Vele deskundigen van verdediging hoofdpijndossier voor OM

De Deventer moordzaak is in een cruciale fase beland. De conclusie van advocaat-generaal Aben is samen met de reactie van advocaat Knoops naar de Hoge Raad gestuurd.

Knoops verzoekt de Hoge Raad in de eerste plaats zijn herzieningsverzoek toe te wijzen en daarmee de conclusie van de advocaat-generaal af te wijzen; dan wel subsidiair een tussenarrest te wijzen met de bepaling dat de drie ervaren forensisch rechercheurs van het cold case team (CCT) en een inspecteur van de nationale politie zullen worden gehoord door een raadsheer-commissaris die door de Hoge Raad wordt aangesteld.

Uiterlijk 29 december 2023 zal uitsluitsel worden gegeven.

Veel meer deskundigheid bij verdediging dan bij OM

Wat in de Deventer moordzaak opvalt is dat voor de verdediging zich steeds een groot aantal deskundigen vrijwillig heeft ingezet en dat nog steeds doet. Dit is met name op het gebied van statistiek (Derksen) en DNA (deemzet.nl). Ook bleek al snel dat de deskundigheid over de werking van GSM-netwerken bij vrijwilligers groter is dan die van de deskundigen van het OM. Dit moet de Hoge Raad toch zorgen baren.

Verder blijkt uit zijn conclusie dat advocaat-generaal Aben nogal eens de plank misslaat. Niet alleen maakt hij essentiële juridische uitglijders die hem door Knoops worden ingewreven, ook op technisch vlak is hij niet altijd even correct, zo laat Derksen pijnlijk zien.

Welke personen kunnen tot de verdediging worden gerekend? Deze lijst is te lang maar een paar sprekende namen mogen niet ontbreken.

Stan de Jong

Al in 2002/2003 publiceerde Stan de Jong als journalist van HP/De Tijd zes artikelen over de Deventer moordzaak die veel aandacht trokken. In 2003 nam hij deze bijdragen op in zijn gelijknamige boek. In deze publicaties twijfelde hij al stevig – zo later bleek niet terecht – aan de kwaliteit van het dossier.

Maurice de Hond

Met de bemoeienissen van Maurice de Hond omstreeks 2005 kwam het private onderzoek in de Deventer moordzaak in een stroomversnelling. Niet alleen hijzelf onderzocht alles in detail, ook mobiliseerde hij een grote groep (al dan niet gepensioneerde) professionals op diverse gebieden die alle facetten van de zaak nauwgezet onder de loep namen en de resultaten publiceerden op de website geenonschuldigenvast.nl. Ook deze resultaten zouden de Hoge Raad tot nadenken moeten zetten.
Deze groep ontwikkelde zich tot een geduchte tegenstander van het OM maar is al jaren – gefrustreerd en wel – niet meer actief.

De website deemzet.nl

Omstreeks 2010 verscheen een nieuwe onderzoeker op het toneel: een chemicus. Hij constateerde met verbazing hoeveel fouten, onnauwkeurigheden en ondeskundigheid het dossier onder andere op het gebied van DNA bevatte. Daarom dook hij in zijn onderzoek in het DNA-bewijs. Hij ontrafelde en passant de protocollen van het GSM-netwerk (en constateerde dat een advocaat-generaal daarin ernstige fouten maakte). Alle onderzoeksresultaten werden verzameld in de website deemzet.nl (met wetenschappelijke referenties en al) die de naam Vraagbaak Deventer Moordzaak ruimschoots verdient. Mede met verwijzing naar zijn website adviseerde het Adviescollege afgesloten strafzaken (ACAS) een herzieningsonderzoek.

Prof. Ton Derksen

In 2011 verscheen diens eerste boek over deze zaak: Leugens over Louwes. Een geduchte tegenstander van het OM want Derksen had eerder met zijn boek Lucia de B. haar vrijheid al weten te bewerkstelligen. Niet de eerste de beste dus. Verrassend dus dat advocaat-generaal Aben na zijn aantreden in 2013 niet onmiddellijk bij hem op de stoep stond. Dat gebeurde evenmin na zijn boek De Deventer karaktermoord waarin hij de onschuld van Louwes op statistisch-wetenschappelijke wijze aantoont. In zijn conclusie bestrijdt Aben op foute gronden dit bewijs wat hem – in een reactie – op een oorwassing van Derksen komt te staan.

Cold case team

Aben stelde begin 2019 drie ervaren WO-opgeleide forensisch rechercheurs van de Amsterdamse politie aan om de hele zaak opnieuw te onderzoeken en dat deden ze drie jaar lang met verve. In een uitgebreid rapport toonden ze op onderkoelde wijze de vele knulligheden van het toenmalige politieonderzoek aan. Een belangrijke conclusie was de ‘laag criminalistische waarde’ van diverse bewijsmiddelen. Kennelijk was dit rapport niet naar tevredenheid van hun opdrachtgever, zo kan uit diens conclusie worden opgemaakt.

Mr. Geert-Jan Knoops

Laten we vooral niet de deskundigheid en inzet van deze gerenommeerde advocaat vergeten. Al vele jaren staat hij en diens kantoor Louwes terzijde. Wie zijn reactie op de conclusie van Aben leest valt onmiddellijk het verschil in kwaliteit op. Hoe vaak zal het voorkomen dat een advocaat-generaal op juridisch vlak niet minder dan zes keer wordt terecht gewezen?

Na deze indrukwekkende lijst van personen die de verdediging terzijde hebben gestaan, komen we toe aan het OM. Dat begint al in februari 2000 met de rechtszaak tegen Ernest Louwes.

Rechtbank Zwolle

Officier van justitie mevrouw Duijts nam het weliswaar met de waarheid niet altijd even nauw, maar toch sprak de rechtbank Louwes vrij. Om nog steeds onbegrijpelijke redenen nam zij daarmee geen genoegen en ging het OM in hoger beroep.

De gerechtshoven Arnhem en ’s Hertogenbosch

De advocaten-generaal (Langeler bij het gerechtshof Arnhem en Brughuis bij het gerechtshof Den Bosch) werden door Prof. Derksen op diverse leugens betrapt en verschenen derhalve in het boek Leugens over Louwes als leugenaars in een zogenaamde leugenbox. Dit zijn ernstige aantijgingen, zeker voor magistraten van het OM. Toch hebben beide advocaten-generaal tot op de dag van vandaag hiertegen geen actie ondernomen.

Getuigen-deskundigen

Door de gerechtshoven zijn diverse getuigen gehoord (o.a. KPN vanwege het mobiele netwerk, twee hoogleraren over het gedrag van radiosignalen tijdens bijzondere weersomstandigheden personen, NFI voor DNA-sporen, en nog een aantal anderen). Helaas waren ze niet altijd even deskundig, zo bleek later. Een hoogleraar trok zelfs een bizarre conclusie. Andere deskundigen trokken jaren later hun verklaringen in of pasten die aan.

Eén getuige-deskundige, Richard Eikelenboom, mag in deze lijst niet ontbreken omdat hij op 9 mei 2022 door de minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz expliciet niet deskundig werd genoemd en bepaalde werkzaamheden niet had mogen uitvoeren. Van Eikelenboom die tijdens de zittingen een hoofdrol opeiste is niets meer vernomen.

Bas Haan

Maar weinigen nemen zijn boek uit 2009 nog serieus. Waarom zouden ze ook? Er staan teveel essentiële fouten in, sla de boeken van Derksen en de website deemzet.nl er maar op na. Zo’n faux pas kan gebeuren (eigenlijk toch ook weer niet). Ernstiger is dat hij commentaar daarover niet wil beantwoorden en met een houding van Pfff, moeten ze mijn boek maar lezen reageert. Een onderzoeksjournalist onwaardig.

Het is de taak van de Hoge Raad een van beide partijen in het gelijk te stellen, een keuze te maken uit het gelijk van de pro- vs. anti-OM groepen. Maar zo werkt het helaas niet. Hoe onrechtvaardig vaak ook, slechts het al dan niet aanwezig zijn van tenminste een novum geeft de doorslag.

Maar ook op dit punt staat Knoops sterk.

Stel dat Louwes wel om 20:36 belde vanuit Deventer, hoe laat kwam hij dan thuis?

We volgen de aanname van Aben en gaan ervan uit dat Louwes zich toch om 20:36 uur in het domein van basisstation 14501 zou hebben bevonden, op enige afstand van het huis van mevrouw Wittenberg, en haar van daar zou hebben gebeld. Hij zou haar vervolgens hebben vermoord. Dit alles volgens Aben. Maar kan dit alles wel? Bijvoorbeeld, hoe laat zou hij dan na de moord zijn thuisgekomen?

Louwes heeft een boel te doen

Na het telefoontje heeft Louwes het behoorlijk druk. Hij moet die avond een groot aantal activiteiten uitvoeren. Zo moet hij zijn auto parkeren, naar het huis van mevrouw Wittenberg lopen, aanbellen en wachten tot wordt opengedaan. Maar ook wurgt hij haar, sleept hij haar naar de open haard en steekt hij haar vijf tot zeven keer kalm en met grote precisie in de borst. Verder zoekt hij naar de braadslee, vindt deze op zolder en inspecteert deze in een kamer op de 1ste verdieping, zoekt en vindt de kruimelzuiger. Hij maakt het huis grondig schoon om zo goed mogelijk sporen uit te wissen. Tenslotte verlaat hij het huis, loopt terug naar zijn auto en rijdt naar zijn huis in Lelystad.

Hoe lang zou hij daarmee bezig zijn geweest? Hierna geven we een precieze berekening.

Tijdsduur activiteiten wordt geschat

Al deze activiteiten kosten tijd maar we weten niet hoeveel, want we waren er niet bij. Wel kunnen we realistische schattingen maken. De tijdsduur van een activiteit schatten we tussen een realistische minimum- en maximumwaarde met een meest voorkomende waarde ergens ertussenin. (Voor de liefhebbers, er is als zo vaak in zulke onduidelijke omstandigheden, gekozen voor een statistische driehoeksverdeling).

Zo schatten we dat het parkeren van de auto minimaal 0.5 minuut duurt, maximaal 2.5 minuut en meestal 1 minuut, dus [0.5, 1.0, 2.5] minuten. Voor het lopen van de parkeerplaats naar het huis hebben we de waarden: [5, 8, 16] minuten geschat (niemand weet waar hij zijn auto zou hebben geparkeerd) en voor het zoeken en vinden van de kruimelzuiger [1.5, 2, 5] minuten. Alleszins redelijke waarden dus.

Monte Carlo simulatie en scenario’s

We maken nu gebruik van zogeheten scenario’s. In een scenario veronderstellen we dat Louwes achtereenvolgens al deze activiteiten uitvoert en voor elke activiteit kiezen we random een waarde tussen de minimum- en maximumwaarde. Sommige waarden vallen wat hoger uit, andere wat lager. Voor de bovengenoemde activiteiten werden in een bepaald scenario de volgende random tijdsduren gegenereerd: voor parkeren 0.9 minuten, voor het lopen naar het huis 12.6 minuten en voor het zoeken en vinden van de kruimelzuiger 3.5 minuten.
Vervolgens berekenen we in zo’n scenario de totale tijdsduur van al deze activiteiten. Dat is dan de tijd die Louwes binnen dat scenario is bezig geweest vanaf het telefoontje tot zijn thuiskomst.

We herhalen deze procedure en krijgen zodoende scenario 2 met een tweede totale tijdsduur, etc.

Resultaten

Dit herhalen we 10000 keer en krijgen derhalve 10000 totale tijdsduren met als resultaat het onderstaande histogram. In het ene scenario valt de totale tijdsduur hoog uit, bijvoorbeeld 177 minuten, in een ander scenario laag, bijvoorbeeld 156 minuten. We kunnen nu de vraag beantwoorden in hoeveel scenario’s de totale tijdsduur kleiner is dan 153.9 minuten. Met andere woorden, in hoeveel scenario’s zou Louwes eerder dan 23:10 uur zijn thuisgekomen, uitgaande van het telefoontje om 20:36 uur. De Monte Carlo simulatie heeft berekend dat dit maar in 4 van de 10000 keer voorkomt. Dit gebeurt dus met een te verwaarlozen kans van 0.04%. Zelfs de kans dat hij eerder thuis zou komen dan 23:16 uur (159.9 minuten) is zeer klein, 3.82%. Hij zou dus praktisch zeker later dan 23:16 uur thuisgekomen moeten zijn.

Maar dat is in strijd met de feiten. Louwes zelf heeft steeds verklaard dat hij even na 21 uur zou zijn thuisgekomen, de politie schatte in rond 22:30 uur. De kans op dit laatste is nul.

Aben heeft twee keer ongelijk

Derksen toonde al heel precies aan dat Louwes niet om 20:36 uur vanuit Deventer naar mevrouw Wittenberg heeft kunnen bellen, iets wat Aben wel voor mogelijk hield.

Maar zelfs als, zelfs als Aben hiermee wel gelijk zou hebben gehad, krijgt hij weer ongelijk. Louwes zou in dat geval nooit omstreeks 22:30 uur thuisgekomen kunnen zijn.

De Hoge Raad kan ook rekenen en moet alleen al om deze reden tot een herziening besluiten.

Zelfs als Aben gelijk heeft, heeft hij toch ongelijk

In dit artikel gaan we er even vanuit dat Louwes de moord op mevrouw Wittenberg heeft gepleegd. Maar kan hij wel de moordenaar zijn?

Volgens het OM en advocaat-generaal Aben zou Louwes om 20:36 uur vanuit Deventer via basisstation 14501 met mevrouw Wittenberg hebben gebeld.

