesproken (dat kon dus niet, maar stel!) en later die avond de moord zou hebben gepleegd, is het interessant na te gaan hoe laat hij dan zou zijn thuisgekomen. Het OM ging ervan uit dat dit tussen 22:30 en 23:00 uur zou zijn geweest. Maar kan dat wel na het verrichten van al die activiteiten (wurgen, messteken, slepen met het lichaam, doorzoeken huis, schoonmaken, de reis naar huis, etc.)?

Louwes had niet genoeg tijd om te moorden

Om dit uit te zoeken wordt opnieuw gebruik gemaakt van Monte Carlo simulatie. Deze techniek toont nu aan dat Louwes pas ver na 23 uur thuisgekomen zou zijn en dit is in strijd met de aanname van het OM.
Hoe tonen we dit aan?

Stel dat Louwes toch om 20:36 uur in Deventer was

We volgen nu de aanname van Aben en gaan ervan uit dat Louwes zich toch om 20:36 uur in het domein van basisstation 14501 zou hebben bevonden, op enige afstand van het huis van mevrouw Wittenberg, en haar van daar zou hebben gebeld. Zekerheid over de parkeerplek heeft het OM nooit gegeven.

Louwes heeft dan een boel te doen

Na het telefoontje voert Louwes die avond een aantal activiteiten uit. Zo moet hij zijn auto parkeren, naar het huis van mevrouw Wittenberg lopen, aanbellen en wachten tot wordt opengedaan. Maar ook wurgt hij haar, sleept hij haar naar de open haard en steekt hij haar vijf tot zeven keer kalm en met grote precisie in de borst. Verder zoekt hij naar de braadslee, vindt deze op zolder en inspecteert deze in een kamer op de 1ste verdieping, zoekt en vindt de kruimelzuiger, en maakt het huis schoon om zo goed mogelijk sporen uit te wissen. Tenslotte verlaat hij het huis, loopt terug naar zijn auto en rijdt naar zijn huis in Lelystad.

Tijdsduur activiteiten wordt geschat

Al deze activiteiten kosten tijd maar we weten niet hoeveel. Wel kunnen we redelijke schattingen maken. De tijdsduur van een activiteit schatten we tussen een realistische minimum- en maximumwaarde met een meest voorkomende waarde ergens ertussenin. (Voor de liefhebbers, er is als zo vaak in zulke onduidelijke omstandigheden, gekozen voor een statistische driehoeksverdeling).

Zo schatten we dat het parkeren van de auto minimaal 0.5 minuut duurt, maximaal 2.5 minuut en meestal 1 minuut, dus [0.5, 1.0, 2.5] minuten. Voor het lopen van de parkeerplaats naar het huis hebben we de waarden: [5, 8, 16] minuten geschat en voor het zoeken en vinden van de kruimelzuiger [1.5, 2, 5] minuten.

Monte Carlo simulatie en scenario’s

We construeren nu een scenario. In een scenario veronderstellen we dat Louwes achtereenvolgens al deze activiteiten uitvoert en voor elke activiteit kiezen we random een waarde tussen de minimum- en maximumwaarde. Voor de bovengenoemde activiteiten werden in een scenario random de tijdsduren 0.9, 12.6 en 3.5 minuten gekozen.
Vervolgens berekenen we in dit scenario de totale tijdsduur van al deze activiteiten. Dat is dan de totale tijdsduur van dit scenario.

We herhalen deze procedure en krijgen zodoende scenario 2 met een tweede totale tijdsduur.

Resultaten

Dit herhalen we 10000 keer en krijgen derhalve 10000 totale tijdsduren met als resultaat het onderstaande histogram. We kunnen nu de vraag beantwoorden in hoeveel scenario’s de totale tijdsduur kleiner is dan 153.9 minuten. Met andere woorden, in hoeveel scenario’s zou Louwes eerder dan 23:10 uur zijn thuisgekomen. De Monte Carlo simulatie heeft berekend dat dit maar in 4 van de 10000 keer voorkomt, een te verwaarlozen kans van 0.04% dus. Zelfs de kans dat hij eerder thuis zou komen dan 23:16 uur (159.9 minuten) is zeer klein, 3.82%. Hij zou dus praktisch zeker later dan 23:16 uur thuisgekomen moeten zijn, maar dat is in strijd met de feiten.

Aben heeft twee keer ongelijk

Derksen toonde aan dat Louwes niet om 20:36 uur vanuit Deventer naar mevrouw Wittenberg heeft kunnen bellen, iets wat Aben wel voor mogelijk hield.

Maar zelfs als Aben hiermee wel gelijk zou hebben gehad, krijgt hij weer ongelijk. Louwes zou in dat geval nooit tussen 22:30 en 23:00 uur thuisgekomen kunnen zijn.

De Hoge Raad kan ook rekenen en doet niet aan ‘drie keer is scheepsrecht’. En moet alleen al om deze reden tot een herziening besluiten.

Rapportage CCT en berekeningen Derksen maken Aben niet uit

Wanneer de rapportage van het Cold Case Team en de berekeningen van Prof. Derksen worden gelezen, vallen deskundigheid en precisie onmiddellijk op. Heel anders is dat met de conclusie van advocaat-generaal Aben. Juridisch slaat hij volgens advocaat Knoops regelmatig de plank mis en meet hij zich een empirische deskundigheid aan die hij niet bezit.

Cold Case Team

Het Cold Case Team bestaande uit drie ervaren en wetenschappelijk geschoolde forensisch rechercheurs van de Amsterdamse politie is niet door de verdediging van Louwes ingesteld, maar door advocaat-generaal Aben zelf.

Rapportage Cold Case Team

De lezer die het jarenlang heeft moeten doen met elkaar tegensprekende rapporten, verwarrende verklaringen en meningen, drogredenen, onverklaarbaar handelen en afwijzende officiële reacties, krijgt door het CCT een degelijk rapport gepresenteerd. Ter zake, feitelijk, zonder opsmuk.

Maar het CCT maakt van zijn hart ook geen moordkuil. Regelmatig spreekt het zijn verwondering uit over ten onrechte nagelaten of fout politieonderzoek, data die niet kloppen, processen-verbaal die in het dossier ontbreken, onvolledige mutaties in het tactisch journaal, onderzoek dat alleen de opvatting van de politie wil aantonen maar geen of weinig oog heeft voor de verklaringen van Louwes.

Criticasters van het eerste uur zien in de rapportage hun meningen pagina na pagina bevestigd. Louwes had op een dergelijk flinterdun en rommelig dossier nooit veroordeeld mogen worden.

Berekeningen Prof. Derksen

En dan hebben we ook nog de berekeningen van Prof. Ton Derksen. In zijn boek De Deventer karaktermoord tonen gedetailleerde berekeningen heel precies, van minuut tot minuut, aan dat Louwes de dader niet kan zijn. Niet zo maar een mening uit de losse pols dus. En Derksen weet waar hij het over heeft, daarvoor staat zijn empirische wetenschappelijke opleiding, dissertatie over waarschijnlijkheid en jarenlange professoraat garant. En met zijn boek over Lucia de B(erk) heeft hij ook een uitstekende reputatie.

Dit alles maakt Aben niet uit

De berekeningen van een deskundige dus. Dit in tegenstelling tot Aben die deze deskundigheid ontbeert maar zich niettemin in zijn advies aan de Hoge Raad veroorlooft een eigen berekening te presenteren die hij vervolgens zelf recenseert en gebruikt om de schuld van Louwes aan te tonen. Een niet eerder vertoonde werkwijze.

De rapportage van het CCT heeft veel kritiek op het politieonderzoek van destijds en biedt alle aanleiding ernstig te twijfelen aan de schuld van Louwes. Derksen gaat nog een stap verder en toont aan dat Louwes de dader niet kan zijn. Ondanks dit alles ziet Aben geen reden het herzieningsverzoek van Knoops af te wijzen.

Advocaat Knoops neemt AG Aben de maat

Nadat advocaat-generaal Aben maandenlang de tijd had genomen voor het schrijven van zijn Conclusie in de Deventer moordzaak, kreeg advocaat Knoops slechts 14 dagen tijd om een schriftelijke reactie te geven. En die loog er niettemin niet om.

Ondanks de grote tijddruk van twee weken – waarvan helaas sporen in de tekst zichtbaar zijn – telt Knoops’ reactie niet minder dan 41 pagina’s. Als juridische leek ontkom je bij lezing niet aan de indruk dat Knoops gehakt maakt van Abens advies.

Waar beiden over onderdelen verschillend denken, wordt het woord ‘miskent’ regelmatig gebruikt. Dat is vanzelfsprekend, de heren hebben verschillende belangen. Voorbeelden hiervan zijn:

‘… hetgeen de advocaat-generaal miskent …’,

‘… Dit alles wordt door de advocaat-generaal miskend en via een drogreden verbloemd …’.

Niets nieuws onder de zon dus. Twee partijen die verschillend oordelen.

Anders is het met de kwalificatie ‘onbegrijpelijk‘ die Knoops een zestal keren hanteert. Niet alleen oordeelt hij anders dan Aben over sommige conclusies, hij kan de redenering van Aben zelfs niet eens volgen. En Knoops is niet de eerste de beste, maar een doorgewinterde advocaat die ook internationaal wordt gewaardeerd.

Een paar voorbeelden:

‘Onbegrijpelijk is dan ook dat de advocaat-generaal stelt dat niet kan worden afgeleid dat het sporenbeeld ook is ‘aangetast’ en onbruikbaar is voor evaluatie.’

‘… wordt temeer onbegrijpelijk indien men de opmerking leest van de advocaat-generaal op pagina 29 van zijn conclusie: …’

‘Het is dan onbegrijpelijk dat de advocaat-generaal hieraan niet de slotsom verbindt, dat de
herzieningsaanvraag gegrond is te achten.’

Ook op juridisch vlak blijkt Knoops te corrigeren.

De teneur van Knoops reactie is dat hij Aben de maat neemt, vindt dat deze slecht werk heeft afgeleverd en dat de Hoge Raad dus het herzieningsverzoek moet toewijzen. Maar ook vraagt Knoops subsidiair een tussenarrest te wijzen ‘met de bepaling dat de hierboven genoemde getuigendeskundigen zullen worden gehoord door een raadsheer-commissaris die door Uw Raad wordt aangesteld’.

Deze getuigendeskundigen zijn de drie forensisch rechercheurs van het Cold Case Team dat door Aben is aangesteld en die drie jaar lang onderzoek hebben verricht naar alle forensisch-technische sporen; en inspecteur Lansbergen die eveneens jarenlang onderzoek deed naar de
forensisch-technische aspecten van de zaak tijdens de herzieningsprocedure.

Vooral het voorgestelde tussenarrest is interessant.

Het CCT heeft een rapport van 119 pagina’s (exclusief bijlagen) samengesteld met zeer gedetailleerde en samenhangende onderzoeksresultaten dat nu door Knoops openbaar is gemaakt. Ook blijkt in 2018 een tot dusver niet bekend (?) proces-verbaal te zijn opgesteld door inspecteur Lansbergen. Alle reden dus deze deskundigen te ondervragen.

Prof. Derksen: Louwes kan niet de dader zijn

Inhoudelijke correcties op de Conclusie van advocaat-generaal mr. Aben in de Deventer moordzaak konden niet uitblijven Het was bijna inkoppen voor open doel. In het vorige artikel gingen we al uitgebreid in op de reactie van de auteur van deemzet.nl die hier kan worden teruggelezen. Die reactie liegt er niet om en is eigenlijk beschamend voor Aben.

Een tweede reactie komt van de hand van Prof. Ton Derksen die – gezien zijn prestatie in de zaak Lucia de B(erk) – een grote reputatie geniet. Ook in de Deventer moordzaak laat hij zich niet onbetuigd. In 2011 verscheen zijn boek Leugens over Louwes en begin 2023 De Deventer karaktermoord.

Prof. Derksen is niet alleen een schrijver van relevante en veel gelezen boeken, ook is hij een gerespecteerde en vooral deskundige wetenschapper, zoals zijn aangepast CV aangeeft:

“Ik heb, na studies geschiedenis, sociologie en filosofie, in Oxford een dissertatie over waarschijnlijkheid geschreven. Als hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en aan de Universiteit Brabant in Tilburg heb ik mij jarenlang beziggehouden met de problematiek van rationaliteit en argumentatiestructuren, zowel wetenschappelijke als alledaagse. Met mijn empirische wetenschappelijke opleiding, mijn dissertatie over waarschijnlijkheid en mijn jarenlange professoraat met aandacht voor rationaliteit en argumentatiestructuren, meen ik dan ook bij uitstek gekwalificeerd te zijn voor de empirische argumentatie in dit Rijtijd Argument waarvoor verder geen specialistische kennis nodig is.”

Een auteur dus die het niet laat bij “Ik vind dit …” en “Ik vind dat …”. Nee, zijn aanpak is wetenschappelijk verantwoord en verdient het extra serieus te worden genomen. En het is ook deze aanpak die zijn bijdrage in De Deventer karaktermoord en zijn reactie op Abens Conclusie kenmerkt. Met name zijn deskundigheid op het gebied van waarschijnlijkheid is hier van groot belang.

Dus, wanneer Derksen in zijn boek en in reactie op de Conclusie op basis van degelijke argumenten en berekeningen tot de slotsom komt dat Louwes de moord niet kan hebben gepleegd dan moet je van goede huize komen om die te weerleggen. En na lezing van wat Aben tegen dit bewijs te berde brengt, moeten we concluderen dat hij niet van dergelijke huize komt.

Advocaat Knoops zal op de Conclusie van Aben een uitvoerige reactie naar de Hoge Raad sturen en zal zeker van de bijdrage van Derksen gebruik maken.

De Hoge Raad kan niet terloops aan de argumenten van Derksen voorbij gaan.

Conclusie Aben gaat voorbij aan feiten

Op 29 augustus 2023 maakte advocaat-generaal mr. Aben zijn conclusie in de Deventer moordzaak bekend. Hierin adviseert hij de Hoge Raad het herzieningsverzoek van Louwes niet te honoreren. Diens advocaat Knoops moet zijn reactie binnen 14 dagen bekend maken.

Dit is een schrijnend korte periode vergeleken met de vele maanden tijd die Aben zichzelf heeft gegund voor het schrijven van zijn conclusie. Ook veel te kort omdat er nogal wat valt aan te merken op de argumenten die Aben aanvoert. Eigenlijk heeft de AG slecht werk afgeleverd. Zijn conclusie is op veel plaatsen gedateerd, niet up-to-date, onjuist of ronduit vooringenomen. Om op al die tekortkomingen binnen de gestelde korte periode een degelijke reactie te formuleren zal van de advocaat een uiterste inspanning vergen.

En dat overtuigende weerwoord is er wel degelijk.

In de eerste plaats is er de website deemzet.nl. Hierin wordt o.a. gedetailleerd beschreven hoe de werking van het GSM-netwerk in 1999 de verklaringen van Louwes ondersteunde en welke fouten zijn gemaakt in de beoordeling van de (DNA-)sporen. Je zou verwachten dat Aben van deze belangrijk bron van gedocumenteerde informatie uitgebreid gebruik zou maken. Maar dat is helaas niet gebeurd.
De auteur van de website heeft de afgelopen dagen in hoog tempo uitgebreid commentaar op de conclusie geleverd. Het toont aan dat Aben grote steken heeft laten vallen.

En dan is er het boek De Deventer karaktermoord van Prof. Derksen. Hierin toont de auteur nauwgezet aan dat de file bij Harderwijk voor Louwes wel degelijk een alibi vormt en dat een precieze berekening van de vermeende rijtijden van Louwes van de Jaarbeurs in Utrecht naar de Zwolseweg 157 in Deventer bewijst dat Louwes niet vanuit Deventer kan hebben gebeld maar vanaf de A28. Hij kan dus niet de dader zijn.

Aben weerlegt deze bewijsvoering niet maar stelt een alternatief scenario voor, daarbij voorbijgaand aan duidelijke feiten. En sinds wanneer is het de taak van een AG discutabele alternatieven aan te dragen in plaats van een zeer plausibele gang van zaken proberen te weerleggen (wat overigens niet zal lukken)?

En dan laten we nog onbesproken de hoofdstukken over het ontbreken van een financieel motief en het pathologisch karakter van de moord. Misschien horen deze niet thuis in een weerwoord maar overtuigend zijn ze zeker.

De conclusie van Aben veroorzaakt inmiddels al de nodige verontwaardiging. In de Volkskrant van 7 september 2023 verscheen een artikel De Deventer Moordzaak moet wel degelijk worden herzien van dr. Herman de Regt en dr. Hans Dooremalen. Beiden zijn wetenschapsfilosofen aan de Universiteit Tilburg en collega’s van Prof. Derksen.

Wanneer advocaat Knoops in zijn reactie op de conclusie van bovenstaande bronnen en commentaren gebruik maakt, moet de Hoge Raad tot een herziening besluiten.

Half vol

Voor ongebreideld optimisme over de afloop in de Deventer moordzaak is geen plaats.
Hoewel een coldcaseteam aantoonde dat veel bewijsmiddelen een lage criminalistische waarde hadden, de politie onprofessioneel en vaak klungelig te werk was gegaan, tenminste een deskundige zijn verklaring ten nadele van Louwes inmiddels heeft herroepen en minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid op Kamervragen antwoordde dat getuige Richard Eikelenboom niet DNA-deskundig is, kan men toch niet zonder meer rekenen op een herziening. Daarvoor blijkt de Hoge Raad af en toe te merkwaardig te besluiten. En dat zou ook in deze zaak kunnen gebeuren.

Dat vindt niet alleen de juridisch niet geschoolde burger die soms met verbazing kijkt hoe de Hoge Raad heeft beslist. Ook de Adviescommissie Afgesloten Strafzaken (ACAS) heeft zo zijn bedenkingen. Deze commissie bestaat wel uit deskundige juristen en wetenschappers die advies uitbrengen over herzieningsverzoeken van uitgeprocedeerde veroordeelden. Zo schrijven ze over de afwijzing van de Hoge Raad in de Arnhemse villamoord in het Nederlands Juristen Blad dat het recht van de burger op een herbeoordeling van zijn zaak bij dit oordeel ‘goeddeels uit het zicht lijkt te zijn verdwenen’. Want: ‘De pijnpunten van deze zaak zijn niet ten gronde onderzocht en beoordeeld, terwijl dat wel had gekund.’ De commissie vergelijkt de uitspraak van de Hoge Raad impliciet met het overheidsfalen in de Toeslagenaffaire, volgens een artikel in de Volkskrant. Oei.

De ACAS schrijft in dit verband dat het ‘novumbegrip’ in 2012 juist is verruimd, mede in het kader van valse bekentenissen, en dat de Hoge Raad hieraan voorbijgaat en vervolgt:

In een rechtsstaat moet plaats zijn om te klagen over fouten in het systeem, missers en onbegrijpelijke beslissingen. Een burger die aan de bel trekt, mag niet verdwaald raken in formalisme, procedurele voorwaarden en juridische fijnslijperij.

Dus geen reden om optimistisch te zijn maar het glas is nog wel half vol.

Coldcaseteam vs. Hof Den Bosch

Nova, nova, nova. Wat een verwarrend begrip dat op kunstmatige, juridische wijze in stand wordt gehouden. Wat betekent het voor de rechtvaardigheid wanneer het coldcaseteam bestaande uit ervaren politiemensen concludeert dat de blouse een lage criminalistische waarde heeft en het Hof Den Bosch toentertijd hier redelijkerwijs aan voorbij gaat en het volledig als bewijsmiddel laat meetellen. Is dat een novum of is alleen de definitie van het begrip novum van belang?

Lees het arrest van het Hof Den Bosch van 9 februari 2004 er nog maar eens op na. Hieronder het arrest voorzien van kanttekeningen van de auteur van deemzet.nl. Doorzoek het document eerst met als zoekterm ‘blouse’ en focus voorts op de overwegingen rond overweging 2.2.2.
(Overigens zijn ook de overige overwegingen interessant, zeker wanneer verklaringen van deskundigen later worden ingetrokken.)

‘De twijfelpunten en omissies in het destijds verrichte rechercheonderzoek raken de criminalistische waarde van de resultaten’, meent het coldcaseteam na drie jaar onderzoek. Hieronder vallen zonder twijfel het feit dat de blouse niet goed is behandeld (chain of custody) en zelfs een tijdje zoek was, en de ontoelaatbare wijze waarop microsporenfolie is hergebruikt, om maar wat te noemen. Beide veroorzaken contaminatie: het ontstaan van sporen die op de plaats delict ontbraken. Wat heb je dan aan zulk bewijs?

Dit zijn ondubbelzinnige conclusies van het coldcaseteam. Maar het Hof Den Bosch was hiervan niet op de hoogte (novum) of, als dat wel het geval was, liet het Hof het nauwelijks meetellen. Wat moet de advocaat-generaal hier nu mee? Is het een novum of gewoon ongekende slordigheid waar het Hof niet zwaar aan tilt maar met enorme gevolgen? Wij weten het wel, maar wat de advocaat-generaal Aben hiermee heeft gedaan, zullen we kunnen lezen in zijn conclusies op 27 juni 2023.

Aben heeft het maar druk

Op 27 juni 2023 zal advocaat-generaal mr. Aben advies uitbrengen aan de Hoge Raad over het herzieningsverzoek van Louwes’ advocaat mr. Knoops in de Deventer moordzaak. Belangstellenden zouden kunnen denken dat hij daar zijn handen vol aan heeft want de Deventer moordzaak is ingewikkeld met veel technische details.

Maar nee hoor, op 6 juni 2023 verschijnt het bericht dat dezelfde Aben ook in een andere geruchtmakende zaak een advies aan de Hoge Raad heeft uitgebracht. Het betreft de veroordeling van Jos B. in de zaak van Nicky Verstappen, zo valt te lezen in een soort persbericht van enkele pagina’s. Overigens, ook in deze zaak speelt DNA-bewijs een belangrijke rol. De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 26 september 2023.

Een advies van maar enkele pagina’s, dat is niet veel! Maar dat is schijn. Het volledige advies bestaat uit 365 opmerkingen met in totaal 76000 woorden, 500000 lettertekens op 98 pagina’s (lettertype Calibri Body, 11 punts). Dat is behoorlijk veel want het gaat hier niet over een oppervlakkige roman maar over een document vol met juridisch onderbouwde en gedetailleerde conclusies. En daarvoor heeft Aben ongeveer anderhalf jaar nodig gehad.

In oktober 2023 verzocht advocaat Knoops de Hoge Raad de Deventer moordzaak te herzien en Aben liet niet lang daarna weten dat hij op 27 juni 2023 zijn advies aan de Hoge Raad zou aanbieden. Voor het schrijven van dat advies had hij dus ca. 9 maanden ingeruimd, aanzienlijk minder dus dan in de zaak Verstappen. En dat is opmerkelijk.

Natuurlijk is Aben in de Deventer moordzaak al goed ingewerkt want een herzieningsonderzoek onder zijn leiding speelde al sedert 2013. Het herzieningsverzoek kende dus een vliegende start, maar toch.

Wat kunnen de Deventer moordzaakwatchers hier nu uit afleiden?
Zou Aben het rapport van het coldcaseteam zo overtuigend hebben gevonden dat hij er niet al te veel tijd en woorden aan vuil hoefde te maken en zal adviseren het herzieningsverzoek te honoreren? Dan zijn die 9 maanden goed te verklaren.

Of was hij al zo vooringenomen dat hij zijn opvatting (voor/tegen) al klaar had en dat hij die alleen nog in juridische termen hoefde te vertalen? Ook dan zijn 9 maanden ruim voldoende.

Het blijft speculeren. Spannend is het allemaal wel, in de eerste plaats voor Ernest Louwes.

We moeten gewoon rustig wachten tot 27 juni 2023.

Rechercheurs van toen: meldt u (anoniem)

Onder andere uit het Technisch Journaal blijkt dat veel rechercheurs bij het onderzoek in de Deventer moordzaak waren betrokken. Hoewel toenmalige politiechef Jaap Visscher betoogde dat – op wat kleinigheden na – het onderzoek goed is verlopen, blijkt heel wat anders uit het rapport van het coldcaseteam. Mr. Aben bevestigde al in 2019 in een interview met De Stentor dat er sprake was van blunders, hoewel niet opzettelijk.

Ook de rechercheurs uit die tijd moeten geweten hebben dat er veel misging, dat kan niet anders. Dat begon al op de plaats delict, het vroegtijdige onderzoek aan de blouse, de weigering de schouwarts zijn werk te laten doen, het wegmoffelen van onwelgevallige resultaten met de mobiele telefoon, de wijze waarop met de blouse is omgegaan, en zo meer.
Maar loyaliteit met collega’s en de organisatie deden waarschijnlijk hun werk.

Is er nu niet een rechercheur die 24 jaar later opening van zaken wil geven, al was het maar anoniem?

Tactisch Journaal politie nader bekeken

Het coldcaseteam meldde in zijn rapport aan mr. Aben dat veel zaken in het onderzoek van destijds niet klopten. Ze noemden ‘niet betrouwbare’ processen-verbaal en hadden ook in het politiejournaal (het verslag waarin alle handelingen van de recherche worden vastgelegd) diverse tekortkomingen geconstateerd. Er ontbreken vijf mutaties ‘in een cruciale fase’ van het onderzoek en concluderen: ‘Ofwel de mutaties zijn op vijf plekken verkeerd doorgenummerd, of ze hebben nooit bestaan, of ze zijn actief verwijderd’, concludeert het coldcaseteam. ‘Het is niet vast te stellen of dat laatste opzettelijk is gebeurd.’

Wanneer je dit zo leest (artikel van Wil Thijssen in de Volkskrant) vraag je je af wat er aan de hand is.
Dus werd het Tactisch Journaal erbij gehaald en de mutaties en pagina’s nader onderzocht.

Voordat we dat doen, beantwoorden we eerst de vraag of tekortkomingen in het Tactisch Journaal ernstig zijn. Als er sprake zou zijn van opzettelijke manipulatie is het antwoord evident. Maar ook in het geval van slordigheden is dat een tekortkoming met mogelijk ernstige gevolgen. Regelmatig zal in zo’n politiejournaal worden teruggebladerd. Ontbrekende gegevens zijn dan lastig. Bovendien, en dat moet ook worden opgemerkt, zijn de mutaties heel vaak in erbarmelijk Nederlands geschreven. Dat is nog tot daaraan toe, maar de formuleringen zijn ook veelal niet eenduidig en dat is ernstig.

Laten we nu het Tactisch Journaal even in detail bekijken.

Op p.97 begint mutatie 301, dan volgt p.96 waarop mutatie 298, dan p.98 waar mutatie 301 wordt vervolgd, etc. Zelf na nauwkeurig bestuderen wordt niet duidelijk hoe deze vreemde volgorde tot stand is gekomen.

Op p.131 ontbreekt mutatie 455 na mutatie 454 en is niet meer terug te vinden.

Op p.139 ontbreekt mutatie 481 na mutatie 480 en is niet meer terug te vinden. Bovendien is het opmerkelijk dat mutatie 482 op tijdstip 1200 is gemaakt en mutatie 481 op tijdstip 1250.

Op een niet genummerde pagina ontbreken 773 t/m 777 na mutatie 772 en zijn niet meer terug te vinden.

Op p.211 ontbreekt mutatie 788 na mutatie 789 en is niet meer terug te vinden.

Op p.235 ontbreekt mutatie 890 na mutatie 889 en is niet meer terug te vinden.

p.279 ontbreekt.

Op p.278 en verder ontbreken mutaties 1075 t/m 1079 en die zijn niet meer terug te vinden (misschien op de ontbrekende p.279)?

Op p.288 treffen we twee verschillende mutaties 1131 aan.

p.31 ontbreekt.

p.96 en p,97 staan in de verkeerde volgorde.

p.202 niet genummerd.

p.204 t/m 206 niet genummerd

p.208, 209 ontbreken

Alles bij elkaar is het nog een hele lijst. Heel logisch dat het CCT zich zorgen maakte.

Aben geschokt tijdens besprekingen met het coldcaseteam

(Het onderstaande mogelijke scenario is gebaseerd op het artikel In de voetsporen van de rechercheurs in de Deventer moordzaak dat Wil Thijssen op 27 juni 2022 in de Volkskrant publiceerde.)

Advocaat-generaal mr. Aben installeerde in het voorjaar van 2019 een coldcaseteam (CCT) bestaande uit drie Amsterdamse rechercheurs en stelde hun de vraag: heeft de recherche destijds in de Deventer moordzaak genoeg gedaan?
In het bijzonder wilde hij een antwoord op de volgende vijf vragen:

1. Hadden we meer kunnen weten?
2. Hebben we genoeg gedaan?
3. Zijn de processen-verbaal betrouwbaar?
4. Hoe moeten we de sporen wegen?
5. Zijn er nu nog forensische onderzoeksmogelijkheden?

Natuurlijk wilde Aben op de hoogte worden gehouden van de gang van zaken tijdens het ondezoek en stelde hij een vergaderschema vast.

Het CCT ging voortvarend aan de slag. Dat moest ook wel want het moest 31 archiefdozen, een digitaal archief met ongeveer 1300 documenten en 26 dossiermappen van het NFI doorspitten.

Nadat het CCT een inventarisatie had gemaakt kwam het gezelschap voor het eerst bijeen om een aantal indrukken uit te wisselen. De politiemensen Hamstra, Buitenweg en Corsari waren ervaren rechercheurs.

Onderstaande passages zijn ontleend aan de notulen van een groot aantal besprekingen tussen Aben en de leden van het CCT. Ze zijn niet volledig maar geven een goede indruk van de bevindingen van het CCT en wat Aben van de gemelde voortgang vond.

(…)

Hamstra kreeg als eerste het woord.
‘We noemen nu alleen wat nog niet eerder (voldoende) bekend was en wat wij opvallend vinden.
We weten nu wat meer over de doodsoorzaak en de wijze waarop de moord is gebeurd. Het slachtoffer lijkt met een stomp voorwerp tegen haar hoofd te zijn geslagen, waardoor ze viel. De dader heeft haar trekkend aan haar benen of voeten versleept; haar rechterarm ligt gestrekt en haar vest is onder haar lichaam omhooggeschoven.
Wat nog niet eerder bekend was is dat ze niet met handen maar door een bandvormig voorwerp is gewurgd. Daarover later meer.’

(…)

Buitenweg vulde hem aan.
‘Ze is meermalen gestoken en de wijze waarop dat is gebeurd, wijst volgens ons op veel emotie bij de dader maar tegelijk is die toch erg alert geweest om zo weinig mogelijk sporen achter te laten of om sporen zelfs te wissen.
Vervolgens is ze met een ‘bandvormig voorwerp’ gewurgd, Hamstra noemde dit al. Opvallend is dat in de woonkamer een tas aan een stoel hangt en die is gefotografeerd en die, gezien de stijl van de tas, niet lijkt te passen bij de (kleding)stijl van het slachtoffer. Daarom had die tas natuurlijk moeten worden veiliggesteld, maar dat is niet gebeurd. Nu lijkt het hengsel van die tas te passen bij het letsel in de hals van het slachtoffer. Dat is toch wel een opmerkelijk gegeven.
Ja, en dan is er nog iets anders. De keuken is niet onderzocht op sporen (bijvoorbeeld gootsteen en afvoer), en zelfs niet gefotografeerd en dat had om verschillende redenen natuurlijk wel gemoeten. Dat vonden we toch echt een tekortkoming in het onderzoek.’

(…)

Aben luisterde aandachtig. Veel van wat hij hoorde was hem al uit de dossiers bekend maar nu bevestigden ervaren rechercheurs wat anderen in de loop der jaren al zo vaak hadden betoogd.

(…)

Corsari had rustig naar zijn collega’s geluisterd en mengde zich in het gesprek.
‘Ja, wat wij alle drie ook onbegrijpelijk vinden is dat een schouwverslag van het lichaam ontbreekt. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Zo’n verslag zegt heel veel over het tijdstip van overlijden en dus over diverse alibi’s. Dan had men ook beter kunnen oordelen over de betekenis van zaken als lijkvlekken en lijfstijfheid. Dat dat verslag er niet was en dat niemand daarnaar had gevraagd, ja, daar stonden we alle drie wel van te kijken.’

(…)

Wat Aben diep van binnen van meet af aan al had vermoed, leek zich hier stukje bij beetje te manifesteren. Jaap Visscher die destijds het politiewerk in Deventer leidde, mocht er dan wel van overtuigd zijn dat het politieonderzoek goed was verlopen en dat eventuele foutjes geen rol hadden gespeeld bij het resultaat, maar drie ervaren politiemensen somden nu een aantal flinke tekortkomingen op. En misschien was dit nog maar het topje van de ijsberg, zo bedacht Aben. Zou hij hier dan toch – wat hij al langer vermoedde – te maken hebben met de zoveelste rechterlijke dwaling, eentje die zich al meer dan 20 jaar voortsleepte en velen bezighield?

(…)

Nadat er wat operationele zaken waren besproken en een volgende datum was afgesproken, ging het gezelschap uiteen.

(…)

Een aantal besprekingen ondervond door de corona-pandemie enige vertraging, maar doordat het archiefonderzoek voor een belangrijk deel thuis kon worden gedaan, viel de opgelopen achterstand nog wel mee. De buitenwacht toonde zich echter meer en meer ongeduldig.
Bij een bespreking was het CCT al meer de diepte in gegaan en had het toch wel schokkende feiten ontdekt. Geen kleinigheidjes die geen rol van betekenis zouden spelen maar belangrijke kwesties die rechtstreeks raakten aan de kwaliteit van de bewijslast en dus aan de rechtmatigheid van de veroordeling.
Zo had het CCT de microsporen nader onder de loep genomen en was het geschrokken van de resultaten.

(…)

Op de vraag van Aben of daarbij nog nieuwe ontwikkelingen waren te melden, nam Buitenweg het woord.
‘Het wordt nu een beetje technisch maar het is ontzettend belangrijk en dan moet het maar. De wijze waarop toentertijd met de microsporenfolie was omgegaan, ja daar zijn we toch wel van geschrokken, zo onprofessioneel. Dezelfde folie werd steeds weer opnieuw gebruikt om op diverse plaatsen haren en vezels veilig te stellen. Maar hierdoor kon een en dezelfde folie een bloedvlekje op de ene plaats bemonsteren en op een andere plaats terug plakken. Dat kon je zelfs op foto’s zien. Op sectiefoto’s konden bloedsporen worden waargenomen die er op de foto’s van de plaats delict niet zaten. Ra ra, hoe kan dat? Ja, dat maakt het vergaarde bewijs totaal onbruikbaar, vinden wij, daar heb je dan niets meer aan.
Ook lijkt het erop dat de schouw heeft plaatsgevonden voordat is begonnen met het onderzoek op de plaats delict. Ja, en dat is ook voor die tijd niet gebruikelijk.’

(…)

Aben luisterde wat ongemakkelijk naar deze constateringen. Wat had je aan een blouse waar overduidelijk onoordeelkundig mee was omgesprongen? Welk bewijs kon je daar nog aan ontlenen? Maar dat was wel gedaan in Den Bosch. Het had zelfs vrijwel regelrecht tot een veroordeling van Louwes geleid. Opnieuw kreeg hij het gevoel dat hij alleen nog maar formeel moest vaststellen wat elders allang bekend was: het politieonderzoek van toen was een rommeltje en op basis daarvan had Louwes nooit veroordeeld mogen worden. De uitkomst van het onderzoek door het CCT stond voor hem na iets meer dan een jaar dus eigenlijk al vast, maar de gifbeker moest helemaal worden leeggedronken. Ook andere belangrijke aspecten van de zaak moesten degelijk worden onderzocht.

(…)

Corsari maakte daar al meteen een begin mee toen hij over Het Telefoontje van Louwes naar het slachtoffer begon.
‘Laat ik vooropstellen dat wij niet zijn aangesteld om de schuldvraag te beantwoorden maar alleen onderzoek moeten doen in deze zaak, van het begin tot het eind. Ook moet ik benadrukken dat we geen telecom-deskundigen zijn. Maar dat hoeft ook niet om te kunnen constateren dat er ernstige zaken zijn misgegaan.
Laat ik maar gelijk met het belangrijkste beginnen: de politie heeft zeer ontlastende zaken buiten het procesdossier gehouden. Steeds werd gesteld dat Louwes vanaf de A28 een zendmast in Deventer nooit had kunnen aanstralen, dus had hij gelogen en dat was heel verdacht. Maar rechercheurs hadden destijds de route nagereden die Louwes naar eigen zeggen had gereden en vastgesteld dat aanstraling mogelijk was van een mast op 61 en zelfs 108 km afstand, veel verder dus dan die in Deventer op 25 kilometer. Maar dit ontlastende feit werd buiten het procesdossier gehouden en de raadsheren hadden hiervan dus geen kennis kunnen nemen. Ik houd niet van harde woorden maar deze gang van zaken is schandalig. Zo heb je geen eerlijk proces.’

(…)

Corsari vervolgde.
‘Verder wees onderzoek van TNO in 2017 uit dat aanstraling van de mast in Deventer niet alleen mogelijk was op een avond met buitengewone weersomstandigheden, maar ook onder ‘normale’ omstandigheden.
Bovendien hebben telecom-deskundigen hun verklaringen van destijds herroepen of aangepast.
Ja, het is volgens ons evident dat dit alles behoorlijk ontlastend voor Louwes is.’

(…)

Tijdens een interview met De Stentor in 2019 had Aben al toegegeven dat er in de Deventer moordzaak blunders waren begaan. Niet opzettelijk, maar toch. Maar wat hij nu hoorde zou er op wijzen dat er veel meer aan de hand was. Ontlastend bewijs uit het procesdossier houden, dat is nogal wat. Dat riekt wel naar opzet. Deze verontrustende gedachte werd nog versterkt door wat Hamstra te melden had.

(…)

Hamstra rommelde in zijn papieren en noemde op.
‘Er klopt meer niet. Er zijn ook ‘niet-betrouwbare’ processen-verbaal. Zo zijn sommige mutaties in het Tactisch Journaal (het verslag waarin alle handelingen van de recherche worden vastgelegd), niet volledig. Er ontbreken vijf mutaties in een cruciale fase van het onderzoek. Tja’, verzuchtte Hamstra, ‘dat is wel problematisch. Het kan zijn dat de mutaties op vijf plekken verkeerd zijn doorgenummerd, of ze hebben nooit bestaan, of ze zijn actief verwijderd. Het is niet vast te stellen of dat laatste opzettelijk is gebeurd. Ja, en wat moet je dan daarmee?’

(…)

Hoewel Aben niet geheel onwetend was van wat hier te berde werd gebracht, nu hij het zo nuchter hoorde opsommen, was hij toch wel onder de indruk. Dossiers buiten het procesdossier houden, rommelen in het Tactisch Journaal, dat was nogal wat.
Wat hij nu tijdens deze bespreking had gehoord, vond hij wel genoeg voor een keer. De agenda’s werden getrokken en een volgende bespreking werd weer afgesproken.

(…)

Bij een van de laatste vergaderingen kwam het DNA-onderzoek nog aan bod. Daarover was lange tijd veel te doen geweest, maar onder andere gezien het voorgaande werd er nu niet meer zoveel tijd aan besteed. Bovendien was getuige-deskundige Eikelenboom, die zo’n belangrijke bijdrage had gehad in het DNA-bewijs, volgens de minister van Justitie en Veiligheid niet bevoegd als DNA-deskundige. Zijn conclusies werden bovendien bestreden door twee Amerikaanse DNA-deskundigen. Verder bleek later dat een rechtbank in de Verenigde Staten hem als DNA-deskundige zelfs had geweigerd.

(…)

Tijdens een van de laatste vergaderingen kwam ook nog Het Mes aan bod. Aben wilde hieraan niet veel tijd besteden want vlak voor de behandeling van de zaak bij het Hof Den Bosch was Het Mes al door het OM als bewijs teruggetrokken. Toch wilde Buitenweg hierover nog een paar opmerkingen maken.
Hij somde een paar pijnlijke kwesties rond Het Mes op en bij elke opmerking voelden de aanwezigen gêne.

Buitenweg
‘Het Mes paste niet bij de wonden, er was gefraudeerd met processen-verbaal en de geurhondenproef deugde ook al niet. Op basis onder meer hiervan werd Louwes door hof Arnhem toch veroordeeld. Deze kwestie had ook gevolgen voor veel andere zaken waarin dezelfde politiemensen geurproeven hadden uitgevoerd. Er werden zelfs politiemensen veroordeeld.
‘Inderdaad’, bevestigde Aben zuchtend, ‘dit is een schandvlek voor het recherche-onderzoek.’

(…)

Aben moest nu aan het werk
Na al dat onderzoek en al die besprekingen zat Aben daar met een uitgebreid onderzoeksverslag van het CCT.

Hij bedacht dat hij de eerder genoemde vijf vragen nu wel zelf kon beantwoorden:

1. Hadden we meer kunnen weten? Ja.
2. Hebben we genoeg gedaan? Nee.
3. Zijn de processen-verbaal betrouwbaar? Nee, niet allemaal.
4. Hoe moeten we de sporen wegen? Veel relevante sporen zijn niet onderzocht, veel onderzochte sporen zijn onbruikbaar.
5. Zijn er nu nog forensische onderzoeksmogelijkheden? Ja.

Nadat alle bevindingen van het CCT bekend waren, was het de taak van Aben het eindrapport samen te stellen en dat aan Knoops aan te bieden. Die moest dan samen met zijn cliënt beslissen of een herzieningsverzoek zou volgen.

In feite zou Aben het met deze taak niet zo moeilijk hoeven te hebben. Natuurlijk, hij wist al vele jaren wat Louwes ten laste was gelegd en waarom. En hij had zo zijn vermoedens. Het onderzoek van het CCT had veel ontlastend bewijs opgeleverd en het zou hem als ervaren jurist toch geen moeite hoeven kosten om dit op papier te zetten.

Hij ging er een paar dagen goed voor zitten en kwam tot de volgende teksten die hij in klad op papier zette. Later zouden die nog worden omgezet in de juiste juridische bewoordingen.

DNA
Over het DNA-bewijs kan ik kort zijn. Richard Eikelenboom, destijds bloedspoorpatroon-analist bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), stelde in de rechtszaak op basis van eigen onderzoek dat de niet geringe hoeveelheid DNA van Ernest Louwes alleen door geweld kan zijn overgedragen. Het Gerechtshof nam deze stelling over maar was er niet van op de hoogte dat Eikelenboom niet bevoegd was. Later bleek hij ook in andere zaken omstreden te zijn.

Amerikaanse DNA-deskundigen Krane en Gilder maakten in 2013 gehakt van Eikelenbooms conclusies. Er zat aanzienlijk minder DNA van Louwes op de blouse van het slachtoffer dan Richard Eikelenboom destijds beweerde, en bovendien zeiden zelfs grote hoeveelheden DNA niets over de wijze hoe die zijn overgebracht.
Het DNA-bewijs schiet dus ernstig te kort.

De blouse
De criminalistische waarde van de blouse werd al veel eerder betwist. In 2009 bleek dat het proces-verbaal over de veiligstelling van de blouse van het slachtoffer vals was. Er werd mee rondgezeuld en het was zelfs een keer aantoonbaar zoek. Nu oordeelt het CCT dat de veiligstelling van de blouse ‘problematisch’ en ‘ongewenst’ is. De integriteit van het bewijsstuk is ‘ernstig aangetast’ en daarom is de criminalistische waarde ervan ‘laag’.
Dus aan de blouse als bewijs heb ik niets. Ontlastend voor Louwes. Kan ik in weinig woorden duidelijk maken.

Telecom
Het CCT maakte met het telecom-bewijs korte metten. Daar hoef ik weinig aan toe te voegen. Er is een aanzienlijke kans dat de lezing van Louwes de juiste is. Overigens kan ik nog wel het onderzoek van wetenschapsfilosoof Ton Derksen aanhalen, onder meer dat er geen ‘honderden’ telefoonmasten staan tussen ‘t Harde en Deventer zoals een deskundige beweerde, maar drie. Maar er is al zoveel mis met het bewijs dat dit niet nodig is. Bovendien zoekt een telefoon niet de dichtstbijgelegen mast, maar een frequentie. Getuige-deskundige trekt belastende verklaring in 2012 in.

Wel file
In juli 2018 rapporteerde politie-inspecteur Jelle Lansbergen dat ‘aannemelijk geacht kan worden’ dat de kleine file op de avond van de moord waarover Louwes steeds en consistent heeft verklaard, inderdaad bestond tussen Harderwijk en ’t Harde, vanwaar Louwes zegt het slachtoffer te hebben gebeld.

Verwarrend voor juridische leek

Voor de juridische leek breken verwarrende tijden aan. Een cold case team (CCT) stelde vorig jaar na drie jaren onderzoek in de Deventer moordzaak ernstige tekortkomingen vast. Dan wordt Louwes in een herzieningsproces natuurlijk alsnog vrijgesproken, denkt de juridische leek dan. Maar nee, zo eenvoudig is dat niet. Een herzieningsproces komt er alleen wanneer een novum wordt vastgesteld.

De kritiek van het CCT, bestaande uit Amsterdamse politiemensen, is niet mals, zo lezen we in het volledige artikel van Wil Thijssen in de Volkskrant van 27 juni 2022. Zij was de enige journalist die inzage kreeg in het vertrouwelijke onderzoeksverslag. We citeren een paar punten.

1. “Nu is het de politie zelf die constateert dat het recherchewerk in de Deventer moordzaak niet goed is uitgevoerd.”

2. “Hun rapport (…) geeft ook geen antwoord op de vraag of Louwes wel of niet de dader is. Wel noemen zij nieuwe feiten ‘ontlastend’.”

3. “Het coldcaseteam (…) vergeleek het onderzoeksdossier van de politie met het procesdossier dat de rechters onder ogen kregen. Tussen die twee worden ernstige verschillen geconstateerd.”

4. “Nu blijkt dat de mobiele telefoons van de rechercheurs die de route nareden masten aanstraalden die nog veel verder stonden dan die in Deventer, op afstanden van respectievelijk 108 en 61 kilometer. Maar de originele lijst waarop de aangestraalde masten staan, is buiten het procesdossier gehouden. De verder weg gelegen masten, die ontlastend zouden zijn voor Louwes, zijn weggelaten uit de processen-verbaal over die nagereden routes.”

5. “(…) het coldcaseteam [concludeert] dat de verklaring van Louwes over zijn alibi niet alleen past bij de uitzonderlijke weersomstandigheden op de avond van de moord die het mogelijk maakten dat verder weg gelegen masten werden aangestraald, maar ook binnen de afstand van normale aanstraling’.”

6. “Zo werden knoopjes van de blouse geopend toen dat nog niet mocht, zijn op latere foto’s bloedsporen te zien die er op de plaats delict nog niet op zaten, en schrijft het Gerechtelijk Laboratorium dat de blouse bij aanlevering was ‘gekreukeld’; hoewel hiervan op de foto’s geen sprake is.”

7. “Door verkeerd gebruik ‘kunnen sporen verloren gaan, stempelen of verplaatst worden zonder dat dit is veroorzaakt door het delict’. Als bewijsstuk heeft de blouse volgens hen weinig waarde. De blouse was een cruciaal bewijsstuk onder Louwes’ veroordeling.”

Het was de taak van mr. Knoops om uit deze ernstige tekortkomingen tenminste een novum te destilleren en het kan niet anders dan dat hij hierin is geslaagd, toen hij eind oktober zijn herzieningsverzoek indiende.
Maar stel dat naar het oordeel van de advocaat-generaal al deze feiten niet een novum bevatten. Dat is goed mogelijk want het is vaak een kwestie van interpretatie. Dan komt er dus geen herziening, geen herzieningsproces en geen vrijspraak.

Laten we deze gang van zaken eens vergelijken met het volgende scenario.
Stel dat een dergelijk vernietigend rapport zou zijn verschenen na een veroordeling in eerste aanleg, maar nog voordat de zaak in hoger beroep zou worden behandeld. Het lijdt geen twijfel dat een gerechtshof dan tot vrijspraak zou besluiten. Zo veel tekortkomingen, slordig onderzoek, geen overtuigend bewijs, dit alles vastgesteld door de politie zelf, neen, dan kan de eerdere veroordeling niet worden gehandhaafd. De verdachte zou met opgeheven hoofd de zittingszaal kunnen verlaten.

Hoe anders kan het lopen wanneer veel van deze feiten pas veel later aan het licht komen bij een herzieningsverzoek? Dan hangt het – ondanks al deze feiten – ervan af of de advocaat-generaal een novum heeft geconstateerd. En als hij meent dat dit niet het geval is, strandt het gehele proces alsnog en zal de veroordeelde ten onrechte veroordeeld blijven.

Zal de juridische leek (en dat zijn we bijna allemaal) dit nog begrijpen?

Louwes wordt vaak vergeten

Ernest Louwes is definitief veroordeeld voor de moord op de weduwe Wittenberg maar heeft voortdurend ontkend deze te hebben gepleegd. En dat niet alleen, hij heeft daarvoor steeds consistente en zeer aannemelijke verklaringen afgelegd. Maar de rechters oordeelden anders. In alle juridische en forensische procedures die volgden werd de persoon Louwes wel eens vergeten.