Louwes pas later dan 20:50 in Deventer

Prof. Derksen heeft echter aan de hand van precieze berekeningen, zowel in zijn boek De Deventer karaktermoord als in zijn reactie op de conclusie van Aben, aangetoond dat dit onmogelijk is. Louwes kon pas na 20:50 uur in Deventer zijn.
Een gedetailleerde Monte Carlo simulatie bevestigt zijn resultaat voor de volle 100% (zie verder).

Louwes belde vanaf de A26 en kon dus de dader niet zijn

Het is een feit dat Louwes om 20:36 uur met mevrouw Wittenberg belde. Als dat niet vanuit Deventer kon zijn gebeurd, vanwaar dan wel? Een plaats waar hij dat heeft kunnen doen was op de A28, zoals Louwes van meet af aan heeft verklaard.
Alleen al om deze reden was het voor Louwes onmogelijk de moord te plegen.

Er is nog een reden waarom hij de dader niet kan zijn

Hoewel dus overbodig, besteden we toch aandacht aan nog een andere reden waarom Louwes niet de dader kan zijn. Dit doen we omdat Aben volgens zijn niet-correcte berekening in zijn conclusie er vanuit gaat dat Louwes wel om 20:32 uur op de Zwolseweg (binnen het domein van basisstation 14501) kan zijn aangekomen. Hij had dan, nog steeds volgens Aben, mevrouw Wittenberg wel in Deventer om 20:36 uur kunnen bellen, vervolgens bij haar op bezoek gaan en de moord plegen.

Zelfs als Aben gelijk heeft, heeft hij toch geen gelijk

Zelfs, ja zelfs als Aben hiermee gelijk zou hebben, dus als Louwes om 20:32 uur wel in Deventer via basisstation 14501 met mevrouw Wittenberg mobiel zou hebben gesproken (dat kon dus niet, maar stel!) en later die avond de moord zou hebben gepleegd, is het interessant na te gaan hoe laat hij dan zou zijn thuisgekomen. Het OM ging ervan uit dat dit tussen 22:30 en 23:00 uur zou zijn geweest. Maar kan dat wel na het verrichten van al die activiteiten (wurgen, messteken, slepen met het lichaam, doorzoeken huis, schoonmaken, de reis naar huis, etc.)?

Louwes had niet genoeg tijd om te moorden

Om dit uit te zoeken wordt opnieuw gebruik gemaakt van Monte Carlo simulatie. Deze techniek toont nu aan dat Louwes pas ver na 23 uur thuisgekomen zou zijn en dit is in strijd met de aanname van het OM.
Hoe tonen we dit aan?

Stel dat Louwes toch om 20:36 uur in Deventer was

We volgen nu de aanname van Aben en gaan ervan uit dat Louwes zich toch om 20:36 uur in het domein van basisstation 14501 zou hebben bevonden, op enige afstand van het huis van mevrouw Wittenberg, en haar van daar zou hebben gebeld. Zekerheid over de parkeerplek heeft het OM nooit gegeven.

Louwes heeft dan een boel te doen

Na het telefoontje voert Louwes die avond een aantal activiteiten uit. Zo moet hij zijn auto parkeren, naar het huis van mevrouw Wittenberg lopen, aanbellen en wachten tot wordt opengedaan. Maar ook wurgt hij haar, sleept hij haar naar de open haard en steekt hij haar vijf tot zeven keer kalm en met grote precisie in de borst. Verder zoekt hij naar de braadslee, vindt deze op zolder en inspecteert deze in een kamer op de 1ste verdieping, zoekt en vindt de kruimelzuiger, en maakt het huis schoon om zo goed mogelijk sporen uit te wissen. Tenslotte verlaat hij het huis, loopt terug naar zijn auto en rijdt naar zijn huis in Lelystad.

Tijdsduur activiteiten wordt geschat

Al deze activiteiten kosten tijd maar we weten niet hoeveel. Wel kunnen we redelijke schattingen maken. De tijdsduur van een activiteit schatten we tussen een realistische minimum- en maximumwaarde met een meest voorkomende waarde ergens ertussenin. (Voor de liefhebbers, er is als zo vaak in zulke onduidelijke omstandigheden, gekozen voor een statistische driehoeksverdeling).

Zo schatten we dat het parkeren van de auto minimaal 0.5 minuut duurt, maximaal 2.5 minuut en meestal 1 minuut, dus [0.5, 1.0, 2.5] minuten. Voor het lopen van de parkeerplaats naar het huis hebben we de waarden: [5, 8, 16] minuten geschat en voor het zoeken en vinden van de kruimelzuiger [1.5, 2, 5] minuten.

Monte Carlo simulatie en scenario’s

We construeren nu een scenario. In een scenario veronderstellen we dat Louwes achtereenvolgens al deze activiteiten uitvoert en voor elke activiteit kiezen we random een waarde tussen de minimum- en maximumwaarde. Voor de bovengenoemde activiteiten werden in een scenario random de tijdsduren 0.9, 12.6 en 3.5 minuten gekozen.
Vervolgens berekenen we in dit scenario de totale tijdsduur van al deze activiteiten. Dat is dan de totale tijdsduur van dit scenario.

We herhalen deze procedure en krijgen zodoende scenario 2 met een tweede totale tijdsduur.

Resultaten

Dit herhalen we 10000 keer en krijgen derhalve 10000 totale tijdsduren met als resultaat het onderstaande histogram. We kunnen nu de vraag beantwoorden in hoeveel scenario’s de totale tijdsduur kleiner is dan 153.9 minuten. Met andere woorden, in hoeveel scenario’s zou Louwes eerder dan 23:10 uur zijn thuisgekomen. De Monte Carlo simulatie heeft berekend dat dit maar in 4 van de 10000 keer voorkomt, een te verwaarlozen kans van 0.04% dus. Zelfs de kans dat hij eerder thuis zou komen dan 23:16 uur (159.9 minuten) is zeer klein, 3.82%. Hij zou dus praktisch zeker later dan 23:16 uur thuisgekomen moeten zijn, maar dat is in strijd met de feiten.

Aben heeft twee keer ongelijk

Derksen toonde aan dat Louwes niet om 20:36 uur vanuit Deventer naar mevrouw Wittenberg heeft kunnen bellen, iets wat Aben wel voor mogelijk hield.

Maar zelfs als Aben hiermee wel gelijk zou hebben gehad, krijgt hij weer ongelijk. Louwes zou in dat geval nooit tussen 22:30 en 23:00 uur thuisgekomen kunnen zijn.

De Hoge Raad kan ook rekenen en doet niet aan ‘drie keer is scheepsrecht’. En moet alleen al om deze reden tot een herziening besluiten.

Rapportage CCT en berekeningen Derksen maken Aben niet uit

Wanneer de rapportage van het Cold Case Team en de berekeningen van Prof. Derksen worden gelezen, vallen deskundigheid en precisie onmiddellijk op. Heel anders is dat met de conclusie van advocaat-generaal Aben. Juridisch slaat hij volgens advocaat Knoops regelmatig de plank mis en meet hij zich een empirische deskundigheid aan die hij niet bezit.

Cold Case Team

Het Cold Case Team bestaande uit drie ervaren en wetenschappelijk geschoolde forensisch rechercheurs van de Amsterdamse politie is niet door de verdediging van Louwes ingesteld, maar door advocaat-generaal Aben zelf.

Rapportage Cold Case Team

De lezer die het jarenlang heeft moeten doen met elkaar tegensprekende rapporten, verwarrende verklaringen en meningen, drogredenen, onverklaarbaar handelen en afwijzende officiële reacties, krijgt door het CCT een degelijk rapport gepresenteerd. Ter zake, feitelijk, zonder opsmuk.

Maar het CCT maakt van zijn hart ook geen moordkuil. Regelmatig spreekt het zijn verwondering uit over ten onrechte nagelaten of fout politieonderzoek, data die niet kloppen, processen-verbaal die in het dossier ontbreken, onvolledige mutaties in het tactisch journaal, onderzoek dat alleen de opvatting van de politie wil aantonen maar geen of weinig oog heeft voor de verklaringen van Louwes.

Criticasters van het eerste uur zien in de rapportage hun meningen pagina na pagina bevestigd. Louwes had op een dergelijk flinterdun en rommelig dossier nooit veroordeeld mogen worden.

Berekeningen Prof. Derksen

En dan hebben we ook nog de berekeningen van Prof. Ton Derksen. In zijn boek De Deventer karaktermoord tonen gedetailleerde berekeningen heel precies, van minuut tot minuut, aan dat Louwes de dader niet kan zijn. Niet zo maar een mening uit de losse pols dus. En Derksen weet waar hij het over heeft, daarvoor staat zijn empirische wetenschappelijke opleiding, dissertatie over waarschijnlijkheid en jarenlange professoraat garant. En met zijn boek over Lucia de B(erk) heeft hij ook een uitstekende reputatie.

Dit alles maakt Aben niet uit

De berekeningen van een deskundige dus. Dit in tegenstelling tot Aben die deze deskundigheid ontbeert maar zich niettemin in zijn advies aan de Hoge Raad veroorlooft een eigen berekening te presenteren die hij vervolgens zelf recenseert en gebruikt om de schuld van Louwes aan te tonen. Een niet eerder vertoonde werkwijze.

De rapportage van het CCT heeft veel kritiek op het politieonderzoek van destijds en biedt alle aanleiding ernstig te twijfelen aan de schuld van Louwes. Derksen gaat nog een stap verder en toont aan dat Louwes de dader niet kan zijn. Ondanks dit alles ziet Aben geen reden het herzieningsverzoek van Knoops af te wijzen.

Advocaat Knoops neemt AG Aben de maat

Nadat advocaat-generaal Aben maandenlang de tijd had genomen voor het schrijven van zijn Conclusie in de Deventer moordzaak, kreeg advocaat Knoops slechts 14 dagen tijd om een schriftelijke reactie te geven. En die loog er niettemin niet om.

Ondanks de grote tijddruk van twee weken – waarvan helaas sporen in de tekst zichtbaar zijn – telt Knoops’ reactie niet minder dan 41 pagina’s. Als juridische leek ontkom je bij lezing niet aan de indruk dat Knoops gehakt maakt van Abens advies.

Waar beiden over onderdelen verschillend denken, wordt het woord ‘miskent’ regelmatig gebruikt. Dat is vanzelfsprekend, de heren hebben verschillende belangen. Voorbeelden hiervan zijn:

‘… hetgeen de advocaat-generaal miskent …’,

‘… Dit alles wordt door de advocaat-generaal miskend en via een drogreden verbloemd …’.

Niets nieuws onder de zon dus. Twee partijen die verschillend oordelen.

Anders is het met de kwalificatie ‘onbegrijpelijk‘ die Knoops een zestal keren hanteert. Niet alleen oordeelt hij anders dan Aben over sommige conclusies, hij kan de redenering van Aben zelfs niet eens volgen. En Knoops is niet de eerste de beste, maar een doorgewinterde advocaat die ook internationaal wordt gewaardeerd.

Een paar voorbeelden:

‘Onbegrijpelijk is dan ook dat de advocaat-generaal stelt dat niet kan worden afgeleid dat het sporenbeeld ook is ‘aangetast’ en onbruikbaar is voor evaluatie.’

‘… wordt temeer onbegrijpelijk indien men de opmerking leest van de advocaat-generaal op pagina 29 van zijn conclusie: …’

‘Het is dan onbegrijpelijk dat de advocaat-generaal hieraan niet de slotsom verbindt, dat de
herzieningsaanvraag gegrond is te achten.’

Ook op juridisch vlak blijkt Knoops te corrigeren.

De teneur van Knoops reactie is dat hij Aben de maat neemt, vindt dat deze slecht werk heeft afgeleverd en dat de Hoge Raad dus het herzieningsverzoek moet toewijzen. Maar ook vraagt Knoops subsidiair een tussenarrest te wijzen ‘met de bepaling dat de hierboven genoemde getuigendeskundigen zullen worden gehoord door een raadsheer-commissaris die door Uw Raad wordt aangesteld’.

Deze getuigendeskundigen zijn de drie forensisch rechercheurs van het Cold Case Team dat door Aben is aangesteld en die drie jaar lang onderzoek hebben verricht naar alle forensisch-technische sporen; en inspecteur Lansbergen die eveneens jarenlang onderzoek deed naar de
forensisch-technische aspecten van de zaak tijdens de herzieningsprocedure.

Vooral het voorgestelde tussenarrest is interessant.

Het CCT heeft een rapport van 119 pagina’s (exclusief bijlagen) samengesteld met zeer gedetailleerde en samenhangende onderzoeksresultaten dat nu door Knoops openbaar is gemaakt. Ook blijkt in 2018 een tot dusver niet bekend (?) proces-verbaal te zijn opgesteld door inspecteur Lansbergen. Alle reden dus deze deskundigen te ondervragen.

Prof. Derksen: Louwes kan niet de dader zijn

Inhoudelijke correcties op de Conclusie van advocaat-generaal mr. Aben in de Deventer moordzaak konden niet uitblijven Het was bijna inkoppen voor open doel. In het vorige artikel gingen we al uitgebreid in op de reactie van de auteur van deemzet.nl die hier kan worden teruggelezen. Die reactie liegt er niet om en is eigenlijk beschamend voor Aben.

Een tweede reactie komt van de hand van Prof. Ton Derksen die – gezien zijn prestatie in de zaak Lucia de B(erk) – een grote reputatie geniet. Ook in de Deventer moordzaak laat hij zich niet onbetuigd. In 2011 verscheen zijn boek Leugens over Louwes en begin 2023 De Deventer karaktermoord.

Prof. Derksen is niet alleen een schrijver van relevante en veel gelezen boeken, ook is hij een gerespecteerde en vooral deskundige wetenschapper, zoals zijn aangepast CV aangeeft:

“Ik heb, na studies geschiedenis, sociologie en filosofie, in Oxford een dissertatie over waarschijnlijkheid geschreven. Als hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en aan de Universiteit Brabant in Tilburg heb ik mij jarenlang beziggehouden met de problematiek van rationaliteit en argumentatiestructuren, zowel wetenschappelijke als alledaagse. Met mijn empirische wetenschappelijke opleiding, mijn dissertatie over waarschijnlijkheid en mijn jarenlange professoraat met aandacht voor rationaliteit en argumentatiestructuren, meen ik dan ook bij uitstek gekwalificeerd te zijn voor de empirische argumentatie in dit Rijtijd Argument waarvoor verder geen specialistische kennis nodig is.”

Een auteur dus die het niet laat bij “Ik vind dit …” en “Ik vind dat …”. Nee, zijn aanpak is wetenschappelijk verantwoord en verdient het extra serieus te worden genomen. En het is ook deze aanpak die zijn bijdrage in De Deventer karaktermoord en zijn reactie op Abens Conclusie kenmerkt. Met name zijn deskundigheid op het gebied van waarschijnlijkheid is hier van groot belang.

Dus, wanneer Derksen in zijn boek en in reactie op de Conclusie op basis van degelijke argumenten en berekeningen tot de slotsom komt dat Louwes de moord niet kan hebben gepleegd dan moet je van goede huize komen om die te weerleggen. En na lezing van wat Aben tegen dit bewijs te berde brengt, moeten we concluderen dat hij niet van dergelijke huize komt.

Advocaat Knoops zal op de Conclusie van Aben een uitvoerige reactie naar de Hoge Raad sturen en zal zeker van de bijdrage van Derksen gebruik maken.

De Hoge Raad kan niet terloops aan de argumenten van Derksen voorbij gaan.

Conclusie Aben gaat voorbij aan feiten

Op 29 augustus 2023 maakte advocaat-generaal mr. Aben zijn conclusie in de Deventer moordzaak bekend. Hierin adviseert hij de Hoge Raad het herzieningsverzoek van Louwes niet te honoreren. Diens advocaat Knoops moet zijn reactie binnen 14 dagen bekend maken.

Dit is een schrijnend korte periode vergeleken met de vele maanden tijd die Aben zichzelf heeft gegund voor het schrijven van zijn conclusie. Ook veel te kort omdat er nogal wat valt aan te merken op de argumenten die Aben aanvoert. Eigenlijk heeft de AG slecht werk afgeleverd. Zijn conclusie is op veel plaatsen gedateerd, niet up-to-date, onjuist of ronduit vooringenomen. Om op al die tekortkomingen binnen de gestelde korte periode een degelijke reactie te formuleren zal van de advocaat een uiterste inspanning vergen.

En dat overtuigende weerwoord is er wel degelijk.

In de eerste plaats is er de website deemzet.nl. Hierin wordt o.a. gedetailleerd beschreven hoe de werking van het GSM-netwerk in 1999 de verklaringen van Louwes ondersteunde en welke fouten zijn gemaakt in de beoordeling van de (DNA-)sporen. Je zou verwachten dat Aben van deze belangrijk bron van gedocumenteerde informatie uitgebreid gebruik zou maken. Maar dat is helaas niet gebeurd.
De auteur van de website heeft de afgelopen dagen in hoog tempo uitgebreid commentaar op de conclusie geleverd. Het toont aan dat Aben grote steken heeft laten vallen.

En dan is er het boek De Deventer karaktermoord van Prof. Derksen. Hierin toont de auteur nauwgezet aan dat de file bij Harderwijk voor Louwes wel degelijk een alibi vormt en dat een precieze berekening van de vermeende rijtijden van Louwes van de Jaarbeurs in Utrecht naar de Zwolseweg 157 in Deventer bewijst dat Louwes niet vanuit Deventer kan hebben gebeld maar vanaf de A28. Hij kan dus niet de dader zijn.

Aben weerlegt deze bewijsvoering niet maar stelt een alternatief scenario voor, daarbij voorbijgaand aan duidelijke feiten. En sinds wanneer is het de taak van een AG discutabele alternatieven aan te dragen in plaats van een zeer plausibele gang van zaken proberen te weerleggen (wat overigens niet zal lukken)?

En dan laten we nog onbesproken de hoofdstukken over het ontbreken van een financieel motief en het pathologisch karakter van de moord. Misschien horen deze niet thuis in een weerwoord maar overtuigend zijn ze zeker.

De conclusie van Aben veroorzaakt inmiddels al de nodige verontwaardiging. In de Volkskrant van 7 september 2023 verscheen een artikel De Deventer Moordzaak moet wel degelijk worden herzien van dr. Herman de Regt en dr. Hans Dooremalen. Beiden zijn wetenschapsfilosofen aan de Universiteit Tilburg en collega’s van Prof. Derksen.

Wanneer advocaat Knoops in zijn reactie op de conclusie van bovenstaande bronnen en commentaren gebruik maakt, moet de Hoge Raad tot een herziening besluiten.

Aben, zo moeilijk is het toch niet?

Na het herzieningsonderzoek in de Deventer moordzaak van negen jaar overhandigde advocaat-generaal Aben medio 2022 de resultaten aan Louwes’ advocaat Knoops. Een coldcaseteam (CCT) had de gehele zaak opnieuw en minutieus onderzocht. Op basis hiervan diende Knoops eind oktober 2022 een herzieningsverzoek in. In februari 2023 maakte Aben bekend dat hij zijn conclusies over dit verzoek aan de Hoge Raad op 27 juni 2023 zou aanbieden. Een dag eerder werd echter bekend dat hij deze datum niet haalde en dat het 29 augustus 2023 zou worden.

Nu staat Aben niet bekend als Zoef de Haas. Zijn herzieningsonderzoek van negen jaar was al ongekend lang en nu opnieuw schiet het niet erg op. Natuurlijk kent hij het rapport van het CCT op zijn duimpje en de mogelijke argumenten van Knoops om een herziening te verzoeken zouden al onmiddellijk na het onderzoek geen verrassing hoeven te zijn. En had hij al kunnen beginnen met het schrijven van zijn advies.

Maar toch zijn eind augustus 2023 weer 15 maanden verstreken sinds het verschijnen van het CCT-rapport. En zo moeilijk hoeft het toch niet te zijn om een herziening al dan niet te adviseren.
Laten we de hoofdpunten van dit rapport even langslopen. We doen dit aan de hand van het herzieningsverzoek van Knoops.

GSM
Er bleek een meer dan reële mogelijkheid dat Louwes wel vanaf de A28 met mevrouw Wittenberg had gebeld zoals hij steeds had beweerd. Maar steeds werd dit door politie en OM vrijwel onmogelijk genoemd. De politie zelf had echter al snel geconstateerd dat dit wel mogelijk was maar had dit buiten het dossier gehouden, zo ontdekte het CCT. De rechter had hier dus geen kennis van kunnen nemen. Wat natuurlijk zeer in het nadeel van Louwes was.
Bovendien had een deskundige over deze kwestie zijn belastende verklaring teruggetrokken. Overigens een dapper besluit.

Onbetrouwbare processen-verbaal
Volgens het CCT zijn niet alle processen-verbaal betrouwbaar. Dat is nogal wat, dat je de verslaglegging door de politie niet kunt vertrouwen. En het is daarom schokkend dat op basis van zulke PV’s iemand schuldig wordt verklaard.

DNA
Het CCT noemt de chain of custody van de blouse problematisch en vindt in het algemeen de criminalistische waarde van het forensisch onderzoek laag, met andere woorden: je hebt er weinig tot niets aan.

Los van de problematiek van de juridische vraag of hier sprake is van nova (je zou zeggen: zeker wel) zou een advocaat-generaal er geen moeite mee moeten hebben op basis van een dergelijk rapport snel een herziening te adviseren. Maar nee, Aben heeft er ruim een jaar voor nodig.

En dan zijn we er nog niet, want zelfs als hij een herziening adviseert, neemt de Hoge Raad in het algemeen ook weer ruim de tijd om het advies te bestuderen. Wanneer deze besluit dat de zaak moet worden overgedaan, gaan weer minimaal een paar maanden verloren voordat een gerechtshof deze zal behandelen. Al met al heel sneu voor Louwes die met zijn 69 jaar moet hopen dat hij de afloop nog zal meemaken.

Je zou toch mogen verwachten dat advocaat-generaal en Hoge Raad bij een zaak die al 24 jaar speelt en waarover nu een dergelijk kritisch rapport van het CCT is verschenen, uit piëteit met Louwes wat meer spoed zou betrachten.

Coldcaseteam vs. Hof Den Bosch

Nova, nova, nova. Wat een verwarrend begrip dat op kunstmatige, juridische wijze in stand wordt gehouden. Wat betekent het voor de rechtvaardigheid wanneer het coldcaseteam bestaande uit ervaren politiemensen concludeert dat de blouse een lage criminalistische waarde heeft en het Hof Den Bosch toentertijd hier redelijkerwijs aan voorbij gaat en het volledig als bewijsmiddel laat meetellen. Is dat een novum of is alleen de definitie van het begrip novum van belang?

Lees het arrest van het Hof Den Bosch van 9 februari 2004 er nog maar eens op na. Hieronder het arrest voorzien van kanttekeningen van de auteur van deemzet.nl. Doorzoek het document eerst met als zoekterm ‘blouse’ en focus voorts op de overwegingen rond overweging 2.2.2.
(Overigens zijn ook de overige overwegingen interessant, zeker wanneer verklaringen van deskundigen later worden ingetrokken.)

‘De twijfelpunten en omissies in het destijds verrichte rechercheonderzoek raken de criminalistische waarde van de resultaten’, meent het coldcaseteam na drie jaar onderzoek. Hieronder vallen zonder twijfel het feit dat de blouse niet goed is behandeld (chain of custody) en zelfs een tijdje zoek was, en de ontoelaatbare wijze waarop microsporenfolie is hergebruikt, om maar wat te noemen. Beide veroorzaken contaminatie: het ontstaan van sporen die op de plaats delict ontbraken. Wat heb je dan aan zulk bewijs?

Dit zijn ondubbelzinnige conclusies van het coldcaseteam. Maar het Hof Den Bosch was hiervan niet op de hoogte (novum) of, als dat wel het geval was, liet het Hof het nauwelijks meetellen. Wat moet de advocaat-generaal hier nu mee? Is het een novum of gewoon ongekende slordigheid waar het Hof niet zwaar aan tilt maar met enorme gevolgen? Wij weten het wel, maar wat de advocaat-generaal Aben hiermee heeft gedaan, zullen we kunnen lezen in zijn conclusies op 27 juni 2023.

Aben heeft het maar druk

Op 27 juni 2023 zal advocaat-generaal mr. Aben advies uitbrengen aan de Hoge Raad over het herzieningsverzoek van Louwes’ advocaat mr. Knoops in de Deventer moordzaak. Belangstellenden zouden kunnen denken dat hij daar zijn handen vol aan heeft want de Deventer moordzaak is ingewikkeld met veel technische details.

Maar nee hoor, op 6 juni 2023 verschijnt het bericht dat dezelfde Aben ook in een andere geruchtmakende zaak een advies aan de Hoge Raad heeft uitgebracht. Het betreft de veroordeling van Jos B. in de zaak van Nicky Verstappen, zo valt te lezen in een soort persbericht van enkele pagina’s. Overigens, ook in deze zaak speelt DNA-bewijs een belangrijke rol. De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 26 september 2023.

Een advies van maar enkele pagina’s, dat is niet veel! Maar dat is schijn. Het volledige advies bestaat uit 365 opmerkingen met in totaal 76000 woorden, 500000 lettertekens op 98 pagina’s (lettertype Calibri Body, 11 punts). Dat is behoorlijk veel want het gaat hier niet over een oppervlakkige roman maar over een document vol met juridisch onderbouwde en gedetailleerde conclusies. En daarvoor heeft Aben ongeveer anderhalf jaar nodig gehad.

In oktober 2023 verzocht advocaat Knoops de Hoge Raad de Deventer moordzaak te herzien en Aben liet niet lang daarna weten dat hij op 27 juni 2023 zijn advies aan de Hoge Raad zou aanbieden. Voor het schrijven van dat advies had hij dus ca. 9 maanden ingeruimd, aanzienlijk minder dus dan in de zaak Verstappen. En dat is opmerkelijk.

Natuurlijk is Aben in de Deventer moordzaak al goed ingewerkt want een herzieningsonderzoek onder zijn leiding speelde al sedert 2013. Het herzieningsverzoek kende dus een vliegende start, maar toch.

Wat kunnen de Deventer moordzaakwatchers hier nu uit afleiden?
Zou Aben het rapport van het coldcaseteam zo overtuigend hebben gevonden dat hij er niet al te veel tijd en woorden aan vuil hoefde te maken en zal adviseren het herzieningsverzoek te honoreren? Dan zijn die 9 maanden goed te verklaren.

Of was hij al zo vooringenomen dat hij zijn opvatting (voor/tegen) al klaar had en dat hij die alleen nog in juridische termen hoefde te vertalen? Ook dan zijn 9 maanden ruim voldoende.

Het blijft speculeren. Spannend is het allemaal wel, in de eerste plaats voor Ernest Louwes.

We moeten gewoon rustig wachten tot 27 juni 2023.

Aben geschokt tijdens besprekingen met het coldcaseteam

(Het onderstaande mogelijke scenario is gebaseerd op het artikel In de voetsporen van de rechercheurs in de Deventer moordzaak dat Wil Thijssen op 27 juni 2022 in de Volkskrant publiceerde.)