Vele waarnemers (en dat zijn er in deze zaak nogal wat) waren het er al vanaf het eerste uur over eens dat Louwes niet op een dergelijk flinterdun dossier veroordeeld had mogen worden en dat zijn onschuld veel waarschijnlijker was dan slechts een reële mogelijkheid. Dat het bij lange na niet het noodzakelijk overtuigende bewijs bevatte.

Die groep is in de loop der jaren niet minder geworden, integendeel. Een cold case team (CCT) van de Amsterdamse politie bracht in juni 2022 verslag uit van een drie jaar durend onderzoek. Dit bracht zoveel ontlastende (en ook ontluisterende) feiten aan het licht dat serieus rekening moet worden gehouden met de zoveelste gerechtelijke dwaling.

Dit alles is Louwes natuurlijk niet ontgaan. Ongetwijfeld zal hij samen met zijn advocaat mr. Knoops het verslag van het CCT hebben gespeld en daaruit de hoop hebben geput dat de inmiddels al 24 jaar voortslepende zaak toch nog een voor hem positieve wending zal nemen.

In de loop der jaren zijn alle aspecten van deze ingewikkelde zaak tot in de kleinste details bekeken (Het Mes, Het Telefoontje, DNA, etc.) maar daarbij wordt vaak het onderwerp van de zaak vergeten, de veroordeelde Ernest Louwes. Die als mogelijk onschuldige fiscalist van de ene dag op de andere in een rollercoaster van vrijspraak, veroordelingen, gevangenis, cassaties en herzieningsverzoeken terecht kwam.

Toen het hele circus begon was hij 46 jaar en vader van een jong gezin. Vanaf dat moment is zijn leven nooit meer normaal geworden, ook niet toen hij in 2009 de gevangenis kon verlaten. Hij kon als veroordeelde moordenaar moeilijk een geschikte baan vinden. Hij mocht gezien zijn verleden niet als advocaat optreden en met de jaren kwam langzaam de pensioengerechtigde leeftijd in zicht. Maar een goed pensioen had hij niet kunnen opbouwen en daarom moet hij nu als bijna 70-jarige nog hard werken om het gezinsinkomen op peil te brengen.

Een scenario dat al zwaar is voor een terecht veroordeelde moordenaar (maar ja, dan had hij maar niet moeten moorden), maar wanneer dit alles je als onschuldige burger overkomt, is dat ronduit hemeltergend.

Daar hoorden we in de zesdelige podcast De Deventer mediazaak en daarop volgende film De Veroordeling niets over. Integendeel. Bas Haan, Annegriet Wietsma en Sander Burger hadden het veel te druk met een andere hoofdrolspeler in deze zaak.

Vertrouwen in rechtspraak

Veruit de meeste Nederlanders hebben vertrouwen in ons systeem van rechtspraak. Hieronder worden niet alleen de rechters verstaan maar ook en misschien juist het Openbaar Ministerie en de politie. Men zal het niet altijd eens zijn met de gang van zaken en de uiteindelijke vonnissen maar men heeft er vrede mee, want het vertrouwen is groot.

De laatste tijd zijn er echter (te) veel kwesties die dit vertrouwen beschamen en daarmee een bedreiging vormen voor het systeem als geheel. En dan beperken we ons niet alleen tot de Deventer moordzaak.

Enkele beschamende zaken
Iedereen denkt met schaamte aan de Puttense moordzaak (sleeptheorie, haha), de Schiedammer parkmoord, aan Lucia de Berk (ondeugdelijke statistische berekeningen), de Rosmalense flatmoord (absurde theorieën van deskundigen Richard en Selma Eikelenboom, veroordeelde krijgt excuses van rechter), de Arnhemse villamoord (ontoelaatbare verhoormethoden en als een duveltje uit een doosje plotseling niet minder dan negen verdachten en veroordeelden) en de Warnveldse pompmoord (ontoelaatbare verhoormethoden).
Maar onlangs ook aan het beschamende optreden van OM en politie in het getuigenbeschermingsprogramma rond de kroongetuige in het Marengoproces.
Deze kwesties knagen aan ons vertrouwen in een integere rechtsgang.

Onbekend tijdstip van overlijden in Deventer moordzaak
We keren terug naar bekend terrein, de Deventer moordzaak en dan met name naar een ogenschijnlijk klein detail in deze ingewikkelde zaak: het tijdstip van de moord. Tijdens de behandeling bij de hoven Arnhem en Den Bosch werd hieraan nauwelijks aandacht besteed.

In het arrest van Gerechtshof Den Bosch bijvoorbeeld ‘constateert de politie dat het tijdstip van overlijden op 23 september 1999 niet ver na 20.36 uur ligt.’ Hierdoor wordt de lezer op het verkeerde been gezet. Het betreft immers geen constatering maar een aanname op basis van ‘stille getuigen’ en wat goede bekenden over de gewoonten van het slachtoffer verklaren. Het ware tijdstip had net zo goed later op de avond (bijvoorbeeld om 23:00 uur) kunnen hebben gelegen wat ontlastend voor Louwes zou zijn geweest.

Goede schatting werd door politie geweigerd
Was een goede schatting van het tijdstip van overlijden dan niet mogelijk geweest? Jazeker wel, een schouwarts verricht aan een stoffelijk overschot een aantal kleine onderzoekjes waaronder een temperatuurmeting. En die geeft een betrouwbare schatting, maar in dit geval kreeg de schouwarts van de politie geen toestemming (zoals al in een proces-verbaal uit 2014 was gebleken maar in 2022 ook werd bevestigd door het cold case team van mr. Aben).
Vreemd genoeg hebben de raadsheren hierover niet doorgevraagd: OM, waarom is er geen schouwrapport en hoe weet u het tijdstip van overlijden dan zo zeker? Dat is in deze zaak zeer belangrijk want alibi’s staan of vallen ermee. Maar nee hoor, raadsheren vragen er niet naar.

Groot justitieel gebouw op wankel fundament
Op dit wankele fundament van ‘op 23 september 1999 niet ver na 20.36 uur’ wordt een justitieel gebouw opgezet met alles erop en eraan: behandelingen door de Zwolse rechtbank, een aantal gerechtshoven en enkele keren de Hoge Raad. En natuurlijk waren er de vele zeer gedetailleerde onderzoeken op een keur van terreinen (telefoongesprek A28, DNA) en de vele haarkloverijen over en weer. En dit alles op basis van de aanname dat de moord even na 20:36 uur zou zijn gepleegd.

Novum of geen novum
Het herzieningsverzoek ligt bij de Hoge Raad en advocaat-generaal mr. Aben heeft al aangekondigd dat hij zijn conclusies op 27 juni 2023 aan de Hoge Raad bekend zal maken. En bij dit alles speelt een doorslaggevende rol of er sprake is van een novum.
Maar daar heeft de burger geen verstand van, zelfs de juristen bakkeleien over dit begrip. Wel ziet hij met verwondering hoe door politie, het OM en zelfs door rechters met aangeklaagde burgers wordt omgegaan. Die op flinterdunne dossiers zelfs tot zeer lange gevangenisstraffen worden veroordeeld.

Dit alles doet het vertrouwen in de rechtspraak geen goed.

NRC-journalist Bas Haan keurt eigen vlees

Uitgerekend deze journalist die in de Deventer moordzaak al zo lang en zo duidelijk partij had gekozen – en dat mag hij – was de auteur van het artikel van 27 juni 2022 in NRC – waarin hij de afronding van het herzieningsonderzoek besprak. En dat is opmerkelijk. Het had NRC gesierd wanneer ze een andere redacteur hiermee hadden belast.

Sinds zijn boek over de Deventer moordzaak in 2009 verscheen, verkondigt Bas Haan op luide toon dat hij weet hoe in deze zaak de vork in de steel zit. Wie herinnert zich niet het interview in DWDD (2019) waarin hij tegenover Mathijs van Nieuwkerk bijna emotioneel tekeer ging tegen ‘opiniemaker’ Maurice de Hond en de onschuld benadrukte van iemand die volgens hem ‘met de zaak geen bal te maken had’.

Daar bleef het niet bij. Even later verscheen de podcast De Deventer mediazaak van documentairemaakster Annegriet Wietsma die al snel liet weten dat ze voor het fundament van de podcast was uitgegaan van het boek van Bas Haan en daarmee een terugtrekkende beweging maakte. In deze podcast wist hij het opnieuw zeker: volgens hem was Louwes de dader en de ‘klusjesman’ had met de zaak niets te maken.

Deze podcast stond niet op zichzelf want was feitelijk een trailer van de film De Veroordeling. Die zou snel daarna in de bioscoop komen maar dat werd vertraagd door de corona-pandemie. Ook in de film kwamen Louwes en met name De Hond er niet best van af. De ‘klusjesman’ werd opnieuw ten tonele gevoerd als slachtoffer. Dat laatste zou wel eens waar kunnen zijn maar hoe weet Haan dat zo zeker?

Was het artikel van Haan partijdig? Zo op het eerste gezicht niet. Maar de fijnproever merkt dat de argeloze lezer die niet zo is ingevoerd in deze ingewikkelde zaak toch diverse keren op het verkeerde been wordt gezet.

De geïnteresseerde lezer kan na lezing van Haans artikel zijn eigen mening vormen. Toch moet bij een paar zinnen een opmerking worden gemaakt.

‘De advocaat-generaal van de Hoge Raad ziet geen reden de zaak te herzien.’
Deze opmerking suggereert dat er dus niets aan de hand is. Maar dat is niet het hele verhaal. Aben merkte op dat het de gebruikelijke procedure is dat het rapport naar de advocaat gaat en dat die moet beslissen wat hij ermee zal doen, wel of geen cassatie vragen. En dat Aben geen aanleiding zag van deze procedure af te wijken.

‘Dat onderzoek werd vorige maand afgerond, volgens de advocaat-generaal dus zonder consequenties.’
Opnieuw wekt Haan hiermee de indruk dat het ook deze keer loos alarm is.

Overigens kan iedere veroordeelde in elke strafzaak op elk gewenst moment een herzieningsverzoek indienen, zonder dat dit de formele ‘onherroepelijke’ status van een strafzaak verandert. Dit gebeurt pas als de Hoge Raad zo’n herzieningsverzoek toewijst, wat een zeldzaamheid is.’
Goed dat Haan de lezer waarschuwt dat deze vooral niet moet denken dat het rapport van het cold case team wel eens succes zou kunnen hebben. Iedereen kan wel een verzoek indienen. Nou, dan weet je het wel. Kans op succes nul.

‘De Hoge Raad zal moeten beoordelen hoe nieuw dit is, omdat in het allereerste strafdossier uit 1999 al een verklaring zit van telecombedrijf KPN dat „de theoretisch maximale haalbare afstand” zo groot is, dat Louwes’ eigen verklaring over het telefoongesprek zou kunnen kloppen.’
Deze opmerking is op zich juist, maar Haan laat na te vermelden dat het in deze zaak niet ‘theoretisch maximaal’ is, dat het hier geen grote uitzondering betreft. De politie noteerde de dagen na de moord al een paar keer veel grotere afstanden (tot ver boven de 100 km), zelfs zonder bijzondere atmosferische omstandigheden.
Bovendien ‘vergeet’ Haan de NRC-lezers te melden dat het betreffende verslag met die veel grotere afstanden uit het procesdossier is gelaten en dus niet aan het hof bekend was. Dat zou een gerenommeerde onderzoeksjournalist toch niet mogen vergeten.

Bas Haan had de lezers ook even kunnen melden dat het cold case team bij diverse bewijsmiddelen en met name bij de blouse spreekt van ‘weinig criminalistische waarde’. Ook zou hij hebben kunnen aangeven dat het cold case team de betrouwbaarheid van een aantal processen-verbaal betwijfelt en ook het sporenonderzoek ter discussie stelt. Zou hij dat ook per ongeluk hebben vergeten?

Nee, een andere objectieve verslaggever zou toch echt wel een betere keus zijn geweest.

Een magistraat laat zich gewoon voor leugenaar uitmaken

Het moet vele lezers van het boek Leugens over Louwes van Prof. Derksen hebben verbaasd dat geen van de magistraten die hij in zijn boek voor leugenaar uitmaakte, hiertegen openlijk bezwaar maakten. Ze eisten geen rectificatie, ze lieten het gewoon passeren. Dit valt nog een beetje te billijken wanneer een willekeurig iemand uit boosheid iets dergelijks roept, maar in dit geval is het niet de eerste de beste. Prof. Derksen is niet zo maar iemand. Een wetenschapsfilosoof met een grote reputatie die door zijn boek de vrijlating van Lucia de Berk wist te bewerkstellingen. En dan laat je je dat gewoon zeggen?

Vreemd genoeg is hieraan in juridische kringen nooit openlijk aandacht besteed. Ook de podcast De Deventer mediazaak liet het ongenoemd.

Vorige week verscheen Derksens tweede boek over de Deventer moordzaak: De Deventer karaktermoord. Zeer de moeite waard. Het toont met bijna mathematische precisie aan dat de kans dat Louwes de moordenaar is, vrijwel nul is. Maar dat vermoedden/wisten velen al.
Maar opmerkelijk in dit boek is dat hij opnieuw diverse magistraten ronduit van liegen beticht. En opnieuw gebeurt er niets. Geen boze of beledigde reacties.

Een treffend voorbeeld is een leugen van officier van justitie mr. E.E.G. Duijts voor de rechtbank te Zwolle. We laten de context en verdere details onbesproken.
Op een zeker moment wist mevrouw Duijts zeker dat Louwes op de avond van de moord omstreeks 18 uur niet thuis was geweest. Zijn agenda en overige informatie hadden dat onweerlegbaar duidelijk gemaakt. Toch hield de politie Louwes’ echtgenote twee maanden later een kalender voor (in zwart/wit, ook dat nog) waaruit het tegendeel zou moeten blijken. Dat kwam de officier beter uit. Mevrouw Louwes werd dus opzettelijk op het verkeerde been gezet en dat wist de officier. Die betoogde dat nog voor de rechtbank in Zwolle en ze beschuldigde mevrouw Louwes er zelfs van te liegen toen die verklaarde dat haar man die avond niet thuis had gegeten. Een vriendin kon dit beamen, maar mevrouw Duijts betichtte mevrouw Louwes van meineed en wilde zelfs dat de rechtbank daar aantekening van zou maken.

Mevrouw Louwes loog niet. Mevrouw mr. E.E.G. Duijts loog wel. Jaren geleden schreef Maurice de Hond hier al over en nu opnieuw beschrijft Prof. Derksen deze leugen uitgebreid in zijn nieuwste boek.

En waar blijft mevrouw Duijts om rectificatie te eisen? En hoe kijken haar collega’s naar deze affaire? Hopelijk met de nodige verontwaardiging.

‘De Deventer karaktermoord’ van Prof. Ton Derksen

Prof. Ton Derksen heeft weer een boek over de Deventer moordzaak geschreven. Het eerste boek, ‘Leugens over Louwes’, verscheen in 2011 en viel op door de grondigheid waarmee de auteur deze ingewikkelde zaak behandelde. Nu, ongeveer 12 jaar later doet hij er nog een schepje bovenop. Een aantal cruciale onderdelen van de moordzaak wordt tot in detail geanalyseerd met schokkende resultaten. Zijn conclusie is duidelijk: de kans dat Ernest Louwes de moord heeft gepleegd is heel klein.

In De Stentor van 21 februari 2023 wordt opnieuw aandacht aan deze zaak besteed. Onder de kop ‘Wordt Deventer Moordzaak misschien tóch heropend? Langverwacht advies komt deze zomer’ opent de krant met de zin: ‘De Hoge Raad krijgt op dinsdag 27 juni het langverwachte advies of de Deventer moordzaak uit 1999 alsnog heropend zou moeten worden. Dat heeft advocaat-generaal Diederik Aben vandaag met het hoogste rechtsorgaan van Nederland bepaald.’

Even verder in het artikel vervolgt de krant:

‘Met die twee nieuwe bevindingen [geringe criminalistische waarde van de blouse en Het Telefoontje] als belangrijkste argument diende het echtpaar Knoops het verzoek tot heropening in. ,,Het werpt een heel nieuw licht op de zaak”, zei Geert-Jan Knoops er toen over.

Inmiddels las hij ook een proefdruk van het boek De Deventer karaktermoord van wetenschapsfilosoof Ton Derksen, dat vandaag [20 februari 2023] uitkomt. Die gaat daarin heel diep in op de materie van de mobiele telefoon en zendmast, en concludeert dat de kans dat de telefoon vanuit Harderwijk/Nunspeet via de zendmast bij Deventer bij de weduwe uitkwam, veel groter is dan de genoemde 5 procent. ,,Dat maakt het verhaal van Louwes nog geloofwaardiger”, stelt Knoops nu.

Mede hierdoor ziet Knoops de kans op heropening van de zaak weer groeien. ,,Het nieuwe boek is een winstpuntje”, zegt Knoops. ,,De Hoge Raad had ons verzoek al op voorhand kunnen afwijzen. Dat ze nog niet tot die conclusie is gekomen, geeft hoop en maakt onze zaak zeker niet kansloos.”’

Het is dus wachten tot uiterlijk 27 juni 2023. Hoop doet leven.

Zorgen bij Bas Haan, Annegriet Wietsma en Sander Burger

Deze drie personen zijn de drijvende krachten achter de podcast de Deventer mediazaak en de film De Veroordeling die beide de Deventer moordzaak als onderwerp hebben. Zij zullen zich door de recente ontwikkelingen in deze zaak (rapport Cold Case Team, herzieningsverzoek en nieuwe boek van Prof. Ton Derksen) ongetwijfeld zorgen maken.

Bas Haan (momenteel NRC-journalist) is de auteur van het boek de Deventer moordzaak uit 2009 dat als basis diende voor podcast en film.
De podcast werd weliswaar gemaakt door documentairemaakster Annegriet Wietsma maar die verschoonde zich in een tweet al snel door te benadrukken dat ‘het fundament voor dit project ligt bij de analyse van Bas Haan over de rol van de media …’.
Sander Burger is de regisseur van de film die grotendeels bestaat uit fictie. Toch wist hij te melden dat Michael de Jong een onschuldig slachtoffer is van de mediahetze, lees Maurice de Hond.

Zowel de podcast als de film bevatten veel ergerlijke en soms opzettelijk misleidende fouten.

Voor Haan, Wietsma en Burger breken dus spannende tijden aan. De Hoge Raad buigt zich momenteel over een herzieningsverzoek van mr. Knoops. Als basis voor dit verzoek dient het onderzoek van advocaat-generaal mr. Aben, met name het rapport van het Cold Case Team van de Amsterdamse politie.

Dit rapport is nog niet openbaar gemaakt maar de beide artikelen in de Volkskrant van Wil Thijssen die ze wel mocht inzien, zullen voor Haan c.s. toch wel voor enige onrust zorgen.

En dan verschijnt binnenkort (waarschijnlijk rond 20 februari 2023) het nieuwe boek van Ton Derksen: De Deventer karaktermoord. Hierin worden met name de podcast en de film De Veroordeling op de korrel genomen.

Hopelijk binnenkort zullen we weten of hun zorgen terecht zijn.

Eén moordzaak is genoeg maar …

De Deventer moordzaak loopt al bijna 24 jaar. Het bewijs in deze zaak is flinterdun maar na de vrijspraak in eerste aanleg volgden niettemin diverse veroordelingen. Het onrecht druipt ervan af en dat is de reden dat op deze website en ook op twitter al enkele jaren aandacht aan deze zaak wordt besteed.
Op dit moment buigt de Hoge Raad zich over een herzieningsverzoek.

De Arnhemse villamoord
De redactie van deze website wil het graag bij de Deventer moordzaak houden. Een zo’n zaak is al meer dan genoeg maar de schokkende details van de zesdelige serie van de KRO-NRCV over de Arnhemse villamoord vormden opnieuw een flinke aanslag op het rechtsgevoel van de burger. En nu worden we weer opgeschrikt door de driedelige serie over de Warnsveldse pompmoord.

Overeenkomst villamoord en pompmoord
Het voert te ver om alle details te bespreken maar een belangrijke overeenkomst willen we niet onvermeld laten. De wijze waarop de verdachten werden verhoord is in beide zaken schokkend. Ze worden gedwongen te verklaren wat de politie wil horen om tot een voorgeleiding te kunnen komen en daartoe worden ze tot op het bot gemanipuleerd. In de pompmoord wordt ook nog gewag gemaakt van het langdurig uit de slaap houden van verdachten.

Ook kan in beide zaken een verdachte de druk van de politie niet weerstaan. Hij ‘breekt’ en bekent – deskundig geleid door de politie -. Hij noemt de medeverdachten medeschuldig.
De verdachten in de pompmoord werden aanvankelijk door de rechtbank Zutphen vrijgesproken maar uiteindelijk in 2004 door het gerechtshof Arnhem veroordeeld. Ook in deze zaak is de lezer verbijsterd.

Overeenkomst pompmoord en Deventer moordzaak
Niet alleen tussen bovenstaande zaken maar ook tussen de Warnsveldse pompmoord en de Deventer moordzaak bestaan treffende overeenkomsten.

Zo spreekt de rechtbank Zwolle verdachte Louwes in de Deventer moordzaak vrij (helaas zonder toelichting) maar in hoger beroep wordt hij door het Hof Arnhem in 2000 alsnog tot 12 jaar veroordeeld. Later volgden nog cassatiezaken en een hoger beroep voor het Hof Den Bosch. Hij is definitief veroordeeld maar in oktober 2022 is een herzieningsverzoek ingediend.
Ook bij de pompmoord worden de verdachten in eerste aanleg vrijgesproken maar in hoger beroep door het Hof Arnhem in 2004 tot straffen van 5 tot 8 jaar veroordeeld.

Rechter Van Harreveld begrijpt veroordeling niet
De rechtbank Zutphen onder leiding van voorzitter Van Harreveld sprak de verdachten in de pompmoord vrij. De rechter sprak in de tv-serie zijn verwondering erover uit dat Hof Arnhem in hoger beroep wel tot een veroordeling kwam want hij had in het bewijs niets nieuws kunnen ontdekken. Hij vond het bewijs nog steeds een wrak gebouw en moest daarom vrijspraak volgen. Een opmerkelijke uitspraak omdat rechters en raadsheren elkaar niet snel in het openbaar afvallen.

Mr. Rinus Otte
De serie over de pompmoord werd op een opvallende wijze afgerond omdat de naam van mr. Otte op suggestieve wijze werd genoemd. Hij was raadsheer bij de pompmoord in het Hof Arnhem begin jaren 2000. De voice-over zei dat Otte inmiddels geen raadsheer meer is en nu een functie in de top van het OM bekleedt en dat hij ook was betrokken bij andere zaken die in opspraak waren geraakt, maar details werden niet genoemd. Mogelijk wordt gedoeld op de volgende zaken.
Otte was één van de drie raadsheren in 2000 bij de Arnhemse villamoord, een zaak waarvan het herzieningsverzoek vorig jaar door de Hoge Raad niet werd gehonoreerd (een nieuw herzieningsverzoek staat in de steigers). Volgens één van de advocaten in deze zaak, Arthur van der Biezen, heeft het hof zich gebaseerd op onderbuikgevoelens. ‘De sfeer in deze zaak bij het gerechtshof was beneden alle peil, er was fysiek geweld in de rechtszaal, alle verdachten hadden een strafblad. Je ziet zo’n hof dan denken: ze zullen het wel gedaan hebben.’ Volgens hem was Otte dominant tijdens de zitting.

Ook Ottes rol bij de zaak van Michael P. werd bekritiseerd; Otte was een van de drie raadsheren toen P. in 2012 in een ernstige zaak geen tbs kreeg opgelegd. Een aantal jaren later vermoordde P. Anne Faber. Waarom kreeg hij in 2012 geen tbs opgelegd, was de verontwaardigde vraag? Dan zou Anner Faber niet zijn vermoord.

Ook was hij betrokken bij de veroordeling van Lucia de Berk. Zij was tot in hoogste instantie veroordeeld. Na een herziening werd zij na een aantal jaar cel alsnog vrijgesproken. Ook deze gang van zaken wordt Otte nagedragen.

Afzonderlijke zaken maar toch …
De Deventer moordzaak, de Arnhemse villamoord en de Warnsveldse pompmoord zijn afzonderlijke zaken. Weliswaar spelen zij zich af in ongeveer dezelfde politie- en OM-omgeving en hebben zij samen met de Deventer moordzaak gemeen dat ze door het Hof Arnhem zijn behandeld. Fouten in de ene zaak hoeven niets te maken te hebben met fouten in andere zaken, maar toch …

Wanneer je als onschuldige burger kijkt naar de conclusies van het coldcaseteam in de Deventer moordzaak en naar de documentaires over de villamoord en de pompmoord, slaat de schrik je om het hart. We hebben het hier weliswaar over slechts drie spraakmakende zaken, maar er zijn er meer (onder andere de Schiedammer parkmoord en de Rosmalense flatmoord). Wanneer zo’n onschuldige burger in handen van politie en OM valt en vervolgens te maken krijgt met rechters of raadsheren, hoe zeker kan hij dan zijn van vrijspraak? En dan is hij niet gerustgesteld door de opmerking dat gerechtelijke dwalingen nu eenmaal niet te vermijden zijn. Zeker, fouten maken is menselijk, maar verwijtbare fouten vormen toch een aparte categorie.

In dit artikel is gebruik gemaakt van Procureur-generaal Rinus Otte: conservatieve autocraat of positieve dwarsligger? in de Volkskrant (Frank van Zijl, 23 november 2018).

Geen 9 jaar maar bijna een jaar is ook al lang

Het herzieningsonderzoek van mr. Aben is in 2013 begonnen en heeft negen jaar geduurd. Iedereen is het erover eens dat dit absurd lang is, ook wanneer rekening wordt gehouden met de corona-pandemie. Maar in juni 2022 was het dan eindelijk zo ver, het onderzoek was afgerond en de resultaten werden aan Louwes’ advocaat mr. Knoops overgedragen.

In oktober 2022 verzocht Knoops aan de Hoge Raad de Deventer moordzaak te herzien. Hij had drie maanden nodig gehad om de resultaten van het onderzoek te bestuderen en – dat is cruciaal – daaruit een of meer nova te destilleren, want alleen met een novum kan een herzieningsverzoek worden gehonoreerd. De ferme conclusies van het coldcaseteam hadden het hem weliswaar gemakkelijk gemaakt maar in deze fase mogen absoluut geen foutjes worden gemaakt en dan is drie maanden nog snel.

Inmiddels is het al weer bijna juni 2023, bijna een jaar nadat Aben zijn onderzoek afrondde. De conclusie van Aben wordt nu op 27 juni verwacht maar echt snel is het allemaal niet gegaan. Het had wel wat sneller gekund, zou je zeggen. Dat heeft Louwes na 24 jaar toch wel verdiend.

Deventer moordzaak helaas geen uitzondering

Ondanks alles mogen we ons gelukkig prijzen met ons rechtssysteem. Soms is men het niet eens met de uitspraak van een rechter maar accepteert die zonder morren. Een doodenkele keer komt het voor dat een rechter wordt gewraakt maar lang niet altijd met succes. Niet gebaseerd op enig onderzoek vermoeden we dat het vertrouwen in de rechtsspraak in Nederland groot is.

Des te opvallender is het daarom dat we de laatste decennia steeds weer worden geconfronteerd met moordzaken die tot een herziening leiden en uiteindelijk tot vrijspraak. Rechterlijke dwalingen dus. En dan vergeten we niet de enkele zaken die weliswaar niet tot een herziening hebben geleid maar waarover in brede kring heel veel onbegrip bestaat.

We noemen, zonder in details te treden, onder andere: de Puttense moordzaak, de Butlermoord, de zaak Ina Post, de zaak Lucia de Berk, de Schiedammer parkmoord, de Rosmalense flatmoord.

Maar we denken ook aan de Arnhemse villamoord. Velen hebben de driedelige televisieserie over deze zaak (met een glansrol van Richard Eikelenboom die zich plotseling als ballistisch deskundige presenteerde) met groeiend ongeloof gevolgd: ondanks alles wees de Hoge Raad het herzieningsverzoek af. Hoe is dat mogelijk, vroeg men zich in vele huiskamers af.

En nu weer een artikel van Wil Thijssen in de Volkskrant over de Warnsveldse pompmoord waarvan we het bestaan niet eens wisten. Advocaat Acda zal over deze zaak nog dit voorjaar een herzieningsverzoek indienen bij de Hoge Raad.

In deze opsomming misstaat de Deventer moordzaak niet. In deze zaak gaat het weliswaar niet over misleidende of intimiderende verhoortechnieken maar wie het oordeel van het coldcaseteam leest, vraagt zich in gemoede af hoe dit ooit tot een strafzaak heeft kunnen komen.

NRC over Richard Eikelenboom

Op 8 september 2022 verscheen in NRC het artikel Forensisch echtpaar Eikelenboom zat er wel vaker naast. Wanneer je dit leest lopen de rillingen je over de rug.

Hierna een aantal passages uit dat artikel die het werk van Richard Eikelenboom en zijn echtgenote Selma Eikelenboom-Schieveld (met wie hij veel forensisch onderzoek doet) kenmerken.

Opnieuw besteden we aandacht aan Eikelenboom omdat zijn omstreden onderzoek in de Deventer moordzaak het fundament vormde van Louwes’ veroordeling door het Hof Den Bosch.
Nog even voor alle duidelijkheid, Richard is een (bloed)sporenonderzoeker en geen DNA-deskundige, zoals hij zichzelf graag presenteert. Niettemin werd hij in de Deventer moordzaak wel als zodanig naar voren geschoven. (Om die reden werd hij in 2016 in de USA door een rechter niet als DNA-deskundige tot een proces toegelaten.)

Het volgende fragment over zijn deskundigheid is verontrustend:
Om ervoor te zorgen dat deskundigen in een rechtszaal ook écht deskundig zijn, is in 2010 een register ingesteld: het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen. Ook Richard Eikelenboom probeerde in het register te komen. Maar toen er van de beoordelingscommissie kritische vragen kwamen over zijn eerdere rapporten, trok hij zich terug uit de procedure, zegt rechtspsycholoog Peter van Koppen die destijds in het bestuur van het register zat. „We hadden toen een aantal normale vragen, maar dat leverde een grote rel op met Richard. Hij heeft zich toen met veel poeha teruggetrokken.”
„Richard moest ineens een examen doen”, stelt Selma Eikelenboom daarover. „Gezien de ervaring die hij had met ‘examens’ heeft hij afgezien van registratie.”

Zijn onderzoek wordt (te) vaak als niet deskundig terzijde geschoven, getuigen deze fragmenten.

… in Nederlandse rechtszalen worden hun onderzoeken geregeld terzijde geschoven … rechters en raadsheren noemen de onderzoeken van IFS (Independent Forensic Services van Richard en Selma Eikelenboom) onder meer „zeer speculatief”, „hypothetisch van aard” of gebaseerd op „onjuiste feiten”.

In de Rosmalense flatmoord was het hof zeer kritisch op hun rapporten (van Richard en Selma), die uitgingen van verkeerde aannames en interpretaties, bovendien hadden de onderzoekers volgens het hof een aantal zaken niet openlijk verteld. En sprak de verdachte vrij.

In de zaak Everink (de tennisleraar): … De inhoud van hun rapport (er zou sprake zijn geweest van een ontvoering en diverse daders) deugt evenmin, vindt de rechter. De conclusie dat er meerdere daders in het spel zijn, is gebaseerd op „diverse niet-onderbouwde aannames”. 

Ook in de zaak tegen een man uit Reusel die in 2011 zijn vrouw neersteekt, wordt IFS ingeschakeld door de verdediging. Er rolt een rapport uit dat de verdachte vrijpleit: de neergestoken vrouw zou alles zelf in scène hebben gezet. Haar steekwonden zouden slechts „oppervlakkige snijwonden” zijn, die ze zichzelf zou hebben toegebracht. Waar IFS dat op baseerde? Een aantal foto’s en het dossier. Terwijl de artsen in het ziekenhuis toch echt steekwonden hadden gezien, en een forensisch arts de gewonde vrouw na afloop nog eens onderzocht.
… En al het bloed waarin de vrouw werd gevonden? Dat zou ze daar zelf hebben neergelegd. Misschien was het wel menstruatiebloed of kippenbloed, opperde IFS. Uit extra onderzoeken bleek niets van dat alles

Forensisch patholoog Frank van de Goot is een deskundige die aan hun rapportages twijfelde. „En dat is in wel meer zaken het geval geweest, helaas”, zegt hij. „Ik heb conclusies van ze voorbij zien komen die veel te ver gaan, zonder goede onderbouwing”.

Selma Eikelenboom kwam ook diverse keren met opvallende conclusies maar zij speelde geen rol in de Deventer moordzaak en we laten haar daarom verder onbesproken.

Hoe komt het toch dat Richard Eikelenboom zo vaak met verrassende maar omstreden onderzoeken voor de dag komt? Resultaten die vaak haaks staan op die van andere onderzoeken en die bijna even vaak door rechtsheren of rechters worden geweigerd? Heeft het te maken met zijn MBO-achtergrond omdat hij in een interview aangaf dat hij de enige was die met een MBO-diploma zelfstandig bij het NFI werkte en met opvallende resultaten wilde aantonen dat hij in forensisch onderzoek wel degelijk meetelt? Komt het door zijn surplus aan geldingsdrang?

Maar we zijn geen psychologen. Wat wel telt is dat met name Louwes veel nadeel heeft ondervonden van Richard Eikelenboom.

Wanneer het herzieningsverzoek van mr. Knoops tot een verwijzing leidt, zal de rol van Eikelenboom ongetwijfeld uitgebreid door een hof worden besproken.

Ondertussen lijkt Eikelenboom van de aardbodem verdwenen.

Niet een novum wel een schande (10)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De tiende schande in een serie.

Schande 10. Geen motief, geen moordwapen en geen getuigen; toch veroordeeld
Het leek er even op dat Het Mes het moordwapen was, maar dat bleek niet het geval. Er waren ook geen getuigen van de moord. Aanvankelijk werd Louwes ervan verdacht een financieel motief te hebben maar het Hof Den Bosch liet deze verdenking varen.
Wanneer er geen motief, geen moordwapen en geen getuigen zijn, dan is vrijspraak de enige conclusie. Tenzij er kei- en keihard ander bewijs bestaat. Dat dacht het OM te hebben gevonden in het DNA-onderzoek van DNA-deskundige Richard Eikelenboom van het NFI. Deze had het DNA-bewijs met zoveel overtuigingskracht gepresenteerd dat het Hof Den Bosch meende daar niet omheen te kunnen. Alleen, zo bleek in 2022 door een uitspraak van de minister van Justitie en Veiligheid, Eikelenboom was helemaal geen DNA-deskundige. Bovendien was zijn conclusie omstreden en in andere zaken (onder andere in de Rosmalense flatmoord) werd zijn onderzoek terzijde gelegd.

Dus er was helemaal geen overig kei- en keihard bewijs tegen Louwes en toch werd hij veroordeeld.

Ongetwijfeld is deze gang van zaken geen novum maar een schande is het zeker wel.

Niet een novum wel een schande (9)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De negende schande in een serie.

Schande 9. De truc met de zwart/wit kopie
De politie zou en moest Louwes hebben, dat was duidelijk. Alles werd ervoor uit de kast gehaald. Zelfs een oude truc die in de zaak Anna Post met zoveel succes was toegepast. Je toont de verdachte een zwart/wit kopie van een kleuren-afbeelding en onthoudt de verdachte daarmee belangrijke informatie, bijvoorbeeld de kleur inkt van geschreven tekst.

Anneke Louwes werd een kopie getoond van haar aantekening op een afsprakenkalender, maar wel in zwart/wit. In kleur was al niet goed te zien wat er stond geschreven maar in zwart/wit was dit praktisch onmogelijk. Op deze manier werd geprobeerd haar een verklaring te ontlokken die belastend voor haar man zou zijn. Aanvankelijk lukte dat maar toen ze later op die verklaring wilde terugkomen, werd gedreigd haar van meineed te beschuldigen.

Dit alles is zeker geen novum maar het is wel een regelrechte schande.

Niet een novum wel een schande (8)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De achtste schande in een serie.

Schande 8. Cruciaal bewijsmateriaal zoekgeraakt
Dagblad De Stentor stelt advocaat-generaal mr. Aben in 2019 de volgende pijnlijke vraag:
‘Maar u weet wel zeker dat bepaalde zaken al vanaf het begin ontbreken?’
Het moet Aben moeite hebben gekost te antwoorden:
‘Ja, dat klopt. De broek en het vest van het slachtoffer zijn al vrij snel in het onderzoek kwijtgeraakt. We hebben geen idee waar ze gebleven zijn. Politie en NFI wijzen naar elkaar.’
Hij voegt er nog ter geruststelling aan toe dat er geen sprake is van opzet:
‘Dat vermoed ik niet en daar heb ik ook geen aanwijzingen voor. De meeste missers zijn te verklaren door vergissingen, fouten en blunders. Opzet is meer uitzondering dan regel. Ik heb dit al zo vaak meegemaakt. Maar het blijft een blunder.’

Bewijsmateriaal in een moordzaak is zoek geraakt. Inderdaad, dat kun je wel een blunder noemen. Niet een potlood of een stukje gum is zoek geraakt, nee, kleding die het slachtoffer tijdens de moord heeft gedragen. Cruciaal bewijsmateriaal dus.
Niemand zou ervan hebben opgekeken wanneer een hof op grond van een dergelijk incident zou hebben besloten de zaak te beëindigen. Maar niet in de Deventer moordzaak. Naast de twijfel over het tijdstip van de moord, het ontlastende getuigenis van de werkster, de 5% kans op onschuld etc. gaat het hof gewoon over tot de orde van de dag.

Mogelijk is hier geen sprake van een novum maar een schande is het wel.

Niet een novum wel een schande (7)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De zevende schande in een serie.

Schande 7. Proces verbaal forensische experts genegeerd
In 2013 heeft een aantal forensische experts op verzoek van de advocaat-generaal een aantal post-mortem verschijnselen aan het lijk onderzocht. Van hun bevindingen is op 12 maart 2014 een proces verbaal opgesteld door een inspecteur van de nationale politie. Het bevatte een aantal opzienbarende passages over de lijkvlekken die een moord op donderdagavond minder aannemelijk en wellicht onmogelijk maakten.

1. Dit verschijnsel is niet verenigbaar met overlijden op donderdag 23 september;

2. De positie van de lijkvlekken in de handen komt niet overeen met de ligging van het lijk;

3. Dit kan er op duiden dat het lichaam van het slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6 tot 24 uur) na de moord is verplaatst.

Er wordt dus door forensische experts getwijfeld aan de donderdagavond als tijdstip van overlijden. Die onzekerheid bestond al omdat de schouwarts de temperatuur van het lijk niet mocht meten. En nu dit? Dit schreeuwde in 2014 om nader onderzoek en wel onmiddellijk. Maar nee, het proces verbaal bleef jarenlang onbesproken.

Mogelijk is dit niet een novum maar een schande is het wel.

Niet een novum wel een schande (6)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De zesde schande in een serie.

Schande 6: Is een oude getuige niet meer geloofwaardig?
Het slachtoffer had een werkster die stelselmatig en foutief huishoudster werd en nog steeds wordt genoemd. Zij was op de ochtend van de moord in het huis aan het schoonmaken. Aanvankelijk herinnerde ze zich niet dat Louwes die morgen op bezoek was geweest. Ze had een paar data door elkaar gehaald. (Overigens verklaarde Louwes dat hij tijdens zijn bezoek een spiritusgeur had geroken. De werkster werkte met spiritus.).
Later en zeker bij de behandeling door het Hof Den Bosch in 2003-2004 was ze heel stellig in haar verklaring: ze had Louwes het pand zien verlaten en in welke richting hij was vertrokken.

Zouden de raadsheren maar meer geloof hebben gehecht aan haar stellige verklaring, dan was Louwes een boel ellende bespaard gebleven. Dat gebeurde niet. De raadsheren lieten hun oren hangen naar de opvatting van de advocaat-generaal die de verklaring van deze oude vrouw ongeloofwaardig vond.

Hier is zeker geen sprake van een novum maar stuitend was de opmerking van de advocaat-generaal wel. Het ging immers om een oude vrouw die slechts schoonmaakwerk deed en aanvankelijk aarzelend verklaarde, dus ongeloofwaardig. En zo werd een belangrijke getuige voor de ogen van de raadsheren afgeserveerd.

Mogelijk geen sprake van een novum maar een schande is het wel.

Niet een novum wel een schande (5)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De vijfde schande in een serie.

Schande 5: Is 5% kans op onschuld voldoende of niet?
TNO had vastgesteld dat de lezing van Louwes (dat hij vanaf de A28 naar het slachtoffer had gebeld en al doende een zendmast in Deventer zou hebben aangestraald) mogelijk was en de kans daarop 5% was. Dagblad De Stentor vroeg advocaat-generaal mr. Aben naar aanleiding hiervan of hij dit een sluitend bewijs vond. Dat vond Aben niet en daar heeft hij gelijk in. Immers, de kans dat Louwes’ verklaring niet zou kloppen, zou 95% zijn en dat is niet mis. Maar dat is niet het probleem.
De echte vraag is of een kans van 5% op onschuld voldoende is om een verdachte het voordeel van de twijfel te geven.
Laten we het percentage van 5% eens vergelijken met de percentages die in DNA-onderzoek worden gehanteerd. Wanneer het OM zou stellen dat DNA-onderzoek zou aangeven dat er een kans is dat 1 op de 20 mensen (5%) hetzelfde DNA-profiel zou hebben als de verdachte, zou het DNA-onderzoek geen enkele waarde meer hebben. Dan gelden kansen van 1 op miljard.

Het is stuitend dat zonder meer wordt gesteld dat het slechts om 5% zou gaan.

Mogelijk is hier geen sprake van een novum maar een schande is het wel.

Niet een novum wel een schande (4)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De vierde schande in een serie.

Schande 4: De verdwenen broodjes, vlees en vleesbeleg
Het slachtoffer had ‘s middags boodschappen gedaan en broodjes, vlees en vleesbeleg gekocht. Hiervan is vrijwel niets meer aangetroffen. Niet in het huis en sectie wijst uit dat het slachtoffer ze niet heeft genuttigd.
Dan zou Louwes ze moeten hebben opgegeten maar met die hoeveelheid valt dat niet mee. Of hij moet ze hebben meegenomen bij vertrek. Waarom zou hij dat alles doen? Bovendien had hij volgens berekeningen geen tijd om alle handelingen te verrichten die zijn vastgesteld: huis doorzoeken, slepen van het lijk, chirurgisch steken van de bijna dode vrouw, het huis van boven tot onder grondig reinigen, naar zijn auto lopen en een uur naar huis rijden, etc.
Dit alles is dus geen logische gang van zaken voor Louwes en schreeuwt om een verklaring. Die kon wel eens zijn onschuld aantonen.

Maar nee, niets van dat alles. Gewoon een veroordeling van 12 jaar.

Mogelijk is dit geen novum maar een schandaal is het wel.

Niet een novum wel een schande (3)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De derde schande in een serie.

Schande 3: De onbevoegde deskundige
We weten via het coldcaseteam in 2022 dat het bewijs tegen Louwes rammelde, en niet zo’n beetje ook. Niettemin veroordeelde het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch Louwes tot 12 jaar cel. Voor het hof telde het met veel aplomb gepresenteerde oordeel van NFI-deskundige Richard Eikelenboom bijzonder zwaar en het veroordeelde Louwes in belangrijke mate op basis van DNA-onderzoek van Eikelenboom.
Heeft het hof zich er wel van vergewist dat Eikelenboom een ‘echte’ deskundige was, iemand op wiens deskundigheid het hof aan kon? Kennelijk niet, want in antwoord op Kamervragen antwoordde minister Yeșilgöz van Justitie en Veiligheid in 2022 dat Eikelenboom niet bevoegd was tot het uitvoeren van werkzaamheden van DNA-profielen en dat dit evenmin onderdeel was van zijn werkzaamheden.
Is hier sprake van een novum of gewoon een schande?

Niet een novum wel een schande (2)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De tweede schande in een serie.

Schande 2: Geknoei met de blouse
De blouse die het slachtoffer tijdens de moord droeg is een belangrijk bewijsstuk. Op de plaats delict zaten er onder andere bloedvlekken op die op de plaats delict zijn gefotografeerd.
Jaren later, in 2003, waren veel meer bloedvlekken te zien. Hoe waren die op de blouse gekomen?
Voor het behandelen van dergelijke bewijsstukken gelden strenge procedures, maar die zijn bij deze blouse in het geheel niet in acht genomen. Al vlak na de moord was daarvan afgeweken en dat is in de loop der jaren alleen maar erger geworden. Je houdt het als burger niet voor mogelijk, maar dit belangrijke bewijsstuk is zelfs een tijdlang zoek geweest. Zoek! Wie weet wat er in de tussentijd mee is gebeurd. Het Cold Case Team spreekt in 2022 na een grondig onderzoek van enkele jaren dat de blouse daardoor weinig criminalistische waarde heeft.
Toch zagen de raadsheren van het Hof Den Bosch hierin geen aanleiding de blouse buiten beschouwing te laten. Sterker nog, de vlekken op de blouse werden gezien als een belangrijk onderdeel de schuld van Louwes.

Mogelijk geen novum maar een schande is het wel.

Niet een novum wel een schande (1)

Een verzoek tot herziening in de Deventer moordzaak ligt momenteel ter beoordeling bij de Hoge Raad. Louwes’ advocaat mr. Knoops heeft zijn uiterste best gedaan een of meer nova aan te tonen op grond waarvan ons hoogste rechtscollege deze zaak zal kunnen verwijzen naar een van de gerechtshoven.
Helaas zijn er ook nogal wat bijzonderheden in deze zaak die mogelijk weliswaar geen novum zijn – de rechter was er immers mee bekend – maar waarvan het onvoorstelbaar is dat eerdere rechters er geen of onvoldoende aandacht voor hadden.
De eerste schande in een serie.

Schande 1: Geen tijdstip van overlijden vastgesteld
De schouwarts heeft geen tijdstip van overlijden kunnen vaststellen terwijl het zeer gebruikelijk is dat dit wel wordt gedaan. Nu dit is nagelaten, komen mogelijke alibi’s op losse schroeven te staan. Zou de schouwarts bijvoorbeeld hebben kunnen vaststellen dat de moord op vrijdagavond was gepleegd (waarvan ook sprake is geweest), dan zou Louwes een alibi hebben gehad maar hij niet alleen. Nu werd er door het OM op grond van dubieuze stille getuigen een slag naar het tijdstip geslagen met alle gevolgen van dien.
Mogelijk kan dit incident niet als een novum worden aangevoerd, maar een schande is het wel, met grote gevolgen voor Louwes.

Hoge Raad vergadert over Deventer moordzaak

Voor de zoveelste keer kwam de Hoge Raad bijeen om de Deventer moordzaak te bespreken. Ook deze keer was de aanleiding duidelijk. Er lag een herzieningsverzoek van Louwes’ advocaat mr. Knoops. Hij deed dit op basis van het 142 pagina’s tellend onderzoek van het Cold Case Team van de Amsterdamse politie. Verder hadden de raadsheren een artikel uit de Volkskrant van Wil Thijssen bij de hand. Deze journaliste die de Deventer moordzaak al jarenlang nauwgezet volgt, had inzage gehad in het onderzoeksverslag en haar artikel vatte het rapport van het CCT kundig samen.

De president opende de vergadering en maakte meteen een aantal inleidende opmerkingen.

“Laten we straks eerst even kijken naar het artikel in de Volkskrant. Dat is relatief kort en krachtig. Het behandelt de samengevatte antwoorden op de vijf vragen die de advocaat-generaal van de Hoge Raad die de Deventer moordzaak onderzocht aan het CCT heeft gesteld. Ik loop ze even in het kort langs met alvast de antwoorden.” Ze las ze voor uit het artikel.

1. Hadden we meer kunnen weten? Antwoord: Ja.

2. Hebben we genoeg gedaan? Antwoord: Nee.

3. Zijn de processen-verbaal betrouwbaar? Antwoord: Nee, niet allemaal.

4. Hoe moeten we de sporen wegen? Antwoord: Veel relevante sporen zijn niet onderzocht, veel onderzochte sporen zijn onbruikbaar.

5. Zijn er nu nog forensische onderzoeksmogelijkheden? Ja.

Ze liet deze informatie inwerken op de raadsheren. Na korte tijd hernam ze het woord.