Advocaat-generaal mr. Aben installeerde in het voorjaar van 2019 een coldcaseteam (CCT) bestaande uit drie Amsterdamse rechercheurs en stelde hun de vraag: heeft de recherche destijds in de Deventer moordzaak genoeg gedaan?
In het bijzonder wilde hij een antwoord op de volgende vijf vragen:

1. Hadden we meer kunnen weten?
2. Hebben we genoeg gedaan?
3. Zijn de processen-verbaal betrouwbaar?
4. Hoe moeten we de sporen wegen?
5. Zijn er nu nog forensische onderzoeksmogelijkheden?

Natuurlijk wilde Aben op de hoogte worden gehouden van de gang van zaken tijdens het ondezoek en stelde hij een vergaderschema vast.

Het CCT ging voortvarend aan de slag. Dat moest ook wel want het moest 31 archiefdozen, een digitaal archief met ongeveer 1300 documenten en 26 dossiermappen van het NFI doorspitten.

Nadat het CCT een inventarisatie had gemaakt kwam het gezelschap voor het eerst bijeen om een aantal indrukken uit te wisselen. De politiemensen Hamstra, Buitenweg en Corsari waren ervaren rechercheurs.

Onderstaande passages zijn ontleend aan de notulen van een groot aantal besprekingen tussen Aben en de leden van het CCT. Ze zijn niet volledig maar geven een goede indruk van de bevindingen van het CCT en wat Aben van de gemelde voortgang vond.

(…)

Hamstra kreeg als eerste het woord.
‘We noemen nu alleen wat nog niet eerder (voldoende) bekend was en wat wij opvallend vinden.
We weten nu wat meer over de doodsoorzaak en de wijze waarop de moord is gebeurd. Het slachtoffer lijkt met een stomp voorwerp tegen haar hoofd te zijn geslagen, waardoor ze viel. De dader heeft haar trekkend aan haar benen of voeten versleept; haar rechterarm ligt gestrekt en haar vest is onder haar lichaam omhooggeschoven.
Wat nog niet eerder bekend was is dat ze niet met handen maar door een bandvormig voorwerp is gewurgd. Daarover later meer.’

(…)

Buitenweg vulde hem aan.
‘Ze is meermalen gestoken en de wijze waarop dat is gebeurd, wijst volgens ons op veel emotie bij de dader maar tegelijk is die toch erg alert geweest om zo weinig mogelijk sporen achter te laten of om sporen zelfs te wissen.
Vervolgens is ze met een ‘bandvormig voorwerp’ gewurgd, Hamstra noemde dit al. Opvallend is dat in de woonkamer een tas aan een stoel hangt en die is gefotografeerd en die, gezien de stijl van de tas, niet lijkt te passen bij de (kleding)stijl van het slachtoffer. Daarom had die tas natuurlijk moeten worden veiliggesteld, maar dat is niet gebeurd. Nu lijkt het hengsel van die tas te passen bij het letsel in de hals van het slachtoffer. Dat is toch wel een opmerkelijk gegeven.
Ja, en dan is er nog iets anders. De keuken is niet onderzocht op sporen (bijvoorbeeld gootsteen en afvoer), en zelfs niet gefotografeerd en dat had om verschillende redenen natuurlijk wel gemoeten. Dat vonden we toch echt een tekortkoming in het onderzoek.’

(…)

Aben luisterde aandachtig. Veel van wat hij hoorde was hem al uit de dossiers bekend maar nu bevestigden ervaren rechercheurs wat anderen in de loop der jaren al zo vaak hadden betoogd.

(…)

Corsari had rustig naar zijn collega’s geluisterd en mengde zich in het gesprek.
‘Ja, wat wij alle drie ook onbegrijpelijk vinden is dat een schouwverslag van het lichaam ontbreekt. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Zo’n verslag zegt heel veel over het tijdstip van overlijden en dus over diverse alibi’s. Dan had men ook beter kunnen oordelen over de betekenis van zaken als lijkvlekken en lijfstijfheid. Dat dat verslag er niet was en dat niemand daarnaar had gevraagd, ja, daar stonden we alle drie wel van te kijken.’

(…)

Wat Aben diep van binnen van meet af aan al had vermoed, leek zich hier stukje bij beetje te manifesteren. Jaap Visscher die destijds het politiewerk in Deventer leidde, mocht er dan wel van overtuigd zijn dat het politieonderzoek goed was verlopen en dat eventuele foutjes geen rol hadden gespeeld bij het resultaat, maar drie ervaren politiemensen somden nu een aantal flinke tekortkomingen op. En misschien was dit nog maar het topje van de ijsberg, zo bedacht Aben. Zou hij hier dan toch – wat hij al langer vermoedde – te maken hebben met de zoveelste rechterlijke dwaling, eentje die zich al meer dan 20 jaar voortsleepte en velen bezighield?

(…)

Nadat er wat operationele zaken waren besproken en een volgende datum was afgesproken, ging het gezelschap uiteen.

(…)

Een aantal besprekingen ondervond door de corona-pandemie enige vertraging, maar doordat het archiefonderzoek voor een belangrijk deel thuis kon worden gedaan, viel de opgelopen achterstand nog wel mee. De buitenwacht toonde zich echter meer en meer ongeduldig.
Bij een bespreking was het CCT al meer de diepte in gegaan en had het toch wel schokkende feiten ontdekt. Geen kleinigheidjes die geen rol van betekenis zouden spelen maar belangrijke kwesties die rechtstreeks raakten aan de kwaliteit van de bewijslast en dus aan de rechtmatigheid van de veroordeling.
Zo had het CCT de microsporen nader onder de loep genomen en was het geschrokken van de resultaten.

(…)

Op de vraag van Aben of daarbij nog nieuwe ontwikkelingen waren te melden, nam Buitenweg het woord.
‘Het wordt nu een beetje technisch maar het is ontzettend belangrijk en dan moet het maar. De wijze waarop toentertijd met de microsporenfolie was omgegaan, ja daar zijn we toch wel van geschrokken, zo onprofessioneel. Dezelfde folie werd steeds weer opnieuw gebruikt om op diverse plaatsen haren en vezels veilig te stellen. Maar hierdoor kon een en dezelfde folie een bloedvlekje op de ene plaats bemonsteren en op een andere plaats terug plakken. Dat kon je zelfs op foto’s zien. Op sectiefoto’s konden bloedsporen worden waargenomen die er op de foto’s van de plaats delict niet zaten. Ra ra, hoe kan dat? Ja, dat maakt het vergaarde bewijs totaal onbruikbaar, vinden wij, daar heb je dan niets meer aan.
Ook lijkt het erop dat de schouw heeft plaatsgevonden voordat is begonnen met het onderzoek op de plaats delict. Ja, en dat is ook voor die tijd niet gebruikelijk.’

(…)

Aben luisterde wat ongemakkelijk naar deze constateringen. Wat had je aan een blouse waar overduidelijk onoordeelkundig mee was omgesprongen? Welk bewijs kon je daar nog aan ontlenen? Maar dat was wel gedaan in Den Bosch. Het had zelfs vrijwel regelrecht tot een veroordeling van Louwes geleid. Opnieuw kreeg hij het gevoel dat hij alleen nog maar formeel moest vaststellen wat elders allang bekend was: het politieonderzoek van toen was een rommeltje en op basis daarvan had Louwes nooit veroordeeld mogen worden. De uitkomst van het onderzoek door het CCT stond voor hem na iets meer dan een jaar dus eigenlijk al vast, maar de gifbeker moest helemaal worden leeggedronken. Ook andere belangrijke aspecten van de zaak moesten degelijk worden onderzocht.

(…)

Corsari maakte daar al meteen een begin mee toen hij over Het Telefoontje van Louwes naar het slachtoffer begon.
‘Laat ik vooropstellen dat wij niet zijn aangesteld om de schuldvraag te beantwoorden maar alleen onderzoek moeten doen in deze zaak, van het begin tot het eind. Ook moet ik benadrukken dat we geen telecom-deskundigen zijn. Maar dat hoeft ook niet om te kunnen constateren dat er ernstige zaken zijn misgegaan.
Laat ik maar gelijk met het belangrijkste beginnen: de politie heeft zeer ontlastende zaken buiten het procesdossier gehouden. Steeds werd gesteld dat Louwes vanaf de A28 een zendmast in Deventer nooit had kunnen aanstralen, dus had hij gelogen en dat was heel verdacht. Maar rechercheurs hadden destijds de route nagereden die Louwes naar eigen zeggen had gereden en vastgesteld dat aanstraling mogelijk was van een mast op 61 en zelfs 108 km afstand, veel verder dus dan die in Deventer op 25 kilometer. Maar dit ontlastende feit werd buiten het procesdossier gehouden en de raadsheren hadden hiervan dus geen kennis kunnen nemen. Ik houd niet van harde woorden maar deze gang van zaken is schandalig. Zo heb je geen eerlijk proces.’

(…)

Corsari vervolgde.
‘Verder wees onderzoek van TNO in 2017 uit dat aanstraling van de mast in Deventer niet alleen mogelijk was op een avond met buitengewone weersomstandigheden, maar ook onder ‘normale’ omstandigheden.
Bovendien hebben telecom-deskundigen hun verklaringen van destijds herroepen of aangepast.
Ja, het is volgens ons evident dat dit alles behoorlijk ontlastend voor Louwes is.’

(…)

Tijdens een interview met De Stentor in 2019 had Aben al toegegeven dat er in de Deventer moordzaak blunders waren begaan. Niet opzettelijk, maar toch. Maar wat hij nu hoorde zou er op wijzen dat er veel meer aan de hand was. Ontlastend bewijs uit het procesdossier houden, dat is nogal wat. Dat riekt wel naar opzet. Deze verontrustende gedachte werd nog versterkt door wat Hamstra te melden had.

(…)

Hamstra rommelde in zijn papieren en noemde op.
‘Er klopt meer niet. Er zijn ook ‘niet-betrouwbare’ processen-verbaal. Zo zijn sommige mutaties in het Tactisch Journaal (het verslag waarin alle handelingen van de recherche worden vastgelegd), niet volledig. Er ontbreken vijf mutaties in een cruciale fase van het onderzoek. Tja’, verzuchtte Hamstra, ‘dat is wel problematisch. Het kan zijn dat de mutaties op vijf plekken verkeerd zijn doorgenummerd, of ze hebben nooit bestaan, of ze zijn actief verwijderd. Het is niet vast te stellen of dat laatste opzettelijk is gebeurd. Ja, en wat moet je dan daarmee?’

(…)

Hoewel Aben niet geheel onwetend was van wat hier te berde werd gebracht, nu hij het zo nuchter hoorde opsommen, was hij toch wel onder de indruk. Dossiers buiten het procesdossier houden, rommelen in het Tactisch Journaal, dat was nogal wat.
Wat hij nu tijdens deze bespreking had gehoord, vond hij wel genoeg voor een keer. De agenda’s werden getrokken en een volgende bespreking werd weer afgesproken.

(…)

Bij een van de laatste vergaderingen kwam het DNA-onderzoek nog aan bod. Daarover was lange tijd veel te doen geweest, maar onder andere gezien het voorgaande werd er nu niet meer zoveel tijd aan besteed. Bovendien was getuige-deskundige Eikelenboom, die zo’n belangrijke bijdrage had gehad in het DNA-bewijs, volgens de minister van Justitie en Veiligheid niet bevoegd als DNA-deskundige. Zijn conclusies werden bovendien bestreden door twee Amerikaanse DNA-deskundigen. Verder bleek later dat een rechtbank in de Verenigde Staten hem als DNA-deskundige zelfs had geweigerd.

(…)

Tijdens een van de laatste vergaderingen kwam ook nog Het Mes aan bod. Aben wilde hieraan niet veel tijd besteden want vlak voor de behandeling van de zaak bij het Hof Den Bosch was Het Mes al door het OM als bewijs teruggetrokken. Toch wilde Buitenweg hierover nog een paar opmerkingen maken.
Hij somde een paar pijnlijke kwesties rond Het Mes op en bij elke opmerking voelden de aanwezigen gêne.

Buitenweg
‘Het Mes paste niet bij de wonden, er was gefraudeerd met processen-verbaal en de geurhondenproef deugde ook al niet. Op basis onder meer hiervan werd Louwes door hof Arnhem toch veroordeeld. Deze kwestie had ook gevolgen voor veel andere zaken waarin dezelfde politiemensen geurproeven hadden uitgevoerd. Er werden zelfs politiemensen veroordeeld.
‘Inderdaad’, bevestigde Aben zuchtend, ‘dit is een schandvlek voor het recherche-onderzoek.’

(…)

Aben moest nu aan het werk
Na al dat onderzoek en al die besprekingen zat Aben daar met een uitgebreid onderzoeksverslag van het CCT.

Hij bedacht dat hij de eerder genoemde vijf vragen nu wel zelf kon beantwoorden:

1. Hadden we meer kunnen weten? Ja.
2. Hebben we genoeg gedaan? Nee.
3. Zijn de processen-verbaal betrouwbaar? Nee, niet allemaal.
4. Hoe moeten we de sporen wegen? Veel relevante sporen zijn niet onderzocht, veel onderzochte sporen zijn onbruikbaar.
5. Zijn er nu nog forensische onderzoeksmogelijkheden? Ja.

Nadat alle bevindingen van het CCT bekend waren, was het de taak van Aben het eindrapport samen te stellen en dat aan Knoops aan te bieden. Die moest dan samen met zijn cliënt beslissen of een herzieningsverzoek zou volgen.