“Ik kan niet anders zeggen dat ik toch wel redelijk geschokt was door deze uitkomst. Zeker als je in het artikel de onderbouwing leest. Ik parafraseer even:

  • ‘Het meermalen steken nadat het slachtoffer al (bijna) dood is, getuigt van een emotie die de dader heeft geuit op het slachtoffer’.
    “Dit lijkt volgens mij niet te wijzen op een zakelijke relatie tussen slachtoffer en dader(s) en Louwes is een zakelijke relatie, niet meer en niet minder.” Ze ging verder met het volgende punt.
  • ‘De keuken, waarin de dader mogelijk zijn handen en wapen heeft afgewassen, is niet gefotografeerd. Een schouwverslag van het ontzielde lichaam ontbreekt, en daarmee ontbreken ook essentiële onderdelen die hierin normaliter worden vastgelegd, zoals informatie over lijkvlekken en lijkstijfheid, waarmee meer duidelijk wordt over het tijdstip van overlijden. Ook daarover bestaat onzekerheid.’
    Ze onderbrak zich even. “Dit is toch wel heel bijzonder en niet erg professioneel”, en las het volgende punt.
  • ‘… folie dat steeds werd hergebruikt met onder andere het risico van stempeling: bloedsporen worden afgedrukt op plekken waar die daarvoor niet zaten; … er zitten bloedsporen op sectiefoto’s van de blouse in het Gerechtelijk Laboratorium, die er op foto’s van de plaats delict nog niet zaten.’
    De president dacht heel even na.
    “Dat is toch wel heel knullig aangepakt en volgens mij in strijd met de voorschriften die er juist voor moeten waken dat dit soort zaken zich voordoen. En dan dit punt nog.”
  • ‘Opmerkelijk daarbij is een document dat het coldcaseteam boven water krijgt door alle verhoren van Louwes op videobanden terug te kijken. Het zat niet in het procesdossier en is ontlastend voor Louwes.’
    De president zuchtte diep. “Ontlastende informatie voor de rechter achtergehouden. Tja, wat moet ik hierop zeggen?”

“En dan is er ook nog sprake van een bloedspoorpatroon-analist die volgens minister Yeșilgöz van Justitie en Veiligheid niet bevoegd was tot het uitvoeren van werkzaamheden van dna-profielen en dat dit evenmin onderdeel was van zijn werkzaamheden. Niettemin vormden zijn conclusies in 2004 een doorslaggevende basis onder Louwes’ veroordeling.”
De president zuchtte diep. “Niet bevoegd, niet deskundig en dan dit.”

Ze legde het artikel van Wil Thijssen terzijde en keek op naar het gezelschap raadsheren.

“En zo kan ik nog wel even doorgaan: ‘Niet betrouwbare processen-verbaal’, Het Mes ‘dat niet paste bij de wonden van het slachtoffer en dus niet het moordwapen kon zijn’, en ‘er was gefraudeerd met processen-verbaal en de geurhondenproef.'”

Voordat ze verder las, keek ze haar collega’s een voor een aan.

“En nu dan de conclusie van het CCT, die liegt er niet om.” En ze las opnieuw voor.

‘De twijfelpunten en omissies in het destijds verrichte rechercheonderzoek raken de criminalistische waarde van de resultaten.’

“Met andere woorden: bewijs dat niet deugt is van geen waarde, de basis voor een veroordeling ontbreekt dan ook. Het lijkt er sterk op dat in deze zaak een verdachte ten onrechte is veroordeeld. Ik kan het niet anders formuleren. Maar ja, ten onrechte veroordeeld, dat is een ding, maar is er ook sprake van nova? Daar gaat het dan om. Ik denk dat de uitkomst van onze beraadslagingen geen andere kan zijn: het herzieningsverzoek moet worden gehonoreerd. Aan ons de taak dat op de juiste wijze te verwoorden. Ik geef nu het woord aan …”

Eikelenboom opnieuw in opspraak

Opnieuw raakte DNA-deskundige Richard Eikelenboom (eigenlijk sporenonderzoeker) in opspraak. Nu weer in de zogeheten Oostvoornse kofferbakmoord. In hoger beroep werd onlangs een verdachte vrijgesproken omdat volgens het hof het DNA-bewijs van Eikelenboom niet deugde. Eerder werd een verdachte om dezelfde reden vrijgesproken in een herzieningsverzoek in de Rosmalense flatmoord. Omdat Eikelenboom ook in de Deventer moordzaak een omstreden rol speelde, wordt op deze plaats aandacht aan hem en zijn werkwijze besteed.

Op 1 november 2022 verscheen in de NRC een uitgebreid artikel waarin Eikelenboom en zijn bureau Independent Forensic Services (IFS) onder de loep werd genomen. Een aantal opmerkingen en fragmenten springt eruit.

1. Eikelenboom gebruikte in deze Oostvoornse kofferbakmoord een DNA-techniek die niet was gevalideerd en bovendien kon het resultaat van het onderzoek niet worden gereproduceerd door andere laboratoria. Zeker het laatste aspect is dodelijk voor elk onderzoek. “Als resultaten niet kunnen worden gereproduceerd, hoe betrouwbaar is het resultaat dan helemaal?” vraagt Prof. Kloosterman zich in het NRC-artikel af. Hij was jarenlang de vaste DNA-rapporteur van het NFI, en hij geeft gelijk zelf het antwoord op zijn vraag: “Niet”. 
2. Eikelenboom had al reputatieschade opgelopen bij de Rosmalense flatmoord waarin zijn onderzoek door het hof en eerder ook door advocaat-generaal mr. Aben ernstig werd bekritiseerd.
3. Het OM was in die tijd (2005 en later) op de hoogte van de kritiek op de kwaliteit van IFS en heeft parketten in het hele land hierop gewezen. Dit strookt met de klacht van Eikelenboom dat zijn bureau na 2005 geleidelijk steeds minder opdrachten kreeg en daarom naar Colorado in de USA verhuisde. Zijn verklaring was dat geen concurrentie van het NFI werd geduld.
4. Veel deskundigen hebben ernstige kritiek geuit op de werkwijze van Eikelenboom in de Oostvoornse kofferbakmoord (geen validatie, niet reproduceerbaar, niet voldoende terughoudendheid bij de interpretatie van de resultaten).
5. Het hof dat de Oostvoornse kofferbakmoord moest berechten kon door al deze fouten niet tot een veroordeling komen, tot groot verdriet van de nabestaanden van het slachtoffer. Misschien werd door het broddelwerk van Eikelenboom een dader vrijgesproken.
6. Het is veelzeggend dat Eikelenboom niet wil reageren op vragen van NRC.

We zouden door de laakbare handelwijze in de Rosmalense flatmoord en nu weer in de Oostvoornse kofferbakmoord bijna vergeten dat diezelfde Eikelenboom ook een cruciale rol speelde in de Deventer moordzaak. Bij de veroordeling werd zwaar geleund op zijn DNA-onderzoek. Veel deskundigen hadden en hebben nog steeds flinke kritiek op de onderzoeksresultaten die later door hem op branieachtige wijze van commentaar werden voorzien: “Als iemand anders dan Louwes het gedaan heeft, dan deed diegene dat in een maanpak“, zie een eerdere blog. Een les uit dit alles zou zijn dat branieschoppers niet zulk verantwoordelijk werk moet worden toevertrouwd.

Mogelijk wordt het herzieningsverzoek in de Deventer moordzaak gehonoreerd en dan zijn we benieuwd wat van Eikelenbooms DNA-onderzoek overeind blijft.

Rosmalense flatmoord en Deventer moordzaak

Natuurlijk zijn dit twee verschillende zaken met eigen karakteristieken. Maar ze hebben helaas ook heel veel gemeen: het klungelige, laakbare en zelfs kwaadaardige optreden van de politie, er is sprake van wel heel veel tunnelvisie, het OM dat zijn boekje ver te buiten gaat en de ronduit schokkende rol van de deskundigen. Het resultaat is een jarenlange onterechte celstraf van Rob B.

De Volkskrant publiceert een uitstekend interview van Wil Thijssen met B’s advocaat Pieter van der Kruijs over deze moordzaak. Af en toe geloof je je ogen niet, dat zoiets in een rechtsstaat als Nederland kan gebeuren, maar het is wel degelijk gebeurd. En dat niet alleen, wanneer je in de tekst wat passages aanpast, kan die zo worden gebruikt voor nog zo’n zaak, de Deventer moordzaak.

We grasduinen wat in de tekst van het interview. We pretenderen niet een een-op-een verband maar toch.

… verscheidene getuigen hadden hem gezien of gesproken tijdens zijn fietstocht op het tijdstip van het overlijden …

In de Deventer moordzaak hebben eveneens diverse getuigen onafhankelijk van elkaar verklaard dat mevrouw Wittenberg op de dag na de betreffende donderdag te hebben gezien. Of deze verklaringen juist zijn of niet, er is door de politie nauwelijks aandacht aan besteed of ze werden gebagatelliseerd. De getuigen hebben in deze zaak geen rol van betekenis gespeeld.

Maar ook het OM valt veel te verwijten.

… Ook de officier van justitie was sterk vooringenomen …

In de Deventer moordzaak wemelt het van de voorbeelden van vooringenomenheid van de aanklagers, zowel van de officier van justitie als van de advocaten-generaal. Geen probleem wanneer we het Amerikaanse rechtssysteem zouden hebben, maar ronduit problematisch in ons rechtssysteem. De gekunstelde argumentaties en leugens over het mes, over de geparkeerde auto, over het bezoek van Louwes aan mevrouw Wittenberg op donderdagmorgen, het stelselmatig en opzettelijk de verkeerde plaats noemen van de locatie van Louwes op de A28 vanwaar hij consistent verklaarde te hebben gebeld, enzovoort, enzovoort. Kijk op deemzet.nl naar de volledige lijst.

De politie krijgt er door Van der Kruijs ongenadig van langs. De vernietigende kritiek die we ook in de Deventer moordzaak bij herhaling tegenkomen.

… Ze hebben ook geblunderd …

Dat de politie in de Deventer moordzaak blunderde was al begin jaren 2000 bekend maar werd nog eens expliciet bevestigd door advocaat-generaal Aben in een interview in De Stentor in 2019. Onlangs werd dat in het onderzoeksrapport van het cold case team nadrukkelijk bevestigd: de schouwarts die geen toestemming kreeg zijn wettelijke taak uit te voeren zodat het tijdstip van overlijden niet kon worden vastgesteld met grote gevolgen voor alibi’s, het geklungel met Het Mes dat uiteindelijk het moordwapen niet bleek te zijn, de meinedige verklaringen (!) van politiemensen, het knoeien aan het stoffelijk overschot door de Technische Recherche, het gerommel met de blouse die zelfs lange tijd zoek bleek, het valselijk opmaken van een rapport over zendmasten en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Blunders is een te fraai woord voor deze wanprestaties.

En dan hebben we het nog niet gehad over de deskundigen. Niet alleen over hun deskundigheid maar ook over hun betrouwbaarheid. Opnieuw is er een parallel met de deskundigen in de Deventer moordzaak. Sterker nog, een van die deskundigen in de Rosmalense flatmoord speelde ook een omstreden rol in de Deventer moordzaak.

… Door contra-expertise serieus te nemen van een expert die, tot ieders schande, niet onafhankelijk bleek te zijn …

Hier wordt gedoeld op de rechters die te gemakkelijk meegingen in de verklaringen van de deskundige(n).

Advocaat Van der Kruijs kan zich nog steeds opwinden over het volgende waar ook het OM een bijzonder scheve schaats reed.

… Ook wees het OM een bloedspatdeskundige aan met de kennis van letterlijk twee weken cursus en nul ervaring. Die bleek bovendien met een andere belastende deskundige in deze zaak getrouwd te zijn, zonder dit te melden. Toen ik om contra-expertise tegen dat bloedspatonderzoek vroeg, belde de rechter-commissaris die bloedspatdeskundige: ken jij een contra-expert? Totaal ongepast! Die deskundige wees vervolgens iemand aan die hij zelf voor zijn eigen rapport had geraadpleegd …

Hoewel Van der Kruijs geen namen noemt kan het hier over niemand anders gaan dan Richard Eikelenboom die met collega Selma Eikelenboom-Schieveld is getrouwd. Richard Eikelenboom speelde een omstreden rol in de Deventer moordzaak. Maar dat een inmiddels gepensioneerde strafrechtadvocaat met 45 jaar ervaring een deskundige zo kwalificeert zegt veel. In deze website komt Eikelenboom overigens diverse keren ter sprake en zeker niet in positieve zin.

Nogmaals, als je dit zo leest kun je je ogen niet geloven.

Het is dan ook geen verrassing dat de advocaat-generaal in de herzieningszaak van de Rosmalense flatmoord vrijspraak eiste. Dat niet alleen, de aanklager maakte – op persoonlijke titel – zelfs excuses en dat maak je niet vaak mee.

Ben benieuwd wat de rechter vanmiddag zal beslissen, en nog meer waarom.

Het ziet ernaar uit dat ook in de Deventer moordzaak deze kant uitgaat.

Website deemzet.nl na 12 jaar nog steeds luis in de pels

Wie de Deventer moordzaak op Twitter volgt zal met grote regelmaat tweets tegenkomen die steeds weer de vele schokkende fouten en misleidingen in deze geruchtmakende zaak aan de kaak stellen onder verwijzing naar artikelen in de website deemzet.nl.

De schrijver van deze tweets is tevens de auteur van de website die een ongelooflijke hoeveelheid feitenmateriaal over deze langstlopende strafzaak bevat. Wij hebben de site wel eens pseudo-gekscherend de Vraagbaak van de Deventer moordzaak genoemd. En daarmee is geen woord teveel gezegd, want hij is vreselijk uitgebreid en gedetailleerd opgezet.

De auteur opereerde voornamelijk in de beginjaren onder het pseudoniem Demo. Hij werd zelfs in een aanbeveling van de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS) met name genoemd en dat is een hele eer. Onder andere deze aanbeveling leidde ertoe dat advocaat-generaal mr. Aben een herzieningsonderzoek begon dat overigens negen jaar duurde.

De website pakt een grote verscheidenheid van onderwerpen aan. Niet op journalistieke wijze die vaak door tijdgebrek te weinig gedetailleerd is. Dat is een nadeel want in deze zaak spelen de details een cruciale rol. Nee, Demo maakt zich er niet met een Jantje van Leiden af en is nog steeds dagelijks actief.

Een greep van de onderwerpen die op de website zijn te vinden: het ronduit klungelige onderzoek door de politie met bovendien liegende ambtsedige politieagenten, fouten en/of misleidingen in processen-verbaal, sommige inconsistenties en onbegrijpelijkheden in het Tactisch Journaal (een soort dagboek) van de politie, wat er zoal misging in de hoger beroepen voor de gerechtshoven Den Bosch en (toenmalige) Arnhem, waarom getuigen niet of slechts terloops werden gehoord, de modus operandi van de moord, waarom de schouwarts het stoffelijk overschot niet mocht onderzoeken met vergaande consequenties voor de alibi’s, wat er mis ging tijdens de sectie (post-mortem verschijnselen werden onvoldoende onderkend), de ins en outs van de werking van het mobiele telefoonnet anno 1999 die hij zich eigen maakte en daar belangrijke conclusies uit kon trekken. Allemaal vreselijk arbeidsintensief werk dat veel vasthoudendheid vergt.

Als de berichten over het rapport van het Cold case team (juni 2022) kloppen, zullen vele van deze kwesties ook daarin aan de orde komen.

Met hetzelfde doorzettingsvermogen waarmee hij zich in een eerder stadium tot deskundige wist te maken op het gebied van de mobiele telefonie, beet hij zich als chemicus tijdens de laatste jaren vast in het DNA-onderzoek. Dit was zodanig klungelig en onprofessioneel (met name door toedoen van Richard Eikelenboom) dat de lezer een gevoel van plaatsvervangende schaamte niet kan onderdrukken. Opnieuw wist Demo DNA-bewijs boven tafel te krijgen dat wel deugde en tot andere conclusies zou leiden.

De redactie van de Deventer moordzaak kon het niet laten Demo een veer op de hoed te steken. Dat heeft hij na 12 jaar onderzoek dubbel en dwars verdiend.

Bij zijn website steekt het boek van Bas Haan armetierig af, we kunnen het niet anders samenvatten. Hoewel Haan zelf meent dat hij een meesterwerk heeft geschreven, bevat het ernstige fouten en tekortkomingen en is het doordrenkt van zijn obsessieve afkeer van Maurice de Hond. Dat mag ook wel eens gezegd worden.

Eikelenboom door advocaat-generaal afgeserveerd

Het zal niet vaak voorkomen dat een advocaat-generaal zo hard uithaalt naar een deskundige. In de zaak die de Rosmalense flatmoord is gaan heten, deed zij ongekend harde uitspraken over de forensisch onderzoekers Richard Eikelenboom en zijn vrouw Selma Eikelenboom-Schieveld.

We zullen op deze zaak zelf niet verder ingaan. Eén schrijnende zaak, de Deventer moordzaak, is de redactie al meer dan genoeg. De aanleiding om toch een paar woorden aan de flatmoord te wijden is de rol die het forensisch echtpaar hierin heeft gespeeld. Voor wie meer over de zaak en de herziening wil weten is het voortreffelijke artikel van Wil Thijssen in de Volkskrant voldoende.

Richard Eikelenboom heeft ook in de Deventer moordzaak een belangrijke maar omstreden rol gespeeld. Zijn conclusies als deskundige hebben in sterke mate bijgedragen aan de definitieve veroordeling van Louwes. Vele andere deskundigen waren het niet met hem eens. Voor meer informatie over de rol van Eikelenboom in de Deventer moordzaak is het de moeite waard de artikelen op deemzet.nl te lezen: artikel 1 en artikel 2.

Maar nu blijkt dat zijn onderzoek in de flatmoord eveneens omstreden is, en wel zodanig dat de advocaat-generaal zijn conclusies als vergezochte redenatie en te stellig kwalificeert.

Wil Thijssen vat dit in haar artikel als volgt samen.

Rob B. werd in 2004 en na hoger beroep in 2008 opnieuw veroordeeld op basis van rapporten van twee forensisch onderzoekers, Richard Eikelenboom en Selma Eikelenboom-Schieveld. Eikelenboom concludeerde dat de – relatief geringe – bloedspetters op de broek en schoenen van Rob B. erop duiden dat hij de dader is. Omdat het om een slagaderlijke bloeding ging en de bloedspetters op een niet logische plek op B.’s broek zaten, zou zijn broek ‘gedraaid’ om zijn been hebben gezeten.

Volgens de advocaat-generaal heeft deze onderzoeker in zijn ‘vergezochte’ conclusie belangrijke informatie genegeerd, zoals een loslopend hondje op de plaats delict en het feit dat Rob B. enkele keren in de nauwe ruimte over het lichaam is gestapt toen hij 112 belde.

Zijn echtgenote Selma Eikelenboom-Schieveld krijgt er ook ongenadig van langs.

Eikelenboom-Schieveld blijkt het lichaam zelf niet te hebben onderzocht. Zij concludeert ‘op basis van literatuur‘ dat de snijwond in de hals niet past bij zelfdoding. ‘Deze literatuur vermeldt zij niet en kan ook niet worden gevonden‘, stelt de advocaat-generaal. ‘Er is wel literatuur waaruit blijkt dat zo’n wond wel degelijk mogelijk is bij zelfdoding.’

Dit is nogal wat. ‘niet zelf onderzocht’, ‘op basis van literatuur’ die niet bestaat, en andere literatuur die het tegenovergestelde meldt. Het gaat hier over iemand die als deskundige is opgetreden in een belangrijke rechtszaak. Het gaat hier over moord en langdurige vrijheidsstraffen.

Het kan haast niet anders dan dat de uitspraken van de advocaat-generaal over de rol van Richard Eikelenboom in de flatmoord, samen met de eerdere forse kritiek over zijn rol in de Deventer moordzaak ook consequenties krijgen voor de laatste zaak. Wat voor waarde moet je immers toekennen aan een deskundige wiens deskundigheid zo wordt betwist?

Overigens staat Eikelenboom ook op andere wijze ter discussie. Zo werd hij in 2016 door een Amerikaanse rechter niet toegelaten als deskundige, wordt de website van zijn bedrijf op een enkele post na al jaren niet meer onderhouden en is van enige andere activiteit van hem op internet niets te bespeuren. Wel trad hij in de tv-serie over de Arnhemse villamoord onverwacht op als ballistisch deskundige.

Overigens is ook op deze website ruimschoots aandacht besteed aan Richard Eikelenboom, onder andere wat minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid over hem schreef.

Empathie voor Ernest Louwes

Zowel de podcast De Deventer Mediazaak als de film De Veroordeling lopen over van de empathie die de makers hebben voor de ‘klusjesman’ in de Deventer moordzaak. Die werd door Maurice de Hond onrechtmatig aangewezen als de dader van de moord op mevrouw Wittenberg en zou hierdoor samen met zijn vriendin jarenlang door een hel zijn gegaan.

En inderdaad, ergens onschuldig aan zijn en toch als dader worden gezien, is vreselijk. Daarover is iedereen het eens.

Helemaal uit de lucht vallen deed de beschuldiging overigens niet. Bas Haan mocht de klusjesman in zijn optreden in DWDD van 9 januari 2019 dan wel kenschetsen als “… iemand die geen bal met de zaak te maken heeft maar die om aandacht te genereren de hoofdrol is gaan spelen …”, maar zo simpel ligt het niet. De klusjesman werd in deze zaak vier keer intensief verhoord en zelfs een keer als verdachte aangemerkt. Hoezo, geen bal met de zaak te maken …?

Maar er is nog iemand die mogelijk onschuldig is aan de moord en dat is Ernest Louwes. Zeker, hij is weliswaar tot in hoogste instantie veroordeeld en dat is een groot verschil met de klusjesman.

Daartegenover staat dat hij altijd consistent heeft verklaard en tot op de dag van vandaag heeft volgehouden onschuldig te zijn aan de moord. Het recente rapport van het coldcaseteam doet ernstig vermoeden dat hij daarin gelijk heeft.

Hij kan weliswaar niet bewijzen dat hij onschuldig is maar dat kan de klusjesman evenmin.

Het kost niet veel moeite je te verplaatsen in de positie van Louwes. Stel dat hij inderdaad onschuldig is zoals hij al 23 jaar volhoudt, dan is hij niet alleen jarenlang ten onrechte aangezien als de dader, zoals dat ook met de klusjesman is gebeurd, nee, hij zou dan bovendien ten onrechte zijn veroordeeld tot een celstraf van 12 jaar waarvan hij 9 jaar heeft uitgezeten.

En dat is een enorm verschil met het lot dat de klusjesman en diens vriendin heeft getroffen.

Toch kun je vrijwel nergens een spoor van empathie voor Louwes aantreffen.

Zeker niet in de reacties op de podcast en de film. Iedereen buitelt dan over elkaar heen om toch maar niet te ontbreken in de rij van mensen die empathie te betuigen voor het lot van de klusjesman.

Maar niemand heeft oog voor de mogelijkheid die zich na het rapport van het coldcaseteam steeds nadrukkelijker aandient. Dat Louwes niet alleen onschuldig is, niet alleen 9 jaar van zijn leven in een cel moest slijten maar ook weet dat zijn leven door de gang van zaken is verwoest.

Zou Louwes daarom niet een beetje empathie verdienen?

De onbekende tas

De Volkskrant publiceerde op 27 juni 2022 een paar artikelen over het rapport van het coldcaseteam dat voor mr. Aben onderzoek had gedaan in de Deventer moordzaak. Het onderzoek bevatte schokkende onthullingen, vervalsingen, tunnelvisie, blunders. Een passage over een tas viel hierdoor minder op.

Het gaat over de volgende zinnen.

Opvallend is dat in de woonkamer een tas aan een stoel hangt die, gezien de stijl van de tas, niet lijkt te passen bij haar (kleding)stijl, schrijven de onderzoekers. Daarom had die tas moeten worden veiliggesteld, maar dat is niet gebeurd.

De tas hangt aan de leuning van een fauteuil

Een soortgelijke tas kan worden gevonden op internet.

Let op de frivole kwastjes

Volgens het coldcaseteam past een dergelijke tas niet bij de (kleding)stijl van mevrouw Wittenberg. Zij was een behoudende vrouw van in de zestig en altijd keurig als dame gekleed. Het ligt dus niet erg voor de hand dat zij zo’n ietwat frivole tas zelf heeft gekocht of gekregen. Geen vreemde gedachte dus maar het blijft speculeren.

Dat de onderzoekers van mening zijn dat de tas had moeten worden veiliggesteld, is niet verrassend. Het is teleurstellend dat dit niet is gebeurd. Maar ronduit schokkend is het dat van deze tas helemaal niets bekend is, op bovenstaande partiële foto na.

In mutatie 081 van het Tactisch Journaal (27 september 1999) wordt verslag gedaan van de schouw die de politie van de woning heeft gedaan, samen met de huishoudelijke hulp. Zij kende het huis van binnen en buiten en zou de politie nuttige informatie kunnen verschaffen, zo was de gedachte. Over allerlei zaken heeft zij opmerkingen gemaakt, maar over de betreffende tas is in het Tactisch Journaal of in de processen verbaal van haar verhoren geen woord terug te vinden.

De politie had haar kunnen vragen of de betreffende tas van mevrouw Wittenberg was geweest of haar bekend voorkwam. Niets van dat alles. Ook is niets bekend over de eventuele inhoud van de tas.

Nu, 24 jaar later, is de kans dat iemand de tas nog herkent minimaal.

Jammer.

Nog eens Richard Eikelenboom

Door het rapport van het coldcaseteam in de Deventer moordzaak in juni 2022 zal menigeen die bij deze zaak was betrokken wat onrustiger slapen.

Maar ook zonder dat rapport komt Richard Eikelenboom er niet goed van af.

Hij was ten tijde van de behandeling door Hof Den Bosch onderzoeker in dienst van het NFI en speelde een prominente rol in de veroordeling van Ernest Louwes. Over hem werden onlangs Kamervragen gesteld.

De minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius antwoordde dat Eikelenboom

niet was bevoegd tot het uitvoeren van werkzaamheden van DNA-profielen

en dat dit

evenmin onderdeel was van zijn werkzaamheden

In de Verenigde Staten werd hij in 2016 door de rechter in een strafzaak niet toegelaten als DNA-deskundige.

Dus, CCT-rapport of niet, Richard Eikelenboom heeft in de Deventer moordzaak al de nodige butsen opgelopen. Wanneer het tot een herziening komt, zal hij ongetwijfeld verder over zijn rol worden bevraagd door echte deskundigen.

Novum

De redactie van deze website beweegt zich als juridische leek op glad ijs wanneer hij gaat schrijven over een novum in relatie tot de honorering van een herzieningsverzoek.

Een juridische leek dus en dat is er waarschijnlijk de oorzaak van dat hij met verbijstering leest wat Prof. Ton Derksen in zijn boek Het falen van de Hoge Raad schrijft over de behandeling van enkele herzieningsverzoeken door de Hoge Raad.

In dit boek somt hij op van welke zeven strategieën de Hoge Raad zich volgens hem soms en dus te vaak bedient in de behandeling van een herzieningsverzoek. Natuurlijk is er alle begrip voor dat niet ieder verzoek zonder meer wordt gehonoreerd. Na een lang traject langs rechtbank en gerechtshoven moeten dat uitzonderingen blijven. Maar de wijze waarop de Hoge Raad vaak te werk gaat, doet bij de rechtgeaarde Nederlander de wenkbrauwen fronsen.

Zonder de andere strategieën tekort te doen, noem ik er drie die iedere juridische leek zonder problemen kan volgen.

Het negeren van ontlastend bewijsmateriaal
Terecht constateert Prof. Derksen dat ‘negeren van ingebracht ontlastend bewijsmateriaal op geen enkel niveau van de strafketen aanvaardbaar is … en zeker niet bij de Hoge Raad’. De indiener van een herzieningsverzoek is doorgaans geen jongen of meisje van de straat, onderbouwt zijn/haar standpunt zorgvuldig en verdient dus een zorgvuldig antwoord. Negeren van standpunten is dus uit den boze.

Botte afwijzing van nova
Een aangedragen novum kan door de Hoge Raad anders worden beoordeeld dan door de indiener en daar hebben we het mee te doen. Maar een novum afwijzen zonder enige verklaring is de handelwijze van een botte monopolist.

Slordig lezen of de waarheid verbasteren
Prof. Derksen schrijft hierover: ‘In een aantal gevallen zijn de uitspraken van de Hoge Raad zover bezijden de waarheid, terwijl de feiten in de aanvraag duidelijk zijn verwoord …’. Ook op deze wijze bruuskeert de Hoge Raad de indiener(s) van een herzieningsverzoek. Het minste dat deze mag/mogen verwachten is dat een lid van de Hoge Raad dat hiervoor wordt vrijgesteld en ook nog wordt bijgestaan door een bureau het aangedragen novum zorgvuldig leest voordat deze een reactie verwoordt.

Prof. Derksen illustreert deze strategieën op overtuigende wijze aan de hand van een aantal spraakmakende moordzaken. Ook hier selecteer ik er slechts een, de Arnhemse villamoord. Deze moordzaak, het politieonderzoek en met name de juridische nasleep heeft de tv-kijker een paar maanden geleden kunnen volgen in een driedelige documentaire.

Het kan niet anders dan dat het rechtsgevoel van de kijker door deze documentaire ernstig is geschokt. Die denkt niet aan juridische spitsvondigheden maar zit te kijken naar een empirische werkelijkheid. Die denkt meestal met respect aan ons hoogste rechtsorgaan (de Hoge Raad!) en ziet dan met ongeloof hoe de Hoge Raad in deze zaak te werk gaat.

Natuurlijk behandelde Prof. Derksen in zijn boek niet de Deventer moordzaak. Het boek werd vorig jaar geschreven en het herzieningsonderzoek in die zaak door mr. Aben was na bijna 9 jaar nog in volle gang. Maar inmiddels is het onderzoek afgerond en zijn de resultaten aan advocaat Knoops verstrekt.

Gezien het voorgaande slaat de Nederlander dan de schrik om het hart. Zal deze zaak die al 23 jaar de gemoederen zo bezig houdt een betere behandeling door de Hoge Raad ten deel vallen dan in een aantal andere zaken het geval was? Of zal het grote negeren en de botte afwijzing ook deze zaak treffen?

De internationaal vermaarde strafpleiter Knoops heeft een grote reputatie. Hij is niet een jongen van de straat. Hij is gespecialiseerd in herzieningszaken en heeft nu de taak een herzieningsverzoek samen te stellen dat wordt behandeld door een Hoge Raad die niet te werk gaat als een botte monopolist maar als ons waardige hoogste rechtsorgaan.

Advocaat Knoops verdient ons aller steun.

Richard Eikelenboom onderwerp in Kamervragen

Opnieuw zijn Kamervragen gesteld over het herzieningsonderzoek in de Deventer moordzaak. Bijzonder is dat deze voormalige medewerker van het NFI daarin wordt genoemd.

Maar zo bijzonder is het ook weer niet wanneer men even terugkijkt in de geschiedenis van de Deventer moordzaak en enkele gebeurtenissen daarna.

Richard Eikelenboom was eigenlijk een soort laborant in het NFI. In die rol deed hij ten overstaan van het Hof Den Bosch opzienbarende uitspraken over het aangetroffen DNA op de blouse van het slachtoffer. Uitspraken die tot op de dag van vandaag zeer omstreden zijn.

Maar ook in een interview in 2019 deed hij nog met een uitspraak de wenkbrauwen fronsen, toen hij beeldend een maanpak introduceerde.

Om niet opgehelderde redenen verliet hij het NFI spoedig na afloop van de behandeling door het Hof Den Bosch. Er was sprake van onenigheid.

Zijn vrouw werkte in die tijd al zelfstandig in een soort mini-NFI en samen zetten ze de activiteiten voort.

In Nederland verliepen de zaken niet zo voorspoedig als het echtpaar had gehoopt. Het voelde zich tegengewerkt door het NFI, stopte de activiteiten in Nederland en zette het bedrijfje voort in Colorada, USA.

In 2016 kreeg Eikelenboom opnieuw een tegenslag te incasseren toen een rechter in Denver hem niet als deskundige in een strafzaak accepteerde.

Enige tijd geleden bleek dat de website ifscolorado.com van het bedrijf al jaren niet werd onderhouden. Dat wekt verwondering op want een dergelijk bedrijf zou niet goed kunnen functioneren zonder een goede website.

Wie vervolgens op internet zoekt naar Richard Eikelenboom en diens activiteiten treft nauwelijks hits. Hij lijkt wel van de aardbodem verdwenen.

Vermeldenswaard zijn nog twee voorvallen.

Jaren geleden verscheen hij onverwacht in de talkshow van Pauw & Witteman. Hij verraste vriend en vijand door tijdens een betoog plotseling een foto te tonen afkomstig van de Deventer moordzaak. Men vond dat toen ongepast en waarschijnlijk niet geoorloofd.

Een tweede gebeurtenis vond enkele maanden terug plaats. In de driedelige serie over de Villamoord kwam plotseling Eikelenboom in beeld die zich als ballistisch deskundige presenteerde bij het berekenen van de baan van een schot.

Dat hij nu dus onderwerp in Kamervragen is, wekt dus ook weer niet zoveel verbazing.

Veel onzekerheid over veel ‘feiten’

Bij de ‘feiten’ in de Deventer Moordzaak waren we niet zelf aanwezig en dus bestaat een zekere mate van onzekerheid over hun juistheid.

En dan is het bevreemdend dat raadsheren toch kunnen komen tot een veroordeling op basis van overtuigend bewijs.

We noemen een paar feiten.

  • Ochtendbezoek
    Aanvankelijk zou dit niet hebben plaatsgevonden, maar gaandeweg bleek het toch heel aannemelijk (op basis van allerlei omstandigheden) dat Louwes wel op bezoek is geweest. Weten we dat 100% zeker? Nee, want we waren er niet bij. Maar we kunnen nu toch wel concluderen dat het vrijwel zeker is dat Louwes de waarheid sprak.
  • Het Mes
    Dit moordwapen bleek zo lachwekkend dat we er hier maar geen tekst aan besteden.
  • Het telefoontje
    Jarenlang werd met steun van deskundigen ontkend dat Louwes vanaf de A28 via een zendmast naar mevrouw Wittenberg heeft gebeld. Dat zou immers onmogelijk zijn, zo werd door deskundigen gesteld. Later bleek (niet alleen door TNO maar ook door een van die deskundigen) dat een dergelijk gesprek onder de toen heersende weersomstandigheden wel degelijk mogelijk was. Aben schatte de kans daarop 5% maar laat de onderbouwing daarvan in het midden. Anderen vinden die kans aanmerkelijk hoger.
    Weten we nu 100% zeker dat Louwes de waarheid spreekt? Nee, we waren er niet bij, maar gezien zijn consistente verklaringen kunnen we aannemen dat de kans groot is dat Louwes zich ten tijde van het gesprek op de A28 bevond.
  • Post mortem verschijnselen
    Een team van forensische experts heeft de post mortem verschijnselen aan het lichaam van mevrouw Wittenberg nader onderzocht en komt onder andere tot de conclusie dat het lichaam tussen de 6 en 24 uur na haar overlijden is verplaatst en zelfs het tijdstip op donderdagavond staat daarbij ter discussie. Ze konden dit alles niet met 100% zekerheid vaststellen maar wel wordt rekening gehouden met een grote waarschijnlijkheid. Ook hier geldt dat we tijdens de moord en vlak daarna niet aanwezig waren, maar de zekerheid dat het expert team het bij het rechte eind heeft is wel erg groot.
  • Financieel motief
    Lange tijd werd Louwes aangewreven dat zijn motief financieel van aard zou zijn geweest. Alles werd daarvoor uit de kast gehaald. Uiteindelijk oordeelde het Hof Den Bosch dat voor een financieel motief niet voldoende aanwijzingen waren. Sloot het Hof een dergelijk motief met 100% zekerheid uit? Nee. Maar de kans op een mogelijk financieel motief is daarmee wel heel erg klein geworden.
  • De werkster
    Deze vrouw die toen bijna 70 jaar oud was en nu misschien niet meer in leven is, legde aanvankelijk geen consistente verklaringen af. Gaandeweg deed ze dat wel en met overtuiging: over het ochtendbezoek, over de kleding die mevrouw Wittenberg die dag had gedragen en zo waren er wel meer verklaringen die de betrokkenheid van Louwes zouden ontlasten.
    Weten we nu zeker dat haar verklaringen 100% juist zijn? Nee, want we waren er toen niet bij maar de kans daarop is aanzienlijk. Al haar verklaringen tezamen beschouwd tot en met die voor het Hof Den Bosch klinken zeer aannemelijk. Toch werd de inmiddels oude vrouw door de advocaat-generaal niet geloofwaardig genoemd.
  • Getuigen
    Niet minder dan 5 getuigen verklaarden mevrouw Wittenberg op de vrijdag na de vermeende moord nog in levende lijve te hebben gezien. De ene na de andere werd terzijde geschoven. Weten we zeker dat hun verklaringen wel op waarheid berustten? Nee, dat weten we niet zeker, we waren er immers niet bij. Maar er moet zeker rekening mee worden gehouden dat 5 getuigen het bij het rechte eind hadden.
  • DNA
    Tot dusver kunnen niet alle feiten voor de volle 100% worden bevestigd, maar ze maken het in samenhang beschouwd hoogst onzeker dat Louwes de moordenaar was. En daarmee kan de rechter zeker niet tot de overtuiging komen van zijn schuld.
    Tenzij het DNA-onderzoek Louwes met grote kans alsnog als dader aanwijst. Maar dat is niet het geval.
    Prof. Ton Derksen (o.a. auteur van het boek Leugens over Louwes) en Demo (de auteur van de gedetailleerde website deemzet.nl) ondermijnen de bewijskracht van het DNA-bewijs. Ook bij hen is geen sprake van 100% zekerheid maar hun gelijk is wel royaal voldoende kans om een veroordeling op basis van overtuigend bewijs onmogelijk te maken.

DNA-bewijs ontkracht in 10 punten

Het boek Leugens over Louwes is uitstekend gedocumenteerd. Daar kunnen andere boeken over de Deventer Moordzaak een voorbeeld aan nemen.

We kennen de auteur Prof. Ton Derksen van zijn opzienbarende boek over Lucia de Berk dat uiteindelijk tot haar vrijlating van levenslang leidde.

Je zou verwachten dat zijn boek over de Deventer Moordzaak met extra aandacht zou worden ontvangen en gelezen. Maar daar lijkt het niet op.

In zijn boek (2011) neemt hij onder andere het DNA-bewijs onder de loep en onderzoekt tien veelgebruikte argumenten. Die worden hieronder stuk voor stuk kort samengevat samen met het oordeel van Derksen. In zijn boek worden ze uitgebreid behandeld.

  1. DE AVONDBLOUSE IS NIET DE OCHTENDBLOUSE
    Het DNA van Louwes kan niet ‘s morgens tijdens zijn bezoek aan mevrouw Wittenberg op de blouse terecht zijn gekomen want ze heeft een andere blouse aangetrokken. Dan moet het ‘s avonds zijn gebeurd, tijdens het misdrijf, zo is de gedachte. Maar die gedachte rammelt behoorlijk. Derksen toont aan dat de argumenten hiervoor geen steek houden en slechts berusten op misleidende formuleringen (helaas, want zo zou het niet moeten gaan in de rechtszaal). Ook werd onvoldoende rekening gehouden met de verklaringen van de werkster.
  2. HET GOEDE PROFIELEN ARGUMENT
    Met name door Richard Eikelenboom van het NFI (Derksen noemt hem niet bij naam, maar duidt hem aan als de NFI-man) werd het Hof Den Bosch niet alleen verkeerd ingelicht over de hoeveelheid DNA die nodig was voor bruikbare profielen, maar ook over de feitelijk gebruikte hoeveelheid DNA bij de goede profielen. Dat maakte nogal wat uit voor de schuldvraag.
    Derksen concludeert: dat de heren van het NFI niet de waarheid spraken ten nadele van Louwes.
  3. HET RODE VLEKKEN ARGUMENT
    De rode vlekken zouden wel eens make up van mevrouw Wittenberg kunnen zijn (was het wel make-up?). De moordenaar zou die ‘tijdens de gewelddadige confrontatie’ aan zijn handen hebben gekregen en vervolgens, door de uitgeoefende kracht tijdens het misdrijf, zou die make-up samen met zijn eigen DNA naar de blouse zijn overgebracht. Dat was de gedachte. Een argument was daarbij dat zogenaamde controlesporen geen DNA van Louwes zouden bevatten: make-up –> geweld –> wel DNA en geen make-up –> geen geweld –> geen DNA. Maar controlespoor #17 bevatte wel Louwes’ DNA. Daardoor verloor dit argument zijn waarde.
  4. BLOEDVLEK OP DE KRAAG
    Op de kraag van de blouse zat vlekje #10 (ca. 2×4 mm2) met bloed van Louwes, hoewel dit laatste niet eens zeker is, zie deemzet.nl. Hoeveel bewijs wil je nog hebben, was de gedachte. Derksen beschouwt een aantal scenario’s waarin het bloed van Louwes op de kraag terecht kan zijn gekomen. Natuurlijk was wurgen een mogelijkheid, maar ook niezen (Louwes was allergisch), snuiven, een troostende hand, cross-contaminatie of gewone contaminatie. En bij deze mogelijkheden komt wurgen niet als de grote winnaar tevoorschijn.
    Ook onderzoekt hij andere aspecten: de vorm van het vlekje, de wijze waarop het vlekje in de nek terecht kan zijn gekomen.
    Zijn uiteindelijke conclusie is dat er een zeer reële mogelijkheid is dat vlekje #10 op vreedzame wijze op de achterkant van de kraag is terechtgekomen en dat deze constatering de bewijswaarde van dit argument behoorlijk aantast.
  5. HET DNA ZIT VOORAL OP DELICTGERELATEERDE PLAATSEN
    Dat lijkt een sterk argument. Waar veel geweld is gebruikt, daar verwacht je ook veel DNA van de dader, zo was de aanname. Bij nader onderzoek blijkt echter het tegendeel. Het meeste DNA (nog steeds niet veel) zit aan de rechterkant waar Louwes die ochtend achter mevrouw Wittenberg zou hebben gestaan. Veruit het meeste geweld is aan de linkerzijde van het lichaam toegepast. Ook dit argument is dus verre van sterk.
  6. LOUWES-DNA VOOR VREEDZAAM CONTACT OP IMPLAUSIBELE PLAATSEN
    De blouse van mevrouw Wittenberg heeft een kraag die naar achter wordt opengeslagen. Daardoor ligt het vlekje #10 dat eigenlijk aan de binnenzijde van de kraag zit er toch open en bloot bij, vrij toegankelijk voor sproei-DNA, bijvoorbeeld ‘s morgens. Dus er is geen sprake van een implausibele plaats.
  7. GEEN DNA VAN DERDEN
    NFI-man Richard Eikelenboom kwam in een interview met De Stentor (2019) met een pakkende tekst: Als iemand anders dan Louwes het gedaan heeft, dan deed diegene dat in een maanpak. Maar de werkelijkheid is anders. Bij niet-relationele geweldsmisdrijven komt het juist heel weinig voor dat DNA van de dader wordt aangetroffen, zo weten experts. In elk geval veel minder dan 50%. En het weinige DNA dat werd aangetroffen, was verre van delict-gerelateerd. NFI-man Eikelenboom riep maar wat en dat was niet voor de eerste keer.
  8. DNA VAN LOUWES IN NAGELVUIL VAN MEVROUW WITTENBERG
    De auteur Demo van de website deemzet.nl heeft zich over dit onderwerp al vaker druk gemaakt. Volgens hem is nagelvuil de materie die onder de nagel wordt aangetroffen. Maar het is zeer de vraag of hiervan sprake is. De nagels zijn alle tezamen in een potje gedaan dat vervolgens veelvuldig heeft gereisd en dooreen is geschud, en dan is door cross-contaminatie niet meer na te gaan of het aangetroffen DNA van onder dan wel van boven de nagels afkomstig is.
    Experimenten met besmette en onbesmette sigarettenpeukjes tonen aan dat de niet besmette peukjes die op deze wijze zijn verpakt en vervoerd ook grotendeels besmet zijn geraakt (cross-contaminatie). Alleen al om die reden zegt het aangetroffen DNA niets meer: vreedzame contacten geven DNA op de nagels, geweldscontacten meestal onder de nagels.
    Sinds 2011 reizen nagels om die reden niet meer samen in een potje.
  9. IN MONSTER #20 OVERHEERST HET MANNELIJK DNA HET VROUWELIJK DNA
    Op deze wijze geformuleerd wordt gesuggereerd dat mannelijk DNA door geweld in veel grotere mate op de blouse is gedeponeerd dan slechts een beetje vrouwelijk DNA. Bij nader onderzoek blijkt het te gaan om 30 mannelijke en 15 vrouwelijke cellen. Hoezo overheerst, zoals NFI-man Eikelenboom het formuleerde?
  10. MEVROUW WITTENBERG ZOU NOOIT DE HELE DAG MET ZO’N RODE VLEK RONDLOPEN!
    Derksen toont aan dat het Hof Den Bosch zich een beetje liet gaan bij deze speculatieve uitspraak.

Het is zeer de moeite waard de uitgebreide weerlegging van alle argumenten nog eens rustig na te lezen in het boek. Wanneer dit niet pas in 2011 maar al ten tijde van de behandeling door Hof Den Bosch zou zijn verschenen, zou het hof zich vast en zeker nog eens achter de oren hebben gekrabt. Is hier wel sprake van overtuigend bewijs?

Te meer omdat in het boek soortgelijke weerleggingen ook gelden voor andere kwesties in deze zaak. Zo wordt voor de volledigheid Het Mes behandeld maar dat was bij Hof Den Bosch al ‘ouwe koek’. Ook over het kunnen bellen vanaf de A28 wordt inmiddels heel anders gedacht: het is wel mogelijk, hoewel jarenlang anders werd gesteld. En het financiële motief van Louwes werd al door het Hof Den Bosch terzijde geschoven.

Dus bleef alleen nog het DNA-bewijs over en ook daar lijkt niet veel van over te blijven.

Verre van overtuigend bewijs dus.

Terugblik interview Eikelenboom in De Stentor

Dat Richard Eikelenboom omstreden uitspraken doet, wordt bevestigd in het inmiddels bekende interview in De Stentor (2019). Zijn rol van objectieve onderzoeker is hem kennelijk niet genoeg.

We bevelen de lezers aan de volgende fragmenten uit dat interview te (her)lezen. Eikelenboom laat het niet bij de droge (wetenschappelijke) constateringen die passen bij een gerechtelijk deskundige, maar debiteert in plaats daarvan te vaak onjuistheden.

Deze fragmenten worden in het volgende artikel ontleed aan een artikel* met de volgende samenvatting.

Ing. Eikelenboom doet in 2019 uitspraken in De Stentor over zijn bevindingen bij de Deventer Moordzaak. Vergeleken met zijn eigen rapport uit 2003 zijn dat aantoonbare leugens om de lezer er maar van te overtuigen dat Louwes de dader was en hij in 2003/2004 geen fouten heeft gemaakt.

Wie dit stuk leest met het oordeel van de rechter in Denver in het achterhoofd, zal zich wel eens op het achterhoofd krabben: hoe stond het met de deskundigheid van Eikelenboom in de Deventer Moordzaak? Kan hij zijn uitspraken wel waarmaken?

* Het artikel verscheen op maurice.nl en dat maakt velen kopschuw (met de affaire van de ‘klusjesman’ in gedachten). Lezer, zet u hierover heen. Lees en oordeel zelf.

Eikelenboom reageerde maar blijft omstreden

Het was schrikken toen de redactie hoorde van de uitsluiting van Eikelenboom als DNA-deskundige. Op de inmiddels weer online website van IFS staat zijn uitgebreide weerwoord.

Zijn reactie was eerst moeilijk te vinden, maar bleek toch al enige tijd op de IFS-website te staan. Lees hier zijn relaas.

Het moet gezegd, Eikelenboom heeft van zijn weerwoord veel werk gemaakt.

Toch blijft het knagen want zijn rol is niet alleen in de Deventer moordzaak omstreden.

Op twitter reageerde @MoordzakenPod op een tweet over de uitsluiting van Eikelenboom:

Richard en Selma Eikelenboom speelden in meerdere moordzaken een prominente en soms twijfelachtige rol. Zo ook bij de moord op Koen Everink en de Villamoord. Luister daarvoor eens naar onze Moordzaken Podcast. Wordt vervolgd.

In de Rosmalense moordzaak komt de naam van Richard Eikelenboom als bloedspoorpatroondeskundige veelvuldig voor, Niet alleen zijn eigen naam maar ook die van zijn echtgenote Selma Schieveld, een forensisch geneeskundige.

Advocaat-generaal mr. D.J.C. Aben (ja, dezelfde Aben die nu al negen jaar lang het herzieningsonderzoek in de Deventer moordzaak leidt) dient in zijn conclusie een vordering in tot herziening bij de Hoge Raad. In deze conclusie komen tientallen keren de namen van Eikelenboom en Schieveld voor. In het geval van Eikelenboom overigens niet altijd in positieve zin.

Zo haalt Aben in zijn conclusie mr. Van der Kruijs aan:

Het forensisch onderzoek van deskundige Eikelenboom waarop het hof zich heeft gebaseerd bevat een aantal fundamentele fouten. Dit betreft zowel feitelijke onjuistheden, bijvoorbeeld met betrekking tot het mechanisme van de zogenaamde “coronasplash”, als incorrecte redeneerstappen, bijvoorbeeld met betrekking tot het bloedspoor op de schoenzool van [slachtoffer]. In de rapportages van Stad/vKoppen en Alkemade wordt aangetoond dat deze fouten Eikelenboom tot onjuiste conclusie(s) hebben gebracht.