In feite zou Aben het met deze taak niet zo moeilijk hoeven te hebben. Natuurlijk, hij wist al vele jaren wat Louwes ten laste was gelegd en waarom. En hij had zo zijn vermoedens. Het onderzoek van het CCT had veel ontlastend bewijs opgeleverd en het zou hem als ervaren jurist toch geen moeite hoeven kosten om dit op papier te zetten.

Hij ging er een paar dagen goed voor zitten en kwam tot de volgende teksten die hij in klad op papier zette. Later zouden die nog worden omgezet in de juiste juridische bewoordingen.

DNA
Over het DNA-bewijs kan ik kort zijn. Richard Eikelenboom, destijds bloedspoorpatroon-analist bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), stelde in de rechtszaak op basis van eigen onderzoek dat de niet geringe hoeveelheid DNA van Ernest Louwes alleen door geweld kan zijn overgedragen. Het Gerechtshof nam deze stelling over maar was er niet van op de hoogte dat Eikelenboom niet bevoegd was. Later bleek hij ook in andere zaken omstreden te zijn.

Amerikaanse DNA-deskundigen Krane en Gilder maakten in 2013 gehakt van Eikelenbooms conclusies. Er zat aanzienlijk minder DNA van Louwes op de blouse van het slachtoffer dan Richard Eikelenboom destijds beweerde, en bovendien zeiden zelfs grote hoeveelheden DNA niets over de wijze hoe die zijn overgebracht.
Het DNA-bewijs schiet dus ernstig te kort.

De blouse
De criminalistische waarde van de blouse werd al veel eerder betwist. In 2009 bleek dat het proces-verbaal over de veiligstelling van de blouse van het slachtoffer vals was. Er werd mee rondgezeuld en het was zelfs een keer aantoonbaar zoek. Nu oordeelt het CCT dat de veiligstelling van de blouse ‘problematisch’ en ‘ongewenst’ is. De integriteit van het bewijsstuk is ‘ernstig aangetast’ en daarom is de criminalistische waarde ervan ‘laag’.
Dus aan de blouse als bewijs heb ik niets. Ontlastend voor Louwes. Kan ik in weinig woorden duidelijk maken.

Telecom
Het CCT maakte met het telecom-bewijs korte metten. Daar hoef ik weinig aan toe te voegen. Er is een aanzienlijke kans dat de lezing van Louwes de juiste is. Overigens kan ik nog wel het onderzoek van wetenschapsfilosoof Ton Derksen aanhalen, onder meer dat er geen ‘honderden’ telefoonmasten staan tussen ‘t Harde en Deventer zoals een deskundige beweerde, maar drie. Maar er is al zoveel mis met het bewijs dat dit niet nodig is. Bovendien zoekt een telefoon niet de dichtstbijgelegen mast, maar een frequentie. Getuige-deskundige trekt belastende verklaring in 2012 in.

Wel file
In juli 2018 rapporteerde politie-inspecteur Jelle Lansbergen dat ‘aannemelijk geacht kan worden’ dat de kleine file op de avond van de moord waarover Louwes steeds en consistent heeft verklaard, inderdaad bestond tussen Harderwijk en ’t Harde, vanwaar Louwes zegt het slachtoffer te hebben gebeld.

Verwarrend voor juridische leek

Voor de juridische leek breken verwarrende tijden aan. Een cold case team (CCT) stelde vorig jaar na drie jaren onderzoek in de Deventer moordzaak ernstige tekortkomingen vast. Dan wordt Louwes in een herzieningsproces natuurlijk alsnog vrijgesproken, denkt de juridische leek dan. Maar nee, zo eenvoudig is dat niet. Een herzieningsproces komt er alleen wanneer een novum wordt vastgesteld.

De kritiek van het CCT, bestaande uit Amsterdamse politiemensen, is niet mals, zo lezen we in het volledige artikel van Wil Thijssen in de Volkskrant van 27 juni 2022. Zij was de enige journalist die inzage kreeg in het vertrouwelijke onderzoeksverslag. We citeren een paar punten.

1. “Nu is het de politie zelf die constateert dat het recherchewerk in de Deventer moordzaak niet goed is uitgevoerd.”

2. “Hun rapport (…) geeft ook geen antwoord op de vraag of Louwes wel of niet de dader is. Wel noemen zij nieuwe feiten ‘ontlastend’.”

3. “Het coldcaseteam (…) vergeleek het onderzoeksdossier van de politie met het procesdossier dat de rechters onder ogen kregen. Tussen die twee worden ernstige verschillen geconstateerd.”

4. “Nu blijkt dat de mobiele telefoons van de rechercheurs die de route nareden masten aanstraalden die nog veel verder stonden dan die in Deventer, op afstanden van respectievelijk 108 en 61 kilometer. Maar de originele lijst waarop de aangestraalde masten staan, is buiten het procesdossier gehouden. De verder weg gelegen masten, die ontlastend zouden zijn voor Louwes, zijn weggelaten uit de processen-verbaal over die nagereden routes.”

5. “(…) het coldcaseteam [concludeert] dat de verklaring van Louwes over zijn alibi niet alleen past bij de uitzonderlijke weersomstandigheden op de avond van de moord die het mogelijk maakten dat verder weg gelegen masten werden aangestraald, maar ook binnen de afstand van normale aanstraling’.”

6. “Zo werden knoopjes van de blouse geopend toen dat nog niet mocht, zijn op latere foto’s bloedsporen te zien die er op de plaats delict nog niet op zaten, en schrijft het Gerechtelijk Laboratorium dat de blouse bij aanlevering was ‘gekreukeld’; hoewel hiervan op de foto’s geen sprake is.”

7. “Door verkeerd gebruik ‘kunnen sporen verloren gaan, stempelen of verplaatst worden zonder dat dit is veroorzaakt door het delict’. Als bewijsstuk heeft de blouse volgens hen weinig waarde. De blouse was een cruciaal bewijsstuk onder Louwes’ veroordeling.”

Het was de taak van mr. Knoops om uit deze ernstige tekortkomingen tenminste een novum te destilleren en het kan niet anders dan dat hij hierin is geslaagd, toen hij eind oktober zijn herzieningsverzoek indiende.
Maar stel dat naar het oordeel van de advocaat-generaal al deze feiten niet een novum bevatten. Dat is goed mogelijk want het is vaak een kwestie van interpretatie. Dan komt er dus geen herziening, geen herzieningsproces en geen vrijspraak.

Laten we deze gang van zaken eens vergelijken met het volgende scenario.
Stel dat een dergelijk vernietigend rapport zou zijn verschenen na een veroordeling in eerste aanleg, maar nog voordat de zaak in hoger beroep zou worden behandeld. Het lijdt geen twijfel dat een gerechtshof dan tot vrijspraak zou besluiten. Zo veel tekortkomingen, slordig onderzoek, geen overtuigend bewijs, dit alles vastgesteld door de politie zelf, neen, dan kan de eerdere veroordeling niet worden gehandhaafd. De verdachte zou met opgeheven hoofd de zittingszaal kunnen verlaten.

Hoe anders kan het lopen wanneer veel van deze feiten pas veel later aan het licht komen bij een herzieningsverzoek? Dan hangt het – ondanks al deze feiten – ervan af of de advocaat-generaal een novum heeft geconstateerd. En als hij meent dat dit niet het geval is, strandt het gehele proces alsnog en zal de veroordeelde ten onrechte veroordeeld blijven.

Zal de juridische leek (en dat zijn we bijna allemaal) dit nog begrijpen?

Kranten bereiden zich voor

Er zijn belangrijker kwesties in de wereld dan de Deventer moordzaak maar dat zal niet voorkomen dat de bekendmaking van de conclusie door advocaat-generaal Aben in de Deventer moordzaak veel ophef zal veroorzaken, ongeacht of hij een herziening van de zaak adviseert of niet.

De media zullen zich hierop voorbereiden en dat is natuurlijk ook hun taak

Sommige kranten hebben zich door de jaren heen (al sinds de moord in 1999) steeds intensief en betrokken met de zaak beziggehouden.
Denk bijvoorbeeld aan verslaggeefster Wil Thijssen van de Volkskrant. In de loop der jaren heeft zij diverse artikelen geschreven en in 2022 kreeg zij als enige – vanzelfsprekend niet toevallig – inzage in het vertrouwelijke onderzoeksrapport van het cold case team dat advocaat-generaal mr. Aben aan mr. Knoops aanbood. In een een opzienbarend artikel lichtte zij een tipje van de sluier op. Zij zal zich zeker ook nu goed voorbereiden op de conclusie (zo heet dat advies) van Aben op 27 juni 2023 in de Deventer moordzaak.

Er is nog een krant die deze zaak nauwgezet volgt, De Stentor. Deze krant die in de regio Deventer verschijnt, publiceerde in 2019 een veel beluisterde podcast van vier afleveringen waarin onder anderen Aben opvallende uitspraken deed en sprak van blunders (zij het niet opzettelijk). Ook daarna hield De Stentor voortdurend de vinger aan de pols en publiceerde alles wat relevant was.

Ook het AD heeft in het verleden aandacht aan de zaak besteed. Zo publiceerde het al op 8 december 2003 een uitgebreid artikel waarin diverse twijfelachtige aspecten van deze moordzaak in meer detail werden belicht. Daarna volgde deze krant deze zaak natuurlijk nog wel, maar meer op afstand.

Dan komen we bij een pijnlijke kwestie.
Bij NRC is Bas Haan sinds een aantal maanden lid van de redactie. Hij is niet alleen journalist maar ook persoonlijk betrokken bij de Deventer moordzaak.
In 2009 verscheen zijn boek De Deventer moordzaak, een complot ontrafeld (herdruk in 2020) dat hij sindsdien als hèt standaardwerk in deze zaak beschouwt, ook na de vele publicaties en de podcast De Schoft van de Deventer moordzaak van Maurice de Hond, het verschijnen van de boeken Leugens over Louwes en De Deventer karaktermoord van Prof. Derksen en de website deemzet.nl die al in 2010 het licht zag. Overigens was al in 2003 een uitstekend boek van Stan de Jong over deze zaak verschenen.
Omdat Haan zich als dè kenner van de Deventer moordzaak beschouwt, ging hij er met gestrekt been in wanneer aan zijn oordeel werd getwijfeld, bijvoorbeeld in een interview in de DWDD, maar ook in een trailer van de podcast de Deventer mediazaak dat als opstapje fungeerde naar de film De Veroordeling. Formeel was Haan niet betrokken bij podcast en film – hij benadrukt dit keer op keer – maar een tweet* van Annegriet Wietsma, de maakster van de podcast, spreekt boekdelen.

Toen mr. Aben zijn onderzoek in juni 2022 had afgerond werd daarover door de media verslag gedaan en werden de mogelijke implicaties besproken. Ook NRC besteedde er vanzelfsprekend aandacht aan maar het was uitgerekend Bas Haan die hierover een artikel schreef. Ogenschijnlijk objectief maar verscheidene passages doen de wenkbrauwen flink fronsen en dat is voorzichtig uitgedrukt. Een faux pas van de kwaliteitskrant NRC. Laten we hopen dat deze krant ter wille van de objectiviteit Haan verre houdt van volgende publicaties over de Deventer moordzaak.
De krant heeft toch wel een journalist in de redactie die objectief over deze zaak verslag kan doen?

*… Graag wil ik nogmaals benadrukken dat het fundament voor dit project ligt bij de analyse van @bas_haan over de rol van de media, zie ‘De Deventer Moordzaak, het complot ontrafeld’

Meedenken met mr. Aben

Advocaat-generaal mr. Diederik Aben is bezig met een enorm karwei. Hij moet de conclusie formuleren inzake het herzieningsverzoek in de Deventer moordzaak. Dit is inderdaad geen sinecure. Een eerdere conclusie in dezelfde zaak was die van mr. Machielse op 20 maart 2007 en bedroeg niet minder dan 99 pagina’s juridische overwegingen.

Vooruitlopend op het resultaat dat op 27 juni 2023 aan de Hoge Raad zal worden aangeboden, denken we als argeloze burgers een beetje met Aben mee. We zijn geen juristen, evenmin deskundig in herzieningsverzoeken, en dus zullen de volgende formuleringen niet de toets der juridische kritiek doorstaan. Slechts enkele in het oog springende onderwerpen zullen worden beschouwd.
We hanteren ongeveer de nummering van Aben.