Dat is nogal wat.

We betoogden al eerder dat de meningen van deskundigen uiteen kunnen lopen. Maar de kwalificaties fundamentele fouten, feitelijke onjuistheden en incorrecte redeneerstappen zullen niet licht worden gegeven en zeker niet zo maar door een advocaat-generaal worden geciteerd.

In de Deventer moordzaak toont Eikelenboom tijdens de zitting van 26 januari 2003 een foto van de blouse onder crimescope licht, waarop rond donkere vlekken lichte randen te zien zijn en rept in dit verband van een zogenaamde serumuitscheiding van bloed.

Hij zegt:

Op de nu getoonde afbeelding is de voorzijde van de blouse afgebeeld zoals deze eruit ziet onder de crimescope. De donkere substanties zijn de bloedvlekken. De lichtgevende substantie is waarschijnlijk serumuitscheiding van bloed.

Het begrip serumuitscheiding was destijds in het geheel niet gedefinieerd en wordt tegenwoordig gebruikt voor cosmetische producten en bewerkte zuivelproducten. Vermoedelijk bedoelde Eikelenboom hier de Engelse term plasma secretion te vernederlandsen, maar die term slaat op het scheidingsproces van bloed in een laboratorium.

Wat er te zien moet zijn geweest, zijn de randen van waterige bloedvlekken, die in het katoen van de blouse waren getrokken en door het lagere ijzergehalte nog net oplichtten in het crimescope-licht.

Dat lijkt althans zo in de foto die Eikelenboom in 2013 in het praatprogramma van Pauw en Witteman toonde.

In datzelfde programma toont Eikelenboom een foto van de voorzijde van de blouse, vermoedelijk dezelfde foto als hierboven bedoeld. Hij wijst op twee vlekken, die DNA van Louwes zouden hebben bevat. Uit ander fotomateriaal (van latere datum) blijkt zonneklaar, dat deze twee vlekken nooit zijn bemonsterd.

Er valt hierover nog veel meer te zeggen maar laten we ons voorlopig beperken tot de opmerking dat het bijzonder vreemd is dat Eikelenboom ongeveer tien jaar na zijn vertrek bij het NFI nog over fotomateriaal uit deze zaak beschikt en dit zelfs op de televisie toont. Mag dat zo maar? Het zijn toch geen kiekjes uit zijn familiealbum?

Eikelenboom doet in de Deventer moordzaak meer eigenaardige uitspraken. Zo stelt hij:

Voor het met behulp van standaardmethoden, die door het NFI bij het DNA-onderzoek worden gehanteerd, verkrijgen van een bruikbaar DNA-profiel van huidcellen, dienen minimaal 200 cellen te zijn overgebracht. Bij zakelijk, oppervlakkig contact zoals het geven van een hand of het voeren van een gesprek op geringe afstand tussen personen wordt in het algemeen minder dan deze hoeveelheid overgedragen

Hij suggereert hiermee dat een oppervlakkig contact minder cellen oplevert en dus niet tot een bruikbaar DNA-profiel kan leiden. Nu er wel een bruikbaar DNA-profiel is, moet het aantal huidcellen meer dan 200 hebben bedragen en kan er van een zakelijk contact geen sprake zijn geweest. Het contact moet dus wel gewelddadig zijn geweest.

Later bleek evenwel dat men in een eerder op het NFI uitgevoerd onderzoek (van Prof. Kloosterman) kon nalezen dat een optimaal DNA-profiel kan worden verkregen bij een DNA-opbrengst na bemonstering van 30 tot 150 cellen. Waarom noemde Eikelenboom dan toch 200 huidcellen?

In datzelfde kader meldt Eikelenboom ook:

Weliswaar laat de huid continu cellen los, maar deze bevatten weinig DNA-materiaal, aangezien het om afstervende cellen gaat.

Nu er wel voldoende DNA-materiaal is aangetroffen, kan dat dus niet van afstervende cellen afkomstig zijn, zo wil Eikelenboom aantonen. Ze moeten dus afkomstig zijn van huidcellen die door geweld hebben losgelaten. Daarbij overstijgt hij duidelijk de stand van wetenschap op dit moment betreffende de betekenis van apoptosis (celdood) voor het DNA in de betreffende cellen.

Kortom, wat er ook waar moge zijn van zijn weerwoord, het neemt niet weg dat het optreden van Eikelenboom in nogal wat gevallen (Everink, Villamoord, Rosmalen, Deventer) omstreden is.

Eikelenboom heeft als DNA-deskundige een belangrijke rol gespeeld bij de veroordeling van Louwes. Gezien de gebeurtenissen in de USA en zijn rol in andere zaken, zou het raadzaam zijn ook zijn rol in de Deventer moordzaak nog eens nader te beschouwen.


Website Eikelenboom weer online

Onlangs werd de redactie opgeschrikt door het bericht dat Richard Eikelenboom in 2016 van een Amerikaanse rechter in Denver niet als DNA-deskundige mocht optreden.

De rechter deed dit in een strafzaak op verzoek van de aanklager die aantoonde dat Eikelenboom voor bekwaamheidstests was gezakt, dat zijn bedrijf Independent Forensic Services (IFS) niet was geaccrediteerd en dat hij daarover tijdens het verhoor misleidende verklaringen had afgelegd.

We kennen Eikelenboom nog van zijn optreden in de Deventer moordzaak. Toen hij nog werknemer was bij het NFI speelde hij in 2003-2004 een belangrijke rol bij de veroordeling van Ernest Louwes en dan is het groot nieuws wanneer hij jaren later in een andere zaak niet als deskundige wordt toegelaten.

Alle reden dus voor nader onderzoek.

De eerste ingeving is na te gaan wat IFS (en daarmee ook Eikelenboom) over deze aantijgingen verklaart en waar kun je deze informatie beter vinden dan op de website van IFS.

Jaren geleden toonde deze veel informatie over de werkzaamheden van het bedrijf en over de medewerkers. Zo bevatte de site een zeer uitgebreide CV van Eikelenboom.

De site was enige tijd niet bereikbaar maar is inmiddels weer online. Informatie over de beslissing van de rechter in 2016 is helaas niet te vinden.

De optredens van Eikelenboom toen hij nog in Nederland als NFI-deskundige optrad, waren niet altijd onomstreden. Op zichzelf is dit niet zo vreemd. Ook deskundigen kunnen van mening verschillen en dat wordt over en weer niet altijd op prijs gesteld.

In de komende tijd zullen we enkele optredens onder de loep nemen.

Amerikaanse rechter weigerde in 2016 Eikelenboom als DNA-expert

Onlangs kreeg de redactie een verhoor in Denver (US) uit 2016 onder ogen waarin een Amerikaanse aanklager in een moordzaak betwijfelt of Richard Eikelenboom een DNA-expert is.

We kennen Eikelenboom uit de Deventer Moordzaak. Hij trad hierin op als DNA-deskundige en speelde in 2003/2004 een prominente rol bij de veroordeling van Ernest Louwes. Zijn werkwijze en conclusies in die tijd zijn omstreden. In de website deemzet.nl kan men hierover veel lezen.

Na afloop van het kritische verhoor in de rechtbank waarin ook persoonlijke details over Eikelenboom uitgebreid aan bod komen, besluit de rechter hem niet als DNA-expert tot het proces toe te laten.

Dit gebeurt niet lichtvaardig. De af en toe zeer kritische vragen van de aanklager aan Eikelenboom tellen bijna 32 pagina’s. Zo houdt de aanklager Eikelenboom voor dat hij twee keer is gezakt voor bekwaamheidsexamens, in 2011 en 2012.

Well, Mr. Eikelenboom, you’re saying that you moved all your testing facilities elsewhere, when, in reality, you were failing proficiency tests in 2011 and 2012; isn’t that correct — and I reference the testimony that was taken in the David Camm trial.

Ook valt de aanklager erover dat Eikelenbooms bedrijf Independent Forensic Services (IFS) niet geaccrediteerd is, hoewel Eikelenboom bij een eerdere gelegenheid – al in 2006 – had gesteld dat de accreditatie een kwestie van maanden was. Dit levert een gênante situatie op.

Question. And you have not received ASCLD accreditation; is that correct?
Answer. Not yet.
Question. And you testified in this very courtroom, as recently as August 12th of 2016, and I quote: We expect it in a couple days?
Answer. Yes. And we’re still hoping it — I actually hoped to get it today, but it’s kind of a bureaucratic organization.

Question. And you’ve been hoping for that accreditation since you testified in an El Paso County case in 2006; isn’t that correct? You testified then that you were hoping for accreditation, and in 2006 you thought that it may take 12 to 18 months — and the page cite for that is 118 — and it still hasn’t arrived, has it, Mr. Eikelenboom? That’s a yes-or-no question, sir.

Answer. No.

Waarop de aanklager Eikelenboom niet als DNA-expert gekwalificeerd acht en aan de rechter vraagt hem als zodanig van het proces uit te sluiten. Wat vervolgens ook gebeurt.

De redactie wilde op de website ifscolorado.com van Independent Forensic Services een eventueel weerwoord van Eikelenboom lezen. Het gaat immers om een belangrijke kwestie. Dit is niet gelukt omdat de website niet meer bereikbaar is.

Geen financieel motief in Deventer Moordzaak

Wie heeft financieel voordeel van de moord? Dat is een van de eerste vragen die bij een onderzoeksteam naar voren komen. Hoe zat dat in de Deventer Moordzaak?

Lange tijd werd Ernest Louwes gezien als degene die de moord zou hebben gepleegd met als doel zichzelf te verrijken. Hij zou dus een financieel motief hebben gehad.

Maar het Hof Den Bosch maakte aan die gedachte een eind. Het achtte een financieel motief zeer onaannemelijk. Maar hij werd wel veroordeeld.

Ook Michael de Jong, de ‘klusjesman’, zou een financieel motief hebben gehad. Lange tijd werd immers aangenomen dat hij wel in het eerste testament een legataris was maar niet meer zou voorkomen in het tweede testament En dus …

Maar zijn positie in het nieuwe testament bleek ongewijzigd en dus zou ook hij geen financieel motief hebben gehad. Tenzij hij zou hebben verwacht de enige erfgenaam te zijn geweest en dat als een flinke teleurstelling zou hebben ervaren.

Het aantal personen in de kring van intieme bekenden van mevrouw Wittenberg is zeer beperkt. Het staat vrijwel vast dat de moordenaar in die kring moet worden gevonden.

Louwes is nu tot op het hoogste niveau veroordeeld, maar stel – en dat is gezien het al negen jaar lopende herzieningsonderzoek allerminst uit te sluiten – dat hij na een herziening uiteindelijk wordt vrijgesproken.

Wie blijven er dan als de meest voor de hand liggende daderkandidaten met een financieel motief over?

Zoveel zijn het er niet.

Het AD van 8 december 2003 over de Deventer Moordzaak

Wie bewaart heeft wat. Een oud gezegde dat ook opgaat voor de Deventer Moordzaak. Bij toeval kwam de redactie een oud krantenartikel tegen in het AD.

Dit artikel van Bob van ‘t Klooster is nog steeds de moeite van het lezen waard.

In een aantal boxjes geeft hij een overzicht van de belangrijkste aspecten van deze moordzaak.

  • het telefoontje (eerst onmogelijk, later toch weer wel mogelijk);
  • de geurproef (fraude);
  • Het Mes (eigenlijk kwamen er drie messen aan bod) waarvan uiteindelijk werd vastgesteld dat het niet het moordwapen kon zijn;
  • de twee testamenten (AD: “de politie stelde ongefundeerd vast dat L. als enige over het geld kon beschikken”); en …
  • de andere verdachte (“In het politiedossier zitten vele aanwijzingen voor een andere verdachte: klusjesman Michael de J. …”, waarvan de onderzoeksjournalist Haan nu keihard beweert dat “hij geen bal met de zaak te maken heeft”. Je moet als onderzoeksjournalist maar durven.

Sinds 2003 hebben zich in deze zaak nogal wat ontwikkelingen voorgedaan.

Zo is door TNO bewezen dat het telefoontje wel vanaf de A28 een station in Deventer kon bereiken; het is bewezen dat de geurproef op fraude berustte; het is door het NFI vastgesteld dat Het Mes niet het moordwapen kon zijn; een proces verbaal uit 2014 stelt dat een aantal forensisch artsen het tijdstip van overlijden misschien wel een etmaal later plaatste.

Het enige onderdeel dat nog onderwerp van onderzoek is betreft het DNA. Ook hier zijn er sterke argumenten dat een gevonden vlekje niets te maken heeft met het daderschap.

Moeilijk, moeilijk, moeilijk, want mr. Aben heeft dit al negen jaar in herzieningsonderzoek en het schiet ondanks Kamervragen maar niet op.

Wat zou het mooi zijn wanneer het AD 18 jaar na het bovenstaande artikel zich nog eens met de zaak zou bemoeien.

Misschien stelt het dan op basis van de vele betrouwbare bronnen (o.a. Leugens over Louwes van Prof. Derksen, en de website deemzet.nl; niet het onbetrouwbare boek van Haan dat vele fouten bevat) vast wat al jarenlang door vele critici wordt betoogd: het onderzoek was flut, er zijn verkeerde conclusies getrokken waardoor Ernest Louwes ten onrechte een celstraf van 12 jaar heeft moeten uitzitten.

Ongetwijfeld kan de krant rekenen op de welwillende medewerking van velen die de Deventer Moordzaak nog steeds een schande vinden.

Argos ter verantwoording geroepen

Het is inmiddels bekend dat de podcast De Deventer Mediazaak storende misstanden bevat. Voor een onderzoeksprogramma als Argos is dat niet acceptabel, zeker in zo’n belangrijke moordzaak.

De auteur van de website deemzet.nl heeft zowel de maakster Annegriet Wietsma van de podcast als de redactie van Argos op deze cruciale misstanden gewezen. Cruciaal omdat veel luisteraars hierdoor zijn misleid en daardoor met heel andere ogen naar de hoofdrolspelers in deze zaak hebben gekeken.

Nu hij na zovele maanden nog steeds op een reactie van Argos wacht, vat hij de misstanden in een brief aan de redactie samen.

Gezien de ernst van de misstanden heeft hij besloten deze brief niet alleen aan een aantal direct betrokkenen te sturen maar ook aan de Raad van Journalistiek.

Geachte redactie,

Nog steeds geen reactie.

Ik wijs erop, dat in de aangeduide podcast naar mijn mening journalistieke misstanden voorkomen. Het gaat dus verder dan een interpretatieverschil omtrent feiten.

Ik noem:

1.
In de podcast wordt geciteerd uit mijn werk, dat werk bestaat uit een aantal YouTube filmpjes. Deze zijn openbaar, dus op zich is daar niets mis mee. Echter is er in de podcast (deel 4 26:00, ik verwijs naar mijn bespreking van de podcast in
https://deemzet.nl/documenten/pdf/
CommPodcastDeventerMediaZaak.pdf) sprake van het hermonteren van dit werk, door het opnieuw samenvoegen van zeven verschillende fragmenten, onttrokken aan twee verschillende onderwerpen. Daarmee is een onsamenhangend beeld van mijn bijdrage aan de discussie gecreëerd. Volgens mij is een dergelijke werkwijze uit journalistiek punt een doodzonde.

Tevens word ik hier opgevoerd als meedenker met Maurice de Hond, terwijl mijn bijdragen juist geplaatst zijn in het kader van een alternatieve reconstructie van de gebeurtenissen, zowel ten opzichte van het OM, Maurice de Hond als Bas Haan.

2.
De tweede misstand betreft de wijze, waarop professor Derksen wordt opgevoerd t.a.v. de herkomst van DNA-spoor 10. In deel 6 (18:00) wordt hij sprekend opgevoerd met alternatieve verklaringen voor dit spoor, waarbij wordt opgemerkt -ook door hemzelf-  dat deze niet erg plausibel zijn (de niestheorie en de troostende-arm-theorie). De contaminatietheorie, waar hij ook uitgebreid bij heeft stilgestaan, zoals hij mij heeft verzekerd, is uit zijn verklaring geknipt.

3.
De derde misstand is het introduceren van een verklaring op basis van een objectief onjuist feit. Dat feit betreft de vaststelling, dat bloedvlekje 10 zich onderop de (sier-)kraag van de blouse van het slachtoffer zou bevinden en niet bovenop (https://deemzet.nl/beeldbank/DNA/spoor10/beeldbank.htm#01 &
https://deemzet.nl/beeldbank/DNA/spoor10/beeldbank.htm#20
geven de situatie het beste weer), zoals in twee instanties wordt besproken:
a. In de al eerder gememoreerde bijdrage van Derksen, waarbij duidelijk niet uitgegaan wordt van de feitelijke situatie (nog even afgezien van de verwarrende begrippen als onderop en bovenop);
b. In de bijdrage van Wanda Waisvisz (deel 5 18:30), waarin eveneens overduidelijk niet wordt uitgegaan van de feitelijke situatie (men raadplege https://deemzet.nl/index.htm?https://deemzet.nl/8/1/links.htm#50).

Deze lijst is niet volledig, ik heb meer bezwaren aangedragen in het eerder genoemde commentaar, dat ik volledigheidshalve bijsluit.

Ik vermoed, maar zeker weten doe ik dat niet meer, dat Argos in dit soort zaken wat dieper probeert te graven. Maar dan zou ik wel een reactie hebben verwacht op mijn eerdere mails. Die reactie ontbreekt, een werkwijze, die ik eerder van de Belastingdienst zou verwachten of van het Openbaar Ministerie. Derhalve stuur ik extra kopieën van deze mail naar advocatenkantoor Knoops en naar de Raad voor de Journalistiek.

Mvg

Demo

Het is onduidelijk of hij het hierbij zal laten.

Ook de redactie van deze website deelt zijn teleurstelling in de onderzoeksrubriek Argos.

Blouse op plaats delict in 1999 en in 2003

De blouse die mevrouw Wittenberg droeg tijdens de moord is op de plaats delict in 1999 gefotografeerd maar ook jaren later in 2003. De verschillen zijn meer dan opmerkelijk.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 14.jpg

Waar komen al die nieuwe vlekken vandaan?

Door contaminatie, bijvoorbeeld door onprofessionele behandeling. Bij het inpakken, tijdens het transport. Voorschriften zijn heel streng, maar daar hadden de politiemensen in 1999 geen boodschap aan.

Sterker nog. De blouse is zelfs een tijdlang zoek geweest.

Wat dat voor consequenties wordt haarfijn uitgelegd op de website deemzet.nl.

OM moet bewijzen, verdachte hoeft alleen aannemelijk te maken (2)

Het OM moet verwijtbare handelingen bewijzen. De rechter oordeelt of dit overtuigend is. Een verdachte hoeft zijn verweer niet te bewijzen, alleen voldoende aannemelijk te maken. Aan het OM de taak dit te ontkrachten.

Neem het voorbeeld van Het Telefoontje,

Voorbeeld 2: Het Telefoontje

Louwes heeft van begin af aan verklaard dat hij mevrouw Wittenberg donderdagavond rond acht uur heeft gebeld toen hij op de A28 stond of reed. Misschien kon het ook later zijn geweest, want hij stond of reed in een file met veel gedoe. Hij zou dus een alibi hebben.

Hij wist precies waar hij zich toen bevond: ter hoogte van Harderwijk of Nunspeet. (Nadrukkelijk niet bij ‘t Harde zoals het OM lange tijd bijna kwaadwillend bleef volhouden, wat voor de verdere bewijsvoering een groot verschil zou maken).

Louwes kon zijn verklaring goed staven. In zijn boek Leugens over Louwes gaat Prof. Derksen er tot in details op in. Ook op de website deemzet.nl valt hierover veel te lezen.

Het waren details over de file, wanneer en waar die zich precies bevond. Ook verklaringen van wegwerkers ter plaatse ondersteunden zijn verklaring. Verder was de file niet over de radio bekend gemaakt, dus informatie over de file moest Louwes uit eigen waarneming hebben verkregen.

Zijn verklaring met zoveel details klonk zeer aannemelijk en zijn verweer dat hij niet in Deventer zou zijn geweest, moest daarom zeer serieus worden genomen. Louwes zou het voordeel van de twijfel zeker hebben verdiend.

Maar daar dacht het OM anders over en zijn verklaringen werden nauwelijks onderzocht.

Het OM ging ervan uit dat het telefoontje niet vanaf de A28 gevoerd kon zijn mede op basis van een deskundigenverklaring die exemplarisch en tegelijkertijd hilarisch was: ten tijde van de moord in september zou er sprake zijn geweest van winterse buien!

En ook had het OM verzuimd tijdig gegevens bij KPN op te vragen die de locatie van Louwes hadden kunnen vaststellen.

Bij deze stand van zaken zat er voor Louwes niets anders op dan zelf te bewijzen dat hij wel degelijk vanaf de A28 met mevrouw Wittenberg had gebeld. Hij kreeg hierbij in 2017 hulp van TNO dat vaststelde dat deze mogelijkheid wel bestond, in tegenstelling tot eerdere verklaringen.

Hiermee stond de wereld op zijn kop: de verdachte moet zijn eigen verklaringen bewijzen. Aannemelijk maken is voor het OM kennelijk niet meer voldoende.

OM moet bewijzen, verdachte hoeft alleen aannemelijk te maken (1)

Het OM moet verwijtbare handelingen bewijzen. De rechter oordeelt of dit overtuigend is. Een verdachte hoeft zijn verweer niet te bewijzen, alleen voldoende aannemelijk te maken. Aan het OM de taak dit te ontkrachten.

Neem het voorbeeld van het ‘ochtendbezoek‘ op donderdagmorgen.

Voorbeeld 1: Het ochtendbezoek

Louwes vertelde de politie dat hij die morgen rond kwart over negen bij mevrouw Wittenberg langs was gegaan omdat zij hem had verzocht belangrijke documenten op te halen.

Dit bezoek speelt in de zaak een cruciale rol. Zou Louwes niet al eerder die dag bij mevrouw Wittenberg op bezoek zijn geweest, hoe kwam dan zijn DNA (speeksel) op haar blouse?

De politie geloofde zijn verhaal niet, ook niet toen hij diverse details gaf die zijn verweer zouden staven.*

De details waren gevarieerd: zijn aanwezigheid ter plaatse, schilders die vlakbij aan het werk waren, de reuk van spiritus in het huis, de bedoelde documenten die werden aangetroffen in Louwes’ archief, maar het mocht allemaal niet baten. De politie geloofde hem niet.

Een extra belangrijk detail is het volgende.

Na het ochtendbezoek belde mevrouw Wittenberg nog met een kennis. En die kennis meldde vervolgens bij de politie, dat mevrouw Wittenberg hem had verteld dat Louwes bij haar was langs geweest.
Dit gegeven werd achter gehouden.

Alle details waren verifieerbaar en zeer aannemelijk en dus ontlastend voor Louwes. Tenzij de politie toch kon aantonen dat zijn verklaring niet klopte en hij niet op bezoek was geweest. Maar dat is niet gebeurd.

Op deze wijze dwingt de politie Louwes tot iets waar hij niet toe verplicht is: te bewijzen dat zijn relaas juist is. Zijn verhaal was meer dan aannemelijk en dat zou voor rechters voldoende moeten zijn.

Maar zo ging dat dus niet, zo blijkt.

* De details blijken wat genuanceerder te zijn. Zie de reactie op dit artikel.

Topje van de ijsberg?

Bij een groot aantal geruchtmakende rechtszaken is nogal wat misgegaan. En nu dus bij de Deventer Moordzaak. Tijdens het verloop van de zaak werden veel fouten gemaakt, zelfs blunders. Is dit een topje van de ijsberg?

De Deventer Moordzaak is de laatste 22 jaar grondig onderzocht. Nee, niet door politie en Openbaar Ministerie. Die hebben er vanaf het allereerste begin een potje van gemaakt.

Wie hebben hun werk dan wel goed gedaan?

Stan de Jong beet in 2003 het spits af met een boek waar zijn vele twijfels vanaf sprongen.

In 2005 verscheen Maurice de Hond op het toneel en het onderzoek in de Deventer Moordzaak werd toen pas echt serieus aangepakt.

Hij wist veel deskundigen te mobiliseren; oud-politiemensen die PV’s kunnen lezen als een jongensboek, forensisch specialisten, textieldeskundigen die vouwen in de blouse konden ‘lezen’, en vele anderen. Lees hun resultaten nog maar eens rustig na op de omvangrijke website geenonschuldigenvast.nl.

De Hond zelf liet zich evenmin onbetuigd. Aan wie het maar horen wilde, gaf hij zijn kritische en gedegen commentaar op het onderzoek van politie, NFI en OM. En dat ging niet geruisloos. Zijn enthousiasme kostte hem zelfs een veroordeling.

Een paar jaar later (2009) verscheen het boek De Deventer moordzaak, het complot ontrafeld (herdruk 2020) van onderzoeksjournalist Bas Haan. Ondanks zijn ongetwijfeld goede bedoelingen, bevat het boek teveel fouten en tekortkomingen om als onderzoek serieus te worden genomen.

Prof. Ton Derksen daarentegen maakte in 2011 zijn reputatie meer dan waar met het boek Leugens over Louwes. Een degelijk werk dat veel verantwoord onderzoek bevat, met vele na te trekken voetnoten en pagina’s lang wetenschappelijke referenties. Dat is pas onderzoek.

Hij onderzocht nauwgezet het bestaan van de file op de A28 die in het verweer van Louwes zo’n grote rol speelde. Hij verifieerde uitspraken van het OM en kwam met schokkende resultaten (de leugenbox). Ook Het Telefoontje werd uitgebreid behandeld en – last but not least – hij besteedde eveneens uitgebreid aandacht aan de gevonden DNA-sporen. Na het boek van Haan een verademing.

Ondertussen verscheen nog een onderzoeker op het toneel, de auteur (een chemicus) van de website deemzet.nl. De site heeft zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld tot Vraagbaak van de Deventer Moordzaak.

Hij gaat in detail in op de diverse onderdelen van de zaak en zijn onderzoek naar de werking van de mobiele telefonie in 1999, de post mortem verschijnselen en DNA is indrukwekkend.

Hij onderzocht de werking van het mobiele netwerk in 1999 en toonde aan dat Louwes wel degelijk vanaf de A28 naar Deventer heeft kunnen bellen, wat jaren later door TNO werd bevestigd. Jarenlang had het OM echter het tegendeel beweerd. Oeps.

Zijn analyse van de post mortemverschijnselen van het slachtoffer maakte duidelijk dat de moord zeer waarschijnlijk niet op donderdag- maar op vrijdagavond was gepleegd. Een commissie van forensisch experts was het daarmee eens wat in 2014 in een proces verbaal werd vastgelegd. Sindsdien is van het OM niets meer vernomen. Oeps.

Tenslotte toonde hij aan dat Louwes’ DNA-sporen geen gewelddadige oorsprong hadden maar hoogstwaarschijnlijk speeksel betroffen dat bij zijn bezoek op donderdagmorgen was overgedragen.

Zijn resultaten brachten het Adviescollege afgeronde strafzaken (ACAS) ertoe mr. Aben te adviseren een herzieningsonderzoek te beginnen. Dat is niet mis.

Al deze onderzoeken tonen de vele fouten en soms ronduit blunders aan die in een belangrijke rechtszaak als de Deventer Moordzaak door politie, OM, NFI en raadsheren zijn gemaakt. Dat is behoorlijk verontrustend.

Bij de Deventer Moordzaak zijn deze aan het licht gekomen doordat vele professionals zich als vrijwilligers in de zaak hebben verdiept. Doordat zoveel diepgravend onderzoek is gedaan. Maar dat is natuurlijk niet bij elke moordzaak het geval.

Het is een verontrustende gedachte dat ook bij strafzaken die minder geruchtmakend zijn door politie en OM vele fouten en blunders worden gemaakt. Maar dat die nooit aan het licht komen omdat niet elke strafzaak zoveel deskundige burgers mobiliseert. Er vindt dan gewoon een veroordeling plaats en dat is dat.

Daarom is de vraag opportuun: zou de Deventer Moordzaak wel eens een topje van de ijsberg kunnen zijn?

Advocaat Peter Plasman over de Deventer Moordzaak

De podcast De schoft van de Deventer Moordzaak heeft veel minder aandacht gekregen dan de Mediazaak. Dat is niet terecht want in 16 afleveringen worden wel alle aspecten feitelijk behandeld. Zoals het hoort.

Een hoogtepunt van De Schoft is de laatste aflevering Het laatste woord is aan Peter Plasman. Zowel in geschreven als gesproken tekst belicht hij de diverse onderdelen van de zaak.

Zo komen de volgende kwesties aan bod: de rol van Maurice de Hond, het DNA-bewijs, de zaak zelf, de overtuiging van de rechters, mevrouw Waisvisz en de anonieme briefjes, en natuurlijk De Deventer Mediazaak.

Je merkt meteen dat hier een topadvocaat aan het woord is. Zijn analyse is evenwichtig en zakelijk geschreven en juridisch verantwoord.

Iedereen wordt aangeraden het stuk van ongeveer 7 kantjes rustig te lezen of via Spotify naar zijn heldere uitleg te luisteren. Het is zeker de moeite waard.

Voor degenen die niet zo lang kunnen wachten, hieronder alvast een aantal treffende passages.

Afrekening in de podcast Deventer Mediazaak

Deze zomer werd onder de titel De Deventer Mediazaak een nieuw hoofdstuk geschreven. Alhoewel de titel van deze podcast suggereert dat het hier gaat om een beschouwing van de manier waarop de media met de Deventer Moordzaak zijn omgegaan is de podcast in feite één grote afrekening met Maurice de Hond. In september [2021, red.] verschijnt de film De Veroordeling en naar verwachting zal deze afrekening daarin een vervolg krijgen.

Pot verwijt de ketel …

Wat de podcast [De Deventer Mediazaak; red.], zo merkwaardig maakt is dat het centrale verwijt daarin is dat De Hond zich schuldig heeft gemaakt aan “trial by media” maar dat de luisteraar door de makers van de podcast eenzelfde “trial by media” wordt voorgeschoteld. En dan ook nog eens voor gedrag dat door rechters al onherroepelijk is afgehandeld. De Hond heeft de prijs voor zijn gedrag al betaald, lang voor de lancering van de podcast waarin alles nog eens dunnetjes wordt overgedaan. De Deventer Mediazaak is een “trial by media” met een evidente schending van het ne bis in idem beginsel, iemand mag niet twee keer voor hetzelfde gedrag bestraft worden. Dat de inhoud van de podcast een afstraffing van De Hond is staat buiten kijf, sterker, hij is ook zo bedoeld en getuige reacties in de media is het ook zo opgevat.

Blunders

Waar De Hond aanvankelijk heeft betoogd dat Louwes onschuldig vast zat en De Jong de dader is heeft De Hond zijn standpunt later bijgesteld en is zijn overtuiging geworden dat het onderzoek in de Deventer Moordzaak zodanig beheerst wordt door blunders dat bij de huidige stand van zaken niemand voor deze moord veroordeeld zou mogen worden. Dát er sprake is van blunders in het opsporingsonderzoek in de Deventer Moordzaak is ook de opvatting van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad, mr. Aben.

DNA dubieus

Maar ten aanzien van beslissende bewijsmiddelen in een strafzaak moet toch verwacht worden dat vastgesteld wordt dat contaminatie uitgesloten is. Die vaststelling heeft het hof echter niet gedaan.

Scenario’s

Het ten onrechte melden aan de rechters dat het onderzoek in andere richtingen alibi’s had opgeleverd is de belangrijkste trigger voor De Hond geweest om zich op De Jong te richten. In feite heeft De Hond twee wegen bewandeld. De eerste was om met behulp van deskundigen de gehanteerde bewijsmiddelen trachten te ontkrachten. De tweede weg was om aan te tonen dat er wel degelijk sprake was van een alternatief scenario.

Afserveren

Wat in de podcast (De Deventer Mediazaak; red) ontbreekt is een inhoudelijke reactie op de vele punten die De Hond naar voren heeft gebracht. Alle fouten en tekortkomingen die De Hond heeft benoemd worden gepareerd met de stelling dat hij het niet goed ziet omdat het daderschap van Louwes boven elke twijfel verheven is. Op deze manier is er ook niet de noodzaak om de vele terechte en voor de hand liggende vragen die De Hond aan de orde heeft gesteld van een inhoudelijke reactie te voorzien. Wellicht is dat te verklaren door de drijfveer om De Hond af te serveren.

Prof. Ton Derksen vs. Bas Haan

Het boek De Deventer Moordzaak van Bas Haan verscheen in 2009. Twee jaar later publiceerde Prof. Ton Derksen zijn boek Leugens over Louwes. Waarom is de film De Veroordeling niet op het boek van Derksen gebaseerd?

Dat is een terechte vraag.

Prof. Derksen heeft een grote reputatie opgebouwd. Zo werd eerder Lucia de Berk op basis van zijn boek Lucia de B. uiteindelijk in hoogste instantie vrijgesproken. Dat kon ook niet anders, want dit boek toonde haar onschuld op ondubbelzinnige wijze aan. Geen wonder dus dat het succesvol werd verfilmd.

Het boek Leugens over Louwes is op dezelfde degelijke wijze geschreven. Prof. Derksen debiteert geen meningen, maar presenteert keiharde feiten op basis van eigen onderzoek en tientallen bladzijden referenties en voetnoten.

Je zou dus verwachten dat de film De Veroordeling die De Deventer Moordzaak als een belangrijk thema heeft – zo profileert de film zich althans nadrukkelijk – het boek van Prof. Derksen als uitgangspunt zou nemen.

Maar misschien leent een dergelijk bijna wetenschappelijke aanpak zich niet voor een spannende film. Dat is goed voorstelbaar en dan ligt het voor de hand dat naar een tweede keus van Haan wordt gegrepen. Goed voor een script maar ongeschikt voor een feitelijk relaas van de Deventer Moordzaak, gezien de vele onjuistheden, aannames, meningen en onnauwkeurigheden.

Het is ook goed mogelijk dat de makers helemaal niet van plan waren een feitelijk juist beeld te scheppen van deze complexe zaak maar op last van Haan de bedoeling hadden Maurice de Hond aan te pakken en Michael de Jong te rehabiliteren.

NFI had bij vlekje #10 geen oog voor proporties

Dat kun je wel zeggen over de NFI-onderzoekers die bezig zijn geweest met spoor #10. Zij stelden botweg dat dit spoor bestond uit een bloedvlek van Louwes, want zijn DNA werd aangetroffen.

En verder niets.

Deze conclusie is van twee kanten onjuist.

Véél later werd het electroferogram van spoor #10 beschikbaar gesteld; er bleken drie extra pieken in voor te komen die niet van Louwes afkomstig waren. Dat werd nooit eerder gemeld.

Het bijzondere daarbij was dat deze pieken precies lagen op de plek, waar het profiel van mevrouw Wittenberg de hoogste pieken vertoont. En de pieken waren zo hoog, dat ze volgens Butler – zo ongeveer de aartsvader van de DNA-profilering – niet voor uitsluiting in aanmerking komen. Het waren dus echte pieken.

Kijk je met een vergrootglas, dan zie je nog veel meer kleine piekjes van mevrouw Wittenberg – waarbij één flink grotere. Al deze gegevens werden bewust door het NFI achtergehouden. Het zou anders maar ingewikkeld worden.

Daar komt nog bij dat het profiel van Louwes veel overgewicht in de schaal legt. Het vertoont pieken tot waarden van bijna 4000 RFU. Dat is heel veel, want het bloedvlekje is superklein.

Dat wordt vooral duidelijk, als je kijkt naar andere bemonsterde bloedvlekken van mevrouw Wittenberg. Die lagen tussen de 2000 en 6000 RFU.

Maar deze vlekken waren wel 15 tot 25 x zo groot. Zoveel DNA (4000 RFU) van Louwes kan dus helemaal niet uit zo’n klein vlekje afkomstig zijn. Bij zo’n klein vlekje zou je hooguit 200 RFU mogen verwachten. De details kunnen in een een nogal technisch verhaal worden nagelezen.

Het aangetroffen DNA van Louwes kan dus niet afkomstig van zijn bloed. Maar als het niet van zijn bloed afkomstig is, waar komt het dan wel vandaan?

Zijn DNA is gewoon afkomstig van het speeksel dat al veel eerder, op donderdagmorgen, op de blouse terecht was gekomen toen hij met mevrouw Wittenberg de grafrechten besprak.

Het is in dit verband belangrijk op te merken dat uit een DNA-spoor niet kan worden afgeleid of het van bloed dan wel van speeksel afkomstig is.

Verder is het belangrijk te weten dat speeksel heel rijk is aan DNA, het DNA-gehalte is vergelijkbaar met dat van bloed, blijkt uit meerdere onderzoeken. En je ziet het niet.

Na de moord ging de technische recherche prutsen met het stoffelijk overschot.

Het behandelde de blouse niet volgens de voorschriften waardoor vele bloedvlekjes onbedoeld naar andere delen van de blouse werden overgebracht (contaminatie), hetgeen op fotografisch materiaal eenvoudig kan worden aangetoond.

Deze vlekjes kwam ook terecht op plaatsen waar massief veel speeksel aanwezig was, zie ook de toelichting in de beeldbank, zoals op de plaats van spoor #10.

Er bestaat een eenvoudige en tegelijkertijd doorslaggevende test om het bovenstaande aan te tonen.

Meng het profiel van Louwes met 10% van het profiel van mevrouw Wittenberg. Et voilà, het gevormde profiel komt volledig overeen met spoor #10, zie afbeeldingen 16 en 17.

Een andere eenvoudige test volgens het principe van de blanco-bepaling, waarover je op de middelbare school leert, werd ook achterwege gelaten: gewoon een paar monsters rond spoor #10 nemen en op DNA van Louwes onderzoeken. Dan was je met een paar uurtjes werk klaar geweest.

Kan nog steeds trouwens.

Alles over de Deventer Moordzaak

Wanneer je geïnteresseerd bent in de Deventer Moordzaak wil je al snel alle details weten. Het meest recente overzicht biedt de website deemzet.nl.

De belangrijkste onderwerpen in dit overzicht worden keurig in rubrieken onderverdeeld: het moment van overlijden, de doodsoorzaak en het motief. Zeker wordt ook veel aandacht besteed aan het alibi van Ernest Louwes.

Het DNA-onderzoek neemt natuurlijk een voorname plaats in. Dat is niet zo vreemd, want de laatste jaren staat dit onderzoek centraal.

Is dit alles? Zeker niet.

Nadat de lezer het overzicht heeft doorgenomen, kan hij/zij in uitgebreide en degelijk gedocumenteerde artikelen – waaronder een verhelderende beeldbank en diverse youtube-video’s – de verantwoording lezen en bekijken.

De website claimt niet de waarheid in pacht te hebben. Over enkele onderdelen wordt door sommige betrokkenen anders gedacht.

Dat neemt niet weg dat bijna iedereen het erover eens is dat na 22 jaar nog steeds enorme twijfel bestaat over de veroordeling van Louwes.

De lezer zal er zeker geen spijt van krijgen dat hij/zij eens rustig alle elementen van de Deventer Moordzaak langsloopt.

Waar blijft de rectificatie van Argos?

In aflevering 5 van de podcast De Deventer Mediazaak geeft Wanda Waisvisz van 18:04 tot 18:43 min aan, hoe ze Louwes uiteindelijk als dader heeft ontmaskerd.

Deze episode volgt onmiddellijk op de scene, waarin Annegriet Wietsma over de rode rok / de rode jurk / het rode mantelpakje verwarring heeft gezaaid. Die faux pas is al eerder beschreven in Twee halve waarheden is driekwart leugen.

Over de heer en mevrouw Waisvisz zegt Annegriet Wietsma, de maakster van de podcast :

De Waisviszen geven tevens een verklaring hoe het bloed van Louwes in de kraag van de weduwe kan zijn beland.

Vervolgens laat ze Wanda Waisvisz aan het woord:

En toen dacht ik hé, de nagelriemen, daar eet die aan, aan de bovenkant van zijn hand, daar bloedt het dus, niet aan de onderkant, aan de bovenkant. Nou ga je iemand wurgen die een blouse aan heeft met zo’n strook, dus waar komt het bloed? Aan de onderkant van die kraag en daar zit het ook, daar is het ook gevonden.
Toen kon die van ons hoog en laag springen, maar dat wij dit nieuwe bewijs voor ons inderdaad acuut een moment is om te zeggen nu stoppen we met de zaak, want meneer Louwes, die heeft ons eigenlijk voorgelogen, daar komt het op neer, hij is wel degelijk de dader.

Het gaat er dus om, dat de vinger van Louwes gebloed zou hebben aan de bovenzijde, om zo een bloedvlek aan de onderzijde van de kraag te veroorzaken. Of dat zo gegaan kan zijn (dus niet moet zijn, maar kan zijn) valt heel gemakkelijk te controleren. Namelijk met de foto van de vlek op de kraag.

Zou Annegriet dat hebben gedaan?

Nee dus. De vlek zit helemaal niet onder de kraag, maar bovenop de sierkraag. Het hele verhaal klopt niet en dat kan eenvoudig worden gecontroleerd, bijvoorbeeld hier in de beeldbank.

Dat hadden de Waisviszen natuurlijk ook moeten doen. Maar die omissie zou je nog kunnen wijten aan hun inmiddels vergevorderde leeftijd.

Maar Wietsma? Een journaliste van het onderzoeksprogramma Argos? Ze heeft de genoemde website geraadpleegd, dat bewijst de podcast.

Toch liet ze deze verkeerde voorstelling van zaken begaan. Het is een lekker verhaal maar helaas weer niet waar.

Waar blijft de rectificatie van Argos?

Twee halve waarheden is driekwart leugen

De podcast De Deventer Mediazaak van Annegriet Wietsma maakt een uitvoerig nummer van een dagboekfragment, dat de familie Waisvisz alsnog had opgedoken.

Hier het bericht, zoals dat door De Telegraaf naar buiten werd gebracht:

Op de witte blouse die Jacqueline Wittenberg droeg toen ze ‘s avonds om het leven werd gebracht, is alleen het DNA van Louwes en van het slachtoffer zelf aangetroffen. Louwes heeft zich er altijd op beroepen dat de overdracht van zijn genetisch materiaal op de blouse tijdens een zakelijk contact overdag moet hebben plaats gehad. Maar in zijn dagboek rept de fiscaal jurist helemaal niet over een witte blouse. Hij is er vrijwel zeker van dat de weduwe die ochtend een rode jurk droeg, zo schrijft hij. Het zou volgens hem ook een rood mantelpak kunnen zijn geweest, maar daar paste volgens derden het type blouse niet bij dat de weduwe ‘s avonds aan had. Ze zou bij het mantelpak ongetwijfeld een truitje hebben gedragen, zeggen directe vriendinnen van het slachtoffer.

Bij Annegriet komen we de optie mantelpak helemaal niet meer tegen. We stellen eerst vast dat we het hebben over een verklaring van Louwes. Als hij zegt niet met zekerheid te kunnen stellen of het een jurk of een mantelpak was en je laat dit weg, dan is er sprake van een eerste halve waarheid. Daarachter gaat een waarheid als een koe schuil: Louwes heeft geen verstand van dameskleding.

Dan kun je nog stellen, dat het mantelpak er niet toe doet, want dat hebben die directe vriendinnen van het slachtoffer verklaard. O, is dat zo? Bij welke gelegenheid dan wel? En over welke vriendinnen hebben we het dan?

Uit het tactisch journaal, de enige betrouwbare bron in dit verband, kun je drie directe vriendinnen ‘definiëren’.

Dat zijn:

Bij de eerste vriendin ging mevrouw Wittenberg elke week op zaterdag koffie drinken. Zij is met naam en toenaam in het tactisch journaal terug te vinden. Maar ze is niet gehoord door de recherche.

Een andere vriendin ontmoette mevrouw Wittenberg wekelijks op de markt van Diepenveen. Met deze vriendin had ze in de week na haar vervroegde overlijden nog een koffieafspraak staan.

Dit was zo duidelijk een vriendin dat de groenteman van de markt van Diepeveen deemzet.nl op de vriendschap attendeerde. Ze staat met naam en toenaam in het tactisch journaal genoemd, evenals de opmerking dat de recherche haar (nog) niet heeft gesproken. Overigens is deze vriendin inmiddels overleden.

De weduwnaar berichtte deemzet.nl nog dat zij zich bij de recherche had gemeld en nul op het rekest had gekregen. Nog een saillant detail: ze bekleedde een vertrouwensfunctie bij de gemeente en had wellicht meer dan enig andere vriendin inzicht in het dagelijks leven van mevrouw Wittenberg.

Een derde vriendin is de bridgepartner van mevrouw Wittenberg. Haar heeft de recherche wel gesproken, in de avond van 25 september. Hierover staan zes nietszeggende regels in het tactisch journaal en later volgen nog vier regels, omdat ze een opmerking over de klusjesman had gemaakt. Nergens iets over kleedgewoonten.

Die onbenoemde vriendinnen vormen een tweede halve waarheid.

Dus op dit punt aanbeland kunnen we al spreken over driekwart leugen, maar het wordt nog erger.

Voor zover valt na te gaan, zijn de opmerkingen van de huishoudster over de kleding van mevrouw Wittenberg nog het meest concreet (26-01-2004 rechtszitting Den Bosch):

Volgens mij droeg mevrouw Wittenberg op die bewuste ochtend een rok met een witte  blouse. Als werkkleding droeg mevrouw Wittenberg normaliter een donkerblauwe  broek, een witte blouse en een rode trui. De broek was steeds dezelfde. Ze had meerdere  witte blouses, ook met een streepje. Ook droeg ze wel eens een lang, rood vest.  

Tegenover de rechter-commissaris heb ik verklaard dat ik me herinnerde dat er op 23  september 1999 een rok met knopen aan de zijkant klaar hing. Het is echter zo dat  mevrouw Wittenberg die rok al aan had. Het kan zijn dat die rok rood van kleur was,  maar daar ben ik niet zeker van. 

En dan kunnen we dus wel van driekwart leugen spreken. En bepaald geen leugen om bestwil.

Had Annegriet Wietsma, de maakster van de Argos-podcast, dit kunnen weten? Wel, naar haar eigen zeggen voer ze blind op Bas Haan. Diens boek diende immers als het fundament van haar podcast?

Bas Haan beroemt zich op zijn dossierkennis in deze zaak. Maar die had haar ook in deze kwestie niet geholpen.

Moet Argos blij zijn met podcast Deventer Mediazaak?

Wie de naam Argos hoort, denkt terecht aan de vele radioprogramma’s met gedegen feitenonderzoek. Het zijn meestal belangrijke onderwerpen die worden behandeld en de conclusies zijn vaak schokkend.

Om die reden halen de programma’s van Argos regelmatig de nationale pers en – dat is opvallend – niemand vraagt zich af of het wel klopt wat in die programma’s te berde wordt gebracht. Argos heeft in de loop der jaren een enorme reputatie opgebouwd. De onderzoeken zijn onafhankelijk, objectief, diepgravend en gedetailleerd en dus wordt nooit aan de resultaten getwijfeld.

Maar begin dit jaar gebeurde er iets bijzonders.

Bij Argos verscheen de podcast De Deventer Mediazaak.

Eerst wat over de titel want die is al opvallend.

De Deventer Moordzaak houdt in Nederland al 22 jaar de (juridische) gemoederen bezig en nog steeds is die niet definitief ten einde gebracht. De podcast De Deventer Mediazaak evenwel gaat voornamelijk over de rol van de media in deze zaak.

Hoewel de podcast dus niet over de moordzaak zelf gaat, maar voornamelijk over de rol van de media daarin, wordt door de keuze van de titel wel nadrukkelijk een link gelegd met de naam van een moordzaak die bijna iedere Nederlander kent.

Men kan hiervoor wel begrip opbrengen omdat een titel De rol van de media bij nepnieuws ongetwijfeld niet dezelfde aandacht zou hebben getrokken.

De Deventer Mediazaak gaat dus over de rol van de media. Tenminste, dat suggereert de titel.

Maar in werkelijkheid komen de media in de zes afleveringen van de podcast maar sporadisch aan de orde. De pijlen zijn niet op de media gericht maar vooral op Maurice de Hond. De Mediazaak is vooral één lange aanklacht tegen Maurice de Hond.

De luisteraars hebben dat ook zo begrepen, gezien de gebruikelijke reacties in zijn richting op twitter.

De titel is dus eigenlijk dubbel misleidend: de podcast gaat niet echt over de moordzaak en gaat ook nauwelijks over de media.

De maakster van de podcast, Annegriet Wietsma, wordt na het verschijnen al snel verweten dat ze de waarheid op veel plaatsen geweld aandoet. Ze mag dan wel een zekere overtuiging hebben over de ‘kwalijke’ rol van Maurice de Hond, maar in een dergelijk journalistiek onderzoeksproject (onder de paraplu van Argos) moeten de feiten wel kloppen. En dat is aantoonbaar niet het geval.