(…)

2.1.6
De verdediging voert aan dat het tijdstip van het overlijden niet kon worden vastgesteld omdat een temperatuurmeting op de plaats delict niet werd toegestaan. Inderdaad is dit een blunder van de eerste soort met grote gevolgen voor de alibi’s van Louwes en andere betrokkenen. Deze omissie is vreemd genoeg niet eerder voor het hof expliciet ter sprake gekomen en er is genoegen genomen met de rol van stille getuigen.
[DA: nog afronden]

(…)

3.4.2
Tijdens de behandeling van de zaak door het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch was niet bekend dat deskundige Eikelenboom niet bevoegd was DNA-onderzoek te doen, laat staan hierover voor het hof zijn mening te geven. Toch hebben ze bij het arrest een belangrijke rol gespeeld [DA: Novum?]. De raadsheren waren door zijn soms misleidende conclusies onder de indruk geraakt, onwetend van zijn feitelijke status.
[DA: nog afronden]

(…)

4.2.2
Anders dan tijdens de behandeling door het hof ‘s-Hertogenbosch werd aangenomen, bleek het later wel mogelijk dat Louwes het telefoongesprek met het slachtoffer vanaf de A28 heeft gevoerd (o.a. TNO-onderzoek), zoals hij consistent heeft verklaard. Enkele getuigen-deskundigen hebben hun conclusies over de atmosferische omstandigheden aangepast dan wel ingetrokken. Inmiddels wordt de kans op een gesprek vanaf de A28 op 5% of meer geschat.
[DA: is dat veel/weing? Novum? Nog afronden]

(…)

4.4.3
Een veroordeling van een verdachte in het geval dat een motief, een moordwapen en getuigen ontbreken, is uitzonderlijk. Het hof ‘s-Hertogenbosch noemde al het ontbreken van een (financieel) motief. Maar het ontbreken van een motief in combinatie met het ontbreken van een moordwapen en getuigen is tot dusver bij eerdere behandelingen ten onrechte weinig of geen waardering toegekend. Naar mijn mening rechtvaardigt deze omissie in de rechtsgang dat …
[DA: nader uitwerken, nog afronden]

(…)

6.1.3
Een novum rechtvaardigt een herziening. Het vaststellen of iets een novum is, is vaak een kwestie van smaak en/of interpretatie (was dit nu wel of niet aan het hof bekend?). Wanneer in een zaak teveel van zulke (bijna-)nova bestaan is dat een novum op zichzelf, zie onder andere een lijst met dergelijke kwesties en op zich een kwestie van rechtvaardigheid om deze in samenhang te beoordelen.
[DA: gewaagde stellingname, nog nader uitwerken]

(…)

Advocaat-generaal Aben niet te benijden?

Mr. Diederik Aben heeft het gepresteerd een herzieningsonderzoek in de Deventer moordzaak negen (!) jaar te laten duren, van 2013-2022. Dat was nog niet eerder vertoond.

In 2019 (dat was wel wat laat) heeft hij een cold case team (CCT) van de Amsterdamse politie opdracht gegeven de hele zaak nog eens grondig onder de loep te nemen. Dit team heeft de opdracht serieus genomen en deed in juni 2022 verslag. En daarmee was het herzieningsonderzoek afgerond. De conclusies werden aan Louwes’ advocaat ter beschikking gesteld.

Hoewel de precieze inhoud niet bekend werd gemaakt, zouden de conclusies er niet om liegen. Volkskrant-journalist Wil Thijssen mocht bij wijze van uitzondering het verslag wel inzien en deed daarover in de krant verslag. Volgens haar werd regelmatig de term ‘weinig criminalistische waarde’ gebezigd, met andere woorden: veel van het betreffende bewijsmateriaal was waardeloos. Verder bleek het verslag een opsomming van onbeantwoorde vragen, blunders, tekortkomingen en slordigheden.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Knoops binnen een paar maanden zijn herzieningsverzoek aan de Hoge Raad kon overhandigen. Mr. Aben zal – zo bleek – het verzoek beoordelen en de Hoge Raad hierover adviseren.

En daar zit Aben nu. Vindt hij zijn positie te benijden?

Aan de ene kant …

Aan de ene kant is Louwes diverse keren veroordeeld (NRC-journalist Bas Haan is de enige die het aantal rechters bijhoudt, maar vergeet onder andere te melden dat Louwes in eerste aanleg werd vrijgesproken), is Louwes door de podcast de Deventer mediazaak en de film De Veroordeling ondubbelzinnig als dader aangewezen en de Klusjesman als iemand die ‘geen bal met de zaak te maken heeft’ (Haan, 2019). Jarenlang had Louwes met tegenwind te kampen.

Aben kijkt bij deze overdenkingen peinzend voor zich uit. Waarom zou hij van die lijn afwijken? Die zullen het toch niet allemaal bij het verkeerde eind hebben? Het herzieningsverzoek gewoon afwijzen, dat is wel zo veilig.

Aan de andere kant …

Aan de andere kant is het Aben niet ontgaan hoe de Deventer moordzaak werd geteisterd door blunders (zo heeft hij tegenover De Stentor ronduit toegegeven), was er sprake van onprofessioneel, zeg maar klungelig, politieonderzoek, zijn er valse politieverklaringen afgelegd met veroordelingen en al, heeft Richard Eikelenboom als onbevoegd deskundige een belangrijke rol in de veroordeling gespeeld, is bewijs zoek geraakt, is er tot op de dag van vandaag gedoe over het DNA-onderzoek …, ach, teveel om op te noemen.
En het verslag van het CCT liegt er ook niet om.

Wanneer hij het verzoek van Knoops honoreert, zo overdenkt hij, zal hij degene zijn die aan deze bijzondere zaak een einde maakt. Zijn naam zal altijd aan deze zaak verbonden blijven. En trouwens, niemand zal hiervan opkijken, zeker niet na het verslag van het CCT.

Valt Aben te benijden?

Aben weet niet goed of hij nu wel of toch niet valt te benijden.

Nova

Juristen slagen er niet in aan de gewone burger uit te leggen wat wordt verstaan onder een novum. Ook onder elkaar verschillen de meningen daarover. Louwes is veroordeeld, heeft zijn straf uitgezeten en zijn advocaat mr. Knoops moet in zijn herzieningsverzoek een of meer nova aantonen. Want zonder novum geen herziening,

Nova of niet, hieronder in het kort een aantal schandelijke zaken. Klik even door voor meer details.

1. Tijdstip van overlijden mocht niet worden vastgesteld;

2. Onprofessioneel geknoei met blouse, weinig criminalistische waarde;

3. Deskundige Richard Eikelenboom bleek niet bevoegd;

4. Onverklaarbaar verdwenen etenswaren;

5. Mr. Aben noemt kans op bellen vanaf A28 ‘slechts’ 5%;

6. Getuigenis van ‘oude’ werkster werd zonder omhaal niet serieus genomen;

7. Proces-verbaal van team forensische experts werd genegeerd;

8. Cruciaal bewijs (pantalon, vest) zoek;

9. Met zwart/wit truc werd getuigenis van echtgenote gemanipuleerd;

10. Last but not least: geen motief, geen moordwapen, geen getuigen.

Rustig aan dan breekt het lijntje niet

Dat lijkt de tegeltjeswijsheid te zijn die aan de muren van OM, parket en Hoge Raad hangt. Het zou niet verbazen wanneer mr. Aben tijdens zijn onderzoek en nu bij het schrijven van zijn conclusies het gevoel heeft dat hij als een speer gaat. Weliswaar is negen jaar voor een herzieningsonderzoek aan de erg lange kant, zo zal hij gedacht hebben, maar we moeten niet vergeten dat Covid-19 ons bijna drie jaar in een wurggreep hield. Medio juni 2022 kon hij eindelijk Louwes’ advocaat mr. Knoops het onderzoeksresultaat aanbieden.

Deze daarentegen had al na ruim vier maanden zijn herzieningsverzoek klaar. En dat is echt snel want elke punt en komma doen ertoe; de Hoge Raad is streng wanneer het om nova gaat. Het is een heel precies werkje. Maar toch kon hij zijn verzoek al eind oktober 2022 aan de Hoge Raad aanbieden.

Opnieuw was advocaat-generaal Aben aan zet. Hij moet het verzoek beoordelen en de Hoge Raad zijn conclusies (advies) aanbieden. Hij liet al weten dat dit op 27 juni 2023 zal gebeuren, een jaar nadat het onderzoek van het cold case team was afgerond. Om het verzoek van mr. Knoops te beoordelen heeft hij dan ongeveer acht maanden de tijd gehad, terwijl hij het dossier van haver tot gort kent.

Voor de Hoge Raad is de Deventer moordzaak evenmin nieuw. Deze is al enkele keren aan de raadsheren voorgelegd maar ook op minder formele wijze weet dit college van de hoed en de rand. Je zou als leek denken dat de Hoge Raad dus snel met het advies van mr. Aben klaar is maar ook zou het niemand verbazen dat het niettemin een jaar zal duren.

Een ingewikkelde zaak als de Deventer moordzaak leent zich niet voor vluggertjes. Die moet zorgvuldig worden behandeld. Maar in het boven beschreven scenario zou medio 2024 het herzieningstraject elf (!) jaar hebben geduurd. Ongekend lang en inderdaad zal de justitiële top hebben gedacht: rustig aan dan breekt het lijntje niet.

Raadsheren Hoge Raad: ‘Hebben jullie al wat gehoord?’

De Hoge Raad krijgt op dinsdag 27 juni 2023 het langverwachte advies of de Deventer moordzaak uit 1999 alsnog heropend zou moeten worden. Dat heeft advocaat-generaal Diederik Aben vandaag met het hoogste rechtsorgaan van Nederland bepaald.

Dit bericht verscheen op 21 februari 2023 in De Stentor die steeds bovenop deze zaak zit. Zou deze ingewikkelde en langdurige rechtszaak na bijna 24 jaar toch nog naar tevredenheid kunnen worden afgesloten? Heel Nederland zal tegen die tijd de adem inhouden.

In de eerste plaats natuurlijk Ernest Louwes met zijn gezin die dan eindelijk van deze ‘last’ zou zijn verlost, maar ook al diegenen die van mening waren dat het nooit zo ver had mogen komen. Het rapport van het cold case team (CCT) zou bijna geen andere conclusie toelaten dan een heropening en uiteindelijk vrijspraak.

Ook diegenen die zo overtuigd zijn van Louwes’ schuld, zoals NRC-journalist Bas Haan, documentairemaakster Annegriet Wietsma (podcast De Deventer mediazaak) en regisseur Sander Burger (film De Veroordeling), zullen met angst en beven de conclusies van Aben afwachten. Want volgens hen was Louwes de dader en een heropening zou hun reputatie te grabbel gooien.

Maar natuurlijk ook de raadsheren van de Hoge Raad zijn nieuwsgierig. Op de dag des oordeels hadden ze een vergadering gepland zodat ze gezamenlijk de conclusies van Aben zouden vernemen en voorlopig bespreken.

‘Heb jij al wat gehoord’, vroeg de oudste raadsheer bij binnenkomst aan Dineke de Groot die sinds november 2020 de president van de Hoge Raad is. ‘Heeft Diederik al wat van zich laten horen? Ja, want jij weet alles veel eerder dan wij en jou belt hij nog wel eens.’

‘Nou, nee hoor, zo close zijn we niet. Trouwens, het is ook zuiverder dat hij ons als Raad inlicht, en niet individuele raadsheren, ook niet de president, vind je ook niet? Maar wij hebben er toch al een paar maanden terug over vergaderd en toen klip en klaar ons standpunt vastgesteld. Dit moet een herziening worden, er is geen andere mogelijkheid. Het rapport van het CCT spreekt voor zich, dus ik denk dat Diederik dat ook wel zal vinden en dan zijn we er uit. Het kan ook zijn dat hij hier en daar nog wat bedenkingen heeft, maar die poetsen we wel weg. Lees de boeken Het falen van de Hoge Raad en De Deventer karaktermoord van Prof. Derksen er maar op na hoe we dat gewoonlijk doen.’

Ze keek even naar de klok aan de muur. ‘Maar goed, we zouden zijn conclusies onderhand toch wel hebben moeten ontvangen. Ik zal even laten informeren waarom het wat langer duurt. Voorlopig open ik al de vergadering.’

Geen 9 jaar maar bijna een jaar is ook al lang

Het herzieningsonderzoek van mr. Aben is in 2013 begonnen en heeft negen jaar geduurd. Iedereen is het erover eens dat dit absurd lang is, ook wanneer rekening wordt gehouden met de corona-pandemie. Maar in juni 2022 was het dan eindelijk zo ver, het onderzoek was afgerond en de resultaten werden aan Louwes’ advocaat mr. Knoops overgedragen.

In oktober 2022 verzocht Knoops aan de Hoge Raad de Deventer moordzaak te herzien. Hij had drie maanden nodig gehad om de resultaten van het onderzoek te bestuderen en – dat is cruciaal – daaruit een of meer nova te destilleren, want alleen met een novum kan een herzieningsverzoek worden gehonoreerd. De ferme conclusies van het coldcaseteam hadden het hem weliswaar gemakkelijk gemaakt maar in deze fase mogen absoluut geen foutjes worden gemaakt en dan is drie maanden nog snel.

Inmiddels is het al weer bijna juni 2023, bijna een jaar nadat Aben zijn onderzoek afrondde. De conclusie van Aben wordt nu op 27 juni verwacht maar echt snel is het allemaal niet gegaan. Het had wel wat sneller gekund, zou je zeggen. Dat heeft Louwes na 24 jaar toch wel verdiend.

Hoge Raad vergadert over Deventer moordzaak

Voor de zoveelste keer kwam de Hoge Raad bijeen om de Deventer moordzaak te bespreken. Ook deze keer was de aanleiding duidelijk. Er lag een herzieningsverzoek van Louwes’ advocaat mr. Knoops. Hij deed dit op basis van het 142 pagina’s tellend onderzoek van het Cold Case Team van de Amsterdamse politie. Verder hadden de raadsheren een artikel uit de Volkskrant van Wil Thijssen bij de hand. Deze journaliste die de Deventer moordzaak al jarenlang nauwgezet volgt, had inzage gehad in het onderzoeksverslag en haar artikel vatte het rapport van het CCT kundig samen.

De president opende de vergadering en maakte meteen een aantal inleidende opmerkingen.

“Laten we straks eerst even kijken naar het artikel in de Volkskrant. Dat is relatief kort en krachtig. Het behandelt de samengevatte antwoorden op de vijf vragen die de advocaat-generaal van de Hoge Raad die de Deventer moordzaak onderzocht aan het CCT heeft gesteld. Ik loop ze even in het kort langs met alvast de antwoorden.” Ze las ze voor uit het artikel.

1. Hadden we meer kunnen weten? Antwoord: Ja.

2. Hebben we genoeg gedaan? Antwoord: Nee.

3. Zijn de processen-verbaal betrouwbaar? Antwoord: Nee, niet allemaal.

4. Hoe moeten we de sporen wegen? Antwoord: Veel relevante sporen zijn niet onderzocht, veel onderzochte sporen zijn onbruikbaar.

5. Zijn er nu nog forensische onderzoeksmogelijkheden? Ja.

Ze liet deze informatie inwerken op de raadsheren. Na korte tijd hernam ze het woord.

“Ik kan niet anders zeggen dat ik toch wel redelijk geschokt was door deze uitkomst. Zeker als je in het artikel de onderbouwing leest. Ik parafraseer even:

  • ‘Het meermalen steken nadat het slachtoffer al (bijna) dood is, getuigt van een emotie die de dader heeft geuit op het slachtoffer’.
    “Dit lijkt volgens mij niet te wijzen op een zakelijke relatie tussen slachtoffer en dader(s) en Louwes is een zakelijke relatie, niet meer en niet minder.” Ze ging verder met het volgende punt.
  • ‘De keuken, waarin de dader mogelijk zijn handen en wapen heeft afgewassen, is niet gefotografeerd. Een schouwverslag van het ontzielde lichaam ontbreekt, en daarmee ontbreken ook essentiële onderdelen die hierin normaliter worden vastgelegd, zoals informatie over lijkvlekken en lijkstijfheid, waarmee meer duidelijk wordt over het tijdstip van overlijden. Ook daarover bestaat onzekerheid.’
    Ze onderbrak zich even. “Dit is toch wel heel bijzonder en niet erg professioneel”, en las het volgende punt.
  • ‘… folie dat steeds werd hergebruikt met onder andere het risico van stempeling: bloedsporen worden afgedrukt op plekken waar die daarvoor niet zaten; … er zitten bloedsporen op sectiefoto’s van de blouse in het Gerechtelijk Laboratorium, die er op foto’s van de plaats delict nog niet zaten.’
    De president dacht heel even na.
    “Dat is toch wel heel knullig aangepakt en volgens mij in strijd met de voorschriften die er juist voor moeten waken dat dit soort zaken zich voordoen. En dan dit punt nog.”
  • ‘Opmerkelijk daarbij is een document dat het coldcaseteam boven water krijgt door alle verhoren van Louwes op videobanden terug te kijken. Het zat niet in het procesdossier en is ontlastend voor Louwes.’
    De president zuchtte diep. “Ontlastende informatie voor de rechter achtergehouden. Tja, wat moet ik hierop zeggen?”

“En dan is er ook nog sprake van een bloedspoorpatroon-analist die volgens minister Yeșilgöz van Justitie en Veiligheid niet bevoegd was tot het uitvoeren van werkzaamheden van dna-profielen en dat dit evenmin onderdeel was van zijn werkzaamheden. Niettemin vormden zijn conclusies in 2004 een doorslaggevende basis onder Louwes’ veroordeling.”
De president zuchtte diep. “Niet bevoegd, niet deskundig en dan dit.”

Ze legde het artikel van Wil Thijssen terzijde en keek op naar het gezelschap raadsheren.

“En zo kan ik nog wel even doorgaan: ‘Niet betrouwbare processen-verbaal’, Het Mes ‘dat niet paste bij de wonden van het slachtoffer en dus niet het moordwapen kon zijn’, en ‘er was gefraudeerd met processen-verbaal en de geurhondenproef.'”

Voordat ze verder las, keek ze haar collega’s een voor een aan.

“En nu dan de conclusie van het CCT, die liegt er niet om.” En ze las opnieuw voor.

‘De twijfelpunten en omissies in het destijds verrichte rechercheonderzoek raken de criminalistische waarde van de resultaten.’

“Met andere woorden: bewijs dat niet deugt is van geen waarde, de basis voor een veroordeling ontbreekt dan ook. Het lijkt er sterk op dat in deze zaak een verdachte ten onrechte is veroordeeld. Ik kan het niet anders formuleren. Maar ja, ten onrechte veroordeeld, dat is een ding, maar is er ook sprake van nova? Daar gaat het dan om. Ik denk dat de uitkomst van onze beraadslagingen geen andere kan zijn: het herzieningsverzoek moet worden gehonoreerd. Aan ons de taak dat op de juiste wijze te verwoorden. Ik geef nu het woord aan …”

Publieke genoegdoening

Het rapport van het Coldcaseteam zal Ernest Louwes als muziek in de oren hebben geklonken. Wat veel deskundigen al jarenlang hadden aangetoond, werd nu door de politie officieel bevestigd.

Wrang voor Ernest Louwes dat dit pas gebeurt nadat hij 23 jaar lang als schuldig aan moord wordt gezien. Niet alleen hijzelf heeft er al die tijd ernstig onder geleden maar ook zijn gezin. Nu zou eindelijk aan die lange lijdensweg een eind kunnen komen.

Louwes’ toekomst ziet er nu inderdaad een stuk zonniger uit. Zijn lot wordt bepaald door Louwes’ advocaat Knoops, gespecialiseerd in cassatiezaken, en natuurlijk door de Hoge Raad. Allerwegen groeit de overtuiging dat het na dit rapport niet meer fout kan gaan.

Niet als het aan Bas Haan (journalist bij NRC) ligt trouwens, die onophoudelijk, zelfs obsessief, vasthoudt aan het mantra: Louwes is de dader! (Opzettelijk dik gedrukt, want deze woorden komen vaak schreeuwend uit zijn woedende mond) En daarbij onvermoeibaar naar zijn boek verwijst, uit 2009. Niet alleen bevat dit boek vele fouten en tekortkomingen, de inhoud heeft stil gestaan in de tijd en is niet aangepast aan de vele belangrijke, nieuwe ontwikkelingen, zelfs niet na het verschijnen van het CCT-rapport. Dat hoeft voor hem ook niet want zijn echte doel is Maurice de Hond die om de een of andere reden op hem werkt als een rode lap op een stier.

Maar gelukkig ligt het vervolg in andere handen. In de eerste plaats in die van Knoops die ervoor moet zorgen dat het herzieningsverzoek een of meer wettelijk vereiste nova bevat. Daartoe bevat het rapport voldoende aanknopingspunten. Zonder twijfel zal hij hierin slagen.

De volgende horde is de Hoge Raad. Wie het boek Het falen van de Hoge Raad van Prof. Ton Derksen heeft gelezen zou gemakkelijk kunnen aarzelen of deze stap met succes kan worden gezet. Maar toch, we moeten blijven vertrouwen in dit hoogste rechtsorgaan. En dan zou de zaak alsnog naar een gerechtshof worden verwezen.

Deze laatste stap is bijzonder spannend. Alle onderdelen van eerdere processen zullen hier minutieus de revue passeren en dan kan het niet anders dan dat vrijspraak volgt.

Wie zou Louwes en zijn gezin zo’n afloop niet gunnen?

Maar zelfs wanneer bij een van deze stappen toch een kink in de kabel zou komen, dan nog kan Louwes nu eindelijk zijn overwinning vieren.

Natuurlijk is winnen in de juridische novum-jungle het uiteindelijke doel. Maar wanneer juristen daar onderling niet goed uitkomen, blijft het zeer overtuigende empirische rapport van het CCT voor Louwes niet minder dan een publieke genoegdoening.

Nog eens Richard Eikelenboom

Door het rapport van het coldcaseteam in de Deventer moordzaak in juni 2022 zal menigeen die bij deze zaak was betrokken wat onrustiger slapen.

Maar ook zonder dat rapport komt Richard Eikelenboom er niet goed van af.

Hij was ten tijde van de behandeling door Hof Den Bosch onderzoeker in dienst van het NFI en speelde een prominente rol in de veroordeling van Ernest Louwes. Over hem werden onlangs Kamervragen gesteld.

De minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius antwoordde dat Eikelenboom

niet was bevoegd tot het uitvoeren van werkzaamheden van DNA-profielen

en dat dit

evenmin onderdeel was van zijn werkzaamheden

In de Verenigde Staten werd hij in 2016 door de rechter in een strafzaak niet toegelaten als DNA-deskundige.

Dus, CCT-rapport of niet, Richard Eikelenboom heeft in de Deventer moordzaak al de nodige butsen opgelopen. Wanneer het tot een herziening komt, zal hij ongetwijfeld verder over zijn rol worden bevraagd door echte deskundigen.

Media hebben geen belangstelling voor herzieningsonderzoek

Na bijna 23 jaar is de Deventer moordzaak nog steeds springlevend. De veroordeelde Louwes blijft ontkennen en deskundige particulieren vinden lacunes in het bewijsmateriaal. Er loopt een herzieningsonderzoek en burgers storen zich aan de absurd lange duur ervan: meer dan 9 jaar. Zij vinden dat de overheid op deze wijze solt met hun belangen. Maar de media, uitgezonderd het dagblad De Stentor, besteden er geen aandacht aan.
Waarom niet? Zou het sentiment rond Maurice de Hond een rol kunnen spelen?

Inmiddels heeft mr. Aben het herzieningsonderzoek afgerond en nu is het wachten op een eventueel herzieningsverzoek door mr. Knoops.

Wie weet nog van de Deventer moordzaak?
Natuurlijk neemt de belangstelling voor de Deventer moordzaak met de jaren af. Alleen de 40+ers hebben er wel eens over gehoord maar zij zijn niet echt geïnteresseerd. Zij herinneren zich nog wel iets van een vermoorde weduwe, een boekhouder en een klusjesman, maar moeten al snel worden bijgepraat.

Louwes of de klusjesman?
De meningen over de dader zijn verdeeld. Velen geloven dat Louwes de moord op de weduwe heeft gepleegd, anderen menen zeker te weten dat de klusjesman de dader is.
Deze verdeeldheid over de schuldvraag kwam duidelijk aan het licht toen begin 2021 de podcast De Deventer Mediazaak verscheen. Deze diende overigens als een soort trailer van de film De Veroordeling die later dat jaar in de bioscopen verscheen.

Of gaat het om Maurice de Hond?
Hoewel de naam van de podcast anders suggereert ging deze 6-delige serie meer over de rol van Maurice de Hond in de media dan over de moordzaak zelf.
De oorzaak hiervan lag bij de journalist Bas Haan die om onduidelijke redenen De Honds bloed wel kan drinken en elke gelegenheid te baat nam om daaraan uiting te geven.
Als gevolg hiervan namen ook anderen het De Hond kwalijk dat hij de klusjesman openlijk als de dader had aangewezen, niet een keer, maar bij herhaling. Dat De Hond hiervoor al was veroordeeld en zijn straf had ondergaan, maakte voor hen niet uit.

Veel ‘bekende Nederlanders’ onder de critici
Onder de critici waren opmerkelijk veel bekende Nederlanders: regisseurs, acteurs, programmamakers, journalisten, correspondenten. Af en toe wekten zij daarbij de indruk vooral niet op deze lijst van openbare De Hond-bashers te willen ontbreken. Hun reacties hadden vaak het karakter van een afrekening.

De rol van journalisten
Ook journalisten mogen een mening hebben over het optreden van De Hond in de Deventer moordzaak. Maar die is nog steeds niet definitief gesloten en dan bestaat de mogelijkheid dat de pers opnieuw in het geweer moet komen. En dus is enige terughoudendheid bij hen geboden.

De media en het herzieningsonderzoek
Zo loopt er nog een herzieningsonderzoek. Dat is weliswaar een zaak van de advocaat-generaal, een juridische kwestie dus, maar er is meer aan de hand. Het onderzoek duurt nu al meer dan 9 jaar en dat is buitensporig en ongekend.
Wat men ook moge denken over de schuldvraag of over de rol van De Hond, iedereen vindt een onderzoek van meer dan 9 jaar absurd. Maar ja, er is geen wettelijke termijn voor een dergelijk onderzoek en tegen deze gang van zaken kan geen bezwaar worden aangetekend. De burger is afhankelijk van het fatsoen van de advocaat-generaal.

Wat vind de dagbladpers hiervan?
Niets, zo lijkt het.
Alleen De Stentor wijdde onlangs een artikel aan deze kwestie. De landelijke dagbladpers, AD, de Volkskrant, NRC, Trouw en de Telegraaf hult zich in stilzwijgen. En dat is opvallend.
Er wordt wel – en terecht – met veel ergernis geschreven over de lange termijnen in de toeslagenaffaire, de eindeloos durende afhandeling van de aardbevingsschade, over het bijna 3 jaar durende onderzoek in de zaak van voormalig wethouder De Mos, over een vermeende moordenaar die onlangs na 9 jaar vruchteloos onderzoek door de rechtbank in vrijheid werd gesteld.
Schande, vindt de dagbladpers!

Maar geen woord over het herzieningsonderzoek
De vraag is dus waarom de dagbladpers zich bij de Deventer moordzaak wel afzijdig houdt.
De reden kan zijn dat deze zaak te weinig nieuwswaarde heeft. Wie weet überhaupt nog waar het over gaat? Dat er teveel moet worden uitgelegd voor zo’n oude zaak. Dat het een keer afgelopen moet zijn, de zaak sleept al zo lang. Louwes heeft zijn straf toch uitgezeten en is al 13 jaar op vrije voeten?
Maar zou het ook te maken kunnen hebben met de aversie tegen De Hond die sinds 2005 de drijvende kracht is tegen de veroordeling van Louwes. Dus met het sentiment rond deze zaak?
Een succesje voor Louwes, bijvoorbeeld een herziening van het proces met een mogelijk goede afloop, zou als een succes voor De Hond kunnen worden uitgelegd. En wie gunt dat De Schoft van de Deventer moordzaak?
Aan deze zaak ruchtbaarheid geven, speelt De Hond alleen maar in de kaart. Daar heeft kennelijk niemand van de landelijke dagbladpers zin in.
Behalve De Stentor dus.