Maar zij reageert nauwelijks of niet op deze aantijgingen en dat op zich is al opmerkelijk. En als ze al reageert is dat niet rechtstreeks. Zo laat ze in een tweet plotseling weten:

… Graag wil ik nogmaals benadrukken dat het fundament voor dit project ligt bij de analyse van @bas_haan over de rol van de media, zie ‘De Deventer Moordzaak, het complot ontrafeld’ …

Lijkt dit niet erg op het afschuiven van verantwoordelijkheid? Zo van: als er onjuistheden in mijn podcast voorkomen, moet je bij Bas Haan zijn, niet bij mij?

En zo komen we bij de inhoud van de podcast.

In de afgelopen 22 jaar hebben velen De Deventer Moordzaak tot in detail bestudeerd en hun conclusies zijn zeker niet altijd eensluidend. Een kenmerk van goed onderzoek, zou je zeggen. Maar hun onderzoeksresultaten komen in De Deventer Mediazaak niet of nauwelijks aan bod.

Dat is opmerkelijk.

De analyse van Bas Haan mag dan wel het fundament van het project zijn maar hoe zit het dan met belangrijke andere bronnen, want een onderzoek als dit baseer je toch niet op één boek van slechts één persoon?

Een zo’n bron is het boek Leugens over Louwes van Prof. Ton Derksen die een grote reputatie geniet vanwege zijn prominente rol in de zaak Lucia de Berk en ook in De Deventer Moordzaak een wetenschappelijke aanpak kiest. Zo worden vele, vele pagina’s besteed aan referenties en bevat het vele noten.

Maar op een paar quotes na komen zijn bevindingen nauwelijks in de podcast voor en, nog belangrijker, ook blijkt niet dat de maakster goed kennis heeft genomen van zijn boek.

Er is nog een andere bron die ook zeker niet had mogen ontbreken. Al sedert 2011 is een imposante website deemzet.nl opgebouwd, waarin de moordzaak tot in de kleinste details (onder andere het DNA-onderzoek is bekend) wordt onderzocht. Ook deze bron is niet merkbaar gebruikt, zo tonen diverse onvolkomenheden aan.

Dus nee, voor een gedegen onderzoek heeft Annegriet Wietsma aan één fundament blijkbaar meer dan voldoende.

En dat brengt ons op de schrijver van dat fundament, Bas Haan. Is deze journalist wel zo’n objectieve bron?

In januari 2019 kondigde hij in De Wereld Draait Door de film De Veroordeling aan die is gebaseerd op zijn boek uit 2009. De film zou in 2020 in de bioscoop uitkomen, maar daar stak Covid-19 een stokje voor. De première werd uitgesteld naar voorjaar 2021, maar ook die ging niet door. Inmiddels is de verschijningsdatum vastgesteld op 2 september 2021.

Zou het toeval zijn dat de podcast De Deventer Mediazaak begin januari 2021 vlak voor de toen nog geplande première van de film in een trailer wordt aangekondigd? Weliswaar is Annegriet Wietsma de maakster maar ook in deze trailer meldt Bas Haan zich meer dan nadrukkelijk en opnieuw gaat hij tussen de bedrijven door los op Maurice de Hond.

Inmiddels is zijn favoriete uitspraak: Maurice de Hond is een veroordeelde crimineel.

Ook zal het geen toeval zijn dat Annegriet Wietsma te gast is in Het Perstribunaal in De Deventer Mediazaak. Natuurlijk ook nu weer samen met onderzoeksjournalist Bas Haan en ook deze keer wordt niet vergeten de film De Veroordeling te pluggen (“… wiens boek is verfilmd …”).

Wanneer je deze gebeurtenissen en feiten terugleest, dan kun je je afvragen waar Argos (dat “onderzoekt en duidt”) in verzeild is geraakt.

Een podcast van Argos wordt bestookt vanwege de vele feitelijke onvolkomenheden en fouten, maar de maakster reageert niet.

Een podcast van Argos raakt via trailers betrokken bij het pluggen van de commercieel uitgebrachte film De Veroordeling.

Een podcast van Argos wordt gebruikt door een onderzoeksjournalist die zijn haat tegen Maurice de Hond herhaaldelijk niet kan bedwingen en die waar en wanneer mogelijk deze een veroordeelde crimineel noemt. Een onderzoeksjournalist die niet wil ingaan op de vele vastgestelde fouten in zijn boek en dus ook in de podcast (zie het interview in DWDD uit 2019).

Een podcast van Argos waarin de goede tradities van goed onderzoek categorisch terzijde worden geschoven.

De vraag is dus gerechtvaardigd: Moet Argos blij met de podcast De Deventer Mediazaak?

‘De Veroordeling’ berust op drijfzand

De film De Veroordeling komt later in september alsnog in de bioscoop. Spannend voor de makers: wat zal er eerst zijn, de film of de uitkomst van het herzieningsonderzoek van mr. Aben?

Gezien het moordende tempo van Abens onderzoek hoeven de makers van de film zich niet al teveel zorgen te maken.

Wat weten we over de film die eigenlijk vorig jaar zou verschijnen maar door de corona-pandemie zoveel vertraging opliep? Binnenkort zal hij daadwerkelijk te zien zijn. Op de website van Pathé valt te lezen dat de release van de film op 2 september 2021 zal zijn.

Hoe kondigt Pathé de film aan?

Televisiejournalist Bas Haan (Fedja van Huêt) creëert zijn eigen monster wanneer hij in zijn onderzoek naar de Deventer moordzaak steeds meer in het kamp wordt gezogen van degenen die ‘de klusjesman’ van moord beschuldigen.

Een cryptische aankondiging die geen rush op de bioscoopzalen zal veroorzaken, maar zo te lezen lijkt de film over de Deventer moordzaak te gaan.

Maar dat is schijn. Deze geruchtmakende zaak die de gemoederen al 22 jaar bezighoudt, is slechts een vehikel. Het boek gaat grotendeels over de rol van Maurice de Hond die de ‘klusjesman’ aanwees als de echte dader. De rechter vond dit onrechtmatig en veroordeelde hem daarvoor.

De filmbezoeker wordt dus eigenlijk op het verkeerde been gezet. Hij denkt dat de film over de Deventer moordzaak gaat: over de vele blunders (ook volgens advocaat-generaal Aben), over het onderzoek door TNO naar het mobiele netwerk, het nieuwe DNA-onderzoek, de nieuwe post mortem inzichten vastgelegd in diverse processen verbaal, een zeer waarschijnlijk onschuldige Louwes. Maar niets van dit alles.

Hij krijgt een jacht op Maurice de Hond voorgeschoteld.

De vrijwel ongewijzigde herdruk van Haans boek De Deventer moordzaak (2020) lijdt aan hetzelfde manco. Daar is al veel over geschreven. Niet zo gek, want de film is gebaseerd op dit boek. Op de voorkaft staat te lezen: ‘Nu verfilmd als De Veroordeling’. Inderdaad, het boek gaat maar zeer ten dele over de Deventer moordzaak en bevat vele fouten, maar de associatie met deze moordzaak verkoopt wel beter.

De Deventer moordzaak van Bas Haan gaat over een van de langstlopende en meest omstreden Nederlandse strafzaken. Verfilmd als De Veroordeling met Fedja van Huêt in de hoofdrol.

Als teaser voor de film De Veroordeling ziet eerder dit jaar een podcast het licht: de Deventer mediazaak. Gemaakt door Annegriet Wietsma, met een dikke vinger in de pap van Bas Haan.

Er wordt niet vergeten te noemen dat het over de Deventer moordzaak gaat, want de naamsbekendheid van deze zaak is groot. Wanneer de podcast de titel De rol van de media en nepnieuws zou hebben gekregen, zou er geen Haan naar hebben gekraaid. Maar dit terzijde, marketing is een vak.

Maar verder dekt de titel van de podcast de inhoud al wat beter. Hoewel, het lijkt erop dat de media in het verdachtenbankje zitten, maar de luisteraar komt er al gauw achter dat het voornamelijk Maurice de Hond is die op de korrel wordt genomen.

De luisteraars is dat zeker niet ontgaan. De reacties, bijvoorbeeld op twitter, hebben het dan ook nauwelijks over de media. Het is Maurice de Hond die van velen de volle laag krijgt. Ach, we kennen dit type reacties op de social media wel.

Maar er zijn ook andere, serieuzere reacties. Weliswaar veel minder, dat moet worden toegegeven. Maar zeker niet onbelangrijk.

De maakster van de podcast, Annegriet Wietsma, krijgt het verwijt dat de waarheid op veel plaatsen geweld wordt aangedaan. Ze mag dan wel een zekere overtuiging hebben over de kwalijke rol van Maurice de Hond, in een dergelijk journalistiek onderzoeksproject (onder de paraplu van Argos) moeten de feiten wel kloppen. En dat is aantoonbaar niet het geval.

Annegriet Wietsma reageert op deze aantijgingen niet rechtstreeks, maar laat dan plotseling in een tweet weten:

… Graag wil ik nogmaals benadrukken dat het fundament voor dit project ligt bij de analyse van @bas_haan over de rol van de media, zie ‘De Deventer Moordzaak, het complot ontrafeld’ …

Lijkt dit op afschuiven van verantwoordelijkheid? Als er onjuistheden in mijn podcast voorkomen, moet je bij Bas Haan zijn, niet bij mij?

De vele feitelijke onjuistheden in de podcast worden haar in een document van minuut tot minuut voorgelegd. In de onderzoekswereld is het gebruik dat hierop wordt gereageerd. Dat brengt ons dichter bij de waarheid. Maar niets van dit alles. Ze blijft muisstil.

Een sterke reactie is dit niet.

Nog even een korte samenvatting van het voorafgaande.

Een boek van Bas Haan dat slechts zeer ten dele over de Deventer moordzaak gaat, vele aantoonbare fouten bevat, en het vooral heeft gemunt op Maurice de Hond.

Een podcast die zich baseert op het boek van Bas Haan moet dienen als een teaser van de film, maar aan dezelfde kwaal lijdt.

Een film die ook is gebaseerd op dit boek, idem, idem.

Wat wordt de bezoeker van de film wijzer van de Deventer moordzaak? Niets.

Weggegooid geld dus.

20 redenen voor onschuld Louwes

Wie de website deemzet.nl goed heeft gevolgd, wist het al: Louwes is ten onrechte veroordeeld in de Deventer moordzaak. Maar anderen aarzelen en zijn nog niet overtuigd.

Voor deze laatste categorie heeft de auteur van deze website (die inmiddels te boek staat als de Vraagbaak Deventer Moordzaak) een lange lijst met 20 redenen samengesteld waarom Louwes de moord niet gepleegd kan hebben.

Eigenlijk zou deze lijst moeten worden aangevuld met nog een reden: Louwes had niet voldoende tijd om de moord te plegen en alle andere handelingen te verrichten (doorzoeken en grondig reinigen huis, slepen met loodzwaar lichaam, dwaalsporen aan te brengen, lopen naar zijn auto en de rit van bijna een uur naar huis) in anderhalf tot twee uur tijd.

Elk onderdeel van de lijst bevat een of twee verwijzingen naar de betreffende argumenten in de website waarin dieper op de uitspraak wordt ingegaan.

Zo verwijst de reden moord was op vrijdag/zaterdag, heldere ogen op zaterdag naar paragraaf 3.4.4 waarin wordt toegelicht wat de ogen kunnen vertellen over het tijdstip van overlijden.

Voor de lezers met aarzelingen een nuttige opsomming. Maar een prettig leesbare opfrisser voor diegenen die al overtuigd waren.

Video over Vlekje #10

Vlekje #10 is voor veel mensen het ultieme bewijs dat Louwes de moord heeft gepleegd. Zijn bloed zit toch op haar blouse!? Maar het is helemaal niet het bloed van Louwes. De video legt uit hoe dat zit.

We hebben dit vlekje al eerder beschreven, natuurlijk onder verwijzing naar de Vraagbaak Deventer Moordzaak. De vraag die we ons toen stelden was: Hoe belastend is Het Bloedvlekje eigenlijk? Het antwoord is ondubbelzinnig: Vlekje #10 combineert een bloedvlekje van het slachtoffer met een speekselspoor van Louwes.

Niks geen bloed van Louwes dus.

In de video (een van de vele die zijn te vinden op deemzet.nl) wordt uitgegaan van hetgeen Hof Den Bosch in zijn arrest schrijft over Vlekje #10 (het noemt het vlekje een bloedspoor).

We lezen in dat arrest onder punt 2.1.2 het volgende:

Deze passage bevat niet minder dan zes fouten. Toch wel slordig voor een gerechtshof.

En het zijn ook niet zo maar fouten. Ze vormden de belangrijkste basis voor de veroordeling van Louwes.

In de video worden ze stuk voor stuk langsgelopen. Van elke fout wordt in woord en beeld uitgelegd waarom we ondubbelzinnig met een fout te maken hebben.
1. Het vlekje zat niet op de kraag;
2. Het spoor zat op de ruche en wel op de voorzijde;
3. Het waren meerdere sporen;
4. Het spoor is voor hooguit 10% bloed, de rest is niet zeker;
5. Het DNA profiel komt vrijwel zeker uit die rest;
6. Het spoor is geen enkelvoudig profiel.

Kijk naar de video die minder dan 10 minuten duurt en laat je overtuigen.

Podcast Deventer Mediazaak van minuut tot minuut

De podcast de Deventer Mediazaak riep bij luisteraars vooral emoties op over het onrecht dat Michael de Jong door de media was aangedaan. Dit ging helaas ten koste van de feiten in de Deventer Moordzaak.

[Voor wie zijn geduld niet kan bewaren: de pdf-file met van minuut tot minuut alle fouten en tekortkomingen in de podcast is hier beschikbaar.]

Het waren trouwens niet zozeer de media in het algemeen die door de podcast op de korrel werden genomen, maar het was veel meer Maurice de Hond.

Dat is ook niet zo verwonderlijk wanneer men bedenkt dat de podcast zich voornamelijk baseert op het boek van Bas Haan. Daarom tweet de maakster Annegriet Wietsma van de podcast op 1 mei 2021:

… Graag wil ik nogmaals benadrukken dat het fundament voor dit project ligt bij de analyse van @bas_haan over de rol van de media, zie ‘De Deventer Moordzaak, het complot ontrafeld’ …

Waarom zou ze dit nogmaals willen benadrukken?

Zijn uitspraken in DWDD van 9 januari 2019 en de trailer van de podcast op 2 januari 2021 maken duidelijk dat Haan zich in zijn uitspraken over De Hond ternauwernood kan beheersen.

De wijze waarop hij over De Hond spreekt, wordt in de volgende twee fragmenten geïllustreerd (het gaat niet zozeer om de inhoud maar om de woordkeus in beide uitspraken):

Er zijn meerder misdadigers [!] die slachtoffers maken die oprecht menen dat ze weer een slachtoffer hebben gemaakt.

of

Het is een beetje als iemand die heeft aangerand [!] na de veroordeling nog steeds over zijn slachtoffer zegt: ja, maar ze heeft het zelf gewild.

Beide zijn bedenkelijke uitspraken. Recentelijk spreekt Haan herhaaldelijk over Maurice de Hond als een veroordeelde crimineel.

De podcast zou daarom aanzienlijk aan kwaliteit hebben gewonnen wanneer Wietsma zich bij de voorbereiding niet alleen had gebaseerd op een Boze Bas, maar ook en misschien voornamelijk op personen die wel hun sporen in deze complexe zaak hebben verdiend.

Denk bijvoorbeeld aan Prof. Ton Derksen, een man met een grote reputatie. Door zijn boek Lucia de B. kon Lucia de Berk na een herzieningsproces aan een levenslange gevangenisstraf ontsnappen.

Deze hoogleraar wetenschapsfilosofie publiceerde in 2011 opnieuw een boek met een titel die er niet om liegt: Leugens over Louwes. Een wetenschappelijk opgebouwd werk met vele noten en uitgebreide referenties. Wél een degelijk boek dus. (In februari 2023 volgde zijn boek De Deventer karaktermoord dat aantoont dat Louwes de dader niet kon zijn geweest, maar dit terzijde).

Maar dan heeft Wietsma hem natuurlijk uitgebreid geraadpleegd bij het maken van de podcast?

Dat zou je verwachten, maar dat is niet gebeurd. In een geredigeerd interviewtje van een paar minuten mocht hij enkele weinig zeggende uitspraken doen. Andere relevante opmerkingen waren eruit geknipt (!).

Een andere zeer goed ingevoerde bron is de auteur van de website deemzet.nl. Sinds 2011 onderzoekt hij alle ontwikkelingen, met belangrijke successen op het gebied van ‘het telefoontje’, post mortem verschijnselen en DNA. Dat er een herzieningsonderzoek is ingesteld, kan voor een belangrijk deel op zijn conto worden geschreven (de Adviescommissie Afgesloten Strafzaken ACAS verwijst zelfs in haar advies rechtstreeks naar hem).
Zijn website kan worden gezien als een Vraagbaak Deventer Moordzaak.

Dus dan spreekt het vanzelf dat Wietsma voor de zekerheid haar bevindingen bij de Deventer Moordzaak ter verificatie aan hem voorlegt?

Dat zou je zeggen, want de feiten moeten wel kloppen, ook als een podcast voornamelijk appelleert aan de emoties van de luisteraar.

Maar helaas, hij is niet door Wietsma benaderd. Wel werd hij op een bedenkelijke wijze ingedeeld in het kamp van de personen ‘… die met Maurice meedenken …’, terwijl hij zich diverse malen heeft gedistantieerd van de wijze waarop Michael de Jong door De Hond als dader werd aangewezen.

Slechts een kort fragment uit een video van zijn website was – zonder zijn medeweten – zijn enige betrokkenheid bij de productie van de podcast.

Op zijn beurt heeft de auteur van deemzet.nl de podcast van minuut tot minuut beoordeeld op zijn betrouwbaarheid. Kloppen de feiten wel? Worden er geen belangrijk feiten weggelaten of slechts gedeeltelijk genoemd, waardoor de luisteraar op het verkeerde been kan worden gezet?

Het resultaat stelt niet gerust.

Het volgende voorbeeld dient als illustratie.

De heer A. Godlieb was ten tijde van de moord hoofd van de Technische Recherche (TR) en de dienst Bijstand Technische Ondersteuning (BTO). Hij wordt in de podcast opgevoerd als een belangrijke zegsman. Maar zijn bijdragen zijn slechts van horen zeggen, zo blijkt.

In een fragment uit een correspondentie op 28 oktober 2003 schrijft de Officier van Justitie:

… A.H. Godlieb heeft zoals gemeld diverse processen-verbaal getekend over informatie die door andere opsporingsambtenaren is ingewonnen; ook al omdat hij het afgelopen halfjaar ziek is geweest zal hij zich opnieuw grondig moeten laten bijpraten om adequaat vragen te kunnen beantwoorden …

Het is dan ook geen wonder dat Godlieb in zijn bijdrage aan de podcast een paar belangrijke fouten maakt die voor de luisteraar van de podcast van groot belang zijn.

De auteur van deemzet.nl begrijpt dat iedereen nieuwsgierig is naar de belangrijkste tekortkomingen in de podcast en heeft ze daarom van minuut tot minuut opgetekend in een pdf-file.

20 aanwijzingen waarom de moord op vrijdag is gepleegd

Op deze website is al in enkele artikelen genoemd dat de moord niet op donderdag- maar op vrijdagavond is gepleegd. De aanwijzingen zijn nogal divers en daarom heeft Demo, de auteur van deemzet.nl ze op een overzichtelijke manier op een rij gezet.

Het OM stelt hier weinig tegenover.

Van meet af aan werd geschat dat het slachtoffer op donderdagavond was overleden. Maar dat was niet meer dan een grove, slecht gefundeerde schatting.

De rechercheurs hadden de schouwarts immers niet toegestaan het slachtoffer te onderzoeken. Hij kon daarom de lichaamstemperatuur niet meten en dus was een goede schatting van het tijdstip van overlijden niet mogelijk.

Daartegenover staan niet minder dan twintig goed gefundeerde aanwijzingen waarom de moord helemaal niet op donderdagavond was gepleegd, maar op vrijdag laat in de avond.

  1. De fysiotherapeut zag het slachtoffer vrijdag rond 11:30 uur via de rotonde richting huis rijden. Deze getuigenverklaring toont aan dat het slachtoffer vrijdag overdag nog in leven was. Deze conclusie geldt ook voor de volgende 5 stellige verklaringen.
  2. De overbuurman van nr. 142 zag het slachtoffer vrijdagochtend thuiskomen met de auto;
  3. De overbuurvrouw van nr. 138 zag het slachtoffer vrijdag rond 16:30 uur lopen op haar inrit;
  4. Haar zoon was bij haar op bezoek, hij is overtuigd van hun waarneming;
  5. Even later zag de buurvrouw om de hoek het slachtoffer over de Zwolseweg lopen;
  6. Een andere buurvrouw vlak daarbij zag vrijdag het slachtoffer van dichtbij lopen;
  7. Uit het telefoongeheugen werd nog vrijdag tenminste één gegeven gewist. Wie anders dan het slachtoffer was vrijdag in haar huis? Dat geldt ook voor de volgende waarneming;
  8. In de poststapel werd één krant er pas na vrijdagmiddag handmatig tussen geschoven;
  9. Op zaterdag en zondag was nog geen hoornvliesvertroebeling zichtbaar; Deze waarneming maakt een overlijden op donderdagavond onmogelijk, net zoals de volgende 6 waarnemingen
  10. De ogen waren zaterdag nog wijd open en zondag nog half open;
  11. Zaterdag waren de ogen nog bol, zondag begonnen ze in te vallen;
  12. Op zondag was de rigor mortis van de kaakspieren nog maximaal;
  13. Op zondag was de livor mortis nog steeds verplaatsbaar;
  14. Sommige livor mortis vlekken van zaterdag waren zondag weer vervaagd;
  15. Op zondag was pas een eerste aanzet van verkleuring van de buikwand zichtbaar;
  16. De op donderdagnamiddag aangeschafte broodjes (8 stuks) en beleg bleken zaterdag alle opgegeten;
  17. Op zaterdag gaven de bloedvlekken op de blouse nog hevig af;
  18. In de gang en de woonkamer lagen zaterdag nog vochtdruppeltjes;
  19. Het ondergoed van het slachtoffer was zondag nog vochtig;
  20. Het kapsel was uitgekamd, het slachtoffer ging altijd zaterdagochtend naar de kapster.

Alle aanwijzingen worden in de website deemzet.nl in detail besproken.

De roze olifant in de kamer

In de rapportages van het NFI is speeksel de roze olifant. Alom aanwezig, maar je praat er liever niet over. Alleen Prof. De Knijff van het FLDO (Forensisch Laboratorium voor DNA Onderzoek) onderstreepte het belang van speeksel.

In het geval van deze zaak lijkt het mij heel goed mogelijk dat langs een normale weg (overdracht middels speekseldruppeltjes) DNA van verdachte vooral op de voorkant van de blouse van het slachtoffer terecht kan komen. Ik heb uitsluitend bedoeld om aan te geven wat voor andere mogelijkheden er zijn om de aanwezigheid van DNA op kledingstukken te verklaren”.

Toch wel een duidelijke verklaring zou je zeggen.

Maar het Hof negeerde dit statement, want het NFI had heel andere verklaringen. Het NFI zag liever bloed, zoals in spoor #10 (vlekje #10).

Spoor #10 werd door het NFI gepresenteerd als een enkelvoudig profiel, dat wil zeggen dat het uitsluitend afkomstig zou zijn van verdachte Louwes.

Als je alle kenmerken (pieken) die behoren bij het profiel van Louwes weghaalt, zou je geen andere pieken meer mogen overhouden. Een enkelvoudig profiel dus, van Louwes en van niemand anders.

Maar dat bleek achteraf bij dit spoor niet te kloppen. Toen het NFI het profiel aan de verdediging moest overdragen, bleken er nog vier piekjes te bestaan.

Behoorden deze vier piekjes ook bij Louwes? Nee, dat maakte ze juist zo bijzonder. Ze behoorden alle vier bij het profiel van mevrouw Wittenberg.

Het spoor was dus geen enkelvoudig spoor (van alleen Louwes), maar een zogeheten mengspoor (van zowel Louwes als Wittenberg).

Overigens waren drie van de vier piekjes door het NFI niet onopgemerkt gebleven. Ze waren wel degelijk aangeduid als bijzondere pieken. Maar het NFI hield deze informatie alleen voor intern gebruik. Opmerkelijk.

Dergelijke kleine piekjes worden normaal gesproken niet als bewijs opgevoerd om iemand te veroordelen. Maar je mag ze ook niet weglaten als daarmee een andere verklaring aannemelijk kan worden gemaakt.

Maar daar denkt het NFI kennelijk anders over zoals ook al bij de Schiedammer Parkmoord was gebleken.

Het NFI heeft op dit punt trouwens een slechte historie.

Zo vond het NFI in 2006 weer DNA van Louwes in een enkelvoudig spoor. Dat spoor werd nu wel gecontroleerd door het FLDO (Forensisch Laboratorium voor DNA Onderzoek) en ook in dat geval bleek het een mengspoor te zijn, precies van hetzelfde type als spoor #10.

Je zou verwachten dat het NFI zo’n fout snel zou rectificeren. Helaas, dit gegeven werd gewoon weggemoffeld.

Er is nog iets raars aan de hand met spoor #10.

Dit spoor is zo klein, dat het niet mogelijk was om het heel precies uit de blouse te knippen.

De grootte van het monster dat uit de blouse geknipt was bedroeg ruim 50 mm2. Om een idee van de grootte te geven, dat is een stukje van 7×7 mm2. Het bloedvlekje erin mat ongeveer 8 mm2 (zeg 3×3 mm2).

Dus er werd 42 mm2 aan loze ruimte meegeknipt? Dat zou je zeggen. Maar was dat wel loze ruimte? Nee, we hebben hier te maken met een roze olifant, zie later.

Daarvoor moeten we kijken naar de hoeveelheid DNA in een spoor die kan worden weergegeven door een DNA-meter.

Dit kleine spoor #10 had een heel hoge DNA-waarde, de meter liep op zeker moment op tot een waarde van 5000 eenheden. Dat is heel hoog.

Laten we deze waarde eens vergelijken met een ander bloedvlekje van Louwes in de broekzak van de pantalon die in beslag was genomen.

De DNA-waarde van dit vlekje was iets minder dan 1000. Dat zou dus ongeveer zo groot moeten zijn als een speldenprik!

Hoe zit het met de bloedvlekken van mevrouw Wittenberg zelf elders op de blouse?

Die variëren in grootte van 1 tot 1,5 cm2 en geven een DNA-waarde te zien van 2000 tot 8000 eenheden.

Dat is opvallend. Hun DNA-waarde is gemiddeld vergelijkbaar met dat van vlekje #10, terwijl dit maar liefst tien tot twintig keer kleiner is.

Hoe komt het dat vlekje #10 relatief zoveel meer DNA bevat?

We kunnen dit alleen maar verklaren, als we ervan uitgaan dat het bloedvlekje van spoor #10 een heel klein bloedvlekje van mevrouw Wittenberg is dat samen met heel veel andere soortgelijke vlekjes door contaminatie op de blouse is gekomen. En dat dit kleine bloedvlekje van mevrouw Wittenberg (met weinig DNA) is vermengd met een spoor van Louwes (met relatief veel DNA).

Dat is gebeurd in het mortuarium van het Deventer ziekenhuis. De Technische Recherche is toen overduidelijk aan het knoeien geweest met het stoffelijk overschot en veroorzaakte zodoende veel onderzoekerssporen.

Het fotografisch bewijs hiervan werd aangetroffen op de beruchte CDROM die in de Volkskrant is besproken en zelfs in de Tweede Kamer.

Daarmee wordt ook verklaard dat er kleine pieken van mevrouw Wittenberg in dat profiel zitten, maar naar verhouding precies even hoog als de pieken in de profielen van de andere bloedvlekken van mevrouw Wittenberg.

En hoe zit het dan met het DNA van Louwes?

Hier komt de roze olifant uit de mouw.

Overal op de bovenzijde van de blouse zit DNA van Louwes. Soms gewoon in vlekken, soms vlak bij een bloedvlekje (spoor #10), soms vlak bij een roze vlek, zoals spoor #9.

Hoe weten we dat en waar komt dit DNA vandaan?

Hier komt black-light te hulp.

Sommige sporen zijn alleen maar in black-light zichtbaar. In dit geval gewoon speeksel.

Speeksel, dat iedereen overdraagt als je dicht bij iemand in de buurt iets gaat zeggen. Als je wetenschappelijke onderzoeken naleest, kun je uitrekenen, dat iedereen in 2 minuten zoveel DNA overdraagt, dat je daar gemiddeld 1000 tot 5000 complete profielen mee kunt produceren. Maar daar hoor je het NFI niet over.

Dat speeksel zat wél over het hele lapje, dat het NFI had uitgeknipt. En dan is de hoge uitslag van de DNA-meter ineens helemaal niet zo verrassend  hoog meer. Zeker niet als je weet, dat de door het NFI gebruikte techniek veel gevoeliger is voor speeksel dan voor bloed.

Alleen werd dit pas na 2005 goed duidelijk.

Dit wordt ook in de beeldbank getoond.

Den Bosch vs. Arnhem

Advocaat-generaal Brughuis maakte gehakt van de eerdere veroordeling van Louwes door het hof Arnhem: “… had dan ook niet tot een bewezenverklaring kunnen komen.

In haar requisitoir van 26 januari 2004 gaat ze uitgebreid in op het herzieningsproces dat eerder voor het Hof Arnhem werd gevoerd en komt tot de conclusie dat Hof Arnhem niet tot een veroordeling had mogen komen.

Ze begint gelijk over het motief dat werd gevonden in Louwes’ mogelijke interesse in vakantiehuizen, bijvoorbeeld op Malta.

Daar maakt ze korte metten mee.

Van dit motief blijft volgens de advocaat-generaal dus niet veel over.

Dan het mes, dat ook gelijk door haar wordt afgeserveerd. Het had niet als bewijsmiddel gebruikt mogen worden, vindt ze.

Aan twee andere eigenaardige opvattingen over onder andere de vindplaats van het mes en het tijdstip waarop het gevonden werd, maakt ze weinig woorden vuil.

We hebben hier al vaak op gewezen.

De kwalificaties spreken boekdelen.

Ze gaat verder in op allerlei aspecten van het mes: de lengte van 18 cm die niet past bij de even diepe steekwonden van ongeveer 10 cm, het lemmet dat niet past bij de afdruk op de blouse, etc.

Wel gaat ze uit de bocht wanneer ze meent:

Niks volgens de regels der kunst uitgevoerd. Er is ronduit fraude gepleegd. Met (veel te lichte) veroordelingen van ambtsedige politiemensen tot gevolg.

Tenslotte komt ze op het telefoongesprek waarover we inmiddels veel meer weten, zie het TNO-rapport. Maar toch komt ze tot de volgende conclusie.

Dat is nogal wat. Volgens de advocaat-generaal had Louwes op grond van de voorliggende bewijsmiddelen door Hof Arnhem gewoon vrijgesproken moeten worden.

Gelukkig (pfff) voor haar kon het OM nog een vlekje op de blouse tevoorschijn toveren zodat het proces kon verdergaan en uiteindelijk tot een veroordeling leidde.

Over dit vlekje is inmiddels veel meer bekend geworden, zie daarvoor de Vraagbaak Deventer Moordzaak deemzet.nl.

De conclusie van dit alles is duidelijk: Louwes had al niet veroordeeld mogen worden door Hof Arnhem en evenmin door Hof Den Bosch.

Het zal je maar gebeuren.

Tactisch onderzoek in de beeldbank

Tactisch onderzoek heeft tot doel te achterhalen wat rond een misdrijf precies is gebeurd. Vallen dingen op, wat verklaren getuigen? Goed rondkijken dus is het devies.

We hebben al eerder verwezen naar de beeldbank van deemzet.nl. De combinatie van foto’s met een duidelijke uitleg vertelt boekdelen.

In de beeldbank worden niet minder dan 24 onderwerpen behandeld: bijvoorbeeld over Alibi GSM (2), en veel bijdragen over DNA (11 tot en met 20). Vooral het DNA-onderzoek wordt erg consciëntieus behandeld.

Deze keer verwijzen we naar de bijdrage over het Tactisch onderzoek in de Deventer moordzaak. Hierin wordt een aantal opmerkelijke zaken behandeld.

Zo wordt in de hal een stapel post en kranten aangetroffen die op een niet logische wijze zijn gestapeld. Ook wordt van de aangekochte etenswaren op donderdagmiddag maar een deel teruggevonden. En er is een belangrijk afspraakboekje verdwenen (gestolen). Om er maar een paar te noemen.

In de beeldbank komen deze onderwerpen aan de orde.

Een bezoek aan de beeldbank kan dus van harte worden aangeraden.

PMI: Post Mortem Interval

Het is op deze plek al eerder gemeld. De Deventer moordzaak gaat steeds meer over details. Post mortem details sluiten het daderschap van Louwes vrijwel uit.

Livor mortis (lijkvlekken) zijn zulke post mortem details.

In de beeldbank van de Vraagbaak Deventer Moordzaak is het gehele verhaal over livor mortis opgenomen. Hieronder alvast een voorproefje en hoe degelijk onderzoek de zaak kan oplossen.

De alerte onderzoeker van deemzet.nl (inmiddels ook bekend als de Vraagbaak Deventer Moordzaak) was op een paar foto’s iets bijzonders opgevallen. Ze waren gemaakt op de plaats delict onmiddellijk na het vinden van het slachtoffer en tijdens de sectie een dag later.

De lijkvlekken (livor mortis) die op de foto’s zichtbaar waren, pasten niet bij het tijdstip van overlijden van het slachtoffer.

Voordat we de lezer verwijzen naar de betreffende beeldbank en hoofdstukken is het handig te weten wat het bloed van een slachtoffer doet vanaf het tijdstip van overlijden. Hieronder is dat schematisch weergegeven.

Vanaf het tijdstip van overlijden (tijdstip 0) zakt de livor mortis (de paarse verkleuring) naar het laagste punt.

Wanneer het slachtoffer binnen 6 uur na overlijden wordt omgedraaid, dus met de neus naar boven, zakt de livor mortis nog steeds naar het laagste punt (A).

Wanneer het slachtoffer pas tussen 6 en 12 uur na overlijden vanaf de beginpositie wordt gedraaid, zal niet langer alle livor mortis naar het laagste punt zakken (B).

Wanneer het slachtoffer pas na 12 uur of langer wordt gedraaid zakt de livor mortis niet meer naar het laagste punt (C) en blijft het op zijn plaats.

De ontstane patronen van de livor mortis verraden dus het eventuele verplaatsen van het stoffelijk overschot.

Een voorbeeld. Wanneer een slachtoffer wordt aangetroffen in toestand C is het zeker dat hij langer dan 12 uur na overlijden in deze positie is geplaatst.

Zou hij na overlijden niet meer zijn aangeraakt, dan zou de livor mortis niet bovenin maar onderin het lichaam zijn aangetroffen.

Lees de conclusies die hieruit worden getrokken.

Een tweede verschijnsel is ook belangrijk.

Wanneer druk op het lichaam van het slachtoffer wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld door een hand in de bovenstaande figuur), kan de livor mortis worden weggedrukt en blijft de afdruk van de hand enige tijd zichtbaar, zoals op de tweede foto.

Maar dat blijft niet zo. Het wegdrukken van de livor mortis blijft ongeveer iets langer dan een etmaal na overlijden mogelijk.

Wanneer de livor mortis niet meer wegdrukbaar is, was het tijdstip van overlijden bijvoorbeeld 36 uur eerder.

De sectiearts nam nog enige wegdrukbaarheid waar:

De patholoog-anatoom onderzocht de wegdrukbaarheid van livor mortis op de rug van het slachtoffer op zondagmiddag en meldt een onvolledige wegdrukbaarheid.

wat zou inhouden dat het slachtoffer niet eerder dan bijvoorbeeld 36 uur voor de sectie is overleden.

De sectie vond plaats op zondagmiddag om 13 uur, dus zou het tijdstip van overlijden ergens in de nacht van vrijdag op zaterdag moeten hebben gelegen.

Met deze achtergrondinformatie zijn de conclusies die uit de post mortem waarnemingen kunnen worden getrokken, iets eenvoudiger te volgen.

Vooral lezen want de conclusies zijn ook nog spannend.

Het ochtendbezoek

Cruciaal in het verweer van Louwes was het bezoek dat hij op donderdagmorgen aan mevrouw Wittenberg had gebracht. Na eerdere ontkenning bevestigde de recherche dit.

Voor de aanwezigheid van DNA van Louwes op de blouse werd door de verdediging een duidelijke en toetsbare verklaring gegeven (speekseldepositie). Die verklaring werd evenwel niet getoetst, het NFI kwam met eigen verklaringen.

En dus claimde advocaat-generaal mr. Annemarie Brughuis nog tijdens het herzieningsproces Den Bosch:

Daar komt bij dat ik kan aantonen dat verdachte op 23 september 1999 niet in de ochtend bij het slachtoffer is geweest, zodat hij toen niet zijn DNA-materiaal kan hebben achtergelaten.

Er zijn echter niet minder dan 12 belangrijke aanwijzingen dat het bezoek wel degelijk heeft plaats gevonden:

1. de notitie in haar agenda;
2. de mededeling van een getuige op 26 september 1999;
3. een telefoongesprek op 22 september 1999 waarin hij de afspraak voor donderdagmorgen maakte;
4. de grafbrief in Louwes’ archief die hij bij mevrouw Wittenberg had opgehaald;
5. Louwes wist van afspraak mevrouw Wittenberg met huisarts;
6. Louwes wist van de ladders bij de buurman;
7. Louwes wist van het gebruik van spiritus van de werkster;
8. de telefoongesprekken die hij met kantoor voerde vanuit Deventer waarin hij vraagt naar inkomensgegevens van zijn cliënt;
10. een vervolgafspraak in Deventer;
11. inkomensgegevens doorgegeven;
12. de uiteindelijk duidelijke verklaringen van de werkster.

Lees verder in de beeldbank bij de foto’s 4 en 5. Ook de andere foto’s zijn de moeite waard.

Niet minder dan drie messen

In het begin van de Deventer moordzaak speelden niet minder dan drie messen een rol. Het eerste mes (Het Mes) werd uiteindelijk als moordwapen gezien. En de andere twee messen dan?

Op deemzet.nl (de Vraagbaak Deventer Moordzaak) wordt in 17 foto’s met toelichting het verhaal van deze messen verteld: waar zijn zij gevonden, leken ze wel op de bloedafdruk op blouse, hoe zijn zij als potentieel bewijs behandeld, hoe is het ze verder vergaan, etc.

Nog steeds ongelooflijk dat Het Mes het tot en met het Hof Arnhem heeft geschopt.

Als dit zo erg mis heeft kunnen gaan, hoeveel vertrouwen moet je dan hebben in de verdere gang van zaken?

Processen verbaal uit 2014

In de juridische wereld is een proces verbaal niet zo maar een stuk tekst. Het weegt zwaar in strafzaken. In de Deventer moordzaak zijn vele processen verbaal opgemaakt.

Twee ervan zijn van recente datum (nou ja, recent), namelijk opgemaakt in maart 2014.

Beide processen verbaal zijn opgemaakt door een inspecteur van de Nationale Recherche:

Waarvan door mij op ambtsbelofte opgemaakt dit proces-verbaal, ….

Het eerste proces verbaal betreft de verslaglegging van een aantal expert meetings van vijf forensische experts en is opgemaakt op 12 maart 2014 en is al eerder besproken.

Het tweede proces verbaal is opgesteld op 17 maart 2014 en gaat over het GSM-verkeer tijdens de atmosferische omstandigheden rond 20:36 uur in de buurt van Deventer. Een zinsnede uit dit proces verbaal vat de kwestie van Het Telefoontje bondig samen:

Een geraadpleegde deskundige van TNO noemt contact tussen basisstation 14501 en een specifiek wegdeel op de A28 congruent met de verklaring van Louwes bij omstandigheden van bijzondere propagatie aannemelijk, en zonder die omstandigheden voorstelbaar.

Deze passage zegt dat het verweer van Louwes dat hij van meet af aan heeft aangevoerd ‘voorstelbaar’ is.

Dat hij dus niet gelogen zou kunnen hebben.

Dat hij dus wel vanaf de A28 gebeld zou kunnen hebben.

Dat hij dus wel een alibi zou kunnen hebben.

Dat is nogal wat.

Beide processen verbaal zijn onder ambtsbelofte opgemaakt en maken een veroordeling van Louwes verre van overtuigend, om het zwak uit te drukken.

Vraagbaak Deventer Moordzaak (1)

Over de Deventer moordzaak is sedert 1999 veel geschreven. Processen verbaal, rapporten, requisitoirs, arresten, artikelen en boeken en het houdt voorlopig niet op.

En sinds enkele jaren zijn daar de sociale media bijgekomen: Twitter en Facebook.

En zo kan iedereen over deze ingewikkelde zaak zijn mening geven, nieuwe feiten aandragen of bestaande feiten betwisten.

Helaas wordt op deze wijze hier en daar, goed bedoeld, en meestal onbewust, de waarheid geweld aangedaan.

Het valt ook niet mee. Waar de zaak eerst nog betrekkelijk overzichtelijk leek, wordt die gaandeweg steeds gedetailleerder en gespecialiseerder.

Zo kon Louwes eerst nog eenvoudigweg als verdachte worden aangemerkt vanwege een telefoontje dat voor onmogelijk werd gehouden en zijn alibi onderuit haalde. Dat viel door iedereen te volgen.

Uiteindelijk ging het over zeldzaam optredende atmosferische omstandigheden in samenhang met bijzonderheden van het functioneren van het mobiele netwerk in 1999.

Die technische en specialistische discussies waren niet meer voor iedereen goed te volgen en dus werden hier en daar stelligheden aangedragen die feitelijk onjuist bleken te zijn.

Ook wordt het bloedvlekje #10 vaak genoemd als blijk van de schuld van Louwes: “En hoe verklaar je dan dat bloedvlekje met zijn bloed? Nee, hij is de dader, dat kan niet anders.”

Zou zo’n iemand de moeite nemen wat dieper in het DNA-bewijs te duiken, dan zou hij het er snel mee eens zijn dat het niet Louwes’ bloed is, maar dat van het slachtoffer, ingebed in een wolk speeksel van Louwes. Speeksel dat overigens veel meer DNA bevat dan bloed.

Maar wie neemt het deze persoon kwalijk dat hij deze moeite niet kan of wil doen. Het is ingewikkelde materie en niet iedereen kan daarin zijn weg vinden.

Maar zo blijven de misverstanden wel bestaan en gaan ze een eigen leven leiden.

In deze kakofonie van meningen ontstond een bron van goed onderbouwd feitenmateriaal die we inmiddels wel de Vraagbaak Deventer Moordzaak mogen noemen. Deze vraagbaak is een grote website die door een deskundige chemicus gedurende tien jaar met veel zorg en deskundigheid is samengesteld.

Wie weer eens een mening op Twitter of Facebook ten beste wil geven, zou er daarom goed die te toetsen aan het feitenmateriaal in deze vraagbaak.

De hele Vraagbaak is erg omvangrijk en gespecialiseerd. Daarom heeft de samensteller een Vraagbaak light samengesteld: In het pak genaaid. In een prettige verteltrant wordt de Deventer moordzaak voor iedereen begrijpelijk gemaakt.

Louwes staat voor tegen OM

Deze website wordt behoorlijk vaak gelezen. En niet alleen dat. Lezers nemen ook de moeite een reactie te plaatsen. Een van deze reacties vormt de basis van dit artikel.

Kern van deze reactie is de geloofwaardigheid van Louwes enerzijds en van het OM anderzijds.

Je zou in een rechtsstaat mogen hopen dat de geloofwaardigheid van het OM staat als een paal boven water. Helaas blijkt dat niet het geval, zo blijkt uit de onderstaande analyse die Agno in de Reacties plaatste.

Nog los van de mogelijkheid of onmogelijkheid van het aanstralen van de GSM mast in Deventer vanaf de A28 en ook de discussie over de inhoud van het korte 16 seconden gesprek, wordt Louwes’ verhaal gestaafd door twee sterke bewijzen:

1) Hij benoemde dat hij op de A28 in een file gestaan heeft (door een tijdelijke wegversmalling), die nooit op de radio is aangekondigd (en hij had zeker ook nog geen internet op zijn mobiel in die tijd). Dit is een sterk alibi.
2) Het belastingvrije bedrag van fl. 1750,– dat hij beloofd had aan de weduwe door te geven, had zij ook daadwerkelijk opgeschreven op een notitieblokje bij de telefoon. Dit is een sterke indicatie dat zijn versie van het verhaal juist is.

Als je van een afstandje naar de DMZ kijkt dan komt het volgende beeld naar voren:

* Wat Louwes de rechercheurs allemaal verteld heeft, blijkt achteraf verrassend vaak verifieerbaar te kloppen.
* De vermoedens en bewijzen aangedragen door de recherche, blijken achteraf verrassend vaak onderuit gehaald te kunnen worden (“Leugens over Louwes” is een mooie alliteratie).

Al met al een treurigstemmend beeld.

GSM: in 1999 en na 2000

Op het artikel Wat was er mis met het bewijs titel werd onmiddellijk gereageerd door de auteur van deemzet.nl. Hij weet bijna alles van de Deventer moordzaak.

Nu blijkt dat bezoekers aan deze website wel de artikelen lezen, maar vaak niet de moeite nemen de Reacties door te nemen.

Dat is jammer, ook in dit geval. Want – en dat was al aangekondigd – er was zoveel meer mis met de Deventer moordzaak. En dat zou voor de lezer verborgen blijven. Daarom hieronder de reactie.

De categorie mishandeld bewijs verdient nog een aanvulling.

De verdediging ontdekte dat tijdens het GSM-gesprek van 23 september 1999 vanaf de A28 via de zender in Deventer speciale atmosferische omstandigheden heersten. Een deskundige bestreed dit evenwel onder verwijzing naar een weerbericht uit december (!).

Het Hof accepteerde dat.

Louwes had van meet af aan gesteld dat hij vanuit de omgeving Harderwijk had gebeld.

Het OM maakte daar ‘t Harde van.

Het Hof accepteerde de verdediging van Louwes niet en sprak recht op basis van de onmogelijkheid om vanuit ‘t Harde te bellen.

Later beoordeelden GSM-deskundigen het GSM-gesprek op basis van de werking van GSM in het jaar 2000 en later.

Maar het gesprek vond plaats in 1999 en toen werkte het GSM-systeem anders en kon dat gesprek wel plaatsvinden (zie de toelichting).

De advocaat-generaal in de herziening van 2007 gebruikte de netwerkgegevens van KPN uit 2005 om de situatie in 1999 te beoordelen en daarmee maakte hij een grote fout.

Hij ging uit van alternatieven die nog helemaal niet bestonden.

Op deze wijze werd het verweer van Louwes op verkeerde gronden verworpen en dat heeft zijn zaak ernstig geschaad.

Wat was er mis met het bewijs?

Deze website heeft niet tot doel Louwes vrij te pleiten. We willen slechts dat niemand in Nederland onschuldig achter de tralies belandt op basis van ondeugdelijk bewijs.

En dus ook Louwes niet.

Laten we hieronder samenvatten wat er zoal mis is met de bewijsmiddelen.

Let op, de lijst is niet uitputtend.

Frauduleuze bewijsmiddelen
1. Het Mes werd schoongeveegd alvorens het als bewijsmiddel voor de geurproef aan te bieden.
2. Uit het verslag van onderzoek naar de blouse in het mortuarium werden relevante passages gewist.

Mishandelde bewijsmiddelen
1. De blouse werd besmeurd met bloedvlekken en roze vlek(ken) na veiligstelling.
2. De verdediging vond uit dat tijdens het GSM-gesprek van 23 september vanaf de A28 via de zender in Deventer speciale atmosferische condities heersten.
Een deskundige bestreed dit met een weerbericht uit december (!). Het Hof accepteerde dat.
3. Louwes had van meet af aan en consistent verklaard dat hij belde vanuit de omgeving Harderwijk. Het OM maakte daar ‘t Harde van. Het Hof accepteerde de verdediging van Louwes niet en sprak recht op basis van de onmogelijkheid om vanuit ‘t Harde te bellen.

Verkeerd gecategoriseerde bewijsmiddelen
1. Spoor #20 zou eerst rechts en dan weer links op de blouse gezeten hebben, het bijbehorende etiket op het zakenformulier is blanco, evenals de andere etiketten van spoor #15.
2. De bijschriften van de nagelmonsters werden verwisseld in diverse rapportages.
3. De aard van de nagelmonsters veranderde van nagelknipsel in nagelvuil (wat heel veel verschil maakt).
4. Het moment van verzamelen van de nagelknipsels is in twee verschillende PV’s op twee verschillende data vastgelegd.
5. De vochtsporen uit de gang kregen een onjuiste code en werden daardoor terzijde gelegd.

Verdwenen bewijsmiddelen
1. Vest en broek van het slachtoffer (dit is misser in de buitencategorie).
2. Inventarisatie van voorwerpen uit de keuken.

Achtergehouden bewijsmiddelen
1. In 2006 kon worden vastgesteld (NF)), dat de blouse ernstig was verontreinigd; dit gegeven is weggestopt in een der bijlagen van het Oriënterend Onderzoek.
2. Ook in dit onderzoek (nu 2007) werd bevestiging gevonden van het gegeven, dat een belangrijke getuige juist niet op vrijdag heeft gebeld naar het slachtoffer. Ook dit feit zit in een bijlage, waarvan de betekenis niet is besproken.
3. De lijst met financiële transacties van recente datum ontbreekt, waardoor zowel de datum van overlijden als het motief niet goed konden worden onderzocht; ook is niet uitgewerkt, wat met de opbrengst van grondverkoop (volgens PV 1,8 miljoengulden) precies is gebeurd.
4. Een kennis van het slachtoffer heeft gemeld, dat het slachtoffer hem op donderdag (23 september) telefonisch heeft bevestigd, dat Louwes was langs geweest. Dit kan in het Tactisch Journaal worden afgelezen. Het proces verbaal van deze mededeling is officieel gevoegd bij het procesdossier (Den Bosch 2003/4) maar toch heeft mr. Knoops (verdediger) het niet.

Veroordeeld worden is nooit leuk, ook niet als je de dader bent.

Wanneer je de dader niet bent, maar je wordt toch veroordeeld omdat deugdelijk bewijs tegen je pleit, is dat dubbel niet leuk.

Wanneer je de dader niet bent, en je wordt veroordeeld op ondeugdelijk bewijs, dat is nauwelijks te verteren.

Barstensvol feiten

Al sinds 2011 wordt de website deemzet.nl minutieus bijgehouden. De auteur schroomt niet onderwerpen bij de hoorns te vatten die voor anderen te technisch zijn.

En dat zijn er nogal wat. Ingewikkelde technische zaken als de protocollen van een mobiel netwerk, forensisch-medisch onderzoek en DNA-onderzoek.

En dat doet hij niet zonder succes. Zijn website verdient inmiddels wel de naam Vraagbaak Deventer Moordzaak.

Hij is zelfs expliciet genoemd in een advies van de Advies Commissie Afgeronde Strafzaken ACAS.

Door zijn speurwerk is onder andere komen vast te staan dat het veel besproken telefoontje wel vanaf de A28 had kunnen worden gevoerd en is in 2013/14 een commissie forensisch-medische experts met hem tot de slotsom gekomen dat de moord zeer waarschijnlijk 24 uur later is gepleegd dan eerder werd aangenomen.

Bij zijn onderzoeken staat de verifieerbaarheid voorop. Het zijn geen meningen van een goed bedoelende amateur.

Nee, het zijn degelijke onderzoeksresultaten van een professional. Een enkele keer betreft het goed gedocumenteerde aannames met mogelijke consequenties.

En steeds met bronvermelding zodat de betrouwbaarheid van de resultaten kan worden geverifieerd

Kortom een website waar alle aspecten van de Deventer moordzaak worden behandeld, degelijk worden onderzocht en kunnen worden opgezocht en nagelezen.

Je zou verwachten dat zo’n website aan de lopende band wordt geraadpleegd. Niet alleen door personen die geïnteresseerd zijn in deze langstlopende zaak en zulke doorsnee lezers zijn er zelfs 22 jaar na de moord nog volop.

Maar vooral van personen die zich (semi-)professioneel met de zaak bezighouden zoals journalisten, advocaten, advocaat-generaal Aben (!), rechters zou verwachten dat ze zich zouden laven aan deze bijna onuitputtelijke bron. Gewoon, om je goed te oriënteren of voor te bereiden.

Niets is minder waar.

Neem als voorbeeld de makers van De Deventer Mediazaak.

In deze ongeveer 5 uur durende podcast wordt slechts een kort videofragment uit deemzet.nl gebruikt.

Hadden de makers van de podcast maar eens wat beter in de website rondgekeken. Of misschien hadden ze de auteur eens moeten uitnodigen om hem eens rustig de feiten te laten toelichten. Want de materie blijft ingewikkeld.

Gewoon, om een volledig beeld te krijgen.

En niet alleen maar blind varen op de informatie in het boek van Haan waarin zoveel fouten staan, zie het commentaar op zijn boek uit 2009 en op de iets aangevulde herdruk uit 2020.

Helaas ontwijkt Haan hierop te reageren, zonder deugdelijke verklaring.

Zie dit artikel als een aansporing eens wat vaker naar de website deemzet.nl te gaan.

Top-10 Vragen en Antwoorden

Met enige regelmaat ontvangt de redactie via allerlei media vragen en opmerkingen over de Deventer moordzaak. Op basis hier hebben we een Top-10 samengesteld.

De lijst is verre van volledig. Wie alles over de Deventer moordzaak wil weten moet zeker een bezoek brengen aan de website deemzet.nl.

Een aanrader is ook het boek In het pak genaaid dat in begrijpelijke bewoordingen vaak ingewikkelde technische zaken samenvat.

In juni 2022 bracht het coldcaseteam van de Amsterdamse politie verslag uit en dat liegt er niet om. In de volgende antwoorden wordt soms naar dit verslag verwezen.

VraagAntwoord
  
1. De bedoeling van deze weblog is alleen maar Louwes vrijpleiten. Niet objectief dus. Hij is toch veroordeeld tot op het hoogste niveau?Louwes is inderdaad veroordeeld. Het doel van deze website is niet hem alsnog vrij te pleiten. Wel wordt gekeken of hij terecht is veroordeeld: is het bewijs deugdelijk, zijn er geen ernstige fouten gemaakt, is zijn verweer goed onderzocht. Kortom, wij zijn van mening dat het bewijs veel te mager is om hem te veroordelen. Zie ook het verslag van het coldcaseteam.
  
2. Te mager, te mager. Maar het was toch wel een behoorlijk dik dossier, daar kun je toch niet omheen?Dat klopt, maar wel met veel fouten zoals frauduleuze, onoordeelkundig behandelde, verkeerd gecategoriseerde, verdwenen en achtergehouden bewijsmiddelen. Het is triest dit in Nederland te moeten vaststellen. En natuurlijk extra triest voor Louwes die daarvan het slachtoffer was. Zie ook het verslag van het coldcaseteam.
  
3. Louwes voerde aan dat hij mevrouw Wittenberg vanaf de A28 heeft gebeld via een zendmast in Deventer. Dat is zijn verweer, zijn alibi. Deskundigen verklaarden voor het hof dat dit vrijwel onmogelijk is. Dan concludeert het OM toch terecht dat Louwes ongeloofwaardig is?De auteur van de website deemzet.nl toont aan dat Louwes’ verweer op de betreffende avond onder andere door atmosferische omstandigheden wel degelijk mogelijk is. Later trekt een eerdere getuige-deskundige zijn verklaring in en toont TNO aan dat het verweer van Louwes wel degelijk mogelijk is. Zie ook het verslag van het coldcaseteam.
  
4. Louwes is financieel adviseur van mevrouw Wittenberg. Hij adviseert haar bij haar nieuwe testament en wordt bij haar overlijden de executeur-testamentair en voorzitter van de Dr. Wittenberg Stichting. Zo heeft hij zich toch in een positie gemanoeuvreerd waarin hij na haar dood over haar miljoenen kon beschikken. Hij had dus wel degelijk een financieel motief?Deze opvatting klinkt plausibel maar wordt niet ondersteund door de feiten. Daarom ontkent het Hof Den Bosch in zijn arrest expliciet een financieel motief. Op zichzelf al frappant: een moord zonder wapen, motief en getuigen.
  
5. Hij wilde toch geld uit de kluis van mevrouw Wittenberg doorsluizen naar zijn eigen rekening?Nee, dat wilde hij juist nadrukkelijk niet. Hij kreeg hierover bijna ruzie met de bankmedewerkster. Hij wilde een nieuwe rekening openen op naam van de Dr. Wittenberg Stichting. Omdat die nog geen KvK-nummer had, was dit niet mogelijk en opende hij op advies van de medewerkster van de bank tijdelijk een beheer-rekening op zijn eigen naam. Deze lezing staat in een proces-verbaal.
  
6. “Eerst was ik ervan overtuigd dat Louwes niet de dader was. Maar toen een bloedvlekje met zijn DNA in de kraag de blouse van mevrouw Wittenberg was gevonden, was ik om. Hij is de dader, want hoe komt anders dat vlekje daar dan?”Het bloedvlekje wordt in 2003 ontdekt, vlak voor het herzieningsproces voor het Hof Den Bosch. In 1999 vlak na de moord is dat vlekje op foto’s niet waargenomen. Het moet daar dus tussen 1999 en 2003 zijn gekomen door een onoordeelkundige behandeling van de blouse, door contaminatie dus.
Bovendien bevat het betreffende vlekje geen bloed van Louwes maar speeksel. Zie ook het verslag van het coldcaseteam.
  
7. Maar het DNA van Louwes kan toch alleen op de blouse terecht zijn gekomen op de plaats delict? Hij heeft haar toch niet eerder, voor de moord, ontmoet?Louwes is op donderdagmorgen bij mevrouw Wittenberg op bezoek geweest om een document over grafrechten op te halen. Lange tijd heeft het OM dit bezoek ontkend, maar ging uiteindelijk overstag.
Het DNA van Louwes kan dus op die morgen zijn overgedragen tijdens een gesprek (bijvoorbeeld door spreken met consumptie).
  
8. Het telefoontje dat Louwes met mevrouw Wittenberg voerde, duurde maar 16 seconden. Heel kort dus. Misschien stond hij wel bij haar voor de deur en belde alleen maar om te zeggen dat hij er aan kwam. Geraffineerd toch?Op die drukke donderdagavond met veel verkeer op de weg, kon Louwes na zijn vertrek uit Utrecht niet al om 20:36 uur in Deventer bij mevrouw Wittenberg op de stoep staan. Bovendien was de Zwolseweg opgebroken en moest hij ook nog een stuk lopen.
  
9. Zijn de verklaringen van de getuigen die het slachtoffer vrijdag nog zagen wel betrouwbaar?Meerdere getuigen zagen het slachtoffer onafhankelijk van elkaar in dezelfde situatie, zoals thuiskomst met de auto, op weg om boodschappen te doen. Overigens werden diverse potentiële getuigen genegeerd (vriendinnen, bloemenkiosk).  
  
10. Plotseling blijken forensisch-medische gegevens te bestaan die aantonen dat de moord 24 uur later is gepleegd. Is dat niet een beetje vreemd?Inderdaad is dat niet een beetje maar zelfs heel erg vreemd. Het is te danken aan een oplettende chemicus die na intensief onderzoek moest concluderen dat lijkvlekken, lijkstijfheid en de vertroebeling van het hoornvlies een overlijden op donderdagavond onmogelijk maakten. Andere experts deelden zijn conclusies.
Zie hierover blog1 en blog 2.

Bij twijfel niet inhalen

In onze rechtspraak geldt dat een rechter pas tot een veroordeling kan komen als het bewijs wettig en overtuigend is. Hoe staat het met het bewijs in de Deventer moordzaak?

Wanneer gerede twijfel bestaat over het bewijs, moet de verdachte worden vrijgesproken.

Laten we eens zien hoe overtuigend het bewijs is dat door het OM werd aangedragen.

Het OM moet immers overtuigend bewijs van schuld aandragen. Niet minder belangrijk is het verweer dat Louwes heeft aangedragen. Het verweer dat zijn alibi ondersteunt.

Wanneer hij redelijk verweer voert, is het niet zijn taak dat verweer te bewijzen. Het OM moet aantonen dat het verweer niet deugt.

Is het OM daarin geslaagd? Laten we eens een paar verklaringen nader bekijken in het verweer van Louwes.

1. Louwes was niet in Deventer maar reed op de A28
Louwes verklaarde van meet af aan dat hij mevrouw Wittenberg belde toen hij op de A28 reed, tussen Harderwijk en ‘t Harde, waarschijnlijk ergens bij Nunspeet.

Aanvankelijk werd dit door getuigen-deskundigen als onmogelijk bestempeld.

Jaren later kwam een getuige-deskundige op zijn verklaring terug (een andere getuige-deskundige is inmiddels overleden).

Ook TNO bevestigde dat de verklaring van Louwes wel degelijk juist zou kunnen zijn.

Advocaat-generaal mr. Aben die het herzieningsonderzoek leidt, was het met deze conclusie eens, hoewel hij de kans op 5% schatte. Deze schatting wordt overigens erg conservatief gevonden.

Deze verklaring van Louwes over zijn locatie is cruciaal voor zijn alibi. Het OM slaagde er niet in zijn verklaring te ontkrachten.

2. Forensisch-medische experts: moord 24 uur later
Een aantal forensisch-medische experts bestudeerde de claim van een chemicus (de auteur van deemzet.nl) dat de moord niet op donderdagavond was gepleegd, maar ongeveer 24 uur later.

Hij kwam tot die conclusie op grond van onderzoek naar de lijkvlekken (livor mortis), de mate van vertroebeling van het hoornvlies (cornea) en de waargenomen lijkstijfheid tijdens de sectie op zondag.

De experts waren het grotendeels met hem eens. Hun conclusies zijn vastgelegd in het proces verbaal van 12 maart 2014 dat op ambtsbelofte is opgemaakt door de Nationale Recherche. Eigenlijk pleit dit proces verbaal Louwes feitelijk vrij, maar er is wellicht ruimte voor een ietsiepietsie twijfel.

Deze twijfel heeft het OM 8 jaar na dato niet kunnen wegnemen.

3. Het bloedvlekje
Het OM liet vlak voor het herzieningsproces voor het Hof Den Bosch heel onverwacht Het Mes als bewijs vallen. Als een baksteen.

Geen nood, want het OM kwam geheel onverwacht met nieuw bewijs: een bloedvlekje waarin volgens het OM het DNA van Louwes was aangetroffen.

Maar er is nogal wat aan de hand met dat vlekje.

Vlekje was niet waargenomen in 1999
Wel heel raar. Foto’s uit 1999 laten het vlekje niet zien, maar in 2003 staat het wel op een foto. Verklaring: contaminatie. Geen gekke verklaring want de blouse zat in 2003 onder de vlekjes die er in 1999 niet zaten

Speeksel Louwes, bloed mevrouw Wittenberg
Er is sterk bewijs dat het vlekje speeksel van Louwes bevatte en met dus zijn DNA en bloed van mevrouw Wittenberg.

Louwes DNA op plaats delict!
Maar hoe komt zijn DNA dan op haar blouse op plaats delict?

Louwes is volgens zijn eigen verklaring op donderdagmorgen bij mevrouw Wittenberg op bezoek geweest om grafrecht-documenten op te halen. Aanvankelijk hechtte het OM geen geloof aan deze verklaring, maar later is deze wel komen vast te staan.

Het speeksel is hoogstwaarschijnlijk tijdens het gesprek op die ochtend op de blouse van mevrouw Wittenberg terecht gekomen. Met een grote mate van zekerheid dus.

Het verweer van Louwes bij deze drie aspecten: 1. A28; 2. Forensisch bewijs; 3. Vlekje; is heel sterk en zorgt op zijn minst voor heel veel twijfel over de schuld van Louwes.

Hoe zou een rechter dan kunnen oordelen dat het bewijs overtuigend is?

Contaminatie

Vroeger kon men in krant nog wel eens twee tekeningen aantreffen met de kop Vind de 7 verschillen. Dat viel vaak niet mee. Na veel zoeken lukte dat toch wel.

In de Deventer moordzaak kan men een dergelijke vraag ook stellen.

We tonen hieronder de blouse van het slachtoffer op de plaats delict nadat ze daar dood is aangetroffen en gefotografeerd (zaterdag 25 september 1999, 13:24 uur).

Ook tonen we een foto van dezelfde blouse eind 2003. Het aantal verschillen is veel groter dan 7.

Hoe komt dat en waarom pas eind 2003?

Vlak voordat de herzieningszaak in 2003 zou beginnen liet het OM Het Mes als moordwapen tot ieders verbazing plotseling vallen en kwam het met Het Vlekje als nieuw bewijs op de proppen.

Maar dat vlekje was op foto’s in 1999 helemaal niet waargenomen, en in 2003 wel? Dat wekte verbazing. Vlekjes ontstaan in de loop der jaren toch niet zo maar vanzelf?

Inderdaad, dat gaat niet vanzelf.

Maar wel als zo’n blouse niet volgens strenge voorschriften wordt behandeld. Bijvoorbeeld wanneer het onoordeelkundig wordt opgevouwen en plekken met bronsporen in aanraking worden gebracht met plekken die tot dan brandschoon waren.

Dan creëer je sporen die er eerst helemaal niet waren. Dat proces wordt contaminatie genoemd.

De blouse is van meet af aan niet volgens de regels behandeld. Niet een enkele keer, maar meermalen.

De blouse is zelfs een keer lange tijd zoek (!) geweest. Dat is in forensische kringen een doodzonde.

En zo kon het gebeuren dat op de blouse tussen 1999 en 2003 nogal wat vlekken bij zijn gekomen.

Sterker, dat gebeurde al tussen het moment van aantreffen van het slachtoffer op 25 september 1999 op de plaats delict en ‘s avonds in het mortuarium en zondagmiddag tijdens de sectie.

Bron: Beeldbank deemzet.nl

Links de foto genomen op de plaats delict (25 september 1999) en rechts bij het NFI (eind 2003).

Op de linker foto staan de vermoedelijke bronvlekken. We merken onmiddellijk op dat er rechts veel nieuwe vlekken zijn bijgekomen.

De nieuwe vlekken op de rechter foto zijn gemarkeerd in dezelfde kleur als de vermoedelijke bronvlekken.

Uit de vouwsporen kan worden opgemaakt dat de blouse is gevouwen.

Door de blouse tweemaal dubbel te vouwen zijn alle nieuwe veronderstelde vlekken verklaard.

Wat betekent dit alles?

Dit betekent dat een spoor dat in 2003 is aangetroffen in 1999 helemaal niet op die plaats hoefde te bestaan. Foto’s bewijzen dat ook. En dat conclusies trekken uit de plaats van een spoor in 2003 speculatief is en niets toevoegt aan het bewijs.

In tegendeel, het proces van bewijsvoering alleen maar verwart.

Geen officieel tijdstip van overlijden

Een schouwarts moet de dood vaststellen, metingen aan het lichaam doen en een mogelijke doodsoorzaak vaststellen. Ook bij de moord op mevrouw Wittenberg moest dat zo.

Als de schouwarts de temperatuur van het lichaam had kunnen meten, was veel juridische ellende voorkomen.

In het Tactisch Journaal (mutatie 035 op 27 september 1999) wordt gerapporteerd dat alles naar wens is verlopen. Het verslag [van de lijkschouwer, red.] is ontvangen en in de map SLO gevoegd.

In het proces verbaal dat op 12 maart 2014 door de Nationale Recherche is opgemaakt naar aanleiding van een expert meeting van forensisch deskundigen verklaart de betreffende schouwarts dat hij geen meting had mogen doen en dus ook geen rapportage heeft opgesteld, zie de onderstaande passages uit het Tactisch Journaal en het proces verbaal.

De forensisch deskundigen wilden vanzelfsprekend het officieel vastgestelde tijdstip van overlijden weten, maar de schouwarts kon hun dat dus niet vertellen.

Op grond van hun eigen waarnemingen aan de foto’s van het lichaam van het slachtoffer stelden zij zelf vast dat de moord ca. 24 uur later is gepleegd dan eerder gedacht en dat het slachtoffer tussen 6 en 24 uur na overlijden nog is verplaatst.

Deze conclusies pleiten Louwes vrij.

Hoe belastend is Het Bloedvlekje?

“Eerst geloofde ik ook dat Louwes onschuldig was. Maar toen ze dat bloedvlekje van hem vonden, wist ik het zeker: Louwes is de dader!”

Velen redeneren zo en dat is begrijpelijk: Louwes’ bloed op haar blouse! Hoeveel bewijs wil je nog meer hebben?

Maar zoals met veel aspecten in deze complexe zaak ligt de waarheid toch weer wat ingewikkelder.

Op de site deemzet.nl vallen heel veel details over dit bloedvlekje te lezen. En dat moet de geïnteresseerde lezer zeker doen. Maar wees gewaarschuwd, eenvoudig is deze materie allerminst en vergt veel kennis van DNA.

Gelukkig heeft de auteur de moeite genomen de vele onderzoeken (bijvoorbeeld over mobiele netwerken, post mortem verschijnselen) in een boek samen te vatten: In het pak genaaid.

En om het de lezer nog gemakkelijker te maken heeft hij van dit boek een synopsis geschreven. Alle hoofdstukken van het boek worden kort en krachtig, op begrijpelijke wijze samengevat.

Lees de synopsis eens rustig door, maar de tekst uit hoofdstuk 9 Bloed zien gaat over het bloedvlekje en die is hieronder alvast integraal te lezen.

Het DNA-bewijs tegen Louwes werd op de valreep van het herzieningsproces in Den Bosch (2003/4) geïntroduceerd. Heel belastend hierin was de vondst van een bloedvlekje (spoor #10) op de blouse van het slachtoffer. Hierin werd het DNA van Louwes gevonden.

Tijdens een latere herziening werd door de verdediging aangevoerd, dat er in dit bloedvlekje ook sporen van het slachtoffer zichtbaar waren.

Terzelfder tijd werd ook duidelijk, dat er veel bloedvlekjes van het slachtoffer op de blouse zaten, waarin zich helemaal géén DNA-kenmerken bevonden.

Hiermee werd een alternatieve verklaring voor spoor #10 mogelijk en zelfs waarschijnlijk: spoor #10 combineert een bloedvlekje van het slachtoffer met een speekselspoor van Louwes.

Qua vorm lijkt vlekje #10 ook heel sterk op die andere bloedvlekjes. Bloedvlekjes, die pas op de blouse kwamen, nadat de recherche het stoffelijk overschot had afgevoerd [ten gevolge van contaminatie, red.]. Foto’s bewijzen dat.

Vlekjes, die dus niets met de moord te maken hebben. Kort voor de moord was Louwes bij het slachtoffer op bezoek geweest en had hij met haar een indringend gesprek gevoerd.

In dit boek wordt dit spoor voor het eerst volledig geanalyseerd en van een alternatieve verklaring voorzien. Deze steunt op een wetenschappelijke onderbouwing, die tegelijkertijd verduidelijkt, waarom er zoveel bloedsporen zonder DNA konden worden gevonden.

Lees vooral verder in het boek. Het geeft een duidelijk beeld van veel aspecten van de Deventer moordzaak.

Drama in drie fasen

De Deventer Mediazaak heeft veel sympathie opgewekt bij zijn luisteraars. De makers namen het voor Michael de Jong op en namen Maurice de Hond zijn rol kwalijk.

Makers en luisteraars verwijten De Hond terecht dat hij de ‘klusjesman’ De Jong zomaar als dader van de moord op mevrouw Wittenberg aanwees. Dat was fout, ongepast en schadelijk voor De Jong.

De rechter was het met die opvattingen eens en veroordeelde De Hond.

Toch doet zich in deze kwestie een bijzonder fenomeen voor. We kunnen drie fases onderscheiden.

Fase 1. De aanpak van De Hond
Hij wees De Jong als de dader aan. Daarvan was hij – geïnspireerd door de Schiedammer Parkmoord – overtuigd. Hij verbond hieraan de conclusie dat Ernest Louwes dus de dader niet kon zijn. Zijn redenering: De Jong is de dader en dus kan Louwes de dader niet zijn.

Fase 2. De podcast Deventer Mediazaak
De makers en veel van de luisteraars tonen zich verontwaardigd over de handelwijze van De Hond en nemen het op voor De Jong. Maar hun conclusie gaat wel heel ver: De Jong was niet de dader van de moord! Hoewel veel mensen wellicht terecht in zijn onschuld geloven, gaat de conclusie dat hij dus niet de dader is, veel te ver: hoe weet men dat zo zeker? Maar door hun overtuiging kreeg hij in de podcast de rol van onschuldige aangemeten.

Fase 3. Een bijzondere conclusie
En nu komt er een opmerkelijke wending in de zaak.
Eerst had De Hond De Jong als dader aangewezen. Dat is onjuist en verwijtbaar.
De makers en vele luisteraars van de podcast trekken nu een vergelijkbare conclusie. Omdat De Jong niet de dader is moet Louwes dat wel zijn. Kortweg: De Jong is onschuldig, dus Louwes is de dader.

Om die opvatting kracht bij te zetten, voeren ze argumenten aan die onjuist of erg discutabel zijn (ook in de podcast), zie ook de vele tweets. Maar dat alles maakt niet uit. De Jong is het niet, dus Louwes is het wel.
Beseffen zij dat zij zich op precies dezelfde wijze schuldig maken aan het nawijzen van Ernest Louwes, als De Hond deed in zijn acties ten nadele van De Jong?

Kunnen de makers van de podcast en sympathisanten zich voorstellen dat er ook luisteraars zijn die moeite hebben met deze logica?

Zeker nu er nog steeds – al negen jaar – een herzieningsonderzoek loopt onder leiding van mr. Aben, advocaat-generaal bij de Hoge Raad.

Na mediahype Deventer Mediazaak weer terug naar de feiten

Na de mediahype over de Deventer Mediazaak moeten we niet vergeten dat de Deventer Moordzaak nog steeds in onderzoek is door mr. Aben.

Op de feiten in de Deventer moordzaak komen we in de volgende blogs weer gewoon terug.

Nu wat algemene opmerkingen over de Deventer Mediazaak.

Eigenlijk gaat de Deventer Mediazaak helemaal niet over de Deventer Moordzaak.

De Deventer Mediazaak is – al dan niet terecht – een kruistocht tegen Maurice de Hond en bevat vele, vele feel good passages over en met Michael de Jong.

In de huidige maatschappelijke context moet je wel gelijk een disclaimer toevoegen en dat doen we dan ook maar.

De betrokkenheid van deze website heeft te maken met de overtuiging dat Ernest Louwes op basis van het dossier niet veroordeeld had mogen worden.

Of hij nu de dader is of niet.

En daarom wordt in deze blog en tweets van hem dan ook niet gezegd dat hij de dader niet is.

Maar hoe anders gaat het er in de Deventer Mediazaak aan toe?

In alle afleveringen wordt Michael de Jong gepresenteerd als iemand die onschuldig is. Daar hebben de makers waarschijnlijk gelijk in, maar zeker weten doen ze dat niet.

Waarom dan toch doen alsof ze dat wel zeker weten?

De hele podcast ademt de sfeer: omdat we weten dat Michael de Jong niet de dader is, weten we dat Ernest Louwes wel de dader is (wat iets anders is dan veroordeeld zijn).

Hetzelfde type redenering dat Maurice de Hond wordt verweten. Dat vindt niet alleen de redactie maar ook twee rechtsfilosofen van Tilburg University.

Het beluisteren van zesdelige podcast was een hele zit. Zeker wanneer je van alle feitelijke details op de hoogte bent.

Maar Annegriet Wietsma was ook niet echt op zoek naar feitelijke details en die hebben we dan ook nauwelijks gehoord.

Veel meningen en suggesties en weinig feiten.

Kleine chronologie van een moord (volgens deemzet.nl)

Het is op deze plaats al vaak genoemd: alle aspecten van de Deventer moordzaak worden door deemzet.nl in detail beschreven. Ook geeft hij een chronologie.

De reconstructie is opgesteld door Demo, de auteur van deemzet.nl.

De reconstructie bevat vanzelfsprekend de nodige onzekerheden. Demo was er immers ook niet bij.

Maar uit de lucht gegrepen is deze reconstructie evenmin. De activiteiten van mevrouw Wittenberg op donderdag tot en met het telefoontje om 20:36 uur zijn algemeen bekend en onomstreden.

Anders ligt het met haar handel en wandel op vrijdag.

Volgens het OM was zij op donderdagavond rond 21 uur vermoord en daarmee hielden haar activiteiten op.

Maar diverse getuigen hebben onafhankelijk van elkaar verklaard haar op vrijdag nog te hebben gezien.

Er was niet slechts een getuige, nee, er waren niet minder dan vijf getuigenissen die ronduit sterk en overtuigend waren.

Deze getuigen hadden haar op vrijdag nog zien lopen, autorijden.

Niettemin werden ze door het OM niet serieus genomen.

Lees de chronologie en – voor de belangstellenden – ook de diverse getuigenverklaringen.

Fatsoen

Al negen jaar is mr. Aben bezig met zijn herzieningsonderzoek. Dat is ongekend lang. Natuurlijk moet het zorgvuldig, maar dit is buitensporig. En niet fatsoenlijk.

Het gaat er op deze website niet om te bewijzen dat Louwes feitelijk onschuldig is. Dat is ook praktisch onmogelijk.

Evenmin is het doel een andere potentiële dader aan te wijzen.

Nee, de bedoeling is aan te tonen dat Louwes op grond van een dergelijk flinterdun dossier nooit veroordeeld had mogen worden.

Of hij nu de feitelijke dader is of niet.

Al in het eerste begin van deze zaak bleek het dossier dusdanig dubieus dat de rechtbank Zwolle Louwes vrijsprak wegens gebrek aan bewijs.

De jaren daarna is er veel gebeurd.

Het gerechtshof Arnhem veroordeelde Louwes vervolgens op hetzelfde dossier waarin Het Mes zo’n grote rol speelde.

Later, na een geslaagd herzieningsverzoek veroordeelde Het gerechtshof Den Bosch Louwes opnieuw. Het Mes had van de ene dag op de andere plaats gemaakt voor Het Vlekje.

Vervolgens hebben vele partijen zich met het bewijs bemoeid.

Prof. Ton Derksen, toch niet de eerste de beste gezien zijn succes in de zaak Lucia de Berk, schreef er in 2011 een boek over met diepgaande analyses en uitgebreid bronnenonderzoek.

De auteur van de website deemzet.nl heeft vrijwel alle aspecten van de zaak grondig doorgespit en bracht in 2014 zelfs de ACAS zover dat deze aan Aben een herzieningsonderzoek adviseerde.

Een team van forensische experts besprak in 2013/14 op aangeven van de auteur van deemzet.nl de postmortale verschijnselen.

In 2014 stelde een inspecteur van de Nationale Recherche van de twee vergaderingen van deze experts een proces verbaal op waarin zij tot de conclusie kwamen dat de moord zeer waarschijnlijk veel later dan op donderdagavond moet zijn gepleegd.

Het onderzoek door mr. Aben was inmiddels begonnen maar tot september 2020 wordt niets meer vernomen.

Dan kondigt hij in een interview met De Stentor de installatie van een Cold Case team aan dat het DNA-bewijs nog eens rustig moet bekijken. Al verwacht deze magistraat er niet veel van.

In tijden dat ongelooflijk ingewikkelde strafzaken (Holleeder, Taghi) in een paar jaar worden afgerond, neemt mr. Aben in een overzichtelijke en door en door bestudeerde moordzaak niet minder dan zeven jaar de tijd.

En het einde is nog steeds niet in zicht.

Dat is niet alleen buitensporig lang, maar ook nodeloos onfatsoenlijk.

Niet alleen tegenover Louwes die graag ziet dat hij na al die jaren wordt vrijgepleit.

Maar ook tegenover al diegenen die hebben bijgedragen aan succesvol onderzoek.

Het vertrouwen in een transparante en betrouwbare overheid is de laatste jaren al ernstig geschokt door onder meer de toeslagenaffaire.

De gang van zaken in het herzieningsonderzoek door mr. Aben maakt het er niet beter op.

PV uit 2014 van Nationale Recherche pleit Louwes vrij

Op 12 maart 2014 maakte een inspecteur van de Dienst Nationale Recherche een proces verbaal op naar aanleiding van twee expert meetings van forensisch artsen.

Het gezelschap bestond uit vijf forensische deskundigen en een chemicus. Zij kwamen op 11 december 2013 en 18 februari 2014 bijeen vanwege een rapport van de chemicus. Deze had daarin een aantal post mortale verschijnselen beschreven die niet overeenstemden met het tijdstip van overlijden van mevrouw Wittenberg.

Hieronder worden een paar passages uit dit proces verbaal getoond die vrijwel zeker aantonen dat de moord niet op donderdagavond 23 september 1998 tussen 20:37 en 21:00 kon zijn gepleegd.

En waarmee Louwes wordt vrijgepleit.

Het volledige proces verbaal kan hier ook integraal worden gelezen.

De inhoud is ronduit schokkend te noemen.

Laten we eerst even kijken naar de vertroebeling van de cornea (hoornvlies) van het slachtoffer. Er is nog enige twijfel in de conclusie te bespeuren, maar die twijfel op zichzelf is al schokkend.

In de volgende passsage wordt onomwonden vastgesteld dat de wegdrukbaarheid van de lijkvlekken niet verenigbaar is met een overlijden op 23-9. Maar als deze datum niet mogelijk is, dan kan Louwes ook niet de dader zijn geweest.

De livor mortis patronen (lijkvlekken) zijn even overtuigend. Het lichaam is minstens 6 uur na overlijden verplaatst. Ook deze constatering pleit Louwes vrij want die heeft voor die periode een alibi.

In hetzelfde proces verbaal wordt ook een verklaring opgenomen van de schouwarts die geen onderzoek mocht uitvoeren. Hierdoor kon hij onder meer het tijdstip van overlijden niet vaststellen, met veel ellende tot gevolg.

De conclusies en overwegingen van het proces verbaal vatten de inhoud nog eens samen:

Wie deze passages leest, vraagt zich in gemoede af waarmee mr. Aben zich de afgelopen 7 jaar in het herzieningsverzoek heeft beziggehouden.

Zijn conclusie zou toen toch al moeten zijn geweest dat een herziening van de zaak onontkoombaar is?

En dan hebben we het nog niet eens over Het Telefoontje en het DNA-onderzoek.

‘In het pak genaaid’

Toen Louwes door Hof Arnhem voor het eerst tot 12 jaar cel werd veroordeeld was menigeen verbaasd. In het e-book In het pak genaaid staat waarom die verbazing zo terecht was.

Eerst even een korte terugblik.

De artikelen in HP/De Tijd van Stan de Jong hadden al in 2002 voor de nodige onrust gezorgd en dat was alleen maar erger geworden na de publicatie van zijn boek in 2003.

En niet alleen de burger had flinke twijfels, de drie rechters van de rechtbank Zwolle hadden hem al eerder vrijgesproken. Zo erg overtuigend was het bewijsmateriaal dus ook weer niet.

Sindsdien hebben velen het rommelige dossier onder de loep genomen, met vaak schokkende resultaten. Dat begon al met Maurice de Hond met in zijn kielzog een hele rij vrijwillige deskundigen op allerlei terreinen: politiemensen, forensische deskundigen, etc.

Het resultaat was onder meer de website geenonschuldigenvast.nl. Wanneer je deze doorleest, slaat de schrik je om het hart: dat had ook mij kunnen gebeuren.

En je denkt onwillekeurig aan die andere zaken: Lucia de Berk., de Schiedammer Parkmoord, de Puttense moordzaak, Ina Post.

Daar bleef het echter niet bij. Het werd maar niet rustig rond de Deventer Moordzaak. Diverse cassatieverzoeken volgden met wisselende resultaten.

Inmiddels had ook de website deemzet.nl zich op het toneel gemeld.

Een website die zich onderscheidt door gedegen wetenschappelijk onderzoek op uiteenlopende terreinen: forensisch onderzoek, mobiele netwerken, DNA.

Een verademing vergeleken met het onderzoek van politie en OM.

Zo toonde de auteur aan, door diep in de protocollen van mobiele netwerken te duiken (niet zijn expertise) en deze te koppelen aan diverse atmosferische verschijnselen, dat een mobiele telefoon vanaf de A28 wel degelijk een zendmast in Deventer kan bereiken.

Zijn resultaten werden later door TNO bevestigd.

Tot die tijd werd dit door deskundigen steeds voor onmogelijk gehouden.

Alle resultaten van zijn onderzoek, met referenties en al, zijn op de website te lezen.

Op dezelfde grondige wijze dook hij in de complexe materie van DNA, een gebied dat dichter bij zijn expertise ligt.

En ook hier zijn de resultaten ronduit schokkend. Knoeiwerk van het NFI, weggeraakt materiaal, enzovoort.

Als je dit alles leest is het gênant dat mr. Aben – de advocaat-generaal bij de Hoge Raad die al meer dan 9 jaar een herzieningsonderzoek leidde – het toch nog nodig achtte in 2020 een speciaal Cold Case team uit Amsterdam naar het DNA-bewijsmateriaal te laten kijken. (overigens met schokkende onhullingen in 2022)

Hij zou ook eens een blik hebben kunnen werpen op deemzet.nl en had dit trouwens ook veel eerder kunnen doen, want zijn onderzoek liep al sedert 2013.

Voor veel mensen zijn de onderzoeksresultaten van deemzet.nl minder toegankelijk. De materie is vaak ingewikkeld en specialistisch.

Daarom heeft de auteur in zijn gratis boek In het pak genaaid alle onderzoeksonderwerpen begrijpelijk opgeschreven zonder daarbij de nauwkeurigheid geweld aan te doen.

Een goed leesbaar, begrijpelijk en bijna spannend boek.

Aan te bevelen.

Lees het en vraag je af: Kan flinterdun bewijs nog dunner?

Vragen die raadsheren hadden kunnen (moeten) stellen (2)

Rechters moeten het dossier beoordelen dat hun wordt voorgelegd. Ze stellen vragen en horen de meningen van deskundigen. Toch werden veel vragen niet gesteld.

In het eerste deel over de rol van de raadsheren hebben we al vier vragen genoemd die de raadsheren hadden kunnen, maar eigenlijk hadden moeten stellen.

Nu een nieuwe serie belangrijke vragen.

Mevrouw de advocaat-generaal.
Uit het dossier blijkt niet overtuigend dat de verdachte een financieel motief had, terwijl dat tot dusver zo’n grote rol heeft gespeeld, ook nog voor het hof Arnhem.
Kunt u andere, wel overtuigende motieven noemen, want een moord zonder motief …

Mevrouw de advocaat-generaal.
Het mes waarmee de moord zou zijn gepleegd werd door een bewoner in de buurt van een kelderportiek gevonden, op 1 km afstand van de plaats delict? Ik zou dan niet gelijk denken dat hiermee het moordwapen zou zijn gevonden, al vermoedde de vinder dat wel. Waarom hebt u toch gelijk gedacht met het moordwapen te maken te hebben?

Mevrouw de advocaat-generaal.
De verdachte kwam bij u in beeld als verdachte vanwege het telefoontje. Volgens hem belde hij vanaf de A28, volgens u was dat niet mogelijk. Waarom hebt u toen niet onmiddellijk alle mogelijke gegevens over dit mobiele gesprek opgevraagd, zoals de Time Advance data? Dat zou het onderzoek aanzienlijk hebben vereenvoudigd.

Mevrouw de advocaat-generaal.
Op de plaats delict is alleen de vingerafdruk van verdachte aangetroffen. Verder niets. Het huis bleek zeer grondig gereinigd. Hebt u enig idee hoeveel tijd de verdachte daarvoor nodig zou hebben gehad, afgezien van andere handelingen zoals de moord zelf? Heeft de reconstructie hierover uitsluitsel gegeven …? O nee, er is geen reconstructie gedaan. Maar in het dossier wordt hierover helemaal niets gemeld.

Vragen die raadsheren hadden kunnen (moeten) stellen (1)*

Rechters moeten het dossier beoordelen dat hun wordt voorgelegd. Ze stellen vragen en horen de meningen van deskundigen. Toch werden veel vragen niet gesteld.

In de Deventer Moordzaak hebben de raadsheren te vaak achterover geleund en vertrouwd op wat de advocaten-generaal hen voorschotelden.

Ook de deskundigen werden op hun woord geloofd – en dat moet ook.

Hoewel, ook dat ging een paar keer goed mis.

Maar vragen stellen of toelichting vragen over belangrijke onderwerpen is niet een blijk van wantrouwen.

We weten dat dit soort gemiste kansen van de raadsheren geen onderwerp van het herzieningsonderzoek zijn dat onder leiding van advocaat-generaal mr. Aben wordt uitgevoerd en 9 jaar heeft geduurd.

Bij dat onderzoek moet het immers gaan over ‘nova’.

Maar schrijnend is het allemaal wel. Een belangrijke oorzaak van de frustratie die bij de Deventer Moordzaak wordt gevoeld.

Hieronder sommen we een aantal vragen op die de raadsheren hadden kunnen en eigenlijk hadden moeten stellen.

We gaan hierbij uit van de verdenking dat Louwes op donderdag 23 september 1999, rond 9 uur ‘s avonds mevrouw Wittenberg heeft vermoord.

De vragen die de raadsheren hadden moeten stellen aan de advocaten-generaal:

Mevrouw de advocaat-generaal.
Ik zie in het dossier dat de schouwarts geen tijdstip van overlijden heeft vastgesteld. Het is toch zeer gebruikelijk dat dit wel wordt gedaan? Waarom is dat in dit geval niet gebeurd? En hoe weet u dan zo zeker dat de moord op donderdagavond is gepleegd en dan ook nog wel op zo’n precies tijdstip?

Mevrouw de advocaat-generaal.
In het dossier ontbreekt het resultaat van een reconstructie. Kunt u me vertellen waarom die niet heeft plaatsgevonden? Er zijn nogal wat vragen over de plaats waar het slachtoffer is aangetroffen en hoe en waar ze is vermoord? Kunt u daarover wat meer vertellen?

Mevrouw de advocaat-generaal.
Uit het dossier blijkt dat Louwes om 19 uur van de Jaarbeurs is vertrokken en dat hij later die avond is thuisgekomen tussen 21 uur (zijn verklaring) en 23 uur (uiterste andere mogelijkheid). Kunt u toelichten waarom u ervan overtuigd bent dat Louwes voldoende tijd had om de moord en alle bijkomende handelingen uit te voeren: de moord, doorzoeken en grondig reinigen van het huis, verplaatsen van een zwaar stoffelijk overschot, van en naar de auto wandelen, etc.? Heeft u een plausibel scenario?

Mevrouw de advocaat-generaal.
Het slachtoffer heeft donderdagmiddag boodschappen gedaan. Ze heeft onder meer vlees, vleeswaren en broodjes gekocht. Een belangrijk deel hiervan is niet meer aangetroffen, niet in het huis en evenmin door de sectiearts. Deze zouden dus door Louwes moeten zijn meegenomen. Hebt u er een logische verklaring voor waarom hij dat zou hebben gedaan. Graag een andere dan ‘het creëren van een dwaalspoor’?

* Update: 22 mei 2023

Datum van overlijden

Wanneer werd mevrouw Wittenberg vermoord? Lang werd aangenomen donderdag 23 september 1999. Veel later werd hieraan steeds meer getwijfeld.

De twijfel kon ontstaan doordat de politie de schouwarts niet toestond een temperatuurmeting te doen (wanneer je dit leest, kun je je ogen niet geloven).

Zo’n meting is immers noodzakelijk om een preciezer tijdstip van overlijden te kunnen vaststellen. Dat dit niet is gebeurd heeft Louwes jarenlang ernstig parten gespeeld.

In 2014 werd door een team van forensische deskundigen in een proces verbaal vastgesteld dat het tijdstip van overlijden minimaal 24 uur later moet zijn geweest, dus op vrijdagavond of -nacht.

Los van deze ontwikkelingen is er iets opmerkelijks.

Op de grafsteen van mevrouw Wittenberg lezen we twee opvallende dingen.

In de eerste plaats dat haar voornaam wordt geschreven zonder ‘c’, dus Jaqueline in plaats van Jacqueline (de laatste komen we het vaakst tegen), maar dat is een onbeduidend detail.

Maar ook de datum van overlijden valt op: 25 september 1999. Niet 23 september zoals tot 2014 steeds is volgehouden.

We moeten niet gaan complotdenken. Het zal wel een vergissing zijn geweest door de maker van de grafsteen.

Maar opvallend is het wel.

Plotseling staken van onderzoek

We hebben de afgelopen jaren nogal wat bijzondere moordzaken meegemaakt. Bijzonder omdat de gedoodverfde dader na vele jaren werd vrijgesproken.

We herinneren ons nog de geruchtmakende zaken van Lucia de Berk, Ina Post en de Schiedammer Parkmoord.

Wie even op internet zoekt, kan zonder moeite nog vijf of meer van dergelijke zaken vinden.

Zaken die het vertrouwen in politie en justitie ernstig hebben geschokt. Jarenlang heeft iemand vastgezeten en dan blijkt die niet de dader te zijn!

Ook de Deventer Moordzaak is zo’n bijzondere zaak.

Al vanaf het eerste begin werd de argeloze krantenlezer getroffen door de vele missers en onbegrijpelijke keuzes van politie en Openbaar Ministerie.

We denken aan Het Mes, de twee briefjes, het gedoe over wel of niet een ochtendbezoek, of het openen van een rekening nu wel of niet verdacht was, het Telefoontje, het zoekraken van bewijsmateriaal, toch weer niet Het Mes, dan plotseling een Vlekje, enzovoort. Dat maakt de burger argwanend. Zijn politie en OM wel berekend op hun taak?

Er is ook nog een andere opvallende gebeurtenis die tot op de dag van vandaag vragen oproept.

Voordat Louwes als verdachte in beeld kwam en vervolgens in november 1999 werd gearresteerd, waren er ook nog twee andere personen voor wie de politie bijzondere belangstelling had en een van hen werd zelfs op enig moment als verdachte aangemerkt.

Van de ene op de andere dag werd het onderzoek naar beide personen gestaakt en daarna is er niets meer van die onderzoeken vernomen.

Dat zou logisch zijn ingeval een ander de moord heeft bekend.

Of wanneer het bewijsmateriaal tegen een ander overweldigend en zeer overtuigend is.

Maar van beide mogelijkheden was in deze zaak geen sprake. Dat blijkt wel uit de vrijspraak door de rechtbank Zwolle.

Dus blijft de vraag nog steeds zeuren: waarom is dat onderzoek plotseling gestaakt?

‘Maar toch wil ik’

Onmiddellijk nadat mevrouw Wittenberg dood werd aangetroffen werd in haar tuin een briefje gevonden met veel taalfouten. Later ontving de politie een tweede briefje.

Over beide briefjes is lange tijd veel te doen geweest.

Het eerste briefje: onbeholpen geschreven met gekunstelde fouten
Het tweede briefje: keurig geschreven, maar ook met Maar toch wil ik u

Het eerste briefje werd op 25 september 1999 op de oprit gevonden. Het wekte de suggestie te zijn geschreven door een laaggeletterde persoon.

Vraag aan iemand iets te schrijven met veel opzettelijke taalfouten, dan zou het er zo uit kunnen zien. Knullig handschrift en gekunstelde fouten.

Het tweede briefje werd op 21 oktober 1999 anoniem bij het politiebureau bezorgd. Het zag er verzorgd uit en was in keurig Nederlands geschreven.

We willen het hier niet hebben over de inhoud van beide briefjes, maar over de vraag of ze door dezelfde persoon zijn geschreven.

Er werd grafologisch onderzoek gedaan en de antwoorden op deze vraag liepen zoals valt te verwachten flink uiteen.

Maar er was ook iets anders aan de hand met beide briefjes. In beide kwam dezelfde zinsnede voor: Maar toch wil ik u.

Omdat velen van mening waren dat deze zinsnede niet vaak voorkomt, werd al snel gedacht dat beide briefjes door een en dezelfde persoon waren geschreven.

Want dat twee verschillende personen deze niet veel voorkomende zinsnede los van elkaar in verschillende briefjes zouden gebruiken, dat zou wel heel toevallig zijn.

Begin 2000 was het niet gemakkelijk na te gaan hoe vaak de zinsnede Maar toch wil ik voorkomt en hoe groot de kans is dat die zou voorkomen in twee onafhankelijke briefjes.

Nu, in 2021, kunnen we veel beter schatten hoe groot die kans is. En dus ook hoe groot de kans is dat deze zinsnede in twee onafhankelijke teksten voorkomt.

Want we hebben Google.

Zoeken we met deze zoekmachine naar Maar toch wil ik u dan krijgen we 40.800 resultaten. Is dat veel of weinig?

Om hiervan een idee te krijgen zouden we moeten weten in hoeveel documenten Google heeft gezocht. Daarom zoeken we ook naar hoeveel hits een ander willekeurig, maar gangbaar woord oplevert. Het woord mogelijk bijvoorbeeld geeft : 184.000.000 resultaten, het woord nieuw geeft 225.000.000 resultaten.

Laten we even uitgaan van 225.000.000 resultaten en een ruwe berekening maken.

Van de ongeveer 225.000.000 resultaten zouden er 40.800 de zinsnede Maar toch wil ik u bevatten, dat is dus een kans van ongeveer 0.00018. De kans dat twee onafhankelijke documenten allebei deze zinsnede zouden bevatten, is dus 0.018%.

Een heel kleine kans dus.

Ongetwijfeld zal bovenstaande berekening kunnen worden verfijnd/verbeterd. Bijvoorbeeld is er nog geen rekening mee gehouden dat de woorden ‘nieuw’ of ‘mogelijk’ vaker in een document voorkomen. Maar de kans dat beide briefjes door verschillende personen zijn geschreven, blijft wel heel erg klein.

Saaie Piet

Wanneer je de Deventer Moordzaak rustig doorleest, dan vraag je je af hoe de politie en het OM ooit Ernest Louwes als dader hebben kunnen zien.

Het lijkt allemaal te zijn begonnen met het mobiele telefoongesprekje dat Louwes naar eigen zeggen vanaf de A28, ergens tussen Harderwijk en ‘t Harde, waarschijnlijk in de buurt van Nunspeet heeft gevoerd.

Dat kon helemaal niet, vond een deskundige de KPN. Zijn mobieltje kan Deventer vanaf die plaats nooit bereiken.

Dus Louwes liegt. Dat is dus zeer verdacht. En dus zal hij wel de dader zijn. Vonden politie en OM.

En dus werd het onderzoek naar andere verdachten plotseling stopgezet, terwijl die de politie nog wel wat hadden uit te leggen.

Zeker hebben dat telefoontje en de gebrekkige kennis van de deskundige van de KPN en twee hoogleraren Louwes helemaal in het begin parten gespeeld.

Maar toch.

Al snel zou het OM toch tot de ontdekking moeten zijn gekomen dat ze met Louwes helemaal op het verkeerde spoor zaten.

Want er waren nogal wat goede redenen, om hem niet langer als verdachte te zien.

In willekeurige volgorde.

  1. De omstandigheden van de moord wijzen erop dat er hevige emoties in het spel waren (gesleep met slachtoffer, onder schilderij leggen, nauwkeurig geplaatste messteken).
  2. Louwes werd juist gekenmerkt (niet in de laatste plaats door hemzelf) als een saaie piet, wars van emoties.
  3. Hij had geen financieel motief, zoals later door het Hof Den Bosch werd vastgesteld.
  4. Evenmin werd een ander motief vastgesteld (dat is vaak een probleem, een moord zonder motief!).
  5. Hij was geen goede bekende of huisvriend van het slachtoffer.
  6. Hoewel de dader met het bloedige mes het huis heeft verlaten, werden op Louwes noch in zijn auto bloedsporen aangetroffen.
  7. Politie en OM hadden al meteen afstand moeten nemen van het gevonden mes als moordwapen. Daarmee zou hen tevens een gênante vertoning bespaard zijn gebleven.
  8. De zeven weken dat hij als executeur-testamentair heeft geopereerd, heeft hij dat correct gedaan, zeker als in aanmerking wordt genomen dat hij deze taken naast zijn overige werkzaamheden moest uitvoeren.
  9. Zelfs wanneer de moord op donderdagavond zou zijn gepleegd (de deskundigen denken daar in meerderheid anders over, getuige een proces verbaal), dan zou hem de tijd hebben ontbroken.

Niet alle individuele punten pleiten Louwes voor de volle 100% vrij want er is altijd ruimte voor twijfel. Maar gezamenlijk maken zij zijn daderschap praktisch onmogelijk.

De enige reden dat mr. Aben zo lang over het herzieningsonderzoek doet, kan alleen maar zijn: het zoeken naar een uitweg uit deze negen punten.

Het tweede mes

Twee dagen na de moord werd op een onwaarschijnlijke plaats een vleesmes gevonden. Dit zou wel eens het moordwapen kunnen zijn, dacht de politie.

Ondanks de bijzondere vindplaats (1 km vanaf de Zwolseweg 157, onderaan een trap naar een fietskelder) raakten politie en OM ervan overtuigd dat Het Mes het moordwapen zou zijn.

Voor de geuridentificatie werd de geur veiliggesteld en Het Mes werd door het NFI onderzocht, zonder DNA-resultaat.

Geen DNA maar toch bleven politie en OM Het Mes als het moordwapen zien.

Totdat …

Ja, totdat op 10 januari 2000 een bewoonster aan de Arnold Moonenstraat in Deventer meldde dat in haar openstaande garage een scherp mes was aangetroffen. Zij bracht dit zelf in een mogelijk verband met de moord op de Zwolseweg.

Gezien het voorgaande zou de politie haar moeten hebben meedelen dat ze al waren voorzien: er was al een moordwapen gevonden. Bedankt voor uw oplettendheid.

In plaats daarvan meldt het Tactisch Journaal dat Het Tweede Mes werd veiliggesteld en, om geen sporen te vernietigen, voor onderzoek naar het NFI te Rijswijk werd gestuurd.

Tegelijk werd na overleg met de Officier van Justitie een aanvraag machtiging DNA onderzoek aangevraagd om eventueel aan te treffen DNA-materiaal te vergelijken met het profiel van het slachtoffer Wittenberg.

Zo overtuigd was het OM er dus niet van dat Het Eerste Mes het moordwapen zou zijn. Het liet voor de zekerheid ook Het Tweede Mes onderzoeken.

Niet geschoten is altijd mis, moeten deze professionals hebben gedacht.

Toch was Het Eerste Mes voor de veroordeling door het Hof Den Bosch een belangrijk bewijsmiddel!

Klungeliger kan het toch niet?

De huishoudster

Mevrouw Wittenberg had een huishoudelijke hulp die in de Deventer Moordzaak een belangrijke rol speelde. Ze kwam al vroeg in het Tactisch Journaal (TJ) voor.

De vrouw was 67 jaar en al meer dan tien jaar bij de Wittenbergs werkzaam. Elke donderdagmorgen van 9-12 uur kwam ze werken. Zoals met meer huishoudelijke hulpen het geval is, raakte ze bekend met de gang van zaken van de familie.

Ze kende volgens het TJ de inrichting van de woning goed en wist hoe alles lag en stond.

Zo wist ze te melden dat mevrouw Wittenberg altijd haar woning verliet via de achterdeur, die ze afsloot met een sleutel. Als ze naar boven ging deed ze achterdeur op slot met een knip. Nee, ze zou ‘s avonds de deur nooit opendoen. Geld haalde ze altijd van boven, waarschijnlijk uit een door ouderdom grijs geworden tas die op de ouderslaapkamer stond. Nee, de hulp wist niet of er een kluis in huis was.

De hulp was een belangrijke informatiebron. Daarom liep de politie op de maandag na de moord met haar het huis door.

Ze merkte verscheidene zaken op. Zo ontbrak volgens haar de kruimelzuiger uit de wandhouder. Dat vond ze raar want mevrouw Wittenberg hing hem na gebruik altijd meteen weer op.

Het viel haar op dat er geen afwas op het aanrecht stond en dat het rood-witte schort niet op het witte haakje hing.

Na een blik in de koel-vrieskast concludeerde ze dat mevrouw Wittenberg niet op vrijdagmorgen, zoals gebruikelijk, bij Albert Heijn was geweest.

En zo ging het maar door, volgens diverse mutaties in het Tactisch Journaal.

De huishoudelijke hulp kon zich eerst niet herinneren dat Louwes donderdagmorgen op bezoek was geweest en dat heeft voor veel verwarring gezorgd en de loop van de processen beïnvloed.

Later heeft zij dit diverse keren gecorrigeerd met duidelijke getuigenissen maar die kwamen de advocaat-generaal in Den Bosch niet goed uit en werden door haar als niet geloofwaardig terzijde geschoven.

Wanneer het tot een herziening zou komen, dan zal die – gezien de snelheid van de justitiële molens – niet eerder dan over twee jaar zijn.

Zou de huishoudelijke hulp die dan 91 jaar is, nog nieuwe bruikbare informatie kunnen geven?

Als ze dan nog leeft?

Sleutels

Naast het lichaam van mevrouw Wittenberg lag een sleutel-etui dat daar moet zijn neergelegd. Met welk doel? Er zijn diverse verklaringen voor gegeven.

Maar die sleutels blijven een raadsel.

Het Tactisch Journaal maakt ook gewag van de sleutels. In mutatie 15 wordt gemeld:

Onder/naast het slo. lag slkeutelbos, netjes in etui getrokken.Hieraan o.m. sleutel voordeur.

We gaan er maar vanuit dat het sleutel-etui toebehoorde aan het slachtoffer. Vreemd is het dat de sleutels op die plek lagen, want het is inmiddels vrijwel zeker dat mevrouw Wittenberg ongeveer 6-24 uur na haar overlijden is versleept. Het is dus uitgesloten dat ze op de plaats waar ze werd gevonden, de sleutels uit haar hand heeft laten vallen.

Natuurlijk besteedt ook deemzet.nl aandacht aan deze bijzondere vondst en somt tegelijk verwante bijzondere observaties op.

Wie heeft belang bij heropening Deventer Moordzaak?

Er zijn veel mensen in Nederland die er steeds meer van overtuigd zijn dat de Deventer Moordzaak de grootste rechterlijke dwaling tot dusver is. Zij kunnen niet wachten op de heropening en hopelijk de uiteindelijke vrijspraak.

Maar niet iedereen denkt er zo over.

Er zijn ook mensen die – ondanks alle nieuwe bewijsmateriaal van het tegendeel – ervan overtuigd blijven dat Louwes de dader is. Dat is hun goed recht.

Ze zijn niet echt tegen een herziening, maar van hen hoeft die niet zo nodig.

Er is ook een groep personen die om de een andere reden tegen een herziening zijn. Zij hebben helemaal geen belang bij een herziening.

Integendeel, wanneer de Hoge Raad de zaak doorverwijst naar een gerechtshof is de kans groot dat alle zaken weer worden opgerakeld: PV’s, onderzoeksrapporten, getuigenverklaringen en zo meer. Zeker na het rapport van het coldcaseteam.

Welke personen en/of categorieën zitten echt niet op een herziening te wachten?

1. De echte dader (of daders)
In de allereerste plaats natuurlijk de echte dader. Die heeft de afgelopen jaren 24 jaar met genoegen gezien hoe Louwes in het verdachtenbankje werd geplaatst en definitief werd veroordeeld. De dader moest steeds glimlachen bij alle trucjes die het OM uit de hoge hoed toverde om Louwes achter de tralies te krijgen of houden.
Deze dader heeft dus geen enkele behoeft aan een nieuw proces. Dat kan alleen maar in zijn nadeel uitpakken.
De kans om te worden ontmaskerd acht de echte dader na zovele jaren weliswaar niet groot, maar je weet nooit.

2. De politie
Jaap Visscher is er nog steeds van overtuigd dat het onderzoek dat onder zijn leiding heeft plaats gevonden, goed is geweest. Ook nog na het verslag van het coldcaseteam?
Er zijn veel fouten gemaakt, dat erkent hij ook. En zelfs blunders, zo vindt zelfs mr. Aben, de advocaat-generaal die momenteel het herzieningsverzoek beoordeelt.
Inderdaad, fouten en blunders.
Wat te denken van de politiemensen die de schouwarts nader onderzoek verboden, van het kwijtraken van een vest en broek van het slachtoffer, van het bestempelen van Het Mes als moordwapen.
Allemaal fouten en blunders van de politie, maar dat maakte voor het resultaat verrassend genoeg geen verschil. Volgens Visscher.
Maar wie weet wat tijdens een nieuw proces nog meer wordt onthuld. Daar zit Jaap Visscher niet op te wachten.
Nee, geen nieuw proces!

3. Het OM
Dit is de derde, niet onbelangrijke, partij die niet enthousiast is over een nieuw proces. Dan zullen alle fouten en blunders – en nog erger, leugens – weer breed worden uitgemeten: het ochtendbezoek, alle gekonkel om maar aan te tonen dat Louwes niet op de A28 kon hebben gebeld. Ach, alle ellende is uitgebreid te lezen op de website deemzet.nl.
Nee, allemaal zaken waar het OM met afschuw op terugkijkt.
Dit alles nog een keer in gewreven krijgen op een nieuw proces? Nee dank je wel, heel veel liever niet.

4. Het NFI
Dit instituut wil al helemaal geen nieuw proces. In de jaren 1999-2004 heeft het NFI veel ondeskundigheid ten toon gespreid, die zelfs werd aangetoond door de Raad van Accreditatie (RVA). Aan die periode wil het NFI liever niet worden herinnerd, want het is behoorlijk schadelijk voor de reputatie als deskundig onderzoeksinstituut. Weliswaar is hoofdpersoon ing. Richard Eikelenboom snel na deze zaak bij het NFI vertrokken, maar dan nog. Overigens, die was volgens de minister van Justitie en Veiligheid niet bevoegd DNA-onderzoek te doen.
Nee, liever geen nieuw proces. En over tot de orde van de dag.

5. De deskundigen
Deze hebben een belangrijke rol gespeeld. De gerechtshoven moeten kunnen vertrouwen op hun expertise. Hoewel wat meer alertheid van hun kant ook geen kwaad had gekund (winterse buien in september).
De raadsheren moesten voor waar aannemen dat van de A28 niet een zendmast in Deventer kon worden aangestraald omdat deskundigen dat hadden verklaard.
De raadsheren moesten ook voor waar aannemen wat door het NFI werd gezegd over DNA-monsters (heel stellig en toch met veel onzin). Er zat voor de raadsheren niets anders op want ze zijn verre van deskundig op dit terrein. Dus ing. Richard Eikelenboom kon hier dus op zijn gemak orakelen over DNA-sporen, wat hij dus eigenlijk niet mocht. Er bestond tussen de deskundigen ook nog veel verschil van mening, wat de raadsheren niet zo maar hadden mogen laten passeren.
Tijdens een nieuw proces zouden de deskundigen (voor zover nog in leven) alles nog eens goed ingewreven krijgen.
Nee, als het aan hen ligt, liever geen nieuw proces. Het was al erg genoeg. de eerdere keren.

6. De rechterlijke macht
De rechtbank Zwolle kan niets worden verweten. Die heeft Louwes vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
De gerechtshoven zouden wel wat alerter de zaken hebben kunnen leiden.
Hoezo, er is geen tijdstip van overlijden?
Hoezo, een winterse bui in september?
Waarom werden getuigen die zeiden mevrouw Wittenberg nog op vrijdag te hebben gezien niet serieus genomen, een behandeling die ook de huishoudster ten deel viel?
Waarom is er niet doorgevraagd of er wel voldoende tijd was voor Louwes om de moord te plegen en weer op tijd thuis te zijn?
Raadsheren hebben na deze processen hun carrière succesvol voortgezet en willen niet hun bedenkelijke rol van ongeveer 20 jaar geleden nog eens ingewreven krijgen.
Nee, hun carrière wordt door een nieuw proces niet meer geschaad want ze zijn met pensioen. Maar hun reputatie loopt wel een stevige buts op.
Dus, als het even kan, niet doen.

7. Goede bekenden of intimi van het slachtoffer
Last but not least.
Niets is zeker in deze wereld, maar algemeen wordt aangenomen dat mevrouw Wittenberg door een goede bekende van het leven is beroofd.
Wie je tot de goede bekenden rekent, blijft een open vraag want een betrekkelijke buitenstaander als Louwes werd ook als zodanig gezien.
Als Louwes wordt vrijgesproken, komen andere goede bekenden weer in beeld. Of dit na zovele jaren nog wat zal kunnen opleveren, blijft de vraag.
Maar het blijft wel een feit.

Waarheid vs. Leugens

Het is gebruikelijk dat daders halve waarheden of ronduit leugens vertellen. Ze komen op eerdere versies van hun verhalen terug. Dat maakt hen extra verdacht.

Op die wijze proberen ze zichzelf vrij te pleiten.

In de Deventer Moordzaak ligt dat heel anders. De verdachte Louwes heeft van meet af aan consistente en correcte verklaringen afgelegd. Geen gedraai, geen gekonkel. Gewoon, zo is het gegaan en niet anders.

Hij heeft steeds precieze, controleerbare verhalen verteld.

Of het nu ging om zijn bezoek aan mevrouw Wittenberg op donderdagmorgen om een grafrechtenbrief op te halen.

Of over zijn telefoontje vanaf de A28 tussen Harderwijk en ‘t Harde (en niet vanaf ‘t Harde)

Of over de schilders of dakbedekkers met ladders vlakbij het huis van mevrouw Wittenberg.

Steeds bleken zijn verklaringen correct te zijn.

Hoe anders ligt dit aan de zijde van het OM dat met leugens en halve waarheden (en ook nog blunderend) het bewijs tegen Louwes sluitend probeert te krijgen.

Of het nu gaat om de geuridentificatieproeven die niet correct zijn uitgevoerd.

Of het lange tijd blijven beweren dat Louwes op donderdagmorgen niet op bezoek bij mevrouw Wittenberg was geweest, ondanks een getuigenverklaring van de werkster.

Of verklaringen van getuigen die hadden verklaard mevrouw Wittenberg op vrijdag nog te hebben gezien, zodanig op papier te zetten (bijvoorbeeld: meent te hebben gezien in plaats van heeft verklaard te hebben gezien) dat de lezer ernstig twijfelt aan de waarde van de verklaring.

Of jarenlang blijft stellen dat Louwes belde vanaf ‘t Harde terwijl hij vanaf het eerste begin had verklaard dat hij belde tussen Harderwijk en ‘t Harde, waarschijnlijk in de buurt van Nunspeet. Vergissing of opzet?

Het is de Waarheid tegenover de Leugens.

Om met de huidige minister van VWS Hugo de Jonge te spreken: Hier is geen kruid tegen gewassen.

Kranten als bewijs

De auteur van de website deemzet.nl is duidelijk van mening dat de moord niet op donderdag maar op vrijdag heeft plaats gevonden. Waarom denkt hij dat?

Hij heeft hiervoor diverse redenen. Een ervan berust op belangrijke observaties die hij deed aan het dode lichaam van mevrouw Wittenberg. Die staan in het volgende artikel.

Het is onder anderen aan hem te danken dat zijn waarnemingen door een team van forensische deskundigen is besproken.

In het proces verbaal van die besprekingen (hoornvlies en livor mortis) komt men tot de conclusie dat het misdrijf niet op donderdagavond maar ongeveer 24 later is gepleegd en bovendien dat het lichaam tussen de 6-24 uur na overlijden is verplaatst.

Maar er zijn ook andere observaties die hem ervan overtuigen dat de moord niet op donderdag is gepleegd. Hij noemt hiertoe een aantal ‘dwaalsporen’.

Een zo’n dwaalspoor zijn de kranten en de overige post achter de voordeur, de deur waarlangs de dader of daders het pand hebben verlaten.

De auteur toont overtuigend aan dat de volgorde in de stapel post weliswaar suggereert dat ze op de verwachte volgorde liggen: als de moord donderdagavond is gepleegd zijn sindsdien kranten en overige post op een stapel gevallen.

Maar in het artikel Dwaalsporen wordt aangetoond dat deze volgorde niet klopt. Ze zijn door de dader(s) zorgvuldig zo gestapeld om die suggestie te wekken maar daarbij hebben ze een fout in de volgorde gemaakt.

Spannend om over dit staaltje speurwerk te lezen.

Nederlands Juristenblad 2008

Ook in het NJB van 18 juni 2008 werd aandacht besteed aan de Deventer Moordzaak. In een artikel heeft Hieke Snijders-Borst ernstige twijfels over het daderschap van Louwes.

Zoals kan worden verwacht van een gepensioneerd inspecteur vennootschapsbelasting formuleert ze haar opvatting zorgvuldig en nauwkeurig.

In haar artikel legt ze de vinger regelmatig op de vele zere plekken.

Let op: dit artikel is zes jaar eerder verschenen dan het herzieningsonderzoek (2014) dat sedertdien door mr. Aben wordt gedaan.

Over het type verdachte.

Mr. Ernest Louwes was de meest onaannemelijke verdachte die men zich kan voorstellen: een harde werker, zeer toegewijd aan zijn gezin, weinig fantasierijk en op 46-jarige leeftijd nog nimmer van enig kwaad beticht.

Over het type misdrijf.

De moord zelf en het verslepen van het slachtoffer tot vóór het schilderij van haar man, waar zij zevenmaal in de borst is gestoken, wezen op bepaalde emoties die bij Louwes ontbraken. 

Over het type moordwapen

Dit mes was 1,5 km van de woning van mevrouw in een portiek gevonden. Het lemmet was te breed, te dik, te lang en te recht om te kloppen met de steekwonden in mevrouw. Bij later onderzoek werd noch van mevrouw noch van Louwes lichaamsmateriaal op het mes aangetroffen.

Over het handelen van de Technische Recherche.

Eerst nu is vast komen te staan dat kort na de ontdekking van de moord de Technische Recherche één van de belangrijkste voorschriften heeft veronachtzaamd: de stukjes plakfolie om van huid en kleding van het slachtoffer slecht zichtbaar bewijsmateriaal te verzamelen – bijvoorbeeld haren van de dader – zijn diverse malen op het voorpand van de blouse hergebruikt. 

Over de aard en hoeveelheid bewijs.

De wetenschappelijke basis voor het toch al schamele en wankele beetje bewijs tegen Louwes is daarmee geheel vervallen. Het is te hopen dat een gezwinde afhandeling van een derde herzieningsverzoek van hem nu snel een einde maakt aan deze beschamende zaak.

Daarmee zijn de beginselen geschonden van artikel 6 EVRM (…), in het bijzonder van het ‘audi et alteram partem’ en van de ’sub iudice’-regel.

Over het proces Hof Den Bosch.

… Deze schendingen klemmen temeer, wanneer men zich rekenschap geeft dat ook de behandeling indertijd in Den Bosch niet vlekkeloos is verlopen. De verdediging is opvallend weinig tijd gegund om zich te weren (…) heeft het Hof op 9 februari 2004 arrest gewezen: op de veertiende dag dus na de zitting …

Over de Hoge Raad.

… de Hoge Raad gelast een onderzoek en benoemt daartoe een raadsheer-commissaris uit zijn midden (art. 465 Sv), waarna dat onderzoek buiten aanwezigheid van pers en publiek plaatsvindt (art. 466 Sv). Zodoende zijn bij het verzoek van Louwes gegevens uit een geheim gehouden onderzoeksrapport in het geheim onderzocht en zijn nieuwe getuigen ondervraagd op een niet-openbare zitting.

Over de geheimhouding.

… De geheimhouding van de rapporten van het OM van het ‘oriënterend vooronderzoek’ is gemotiveerd met de noodzaak de privacy van derden te beschermen. Maar de feiten en de namen van die derden zijn in een handomdraai te verwijderen zonder tekort te doen aan de inhoud. Het lijkt dan ook evident dat de geheimhouding slechts dient om de incompetentie en andere tekortkomingen van vele betrokkenen en – vooral! – de werkelijke feiten voor het oog van pers en publiek verborgen te houden …

Over de grondbeginselen van de rechtsstaat.

Wie nodeloos een strafrechtelijk onderzoeksrapport geheimhoudt heeft niet alleen een krachtig bewijs geleverd voor de incompetentie van zichzelf en/of van sommige collega’s en/of ondergeschikten, maar ook de grondbeginselen van de rechtsstaat geweld aangedaan.

Dit alles moet de Hoge Raad niet zijn ontgaan?

Deventer Moordzaak langstlopend herzieningsonderzoek

Het duurt maar en het duurt maar: het herzieningsonderzoek door mr. Aben loopt al sinds 2014 en is daarmee het langstlopende onderzoek.

Laten we even kijken naar het jaarverslag 2018 van de Hoge Raad. Na een korte inleiding lezen we:

… In 2018 waren er nog 11 verzoeken uit 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017 in behandeling …

Het onderzoek uit 2013 is inmiddels afgerond.

Na een korte beschrijving van een aantal in 2018 nog lopende onderzoeken heeft de Deventer Moordzaak de eer onder een apart kopje te worden beschreven.

We lezen onder het kopje Deventer-moordzaak:

… In de zogenoemde Deventer-moordzaak – een veroordeling uit december 2000 tot 12 jaar gevangenisstraf wegens moord, waarin al meerdere keren herziening is verzocht – had de advocaat-generaal, op basis van het advies van de ACAS, in 2014 al besloten om nader onderzoek in te stellen …

Inderdaad, al in 2014, en de advocaat-generaal zou meer onderzoeken dan waartoe door de ACAS geadviseerd.

We lezen verder:

… In 2016 is een pathologisch anatomisch onderzoek afgerond. In het verslagjaar is het onderzoek naar gsm-verkeer, uitgevoerd door TNO/TU Delft, afgerond. Er was al door een deskundige gerapporteerd over DNA-onderzoek op activiteitenniveau; in het verslagjaar heeft ook de contradeskundige antwoord gegeven op aanvullende vragen …

Van het pathologisch anatomisch onderzoek is al in 2014 een proces verbaal opgemaakt waarin het merendeel van de forensische experts voor Louwes ontlastende conclusies trekt.

Alle reden dus om de uitkomst van dit onderzoek met vertrouwen tegemoet te zien.

Het TNO/TU onderzoek concludeert dat Louwes het mobiele gesprek met mevrouw Wittenberg wel op 23 september 1999 omstreeks 20:36 vanaf de A28 kon hebben gevoerd en dus niet in Deventer aanwezig hoefde te zijn. Dit ondergraaft een van de belangrijkste verdenkingen van het OM.

Mr. Aben noemde deze ontwikkeling eveneens in zijn interview van september 2019 met De Stentor. De kans hierop zou volgens hem 5% zijn.

Een deskundige van KPN trok bovendien zijn eerdere verklaringen in 2003/2004 hierover in. Ook hij was toen van mening dat op 23 september 1999 omstreeks 20:36 een mobiele telefoon vanaf de A28 een zendmast in Deventer kon bereiken.

… Het DNA-onderzoek bevond zich aan het einde van het verslagjaar in een afrondende fase …

En dan nog het DNA-onderzoek. Het NFI had eerder naar de DNA-sporen en de mogelijke gevolgen onderzoek gedaan.

Maar dit onderzoek door het NFI was knoeiwerk.

Lees de gedetailleerde beschrijving van dit knoeiwerk of de leesbare versie in een te verschijnen boek en concludeer dat ook dit onderzoek Louwes zal ontlasten.

Het verrast in februari 2021 dat na de betreffende zinsnede in het jaarverslag 2018 dit onderzoek nog steeds niet is afgerond.

Ambtelijke molens draaien langzaam, maar in dit geval lijken ze stil te staan.

Testamenten

Bij een moord wordt door de politie al snel gekeken naar eventuele financiële motieven. Zijn geld of kostbaarheden verdwenen, wie zou profiteren van de dood van het slachtoffer?

In de Deventer moordzaak doet zich inderdaad iets dergelijks voor.

Er is sprake van twee testamenten, een oud testament uit 1997 en een nieuw testament dat mevrouw Wittenberg tien dagen voor haar dood had opgesteld.

Zij had op 7 februari 1997 een testament opgesteld. Hierin noemde zij zestien legatarissen: neven, goede bekenden, een paar instellingen en zo meer. Ieder van hen kreeg wat. Verder benoemde ze iemand tot enige erfgenaam.

Bijzonder is dat ze dit testament op 13 september 1999 heeft aangepast, tien dagen voordat zij werd vermoord.

Dit was ook de politie opgevallen en tijdens enkele verhoren van getuigen zijn beide testamenten ter sprake gekomen.

Ongetwijfeld heeft de politie gedacht in de testamenten aanknopingspunten te vinden voor een of meer verdachten.

Het uiteindelijke resultaat van hun onderzoek is geweest dat executeur-testamentair Louwes de verdachte werd. Veel verder zijn ze niet gekomen.

Hij moest immers de afwikkeling van het testament regelen en was door mevrouw Wittenberg bovendien benoemd als voorzitter van de Dr. Wittenberg stichting.

Hoe verdacht kun je het krijgen, moet het OM hebben gedacht?

Een ding staat vast, het aandeel van de ‘klusjesman’ is in het tweede testament niet veranderd. Dat kan dus niet een motief zijn geweest.

Blunders en misleidingen

In de Deventer moordzaak zijn nogal wat blunders begaan. Zelfs mr. Aben is die mening toegedaan. Ook is er vaak sprake van misleiding. Wat ging er zoal mis?

Volgens de auteur van deemzet.nl komen in het onderzoek en de gerechtelijke procedures van de Deventer moordzaak veel blunders en misleidingen voor.

Een betrekkelijke buitenstaander als Louwes heeft hierdoor voor het delict een gevangenisstraf van 12 jaar uitgezeten en wordt een andere betrokkene – vrijwel zeker onterecht – beschuldigend nagewezen.

Ondertussen lopen de dader of daders vrij rond (die zeker niet enthousiast zullen zijn over de aandacht die de moordzaak maar blijft krijgen, ook na 21 jaar).

In een aparte sectie van de website loopt de auteur niet minder dan 49 gevallen langs waarop iets valt aan te merken. Per onderwerp wordt een uitgebreide toelichting gegeven.

Hieronder een voorbeeld (punt 27).

Peter R. de Vries (juist, die!) meldt:

Volgens Ernst L. was hij om 21.00 uur weer thuis in Lelystad. Hij heeft echter een nogal opvallende route naar huis genomen. Hij rijdt via Amersfoort, Harderwijk en ‘t Harde naar Lelystad. Bepaald niet de snelste weg vanuit Utrecht. Logischer lijkt het om via Almere naar Lelystad te rijden. Deze route is namelijk zo’n 50 kilometer korter.

Het commentaar op deze uitspraak is nogal onthutsend.

De bedoelde autorit werd op 23 september 1999 gemaakt, maar de door PRdV bedoelde route werd op 13 december 1999 geopend.

Toch wel belangrijk dat deze blunder in zo’n zaak wordt opgemerkt.

Het is zeker de moeite waard de andere punten ook eens te bekijken.

Louwes handelde juist bij openen beheer-rekening

Als executeur-testamentair wilde Louwes bij een SNS-bank een rekening openen op naam van een op te richten stichting. Dat kon niet omdat de KvK-inschrijving niet was afgerond.

Hij wilde een groot bedrag afkomstig uit een kluisje van het slachtoffer veilig op een bankrekening storten. En dus vroeg hij een medewerkster van een SNS-bank een rekening te openen op naam van de Dr. Wittenberg stichting.

De medewerkster vertelde hem dat dit niet kon, want de stichting bestond nog niet. Na veel over en weer gepraat tussen hem en het bankpersoneel opende hij op aanraden van de medewerkster een rekening op zijn eigen naam met de toevoeging beheer Wittenberg.

In het proces verbaal van het verhoor van de medewerkster staat (PV 11 januari 2000):

Zeer tegen de zin van Louwes werd aldus deze rekening op zijn naam geopend.

Lange tijd werd gedacht dat Louwes zo’n beheer-rekening wilde openen en dat werd door veel betrokkenen behoorlijk verdacht gevonden.

‘Zie je wel, hij probeert geld van het slachtoffer naar zijn eigen rekening te sluizen.’

‘Ernest Louwes heeft mevrouw Wittenberg vermoord en hij had daarvoor een financieel motief.’

Pas veel later heeft het Hof Den Bosch vastgesteld dat Louwes geen financieel motief had.

Met welk motief hij de moord dan wel zou hebben gepleegd, zegt het Hof er niet bij en veroordeelt vervolgens Louwes definitief voor 12 jaar.

Website deemzet.nl

De Deventer moordzaak is een van de meest onderzochte moordzaken van de afgelopen decennia en heeft veel stof doen opwaaien. Tot op de dag van vandaag.

Dat begon in 2002/2003 met een serie artikelen in HP/De Tijd door Stan de Jong, kort daarna gevolgd door zijn boek.

Vanaf 2005 begon Maurice de Hond zich met de affaire te bemoeien. Hij heeft zich geroerd op radio, tv en internet. Het is zijn verdienste dat de moordzaak daarmee nationale bekendheid kreeg.

Nog belangrijker is zijn rol als aanjager van uitgebreid onderzoek door veel deskundige vrijwilligers (onder andere politiemensen en forensische deskundigen). De website geenonschuldigenvast.nl is hiervan het resultaat.

Sinds 2011 is er een belangrijke informatiebron bij gekomen: deemzet.nl.

De auteur achter deze website heeft in de loop der jaren niet alleen nauwkeurig verslag gedaan van de zaak maar heeft ook eigen onderzoek verricht.

Het telefoontje
Zo heeft hij zich ontwikkeld als deskundige op het gebied van mobiele telefonie. Door nauwgezet alle aspecten te bestuderen, kwam hij erachter dat door atmosferische omstandigheden het telefoontje wel mogelijk was, dat tot dan door verschillende deskundigen voor onmogelijk werd gehouden. De verklaringen van Louwes kregen hiermee een onderbouwing.

Post-mortem kenmerken
Door uitgebreid literaratuuronderzoek naar post-mortem kenmerken ontdekte hij dat het lichaam ongeveer 6-24 uur na overlijden moet zijn verplaatst, wat Louwes een alibi verschafte. Hij werd hierin gesteund door een team van deskundigen. Lees de artikelen Expert team 1 en Expert team 2.

DNA
Een omvangrijk deel van zijn onderzoek in de Deventer moordzaak betrof het DNA-onderzoek. Hij stuitte op diverse tekortkomingen (onder andere van het NFI) en kwam tot de conclusie dat de DNA-sporen op de blouse daar op vreedzame wijze op zijn terechtgekomen (vochtig spreken, lichte aanraking, etc.).

Dit alles en nog veel meer is op zijn website te lezen in een groot aantal artikelen. Het is niet alleen een kwestie van lezen. De teksten gaan vaak gepaard met uitgebreide illustraties.

Ook heeft hij over de belangrijkste onderdelen van het onderzoek een aantal YouTube-video’s gemaakt. Die nemen de kijker mee in de vaak ingewikkelde materie.

Korte cursus livor mortis

In de Deventer Moordzaak speelt een medisch-forensisch verschijnsel een belangrijke rol: livor mortis (lijkvlekken of paarskleuring). Dat wijst erop dat het slachtoffer na haar dood is verplaatst.

In een artikel op de website deemzet.nl wordt precies uitgelegd wat livor mortis is en hoe die ontstaat.

Verder moet de lezer ook met de term rigor mortis of lijkstijfheid bekend zijn om het artikel goed te kunnen begrijpen.

Waarom is dat nu belangrijk, hoor je de geïnteresseerde lezer denken?

Dit is heel belangrijk omdat daarmee wordt aangetoond dat donderdagavond niet het tijdstip van de moord kan zijn geweest.

En dat is weer van groot belang voor Louwes. Als de moord niet op donderdagavond is gepleegd maar op vrijdagavond of zaterdagmorgen vroeg, dan is hij daarmee vrijgepleit.

Want voor vrijdagavond heeft hij een alibi.

Mr. Aben: hoe moet dat verder na herziening?

Het kan haast niet anders dan dat mr. Aben met een herzieningsverzoek komt. En, gezien de vele ontwikkelingen, dat dit uiteindelijk leidt tot vrijspraak.

Gezien het tempo tot dusver kan het verzoek nog wel even duren. Maar toch, de kans is inmiddels groot dat het die kant opgaat.

En dus vragen mr. Aben, en met hem het OM, zich af hoe het dan verder moet. Wat de consequenties zullen zijn.

Want in dat geval zitten politie en OM plotseling opgescheept met een cold case.

En dat ruim 22 jaar na de moord die helemaal van binnen en buiten is onderzocht.

Het is moeilijk denkbaar dat het OM in deze geruchtmakende zaak alleen maar zou concluderen: jammer, toch leuk voor Louwes!

En vervolgens zou overgaan tot de orde van de dag.

Want als Louwes niet meer als dader wordt gezien, wie is dan wel de dader? Ga er maar aanstaan, na zo’n lange tijd.

Het OM kan dan eigenlijk alleen maar afgaan op dossiers: processen verbaal, laboratoriumverslagen, rapporten.

Maar dat is niet meer voldoende want de zaken liggen nu wel anders dan in 1999.

Bijvoorbeeld. Het is heel goed mogelijk dat er definitief vanuit wordt gegaan dat de moord niet op donderdag 23 september 1999 is gepleegd maar ruim 24 uur later.

Hoe zit het dan met de alibi’s?

Wie zou het een ondervraagde nu kwalijk nemen wanneer die op de vraag:
“Meneer, mevrouw, waar was u vrijdagavond 24 september 1999 na 21 uur?”
zou antwoorden:
“Geen idee joh, dat is bijna 22 jaar geleden!”

En dan moeten getuigen nog wel leven, want veel van de betrokkenen van toen zijn inmiddels al ruim de 70 gepasseerd.

Het is een groot probleem, maar daar heeft mr. Aben dan geen last meer van.

De ochtend voor de moord

Louwes heeft verklaard dat hij de ochtend voor de moord op bezoek was bij mevrouw Wittenberg. En toen mogelijk sporen heeft achtergelaten.

Lang heeft het OM deze versie ontkend en dat deed het niet altijd even eerlijk (lees in het boek van Ton Derksen hoe soms wordt gelogen).

Het wrong zich in allerlei bochten om toch maar te kunnen aantonen dat Louwes het slachtoffer die dag niet eerder had bezocht.

En dat dus eventuele (DNA) sporen op de plaats delict er ‘s avonds moeten zijn achtergebleven, tijdens de moord.

En dan zou het daderschap van Louwes zijn aangetoond.

In het hoofdstuk IJzersterk bewijs op de website deemzet.nl maakt de auteur korte metten met dit rare gekonkel.

Hij toont aan de hand van tenminste 9 punten aan dat de lezing van Louwes onmiskenbaar de juiste is.

Het OM gaat uiteindelijk overstag maar van harte gaat het niet.

Zo kan het gebeuren dat in een notitie wordt beweerd:

Vanaf de kant van het Noorderplein kon de Zwolseweg niet worden ingereden. Die ochtend is verdachte ook bij het slachtoffer geweest. Hij is toen van de kant van Wijhe gekomen. Van die kant kon hij wel met de auto bij haar woning komen.

Maar de advocaat-generaal merkt dan toch nog op:

… is er maar één conclusie mogelijk: verdachte is die ochtend NIET in het huis van de weduwe geweest …

Er wordt inmiddels allang voor zeker aangenomen dat Louwes ‘s morgens wel in het huis van de weduwe is geweest.

Ook is het vrijwel zeker dat de moord niet op donderdagavond is gepleegd, maar op vrijdag ongeveer 24 uur later.

Slechte verliezers daar bij het OM.

Lees het gehele verhaal met alle argumenten nog eens rustig terug op de website deemzet.nl.

Het Mes: de risee van politie en OM

Een paar dagen nadat het dode lichaam van mevrouw Wittenberg door de politie was ontdekt, werd een mes gevonden. Niet bij het lichaam, niet in het huis.

Waar dan wel?

In de T.G. Gibsonstraat die op 1 km afstand van de Zwolseweg 157 ligt.

Op deze onwaarschijnlijk grote afstand had het twee dagen in weer en wind gelegen, tenminste als de moord op donderdag zou zijn gepleegd.

Het kost wel enige moeite om de plaats te vinden waar het mes door een oplettende burger was aangetroffen.

De lange Zwolseweg uit, rotonde om, de T.G. Gibsonstraat in, vanuit de straat rechtsaf, nog een keer rechtsaf, een trap af en daar had hij het gevonden, in het trapgat.

De vinder liet de politie weten dat hij het voorzichtig met zijn mouw had opgepakt en zeker gesteld. Voorzichtig, want hij had van de moord gehoord en wilde geen sporen wissen.

Iedere weldenkende burger zou nu al hebben gedacht: laat dat mes maar zitten. Dat wordt niets.

Niet de politie.

Een plus een is twee, moeten ze daar hebben gedacht. De moord is gepleegd met een mes en er is een verdacht mes gevonden. Dat komt goed uit!

Nog even een geuridentificatieproef doen en dan is de zaak rond.

Maar in de jaren die volgden stapelden de problemen met dit mes zich op.

Allereerst had de geurproef alleen met het mes mogen worden uitgevoerd wanneer had vastgestaan dat de moord ermee was gepleegd. En dat was niet het geval. Verre van dat.

Er was nog een ander probleem. De afdruk op de blouse van een mes paste niet bij de vorm van het gevonden mes. Een gevonden mes met een recht lemmet en een afdruk in de vorm van een kromme snavel, van een Global GS8 mes.

Bovendien had het gevonden mes een lemmet dat 18 cm lang was, terwijl de steekwonden rond de 10 cm diep waren. En de breedte klopte ook al niet. Het lemmet was 2.5 cm breed en de messteken 2 cm.

Tot overmaat van ramp bleek tenslotte dat bij het afnemen van de geuridentificatieproef was gefraudeerd.

De gehardste aanklager zou na al deze feiten allang het bijltje erbij hebben neergegooid. Dan mogen er misschien nog wel andere aanwijzingen in de richting van Louwes zijn geweest, maar dit Mes is in elk geval niet het moordwapen.

Maar het OM besloot hier pas toe een paar dagen voordat een herzieningsproces voor het Hof Den Bosch zou beginnen, eind 2003.

Dus pas vijf jaar na de moord.

Beschamend. Het Mes bleek de risee van OM en politie.

Maar zat het OM nu met de handen in het haar?

Welnee, want er was inmiddels een plekje op de blouse van het slachtoffer ontdekt en alles kon weer van voren af aan beginnen.

En daarmee ging het al niet veel beter.

Vlekje #10

Plotseling, na jaren en als een donderslag bij heldere hemel, had het OM Het Mes als belangrijkste bewijsmiddel laten varen. Nu was opeens vlekje #10 de troef.

Wat iedereen al jarenlang belachelijk had gevonden, was Het Mes. Weliswaar na een paar dagen op 1 km afstand van de Zwolseweg 157 gevonden, maar dat maakte niet uit. Dit was Het Mes, het moordwapen!

Geuridentificatie ‘bewees’ dat Louwes hiermee de moord had gepleegd, maar later bleek dat daarbij fraude was gepleegd.

Uiteindelijk bewezen verborgen gehouden sporen op Het Mes dat dit helemaal niets met het misdrijf te maken had.

Maar vlak voor het herzieningsproces voor het Hof Den Bosch kwam een nieuwe aap uit de mouw van het OM. Er was een vlekje #10 op de kraag van de blouse van mevrouw Wittenberg gevonden.

En dat toonde overduidelijk het daderschap aan van Ernest Louwes.

Volgens het NFI.

Op de website deemzet.nl zijn diverse YouTube-video’s geplaatst over dit vlekje. Kijk nu naar de video Bloodstain on your collar … en huiver!

Kijk ook even naar de belachelijke sketch.

Het maanpak van Richard Eikelenboom

Richard Eikelenboom was de forensisch onderzoeker die Louwes’ DNA op de blouse van de weduwe vond en daarmee het beslissende bewijs leverde.

Tenminste, naar eigen zeggen.

Op 21 september 2019 wordt hij geïnterviewd door De Stentor.

Al in de eerste alinea doet hij een opmerkelijke uitspraak

Als iemand anders dan Louwes het gedaan heeft, dan deed diegene dat in een maanpak.

Die andere dader heeft in het huis geen sporen achtergelaten en dat is alleen mogelijk wanneer je in een maanpak aan het werk bent geweest, is zijn opvatting.

Hij zou zo graag willen dat hij daarmee het beslissende bewijs aanlevert.

En op het eerste gezicht is daar wel wat voor te zeggen.

Maar hoe zit het dan met de sporen die Louwes als mogelijke dader in het huis heeft achtergelaten?

Daar is in de eerste plaats een vingerafdruk. Maar daarvan is al tijden bekend dat die ‘s morgens is ontstaan toen Louwes op bezoek kwam om de grafrechten op te halen.

En verder is er het DNA-materiaal op de blouse van mevrouw Wittenberg maar hierover verschillen de meningen nogal.

Zo is er veel bewijs dat deze sporen ook dezelfde morgen op de blouse zijn terecht gekomen door speeksel (vochtig spreken) en lichte aanrakingen bij het bespreken van enkele documenten.

Zijn er dan nog andere sporen van Louwes aangetroffen als hij de moord zou hebben gepleegd?

Nee.

Als, als, als hij de moord op donderdagavond heeft gepleegd en er zijn door hem geen sporen achtergelaten, zou hij dan ook een maanpak hebben gedragen?

Wettig en overtuigend bewijs

Na meer dan 9 jaar herzieningsonderzoek is het tijd de balans op te maken. Telefoontje, tijdstip overlijden en DNA. Bijna drie keer wordt Louwes vrijgepleit.

Laten we de drie onderzoeksonderwerpen nog even langslopen.

1. Het tijdstip van overlijden

Al in 2014 kwamen de meeste experts in een forensisch team onder meer tot de volgende conclusie:

Er zijn – naar het oordeel van de meeste artsen- aanwijzingen gevonden dat het lichaam van het
slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6-24 uur) na de moord is verplaatst.

Dit oordeel pleit Louwes om diverse redenen vrij.

2. Het telefoontje

TNO kwam in 2017 tot de conclusie dat Louwes wel vanaf de A28 ter hoogte van Nunspeet een zendmast in Deventer heeft kunnen bereiken.

Hij zou mevrouw Wittenberg dus wel vanaf de A28 gebeld kunnen hebben zoals hij vanaf het begin heeft verklaard. En hoefde daarvoor niet in Deventer te zijn, zoals het OM steeds stelde.

De aanname van het OM dat hij in Deventer geweest moet zijn, stond daarmee op losse schroeven.

Het alibi van Louwes was dus wel degelijk mogelijk.

3. DNA-onderzoek

Hierover bestaat tussen deskundigen verschil van mening maar het bewijs dat tot de veroordeling leidde, blijkt minder degelijk te zijn.

Eerst werd zonder meer aangenomen dat een vlekje op de kraag van mevrouw Wittenberg duidelijk op het daderschap van Louwes wees.

Maar deze aanname wordt op de website deemzet.nl op wetenschappelijke wijze bestreden. De auteur brengt veel fouten aan het licht die de politie en het NFI tijdens het onderzoek hebben gemaakt.

Niet alleen de behandeling van de blouse (contaminatie) maar ook vaktechnische, inhoudelijke fouten worden in detail aangetoond.

Fouten met desastreuze gevolgen.

Er bestaat dus op zijn minst grote twijfel over het DNA-onderzoek, zelfs bij mr. Aben, de advocaat-generaal bij de Hoge Raad die het herzieningsonderzoek leidt.

Die heeft daarom medio 2019 een Cold Case team gevraagd nog eens naar de gegevens te kijken.

4. Wettig en overtuigend bewijs?

Twee van de drie onderzoeken pleiten Louwes geheel of grotendeels vrij, en over de resultaten van een derde onderzoek bestaat een groot verschil van mening tussen de deskundigen.

De twijfel over het DNA-bewijs is zo groot dat er – ook nu nog – onderzoek naar wordt gedaan.

Kan dan nog wel worden gesproken van overtuigend bewijs?

Is het onderhand geen tijd dat mr. Aben de knoop doorhakt en de Hoge Raad herziening van de Deventer Moordzaak adviseert?

Volkskrant volgt Deventer moordzaak op de voet

Wie bij de Volkskrant een zoekopdracht naar Ernest Louwes doet, wordt getrakteerd op niet minder dan 232 resultaten.

En het gaat niet om kleinigheden. Laten we de twee meest recente berichten nemen.

Op 14 april 2017 ging de krant in op het beruchte telefoontje dat volgens het OM niet vanaf de A28 kon zijn gevoerd.

Onder de kop Dit ging er allemaal mis in de Deventer Moordzaak volgde een artikel dat een geheel nieuwe wending aan de zaak gaf:

Het onderzoeksinstituut TNO concludeert nu dat het alibi van de veroordeelde, Ernest Louwes, kan kloppen.

Hoe zat het ook al weer?

Louwes had vanaf het begin volgehouden dat hij een kort mobiel gesprek met mevrouw Wittenberg had gevoerd vanuit zijn auto op de A28 in de buurt van Nunspeet.

Hij was niet in Deventer. Dat was zijn alibi.

Onmogelijk, volgens het OM. De zendmast in Deventer was door Louwes’ mobiele telefoon aangestraald.

Dus hij moest op dat moment in Deventer zijn geweest. Het OM noemde hem vervolgens leugenachtig en wees hem als de dader aan.

Maar het kon dus wel, zo stelde TNO nu dus vast.

Het volgende bericht stond in de krant van 27 maart 2019: Nieuw ontlastend bewijs in de Deventer moordzaak.

Het ging onder meer in op een proces verbaal dat in 2014 was opgemaakt van twee vergaderingen van forensische experts.

Hun conclusie luidde dat aanwijzingen aan het slachtoffer erop wezen dat het tussen de 6 en 24 uur na het tijdstip van overlijden moest zijn verplaatst. In dat geval was het uitgesloten dat Louwes de dader was geweest.

Op twee cruciale onderdelen werd Louwes vrijgepleit en in een derde onderzoek (DNA) verschilden experts zo van mening dat al sinds medio 2019 een Cold Case team nog eens naar de gegevens kijkt.

Wat moet er nog meer gebeuren om een herzieningsverzoek te honoreren?

Vragen aan de minister in voorjaar 2019

Op 27 maart 2019 stelde Kamerlid Attje Kuiken vragen over de Deventer Moordzaak naar aanleiding van een artikel in De Volkskrant: Nieuw ontlastend bewijs in Deventer moordzaak.

Maar lees eerst even het hilarische debat in de Tweede Kamer tussen een paar Kamerleden en de Minister van Onderwijs in het boek Pieter Bas van Godfried Bomans en zoek de overeenkomsten (kluitje in het riet).

En dan de vragen en antwoorden over de Deventer Moordzaak.

Er waren twee belangrijke vragen (zie de pdf-file):

  1. Kent de minister van Justitie en Veiligheid dit bericht, en
  2. Wat is de stand van zaken van het herzieningsonderzoek van de Hoge Raad in de zogenoemde Deventer moordzaak?

Op 16 mei 2019 komt het antwoord van de minister. Natuurlijk kende hij het bericht, was zijn antwoord op de eerste vraag.

Over de tweede vraag deed hij aanmerkelijk langer en dat is vaak geen goed teken. Er was sprake van drie onderzoeken.

Een onderzoek naar het tijdstip van overlijden (forensisch-pathologisch onderzoek) is enkele jaren geleden afgerond, zo meldde hij.

Dat is ook het geval met het tweede (forensisch-technisch) onderzoek naar het beruchte telefoontje. Kon Louwes op die avond met zijn mobiele telefoon vanaf de A28 een zendmast in Deventer bereiken?

Dus ook afgerond, volgens de minister.

Dan resteert er nog een laatste onderzoek naar DNA-aspecten en dat is in beginsel afgerond.

In beginsel afgerond.

Let wel, dit antwoord wordt gegeven in mei 2019, bijna twee jaar geleden. En nog is het onderzoek in beginsel niet afgerond.

Is de vragenstelster nu, ruim anderhalf jaar later, tevredengesteld?

Proces verbaal expert team (2)

Een expert team bestaande uit vijf forensische experts en een chemicus moest in 2013 van de advocaat-generaal mr. Aben een aantal post mortem verschijnselen bestuderen.

De experts zijn twee keer bijeen geweest, de eerste keer op 11 december 2013 en vervolgens op 18 februari 2014.

Van hun bevindingen is op 12 maart 2014 een proces verbaal opgesteld dat opzienbarende passages bevat.

We hebben al eerder de resultaten besproken over de cornea (hoornvlies).

Deze keer wordt de ligor mortis (LM) onder de loep genomen, beter bekend als lijkvlekken.

Zo hebben de experts gekeken naar de wegdrukbaarheid van LM. Dat is het verschijnsel dat de paarsblauwe lijkvlekken tijdelijk kunnen worden weggedrukt (net zoals dat het geval is bij zonnebrand).

Het team stelt in het proces verbaal dat er (tijdens de sectie):

Paarsblauwe, slechts in geringe mate wegdrukbare lijkvlekken aan de achterzijde lichaam

zijn waargenomen en concludeert:

Dit verschijnsel is niet verenigbaar met overlijden op 23-9

Over de positie van de lijkvlekken op het lichaam op de plaats delict, rapporteert het team:

De positie van de lijkvlekken in de handen komt niet overeen met de ligging van het lijk

en concludeert volgens het proces verbaal:

Dit kan er op duiden dat het lichaam van het slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6 tot 24 uur) na de moord is verplaatst.

Deze conclusie is ronduit zeer ontlastend voor Louwes.

Wanneer hij de moord op donderdagavond omstreeks 21 uur zou hebben gepleegd dan zou hij 6 tot 24 later het slachtoffer nog moeten hebben verplaatst.

Maar dat is onmogelijk. Voor deze periode heeft hij een alibi.

Je zou verwachten dat mr. Aben bij het lezen van deze schokkende conclusies onmiddellijk tot actie zou zijn overgegaan.

Maar dat is niet het geval.

We horen ruim 6 jaar niets meer van hem.

Wanneer deze zaak ooit tot afronding komt, ligt het voor de hand dat mr. Aben hierover verantwoording aflegt.

Proces verbaal expert team (1)

In 2013 heeft advocaat-generaal mr. Aben een expert team gevormd. Dit team is twee keer bijeen gekomen waarvan een proces verbaal is opgesteld.

Dit proces verbaal van 12 maart 2014 bevat een aantal passages die Louwes als dader vrijpleiten of sterke aanwijzingen vormen dat hij de dader niet zou kunnen zijn.

De eerste passage betreft de vertroebeling van de cornea (hoornvlies) zowel op de plaats delict op zaterdag 25 september 2019 om 14:30 als tijdens de sectie op zondag 26 september 2019 om 13:00 uur.

Volgens het proces verbaal is de conclusie van het expert team:

Volgens sommige wetenschappelijke literatuur had bij overlijden op 23-9 de vertroebeling reeds zichtbaar moeten zijn geweest. Kwestie moet worden voorgelegd aan deskundigen.

Dit is een conclusie van forensische artsen met een heel kleine slag om de arm.

Deze experts houden zich niet bezig met de mogelijke consequenties van hun onderzoek. Dat was hun opdracht niet. Maar wij mogen wel conclusies trekken.

Zo maakt het gegeven dat de vertroebeling nog niet zichtbaar was een tijdstip van overlijden op donderdag 23 september op zijn minst twijfelachtig

En dat betekent dat Louwes onmiddellijk als dader uit beeld verdwijnt want voor de volgende dag had hij een sterk alibi.

Bijzondere atmosferische omstandigheden (video)

Heel lang is het voor onmogelijk gehouden dat Louwes met zijn mobiele telefoon vanaf de A28 een zendmast in Deventer kon bereiken. Dus moest hij in Deventer zijn geweest.

Tenminste, dat heeft het Openbaar Ministerie steeds volgehouden op basis van diverse verklaringen van deskundigen die uiteindelijk niet zo deskundig bleken te zijn.

Tegelijkertijd bleef Louwes volhouden dat hij wel op de A28 reed, in de buurt van Nunspeet, op weg naar huis.

Dat hij dus een alibi had.

Maar die verklaring vond geen genade bij het OM. Dat is onmogelijk en dus is hij leugenachtig en dus de dader van de moord op mevrouw Wittenberg.

Maar intussen stapelen de bewijzen zich op dat het wel degelijk mogelijk is om vanaf de A28 de zendmast aan te stralen. Zelfs advocaat-generaal mr. Aben geeft dat inmiddels in een interview toe, zij het dat hij dat slechts een kans van 5% geeft. Maar de kans wordt veel hoger geschat.

Maar verder blijft het stil van zijn kant.

Het is de verdienste van de auteur van deemzet.nl die zich als leek in de ingewikkelde wereld van de mobiele telefonie heeft vastgebeten en zelfs ‘deskundigen’ van KPN tot inkeer wist te brengen.

Ook moest hij daarvoor nog wat natuurkundige wetten van stal halen om precies te kunnen uitleggen welke atmosferische omstandigheden het op donderdag 23 september 1999 om 20:36 uur mogelijk maakten dat met een mobiele telefoon vanaf de A28 toch een zendmast in Deventer kon worden bereikt.

Op een YouTube video legt hij dit op een interessante en goed begrijpelijke manier uit.

Kijken.

Expert team in 2014

Advocaat-generaal mr. Aben bij de Hoge Raad organiseerde op 11 december 2013 een expert team dat het juiste tijdstip van de moord op mevrouw Wittenberg moest onderzoeken.

Het expert team bestond uit vijf forensische artsen en een chemicus en kreeg als opdracht: wanneer is mevrouw Wittenberg precies vermoord?

Hierover bestond onduidelijkheid omdat de schouwarts van de politie geen onderzoek aan het dode lichaam mocht doen en dus ook geen nauwkeurig tijdstip van overlijden kon vaststellen.

Sindsdien is steeds aangenomen dat de moord op donderdagavond 23 september 1999 rond 21 uur had plaatsgevonden.

De chemicus in het gezelschap had evenwel diverse kenmerken aan het slachtoffer opgemerkt die niet overeenstemden met een overlijden op donderdagavond. Volgens hem moest het tijdstip van overlijden ongeveer 24 uur later zijn geweest.

Het expert team bleek het grotendeels met hem eens te zijn. Een schokkende conclusie die Louwes als dader zou vrijpleiten.

Een andere conclusie luidde, zo staat letterlijk in het proces-verbaal van de bijeenkomst: “Er zijn – naar het oordeel van de meeste artsen – aanwijzingen gevonden dat het lichaam van het slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6 tot 24 uur) na de moord is verplaatst.”

Ook deze conclusie pleit Louwes vrij. Zelfs al zou hij de moord op donderdagavond hebben gepleegd, hij was niet in de gelegenheid het slachtoffer 6 tot 24 uur later te verplaatsen.

Het proces verbaal van de bijeenkomst van het expert team is op 12 maart 2014 opgemaakt.

De Volkskrant wijdde op 5 juni 2014 een paginagroot artikel aan de Deventer Moordzaak.

Wat is sindsdien gebeurd?

Mr. Aben heeft een onderzoek gestart dat na 9 jaar eindelijk is afgerond.

Video’s zeggen meer dan tekst alleen

Sinds deze website online is, hebben we diverse keren verwezen naar deemzet.nl, de website die vrijwel alle aspecten (bijna) wetenschappelijk onder de loep neemt.

Je hoort de lezer al denken: ik lees al zoveel en dan ook nog zo’n uitgebreide website doorspitten? Daar heb ik geen zin in en ook geen tijd voor.

De auteur achter de website heeft ook daaraan gedacht en een hele serie YouTube-video’s gemaakt. Die besparen tijd en zijn ook nog spannend om naar te kijken.

Verscheidene onderwerpen komen aan bod. De video’s worden met een voice-over begeleid:

  • De stille getuigen (post-mortem, postbezorging, etc.);
  • De getuigen;
  • Louwes’ alibi (gesprek A28, de gespreksduur);
  • DNA bewijs (uitgebreid).

Wanneer je geïnteresseerd bent in de Deventer Moordzaak moet je de video’s bekijken.

16 seconden

Wat kan een adviseur in 16 seconden bespreken in een mobiel gesprek met een cliënt? Bijvoorbeeld over de belastingvrije voet van een schenking?

We hebben het hier natuurlijk over Het Telefoontje dat financieel adviseur Ernest Louwes voerde met zijn cliënte mevrouw Wittenberg.

Jarenlang is dit gesprekje onderwerp van discussie geweest.

Wat hebben beiden in deze 16 seconden gewisseld of in deze beperkte tijd kunnen wisselen? We lopen een aantal scenario’s langs.

Maar eerst moeten we een paar kanttekeningen maken.

Mevrouw Wittenberg was een vormelijke dame die hechtte aan goede omgangsvormen. Even snel roepen: “1750 gulden!”, zou door haar zeker niet worden gewaardeerd.

Anderzijds was Ernest Louwes een beetje saaie man die het niet graag lang maakte. Onderzoek naar de lengte van zijn eerdere gesprekken wees uit dat zijn voorkeur uitging naar korte zakelijke gesprekken.

Dus, wat zou de inhoud van het gesprek kunnen zijn geweest dat paste binnen 16 seconden?

Lees verder of kijk en luister naar de YouTube video.

Gesprek 1 (34 seconden)
W. – Met mevrouw Wittenberg.
L. – Goedenavond, mevrouw Wittenberg. U spreekt met Louwes. Ik zou u nog even laten weten wanneer u belastingvrij kunt doneren aan de St. Jan.
W. – O ja, aardig dat u nog even belt.
L. – Ik heb het even nagegaan en dat blijkt vanaf 1750 gulden te zijn, dat is 1% van uw inkomen.
W. – Juist ja. Nou, dank u wel.
L. – Graag gedaan. Dag mevrouw Wittenberg.
W. – Dag meneer Louwes.

Gesprek 2 (38 seconden)
W. – Hallo.
L. – Goedenavond mevrouw Wittenberg. U spreekt met Louwes.
W. – O, goedenavond meneer Louwes.
L. – Ja, ik zou u nog even terugbellen over de belastingvrije voet van die gift aan de St. Jan.
W. – O ja, aardig dat u nog even belt.
L. – Ja. Dat blijkt 1% van uw inkomen te zijn. Dat zou dan 1750 gulden worden.
W. – Juist, ja. Nou, dank u wel.
L. – Geen probleem. Dag mevrouw Wittenberg.
W. – Dag meneer Louwes.

Gesprek 3 (22 seconden)
W. – Mevrouw Wittenberg.
L. – Dag mevrouw, met Louwes. Ik zou u nog even laten weten wanneer u belastingvrij kunt schenken. Dat blijkt vanaf 1750 gulden te zijn.
W. – Juist, ja. Nou, dank u wel.
L. – Graag gedaan. Dag mevrouw Wittenberg.
W. – Dag meneer Louwes.

Gesprek 4 (18 seconden)
W. – Hallo.
L. – Met Louwes. Ik zou u nog even laten weten wanneer u belastingvrij kunt schenken. Dat blijkt vanaf 1750 gulden te zijn.
W. – Juist. Nou, dank u wel.
L. – Graag gedaan. Dag mevrouw.
W. – Dag meneer Louwes.

Het is praktisch onmogelijk een fatsoenlijk gesprek te voeren binnen de gemeten 16 seconden. Geen van de hierboven gevoerde gesprekken waren langdradig. Het laatste gesprek is ronduit onbeleefd en toch duurde dat nog meer dan 18 seconden.

Later werd aangevoerd dat het ook mogelijk was dat Louwes tijdens het telefoontje alleen zou hebben aangekondigd dat hij binnen een paar minuten bij haar zou zijn.

Dat wil zeggen dat hij zijn komst niet eerder zou hebben aangekondigd en toch praktisch bij haar voor de deur zou staan. Aan deze variant kleven zoveel bezwaren dat we er verder geen aandacht aan besteden.

Dat is ook niet nodig omdat deemzet.nl een andere, heel plausibele verklaring geeft voor de 16 seconden: de dropped call. Het gesprek heeft wel langer geduurd maar onder bijzondere omstandigheden wordt de registratie na 16 seconden afgebroken.

Geen motief, geen moordwapen en geen getuigen

De Deventer Moordzaak sleept zich al 23 jaar voort. Burgers verbazen zich erover dat iemand tot 12 jaar celstraf kan worden veroordeeld op grond van zo’n flinterdun dossier.

Er zaten immers rare kanten aan deze zaak. Zo dacht het Openbaar Ministerie met Het Mes weliswaar het moordwapen te hebben gevonden maar dit was een paar dagen na de moord op 1 kilometer afstand op een onmogelijke plaats gevonden en dat zou dan het moordwapen zijn?

Dat ging er bij de meesten niet in. Terecht, zo bleek vele jaren later.

En zo waren er nog veel meer gerechtvaardigde vragen en serieuze bedenkingen.

Het was dan ook geen wonder dat velen zich met de zaak gingen bemoeien, ook al voordat Maurice de Hond in 2005 in beeld kwam. Denk bijvoorbeeld aan Stan de Jong en zijn serie artikelen in HP/De Tijd en zijn boek in 2003.

Maar ook gewone burgers gingen zich met de zaak bemoeien en stelden vragen of ventileerden opmerkingen.

Een van hen, H.J. Vonk, heeft de moeite genomen 114 vragen te formuleren over deze opzienbarende zaak. Niet zo maar wat vragen maar steekhoudende vragen.

Vraag 11 luidde:

Waarom is Louwes veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf, terwijl motief, moordwapen en getuigen ontbreken?

Inderdaad, Louwes was financieel adviseur van mevrouw Wittenberg, maar zo lopen er nog een paar duizend in Nederland rond. Dat zou eventueel, misschien, een financieel motief hebben kunnen opleveren. Maar het Hof Den Bosch schoof een financieel motief in 2004 terzijde, maar veroordeelde Louwes wel.

Geen financieel motief dus maar ook geen ander motief.

Ook erg belangrijk, er is geen moordwapen gevonden. Vele jaren lang heeft het Openbaar Ministerie zich weliswaar vastgeklampt aan Het Mes totdat ook deze mogelijkheid kwam te vervallen bij aanvang van het proces voor het Hof Den Bosch.

Waren er dan geen getuigen van het misdrijf? Helaas, die waren er ook niet, wel andere getuigen.

Geen motief, geen moordwapen, geen getuigen.

Menige moordzaak wordt dan gestaakt. Zo niet de Deventer moordzaak.

Maar hoe kan het dan dat Louwes toch is veroordeeld?

Dat is gebeurd op basis van een klein vlekje DNA (#10, op de kraag van de blouse van het slachtoffer).

Maar over de betekenis van dit vlekje verschillen de deskundigen al sinds 2004 tot op de dag van vandaag van mening. En de meningen convergeren eerder naar een onschuldig vlekje dan naar een ‘smoking gun’.

De verschillen van mening zijn zelfs zo erg dat de advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. Aben in 2019 een Cold Case team de opdracht heeft gegeven nog eens naar dit aspect te kijken.

Op korte afstand

Af en toe kom je in de Deventer moordzaak lachwekkende zaken tegen. Een ervan is de plaats waar Het Mes, dat jarenlang als het moordwapen werd beschouwd, is gevonden.

Waar is het gevonden?

Op korte afstand, volgens de officier van justitie.

Oh? In de tuin? Om de hoek? In een vuilcontainer 40 meter verderop?

Nee. Het Mes is gevonden in een kelderportiek in de T.G. Gibsonstraat, een flink stuk lopen vanaf de plaats delict.

1 kilometer verderop.

Een paar dagen later, ook dat nog.

Laten we even Google Maps erbij nemen en de route tussen de Zwolseweg 157 en de T.G. Gibsonstraat bekijken, dat werkt beter dan een kaartje.

We zien dat de loopafstand inderdaad 1 kilometer is en dat je daar gewoon lopend ongeveer 12 minuten over doet.

Het moet wel lopend, want de Zwolseweg was in de richting van de T.G. Gibsonstraat afgesloten voor verkeer.

We zien het al voor ons. De dader komt onopvallend het huis uit, loopt rustig met een bebloed mes, waarschijnlijk verborgen onder zijn kleren, langs vele woonhuizen in de richting van de T.G. Gibsonstraat. (Toch niet onder zijn kleren, want op de kleding van Louwes zijn geen bloedsporen aangetroffen,)

Hij moet dan nog wel een forse, zeer overzichtelijke rotonde Noorderplein passeren, om vervolgens langs vijvers en bosschages de T.G. Gibsonstraat te bereiken.

Nee, hij heeft zijn wapen niet in het water gegooid. Had gekund, maar hij weet een betere oplossing. Hij loopt nog even door, dan rechtsaf, nog een keer rechtsaf, tenslotte een lange trap af en dan zijn we er. Daar legt hij tevreden het mes neer.

“Dat vinden ze nooit”, hoor je hem denken.

Twee dagen later wordt het gevonden.

Een scenarioschrijver zou met zo’n verhaal niet moeten aankomen. Maar een officier van justitie kan het zonder blikken of blozen aan de rechtbank voorleggen.

De rechters schieten niet in de lach, maar spreken Louwes wel vrij.

Jaren later blijkt Het Mes niet het moordwapen te zijn.

Ook dat nog.

Harderwijk of ‘t Harde

Op donderdagavond om 20:36 uur belt Louwes gedurende 16 seconden met mevrouw Wittenberg, het slachtoffer van de moord.

Tijdens een verhoor zegt Louwes (proces verbaal van 29 november 1999):

Ik heb u reeds eerder verklaard dat ik toen dus onderweg was van Utrecht naar Lelystad. Voor zover ik mij herinner vond dit gesprek plaats tussen Harderwijk en ‘t Harde.

Het OM en rechters waren er echter van overtuigd dat hij dit gesprek niet vanaf de A28 kon hebben gevoerd maar wel in of in de omgeving van Deventer en vonden zijn verklaring leugenachtig.

Immers, het gesprek was door een zendmast in Deventer afgehandeld en deskundigen stelden (naar later bleek ten onrechte) dat die vanaf de A28 niet door een mobiele telefoon kon worden bereikt en zeker niet vanaf ‘t Harde, ‘zoals Louwes had verklaard’.

Maar Louwes had helemaal niet verklaard dat hij bij ‘t Harde was. Hij had bij herhaling verklaard dat hij tussen Harderwijk en ‘t Harde reed, waarschijnlijk in de buurt van Nunspeet.

Waarom wilden het OM en rechters hem zo graag in ‘t Harde positioneren?

De volgende verklaring is aannemelijk.

Zelfs bij zekere atmosferische omstandigheden zou een gesprek vanuit ‘t Harde de zendmast niet hebben kunnen bereiken, maar wel vanuit Nunspeet.

Door nu te blijven stellen dat Louwes vanaf ‘t Harde zou hebben gebeld werd hem een belangrijk verweer ontnomen. Vanaf Nunspeet zou een gesprek eventueel nog wel mogelijk zijn geweest, maar vanaf ‘t Harde niet.

In deemzet.nl wordt duidelijk zichtbaar gemaakt dat bij ‘t Harde alleen het bakensignaal van Nunspeet – 10515 kan doordringen en niet het bakensignaal Deventer 14501.

Maar bij Nunspeet ligt dit totaal anders. Daar kan Deventer 14501 wel ontvangen worden. En dat zou het verweer van Louwes ondersteunen.

Zou het opzet zijn dat het OM volhardt in ‘t Harde en hem hierdoor leugenachtig gemaakt?

Dat zou je in een rechtstaat toch niet moeten geloven?

Stil rond boek Ton Derksen

Prof. Ton Derksen is niet de eerste de beste. Hij was degene die Lucia de Berk wist vrij te pleiten. Zijn boek over deze zaak was een bestseller die ook succesvol is verfilmd.

Een onderzoeker met een grote reputatie dus.

Op dezelfde grondige manier ging hij te werk in de Deventer moordzaak met als resultaat een boek van 256 pagina’s: Leugens over Louwes, dat al in 2011 verscheen.

Het is in een aantal opzichten een bijzonder boek.

In de eerste plaats is het opnieuw degelijk en uitgebreid gedocumenteerd met een zes pagina’s tellende bibliografie.

Verder zijn er per hoofdstuk vele verwijzingen die samen ongeveer veertig pagina’s tellen: naar requisitoirs, arresten van de Hoge Raad, het zaakdossier, verklaringen in processen-verbaal, getuigen, etc.

Heel precies allemaal.

Ook is het bijzonder dat alle betrokkenen van Derksen een alias hebben gekregen. Zo spreekt hij over OvJ Zwolle, AG Den Bosch, de DNA-man van het NFI, de Schaduw van het NFI, terwijl hij met hetzelfde gemak de echte namen had kunnen gebruiken.

Het is Derksen duidelijk niet te doen om de poppetjes, maar om de zaak zelf.

Toch is het voor de wat meer ingewijde in deze zaak al snel duidelijk wie wordt bedoeld. En dat is voor veel betrokkenen vervelend, want ze komen er in het boek niet allemaal goed vanaf.

Dit is met name te lezen in de leugenboxen waarmee hoofdstukken worden afgesloten. Hierin worden functionarissen ten tonele gevoerd met leugens die Derksen in de zaak heeft geconstateerd.

Je zult maar zo’n herkenbare functionaris zijn en van een leugen worden beticht. Wat doe je dan?

Van Derksen een rectificatie eisen? Dat hij zo’n passage terugneemt?

Of gewoon laten passeren en dan de verdenking op je laden dat je inderdaad hebt gelogen, misschien ter wille van de zaak.

Opmerkelijk is het dat geen van de functionarissen van zich heeft laten horen.

Cold Case team

Pas na 6 jaar heeft mr. Aben in het kader van het onderzoek in de Deventer Moordzaak een Cold Case team de opdracht gegeven ook nog eens naar het DNA-onderzoek te kijken.

Wie de website deemzet.nl leest, begrijpt niet dat er nog veel moet worden onderzocht. De auteur heeft van drie onderdelen veel werk gemaakt: mobiele telefonie, tijdstip van overlijden en DNA.

Over het onderwerp mobiele telefonie (in verband met het telefoontje vanaf de A28) komen we later nog te spreken.

In deze bijdrage zullen we het hebben over het DNA-onderzoek. Niet over het onderzoek zelf, want voor leken is dit (te) zware kost.

Wie hierover toch het naadje uit de kous wil weten moet vooral de website er op nalezen. Ook kan het boek van Ton Derksen worden gebruikt. Die gaat er wat minder diep op in en dat boek is iets gemakkelijker te verteren.

De auteur van de website heeft zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt. In een serie hoofdstukken geeft hij een gedetailleerd inzicht in de chemische aspecten van DNA en waarom DNA een zo belangrijk hulpmiddel is.

DNA

En natuurlijk heeft hij het ook uitgebreid over het DNA dat op de blouse is aangetroffen. Was het afkomstig van Louwes of van het slachtoffer, of van beide tegelijk (mengsporen)? Waren het sporen die in het alledaagse, vreedzame leven voorkomen (spreken met consumptie, licht aanraken) of geweldssporen?

Allemaal zaken die uitgebreid aan bod komen.

Een belangrijk aspect is het begrip contaminatie. Sporen die aanvankelijk niet op bepaalde plaatsen op de blouse voorkwamen, bleken daar later toch door een onoordeelkundige of slordige behandeling (bijvoorbeeld opvouwen) te worden aangetroffen en dat bemoeilijkt hun betekenis vast te stellen.

Cold case team

Waarom dit alles hier te berde wordt gebracht is omdat dit onderwerp ook tijdens het interview van De Stentor met mr. Aben ter sprake komt.

Mr. Aben had tijdens zijn onderzoek al eens een second opinion laten uitvoeren. Advocaat Mr. Knoops had bezwaar aangetekend tegen de wijze waarop dit was gedaan. Het OM zou de onderzoeker teveel hebben gestuurd en te weinig aanvullende informatie hebben gegeven.

Hierop zegt mr. Aben:

Daar ben ik het niet mee eens en ik heb ook besloten niet nog eens nieuw dna-onderzoek te laten doen. Daardoor belandde ik met Knoops in een impasse. Als compromis hebben we toen dat coldcaseteam gevraagd nog eens alles wat afstandelijker te bekijken en te beoordelen of we toch nog iets gemist hebben.

Wanneer mr. Aben er met zijn onderzoek echt op uit is de onderste steen boven te krijgen, zou hij niet alleen een Cold case team moeten vragen ‘er nog eens naar te kijken’, maar zou hij het tevens de opdracht moeten geven in contact te treden met de auteur van de website.

En niet alleen om ‘er nog eens naar [te] kijken’.

Maar uit het interview kan die instelling niet worden opgemaakt. Eerder lijkt het zijn bedoeling de zaak te laten doodbloeden.

Deskundigen

Wie wil nog als deskundige optreden in een moordzaak? Je geeft de rechtbank of gerechtshof desgevraagd je deskundig oordeel. Maar dat gaat niet altijd goed.

Een bekend voorbeeld is de geruchtmakende rechtszaak waarin Lucia de Berk tot in hoogste instantie tot levenslang werd veroordeeld.

De basis voor haar veroordeling vormden statistische berekeningen die later niet (geheel) correct bleken. Uiteindelijk verscheen een definitief rapport met de titel: Statistisch gezien is Lucia de B. onschuldig en zijn er lessen uit de zaak te leren.

Wie alles van deze schokkende dwaling nog eens rustig wil opfrissen, kan het boek van Ton Derksen goed gebruiken.

En Lucia was weer een vrije vrouw.

Ook in de Deventer Moordzaak hebben diverse deskundigen een belangrijke rol gespeeld bij de veroordeling van Louwes. Klopten hun verklaringen wel?

Om die vraag te beantwoorden is in de artikelen deskundigen 1 en deskundigen 2 gedetailleerde aandacht besteed aan hun bijdragen. Wat verklaarden ze zoal en waren hun verklaringen juist?

De deskundigen deden nogal wat uitspraken die onjuist zijn maar niet alle fouten zijn even desastreus (… zendt afhankelijk van de provider elke 30 of 60 minuten zijn location update …, maar minuten moeten seconden zijn). Die laten we maar voor wat ze waard zijn.

Maar er zijn ook verklaringen met ernstige gevolgen.

Zo verklaarde een hoogleraar dat er op 23 september 1999 geen sprake was van propagatie op de 900 megahertz GSM-band en dat hem een mobiele verbinding tussen de site in Deventer en de A28 bij ‘t Harde bijna uitgesloten lijkt.

Door deze verklaring werd het verweer van Louwes leugenachtig genoemd.

Onjuist, zo bleek later.

Ook verklaarde dezelfde hoogleraar dat … uit rapporten van het KNMI blijkt dat er op die bewuste dag sprake was van (winterse) buien en wind. Hierdoor mengt de atmosfeer zich en ontstaan er geen stabiele lagen …

Heel gênant, want hij had naar de verkeerde rapporten gekeken. Op 23 september 1999 was er natuurlijk geen sprake van dergelijke weersomstandigheden.

Een deskundige van KPN verklaarde dat het onmogelijk is dat een mobiele telefoon vanaf de A28 een zendmast in Deventer zou kunnen bereiken.

Onjuist, zoals jaren later door TNO werd aangetoond en de deskundige ook zelf erkende.

Ook DNA-deskundigen deden verwarrende, discutabele of onjuiste uitspraken. Lees hun verklaringen nog maar eens rustig na.

En wie van de rol van DNA in de Deventer Moordzaak het naadje van de kous wil weten, kan hier zijn hart ophalen.

Deskundigen hebben dus een belangrijke (te vaak onjuiste) bijdrage geleverd aan de veroordeling van Louwes.

Maar wie van hen wil – net zoals de KPN-deskundige – na zoveel jaren ruiterlijk zijn ongelijk geheel of gedeeltelijk toegeven?

Sketch over Het Mes

Het Openbaar Ministerie geloofde jarenlang dat Het Mes het moordwapen was. Tegen beter in, dat wel. En toen, heel plotseling, maakte Het Mes plaats voor DNA.

Wanneer het niet om een ernstige moordzaak zou zijn gegaan, zou men over zo’n enorme abrupte koerswijziging kunnen schateren.

Dat moeten we dus niet doen.

Wel wil de redactie 25 euro uitloven voor de beste YouTube- video van de onderstaande sketch.

Deze is geïnspireerd door een hilarische youtube-video waarin een meisje woorden tekort komt om haar liefde voor haar cavia te tonen die ze liefdevol in haar schoot streelt.
Toen iemand vroeg of ze nog meer huisdieren had, antwoordde ze enthousiast: “Ja”, en gooide de cavia over haar schouder heen.

De volgende sketch staat me voor ogen.

Een mevrouw van het Openbaar Ministerie (ze heeft een soort kapje op haar hoofd met OM er op) zit op een stoel en kijkt liefdevol naar wat ze in haar armen heeft gesloten. Af en toe streelt ze het met een verliefde blik.

Een passerende heer vraagt:
‘Dag mevrouw. U bent van het Openbaar Ministerie?’

De mevrouw kijkt even op en antwoordt:
‘Ja, ik ben de advocaat-generaal van het Hof Den Bosch.’

Ze kijkt weer snel naar wat ze in haar armen houdt en gaat door met strelen en spreekt liefdevolle woordjes:
‘Ach, wat zou ik toch zonder jou moeten, wat ben ik toch gelukkig met jou!’

De heer buigt zich wat voorover.
‘Mag ik vragen wat u daar in uw armen houdt?’

De mevrouw kijkt de heer even aan en zegt:
‘Ja hoor, dit is een belangrijk bewijsstuk in de Deventer moordzaak. Ik ben er zo ontzettend blij mee.’

De heer reageert verbaasd.
‘Wat is het dan?’

‘Ja, dit is het moordwapen en daar ben ik erg op gesteld. Ja, heel erg zelfs.’

Ze drukt het voorwerp nog eens extra tegen zich aan en kijkt opnieuw verliefd naar beneden.

‘Het moordwapen?’

‘Ja, het mes waarmee de weduwe Wittenberg is vermoord.’

De heer richt zich weer op.
‘Maar dat mes is toch helemaal het moordwapen niet! Dat hebben ze toch vastgesteld? Geen DNA, geen bloed en die geurproef deugde ook al niet, die was vervalst. Dus, nee, dat mes is echt het moordwapen niet hoor!’

De mevrouw kijkt de heer ontsteld aan en stopt onmiddellijk met strelen.
‘Echt? Dus dit is niet het moordwapen?’

‘Nee.’

Zonder aarzelen pakt de mevrouw het mes uit haar schoot en werpt het met een royaal gebaar weg over haar schouder.
‘O, nou, dat is niet erg hoor. Ik heb hier nog een ander bewijsstuk. Een blouse met een vlekje.’

Ze pakt de blouse vanaf een tafeltje naast haar, neemt die liefdevol in haar armen en begint het te strelen.
‘Wat ben jij een mooi bewijsstuk, zo mooi!’

Ze kijkt weer verliefd naar de blouse en zegt, tegen de heer opkijkend:
‘Vindt u het ook geen prachtig bewijsstuk?’

De heer haalt zijn schouders op en loopt weer verder.

Wel of niet thuis gegeten?

Op zondag 21 november 1999, twee dagen na de arrestatie van haar man, wordt Anneke verhoord. De agenten nemen met haar de huisagenda in zwart-wit door.

Ze willen meer weten over de aantekening op 23 september 1999. En dan is het oppassen, zo heeft Ina Post ervaren. Vragen over een zwart-wit kopie (de onderste) in plaats van een kleurenkopie (de bovenste).

Wat stond daar nu geschreven? Er zijn twee mogelijkheden.

1. … wel eten daarna weer weg Ernst … Maar wel was doorgehaald en vervangen door niet?

of

2. … niet eten daarna weer weg Ernst … Maar niet was doorgehaald en vervangen door wel?

Op het origineel in kleur is dat al moeilijk te zien, maar in zwart-wit bijna onmogelijk. (Overigens, dezelfde methode is ook toegepast in de zaak Ina Post die een zwart-wit fotokopie kreeg voorgelegd in plaats van een kleurenkopie. Hierdoor kon ze niet goed onderscheiden met welke kleur inkt was geschreven.)

Het woord wel kan worden herkend, maar dat is niet zo eenvoudig met het woord niet.

Het is ook mogelijk dat het woord wel gewoon is doorgehaald.

Wat er eerst heeft gestaan blijkt in het verloop veel verschil te maken.

Op grond van de zwart-wit kopie meent Anneke dat er eerst heeft gestaan niet eten daarna weer weg Ernst (‘Ik denk dat er Niet staat’) en dat door het woordje niet heen is geschreven wel.

Maar er is iets mis met die mening.

Wat is het nut om te schrijven dat Ernest niet komt eten en dan weer weggaat?

Eerst niet maakt van de hele zin onzin. Eerst wel is de enige logische mogelijkheid.

De politie denkt daar toch anders over:

Er stond eerst niet en daar doorheen geschreven wel.

En concludeert dat Ernest dus wel thuis heeft gegeten en daarna weer is weggegaan.

En dus moet hij pas om 22:30 uur zijn thuisgekomen, want dat gebeurt volgens Anneke normaliter als hij thuis heeft gegeten en daarna voor een afspraak weer weggaat. (Die tijd blijkt ook uit een Monte Carlo simulatie van de gebeurtenissen die avond onmogelijk – als hij de moord heeft gepleegd!).

Maar voor de politie en het OM is het zonneklaar.

Ernest heeft op 23 september 1999 om 18:00 uur thuis gegeten, is daarna vertrokken en is pas om 22:30 uur weer thuisgekomen. Hij had dus ruim de gelegenheid gehad om even na 20:36 uur in Deventer de moord te plegen. Weg alibi.

Er zijn drie redenen waarom de verklaring van Anneke niet kan kloppen.

  1. Haar oorspronkelijke verklaring dat er zou staan: niet eten daarna weer weg Ernst, tart elke logica;
  2. Nauwgezette bestudering van de kleurenkopie van de huisagenda wijst integendeel op: wel eten daarna weer weg Ernst en dat is een logische zin; ook een animatie van de agenda toont aan dat de e in het woord wel even groot is als in eten. De e in niet is veel groter dan de e in eten. Het woord niet is er later overheen geschreven
  3. Het is feitelijk onmogelijk dat Ernest om 17 uur bij een klant zou zijn vertrokken, thuis om 18 uur hebben gegeten en om 19 uur in de Jaarbeurs de presentielijst hebben getekend.

De betrokken OM’ers hebben bij herhaling de verklaringen van mevrouw Louwes tegen Louwes gebruikt, als waren ze waar, terwijl ze anders wisten. Daarmee hebben ze dus bewust de rechter met onware uitspraken proberen te overtuigen.

Want ook een verbalisant ziet al een probleem en rapporteert:

… dat de verdachte waarschijnlijk niet thuis met zijn gezin heeft gegeten omdat hij anders niet om 18.30 uur op de afspraak in Amersfoort kan zijn geweest en ook niet om 19.00 uur in de Jaarbeurs in Utrecht …

Toch vinden het OM en het hof: wettig en overtuigend bewijs.

Donderdag of vrijdag: een wereld van verschil

Rechters en raadsheren hebben steeds aangenomen dat de moord in de Deventer Moordzaak op donderdagavond is gepleegd maar dat was slechts een aanname.

Ze konden ook niet anders want er was geen schouwrapport. Een nauwkeurig tijdstip kon dus niet worden vastgesteld. Dit had elke rechter moeten alarmeren.

Er zijn inmiddels sterke aanwijzingen dat de moord niet op donderdagavond maar op vrijdagavond heeft plaatsgevonden. Vooral op de website www.deemzet.nl worden hiervoor veel steekhoudende argumenten aangedragen.

Het verschil is slechts 24 uur maar het heeft grote consequenties. Dat Louwes de dader zou zijn geweest op donderdag was al hoogst twijfelachtig, maar een moord op vrijdagavond zou hem gewoon vrijpleiten.

Dat vindt ook advocaat-generaal mr. Aben, maar in een interview met De Stentor houdt hij nog een slag om de arm.

Er zijn dus geen medische gegevens om dat [donderdag of vrijdag] definitief vast te stellen. Alleen tactische informatie, zoals een volle brievenbus met post van vrijdag en afspraken die de weduwe op vrijdag niet nakwam. Ik kan nog niks zeggen over de bevindingen van de huidige onderzoekers. Maar als zou blijken dat ze pas op vrijdag is overleden, is er op dit punt een probleem met de bewijsvoering.

Er kan over de vele medisch-forensische gegevens die onder andere op de website www.deemzet.nl worden aangedragen worden gediscussieerd maar het zijn wel degelijk argumenten die wijzen op een tijdstip van overlijden op vrijdagavond.

Mr. Aben hoeft dus zeker niet alleen af te gaan op tactische informatie. Hij heeft ook de medisch-forensische argumenten van de forensische deskundigen ter beschikking maar daarover kan mr. Aben helaas ‘nog niks zeggen’, nog steeds niet.

Wel merkt hij zuinigjes op dat er met ‘vrijdag’ ‘een probleem met de bewijsvoering is’.

Hij kan het kennelijk niet opbrengen om een steviger uitspraak te doen.

Mr. Aben over het beruchte telefoontje

Louwes werd verdacht toen bleek dat hij op donderdagavond 23 september 1999 om 20:37 uur een mobiel gesprek van 16 seconden met mevrouw Wittenberg had gevoerd.

Dit bracht Louwes in de problemen, omdat KPN meldde dat zijn mobieltje een telefoonmast in Deventer had aangestraald. Hij moest dus in of in de omgeving van Deventer zijn geweest.

Volgens het OM.

Louwes ontkende dit en heeft vanaf het eerste begin verklaard dat hij het gesprek had gevoerd toen hij in een file op de A28 stond, tussen Harderwijk en ’t Harde.

Dat was onmogelijk, volgens de experts van KPN.

Maurice de Hond en vooral de website deemzet.nl hebben aangetoond dat onder bepaalde atmosferische omstandigheden het gesprek wel degelijk vanaf de A28 kon zijn gevoerd en dat die omstandigheden zich op het moment van het gesprek hadden voorgedaan.

Twee tegengestelde standpunten dus die van doorslaggevend belang zijn voor de schuldvraag: volgens de lezing van het OM kon het niet anders dan dat Louwes de moord had gepleegd, maar volgens de lezing van Louwes zou hij de moord niet hebben kunnen plegen.

Tijdens het interview in september 2019 met De Stentor wordt advocaat-generaal mr. Aben gevraagd of er volgens hem sluitend bewijs bestond voor de lezing van Louwes. Volgens mr. Aben niet.

Nee. De weersomstandigheden van toen geven inderdaad aan dat het mogelijk is dat Louwes veel verder weg was en zijn telefoon toch op de mast in Deventer aanstraalde. De kans wordt geschat op zo’n 5 procent dat hij niet in de buurt van Deventer was. Voor een advocaat is dat voldoende om twijfel te zaaien. Dus hier heeft advocaat Knoops een punt.

(Lees wat een coldcaseteam hierover in 2022 meldde).*

5% kans op onschuld! Een juridische leek weet niet hoe rechtbanken en mr. Aben 5% kans op onschuld waarderen. Betekent 5% kans op onschuld ook 95% overtuiging van schuld?

Vrouw sterft bij spelletje Russische roulette | Bizar | AD.nl
Met 20 cilinders is het niet zoveel ongevaarlijker.

Zou een rechter zonder zweet op zijn voorhoofd en bevende wijsvinger Russische roulette willen spelen met een revolver met 20 cilinders, waarvan slechts 1 cilinder een echte kogel bevat?

Daarbij komt dat er nog zoveel meer omstandigheden zijn waarbij twijfel of onzekerheid dominant is.

Zo wordt met een Monte Carlo simulatie aangetoond (zie Een moord plegen kost tijd) dat het vrijwel onmogelijk (ongeveer 0.07%) is dat Louwes voldoende tijd had om de moord te plegen (van de Jaarbeurs naar Deventer reizen, auto parkeren, naar Zwolsestraatweg lopen, moorden, plaats delict grondig reinigen, terug naar de auto, en naar huis, etc.) en toch op tijd thuis in Lelystad te zijn.

Vormen al deze onzekerheden tezamen toch voldoende grond voor raadsheren om het bewijs wettig en overtuigend te vinden?

* In het verslag van het coldcaseteam (juni 2023) wordt gemeld dat ook bij gewone atmosferische omstandigheden een mobiele telefoon zendmasten kan aanstralen die op meer dan 100 km afstand staan:
‘Nu blijkt dat de mobiele telefoons van de rechercheurs die de route nareden masten aanstraalden die nog veel verder stonden dan die in Deventer, op afstanden van respectievelijk 108 en 61 kilometer. Maar de originele lijst waarop de aangestraalde masten staan, is buiten het procesdossier gehouden. De verder weg gelegen masten, die ontlastend zouden zijn voor Louwes, zijn weggelaten uit de processen-verbaal over die nagereden routes.’

Zijn 5 getuigen niet overtuigend genoeg?

Mevrouw Wittenberg is niet op donderdagavond 23 september 1999 vermoord maar ruim 24 uur later. Dat wordt beweerd op de website deemzet.nl.

De argumenten zijn voornamelijk van medisch-forensische aard. Het tijdstip van de moord is – zoals zo vaak – cruciaal. Louwes was veroordeeld voor de moord op donderdag, maar het was uitgesloten dat hij op vrijdag de dader kon zijn geweest.

Volgens sommigen waren de argumenten voor vrijdagavond niet overtuigend genoeg.

Waren er dan geen getuigen die konden verklaren dat zij mevrouw Wittenberg nog op vrijdag hadden gezien? Dat zou enorm helpen.

Jazeker, die getuigen waren er.

Niet een, niet twee, maar niet minder dan vijf getuigen verklaarden dat zij mevrouw Wittenberg op vrijdag hadden gezien. Op verschillende tijdstippen en onder verschillende omstandigheden, maar wel steeds op vrijdag 24 september 1999.

De bijzonderheden van de getuigen en hun getuigenissen zijn hier terug te lezen.

Belangrijk is dat sommige getuigen mevrouw Wittenberg goed kenden en nauwelijks twijfels toonden, andere wisten zo specifiek de omstandigheden te beschrijven waaronder ze haar hadden gezien dat twijfel vrijwel was uitgesloten.

Toch hebben deze getuigenissen geen gewicht in de schaal gelegd bij de gerechtshoven. En dat is opmerkelijk. Zeker, een getuige kan zich vergissen, ook bij twee getuigen is dat niet uitgesloten.

Maar om aan te nemen dat niet minder dan 5 getuigen zich onder ede vergissen, moeten andere bewijsmiddelen wel zeer overtuigend zijn geweest. Was dat ook zo?

Nee, de andere bewijsmiddelen waren misschien wel wettig maar verre van overtuigend. Zo blijkt nu vele jaren later bij het ‘telefoontje’, het medisch-forensische onderzoek en het onderzoek naar DNA-sporen.

Wat ooit door raadsheren als overtuigend was aangemerkt, is nu onderhevig aan – om het zwak uit te drukken – grote twijfel.

En dat is dus verre van overtuigend. En dus zouden ook die getuigenissen weer de aandacht moeten krijgen die ze verdienen.

Door de traagheid dan wel besluiteloosheid van advocaat-generaal mr. Aben heeft al die twijfel nog steeds niet geleid tot een herzieningsverzoek. Als het al zover komt is het te hopen dat de getuigen, 22 jaar na de moord, nog in leven zijn.

Een moord plegen kost tijd

In de Deventer Moordzaak is het tijdstip van de moord nooit vastgesteld. De schouwarts mocht van de politie zijn werk niet doen. Vandaar.

Rechters namen aan dat Louwes de moord op donderdagavond 23 september 1999 is gepleegd, even na 20:36 uur.

Ook namen ze aan dat hij tussen 22:30 en 23:00 thuis in Lelystad is gekomen.

Aannames dus, want voor beide ontbreekt goed bewijs.

Vaststaat dat hij om 19:00 uur of iets later in de Jaarbeurs op een presentielijst van een lezing zijn handtekening zette en volgens eigen zeggen kwam hij later die avond tussen 21:00-21:30 uur weer thuis in Lelystad.

Zijn vrouw nam tijdens een eerste verhoor aan dat hij tussen 22:30-23:00 uur was thuisgekomen. Ze had dat niet zelf waargenomen maar haar man kwam altijd rond die tijd thuis als hij ‘s avonds had gewerkt en dus nam ze aan dat dit ook op die avond zou zijn gebeurd.

Later kwam ze hierop trouwens terug.

De vraag is nu: had Louwes gegeven deze randvoorwaarden wel voldoende tijd voor de moord? En niet alleen voor de moord.

Hij moest eerst van de Jaarbeurs naar Deventer rijden en later die avond weer naar huis.

Hij moest zijn auto parkeren en naar de Zwolseweg 157 lopen en na de moord weer terug naar de auto.

En natuurlijk moest hij ook nog de moord plegen. En niet alleen dat, hij heeft het slachtoffer naar de huiskamer gesleept voor het schilderij van haar overleden man en het bijna overleden slachtoffer daar ook nog vijf keer gestoken, met chirurgische precisie.

Het slachtoffer werd gesleept van gang naar woonkamer. Een heel karwei. (Bron: deemzet.nl)

Daarna moest hij het huis grondig reinigen, vooral de gang. Er waren immers geen bloedsporen aangetroffen. Verder heeft hij het huis doorzocht.

Onder andere.

Want er zijn tenminste 40 activiteiten gedefinieerd die Louwes heeft moeten uitvoeren tussen 19:00 uur (Jaarbeurs) en 22:30 uur (weer thuis), waaronder de moord.

Omdat de precieze tijdsduren van al die activiteiten niet met zekerheid zijn te bepalen kunnen ze met behulp van statistische methoden zo redelijk mogelijk worden geschat.

Vervolgens is gebruik gemaakt van Monte Carlo simulatie, een wiskundige techniek die mogelijke scenario’s statistisch doorrekent en die in dit type problemen veel wordt toegepast.

Onderstaande grafiek toont het resultaat dat ronduit schokkend mag worden genoemd.

In slechts 7 van de 10000 scenario’s kon Louwes alle activiteiten afronden
en toch voor 23 uur thuiskomen.

De grafiek verdient enige toelichting (lees het volledige rapport hier).

Het model gaat uit van 40 activiteiten. Binnen 1 zogeheten scenario worden de tijdsduren van al die activiteiten random geschat.

De som van deze tijdsduren geeft de totale randomtijd om al deze activiteiten uit te voeren.
Voor een tweede scenario worden de tijdsduren opnieuw random geschat en we krijgen dus andere waarden.
Weer wordt de totale tijd berekend die natuurlijk vanwege de nieuwe schattingen afwijkt van de eerst berekende totale tijd.

Op deze wijze worden 10000 scenario’s doorgerekend en 10000 totale tijden berekend.

In de figuur kan nu worden afgelezen dat het in slechts 7 van de 10000 scenario’s voorkomt dat de totale tijd kleiner is dan 240.6 minuten, dus 4 uur.

Met andere woorden, in slechts 7 van de 10000 gevallen kunnen alle activiteiten binnen de 4 uur tussen Jaarbeurs en thuiskomst om 23 uur worden afgerond. Maar ook: in 9993 van de 10000 gevallen lukt het hem niet na de moord voor 23 uur thuis te komen.

Een kans dus van 0.07%. De kans dat hij om 22:30 uur thuis kon komen is ronduit 0.00%, dus feitelijk onmogelijk.

Wanneer een rechtscollege deze cijfers beziet, hoe kan het dan tot overtuigend bewijs komen?

Trouwens, zo nieuw is deze constatering niet, hij is alleen uitgebreider onderbouwd. Stan de Jong is al in 2003 van mening dat het Louwes aan tijd moet hebben ontbroken. Op pagina 52 constateert hij met enige verbazing dat Louwes na de moord vlak na 20:36 uur nog maar twee uur had om ‘het Formule I-traject naar Lelystad met zijn Volkswagen af te leggen’, nog afgezien van de wandeling naar zijn auto. Louwes vindt hij dan geen saaie Piet maar meer een ‘Superman’ om dit voor elkaar te krijgen.