Gehoopte en verwachte antwoorden op Kamervragen

Kamerleden hebben op 29 maart 2022 aan de minister van Justitie en Veiligheid vragen gesteld over de trage voortgang van het onderzoek in de Deventer moordzaak.

Gidi Markuszower (PVV) die vorig jaar ook al naar de voortgang informeerde, stelde samen met zijn collega Lilian Helder (PVV) de vragen en wilde nu, bijna 7 maanden later, wel eens weten hoe het onderzoek was gevorderd. De antwoorden van de minister kwamen redelijk snel, maar bleven ook opnieuw redelijk vaag.

In 2019 stelde Kamerlid Attje Kuiken (PvdA) soortgelijke vragen want zij raakte na 6.5 jaar gefrustreerd door het maar eindeloos uitblijven van resultaten van het onderzoek. Deze keer ondertekende ze de vragen niet. Ze zal haar handen vol hebben gehad aan het toeslagendossier, de mondkapjesdeal en de vacature van fractievoorzitter.
Ook zij kreeg wel snel antwoord, maar het was een typisch geval van Kluitje in het Riet.

Hieronder geven we twee typen mogelijke antwoorden.
Eerst die waarnaar heel Nederland na 9 jaar onderzoek uitziet.
Vervolgens de antwoorden die de minister ook deze keer weer zal geven.

Vraag 1
Uw ambtsvoorganger, dhr. Grapperhaus, gaf op 6 oktober 2021 aan dat het coldcase team van de politie de eerste onderzoeksresultaten over vier maanden beschikbaar zou stellen. Deze vier maanden zijn inmiddels verstreken; zijn de onderzoeksresultaten inmiddels afgerond? Zo nee, waarom niet?
Gehoopte antwoord
Nee.
Ik heb de procureur-generaal van het parket van de Hoge Raad opdracht gegeven mij binnen een week te rapporteren waarom het onderzoek nog niet is afgerond. Bovendien wil ik een tussenrapportage ontvangen. Na meer dan negen jaar is het niet teveel gevraagd binnen een maand het herzieningsonderzoek af te sluiten en mij te rapporteren over de resultaten. Ik verwacht dat de PG deze vraag met de hoogste prioriteit zal behandelen.
Verwachte antwoord
Nee.
De onderzoeksresultaten zijn helaas nog niet bekend. De leider van het onderzoek, advocaat-generaal mr. Aben, had al in september 2019 voorspeld dat het DNA-onderzoek complex is en dat daardoor het onderzoek zo maar een paar jaar langer zou kunnen duren. Hoewel het coldcase team er nog steeds alles aan doet om zo spoedig mogelijk tot afronding van het onderzoek te komen, is dat nog niet gelukt.

Vraag 2
Is de betreffende betrokkene hierover geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?
Gehoopte antwoord
Ja.
Ik heb de advocaat van de betrokkene hierover geïnformeerd. Hij juicht deze voortvarende aanpak toe. Natuurlijk is ook hij van mening dat het herzieningsonderzoek nooit zo lang had mogen duren.
Verwachte antwoord
Ja.
Ik heb de advocaat van de betrokkene hierover geïnformeerd.

Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat dit onderzoek, begonnen in januari 2013, inmiddels ruim negen jaar duurt?
Gehoopte antwoord
Ik heb er begrip voor dat het ene herzieningsonderzoek meer tijd vergt dan een ander. Maar meer dan 9 jaar is buitensporig lang. Dit is niet te verantwoorden tegenover betrokkene maar evenmin tegenover de samenleving die van de overheid mag verwachten dat die op verantwoorde wijze met de rechten van de burgers omgaat. Daarvan is in dit geval geen sprake.
Verwachte antwoord
Ook ik acht het uitermate betreurenswaardig dat het onderzoek zo lang duurt. Het is nog niet eerder voorgekomen dat een herzieningsonderzoek zoveel tijd in beslag moest nemen. Maar in dit geval kon het niet anders, daarvoor is de materie te complex (vergelijk de complexiteit met die van andere activiteiten, red.).
Ook speelt een rol dat het misdrijf inmiddels bijna 23 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Het spreekt vanzelf dat dit het onderzoek aanzienlijk bemoeilijkt en dus vertraagt. Bovendien worden de onderzoekstechnieken, met name op het gebied van DNA-onderzoek, steeds geavanceerder waardoor eerdere resultaten opnieuw ter discussie werden gesteld. Ook de de advocaat van betrokkene heeft hierin een rol gespeeld, hoe begrijpelijk die ook is.

Vraag 4
Deelt u de mening dat van een «spoedige voortgang» van het onderzoek, zoals gesteld door uw voorganger, totaal geen sprake is? Zo nee, waarom niet?
Verwachte antwoord
Populair geformuleerd is de kwalificatie een spoedige voortgang in dit geval een gotspe. Het geeft betrokkene en feitelijk elke burger een machteloos gevoel wanneer een advocaat-generaal een herzieningsonderzoek eindeloos kan rekken. Er is geen termijn waarbinnen een dergelijk onderzoek moet worden afgerond en betrokkene kan over een dergelijke gang van zaken nergens zijn ‘recht’ halen. Dit ondergraaft het vertrouwen dat de burger moet hebben in de overheid en de rechtspraak. Deze opvatting heb ik gedeeld met de procureur-generaal.
Mogelijk antwoord
Gezien de complexiteit van de zaak kan het onderzoek helaas niet sneller worden afgerond. Ondanks de lange duur van het onderzoek kan er dus – gelet op de randvoorwaarden – wel degelijk worden gesproken van een relatief spoedige voortgang. Natuurlijk zou ook ik wensen dat het nog sneller tot resultaten zou leiden.

Vraag 5
Hoe beoordeelt u het feit dat de betreffende medewerker van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), die destijds bij de behandeling van de Deventer moordzaak bij het gerechtshof een presentatie heeft gehouden, inmiddels in de Verenigde Staten van een zaak is gegooid als deskundige omdat hij niet geslaagd was voor zijn basisvaardigheidstests en toegaf dat hij «zelf opgeleid» was in het uitvoeren van DNA-profielen?
Gehoopte antwoord
Het is mij bekend dat betrokken medewerker tijdens de behandeling door het Hof Den Bosch aanvechtbare uitspraken heeft gedaan.
In het licht van de gebeurtenissen in Denver, USA, waar de rechter hem niet voldoende DNA-deskundig achtte en hem daarom als deskundige uitsloot van het proces, zal het herzieningsonderzoek ongetwijfeld aandacht hebben besteed aan de deskundigheid van deze medewerker en zijn rol bij het Hof Den Bosch. De vraag of dit consequenties moet hebben voor het proces is niet aan mij ter beoordeling.
Ook is het mij bekend dat deze medewerker na de behandeling door het Hof Den Bosch een opvallende rol heeft gespeeld waarvan de toelaatbaarheid bij deskundigen een punt van discussie is. Ik noem zijn optreden in het programma van Pauw&Witteman (tonen van een NFI-foto uit de Deventer moordzaak) en zijn uitspraken over het beruchte maanpak. Ook zijn meer recente optreden tijdens een tv-serie over de Villamoord, waarin hij zich presenteerde als ballistisch deskundige, roept vraagtekens op.
Verwachte antwoord
De betreffende medewerker heeft in opdracht van zijn toenmalige werkgeven (NFI) DNA-onderzoek gedaan en de resultaten gepresenteerd voor het Hof Den Bosch. De eisen die in de Verenigde Staten aan forensisch deskundigen worden gesteld (bijvoorbeeld eisen ten aanzien van opleiding) verschillen met die in Nederland. Om die reden kan ik geen beoordeling geven van de door u genoemde feiten.

Vraag 6
Wat is de stand van zaken van de tweede fase van het onderzoek die volgens uw voorganger in oktober 2016 «een paar maanden» in beslag zouden nemen? Kunt u aangeven wanneer de resultaten hiervan uiterlijk verwacht worden? Zo nee, waarom niet?
Gehoopte antwoord
De procureur-generaal van het parket van de Hoge Raad heb ik mijn grote zorgen over de voortgang van het herzieningsverzoek kenbaar gemaakt. Ik verwacht dat ik de Kamer over de resultaten van dit onderzoek uiterlijk 1 juni 2022 kan informeren.
Verwachte antwoord
Vanwege de complexiteit van het onderzoek, met name dat betreffende DNA, is het niet mogelijk te voorspellen wanneer de onderzoeksresultaten kunnen worden verwacht. De betreffende onderzoekers doen er alles aan het onderzoek zo snel mogelijk tot een eind te brengen.

Vraag 7
Welke maatregelen gaat u treffen om dit onderzoek te bespoedigen? Bent u bereid de Kamer hierover te informeren?
Gehoopte antwoord
Zoals ik eerder heb aangegeven, heb ik de procureur-generaal van het parket van de Hoge Raad mijn zorgen kenbaar gemaakt en hem verzocht deze kwestie met de hoogste prioriteit te behandelen. Wanneer dit niettemin niet tot de gewenste resultaten zal leiden, zal ik nadere mogelijkheden onderzoeken.
Verwachte antwoord
Ik zal de door u genoemde vragen doorgeleiden naar de procureur-generaal van het parket van de Hoge Raad met het verzoek aan deze zaak hoge prioriteit te geven. Gezien de scheiding der machten kan mijn bemoeienis niet verdergaan. Vanzelfsprekend ben ik bereid u over het resultaat hiervan te informeren.

Mr. Aben: “Herzieningsonderzoek erg complex”

In een interview met De Stentor in 2019 verklaarde mr. Aben dat het herzieningsonderzoek echt niet sneller kon. De zaak was zeer complex.

Toen sleepte het onderzoek zich al meer dan 6 jaar voort. Inmiddels duurt het al meer dan 9 jaar.

Laten we de complexiteit van de Deventer Moordzaak eens vergelijken met een paar andere ‘complexe’ zaken:

ActiviteitHoe lang?
Wat doet een studente geneeskunde in 6 jaar?Studeert, doet practica, coschappen en wordt eindelijk basisarts.
Wat doet Andrew Wiles1 in iets meer dan 6 jaar?Bewijst na 300 jaar de laatste stelling van Fermat.
Wat doet Bletchley Parkin minder dan 6 jaar?Decodeert tijdens WO2 talloze Duitse Enigma-berichten.
Wat gebeurt na een vliegtuigcrash in 6 jaar?Tussen de vele wrakstukken wordt zelfs de kleinste oorzaak gevonden.
Wat doet bouwconsortium PUMA voor Havenbedrijf Rotterdam in 6 jaar?Legt Maasvlakte 2 aan voor minder dan 3 miljard euro.
Wat doen wegenbouwers van de A13/A16 in 6 jaar?Heel, heel veel, en binnen 6 jaar (2024) is de weg klaar.
Wat doet het Manhattan Project in iets minder dan 6 jaar?In Los Alamos wordt in het diepste geheidm de – weliswaar omstreden – atoombom ontwikkeld.
Wat deden onderzoekers in encryptie in 6 jaar?3Ontwerpen complexe private/public key algoritmen die wereldwijd worden toegepast.
Wat doet de auto-industrie in 6 jaar?Ontwikkelt productielijnen voor betaalbare elektrische auto’s en verbetert accu’s.
Wat doet Isaac Newton in minder dan 6 jaar?4Schrijft een boek over de ‘wetten van Newton’ en houdt jaren over voor een boek over optica.

Maar dit alles is natuurlijk lang niet zo complex als mr. Abens herzieningsonderzoek in de Deventer Moordzaak. Daarom moet hij er veel langer over doen.

  1. Wat belangrijke wiskundigen gedurende drie eeuwen vergeefs hadden geprobeerd, lukte Wiles wel. Hij bewees de laatste Stelling van Fermat: De formule an+bn=cn met a, b, c natuurlijke getallen gaat alleen op voor n = 2.
  2. Vooral in Bletchley Park wisten tijdens WO2 duizenden personen van diverse pluimage onder leiding van de wiskundige Alan Turing de Enigmaberichten te decoderen.
  3. Onder meer het betalingsverkeer is mogelijk door de nieuwste public/private key encryptie-methoden.
  4. In 17e eeuw ontwikkelde Isaac Newton de differentiaal- en integraalrekening en was tevens grondlegger van de klassieke mechanica.

DNA-bewijs ontkracht in 10 punten

Het boek Leugens over Louwes is uitstekend gedocumenteerd. Daar kunnen andere boeken over de Deventer Moordzaak een voorbeeld aan nemen.

We kennen de auteur Prof. Ton Derksen van zijn opzienbarende boek over Lucia de Berk dat uiteindelijk tot haar vrijlating van levenslang leidde.

Je zou verwachten dat zijn boek over de Deventer Moordzaak met extra aandacht zou worden ontvangen en gelezen. Maar daar lijkt het niet op.

In zijn boek (2011) neemt hij onder andere het DNA-bewijs onder de loep en onderzoekt tien veelgebruikte argumenten. Die worden hieronder stuk voor stuk kort samengevat samen met het oordeel van Derksen. In zijn boek worden ze uitgebreid behandeld.

  1. DE AVONDBLOUSE IS NIET DE OCHTENDBLOUSE
    Het DNA van Louwes kan niet ‘s morgens tijdens zijn bezoek aan mevrouw Wittenberg op de blouse terecht zijn gekomen want ze heeft een andere blouse aangetrokken. Dan moet het ‘s avonds zijn gebeurd, tijdens het misdrijf, zo is de gedachte. Maar die gedachte rammelt behoorlijk. Derksen toont aan dat de argumenten hiervoor geen steek houden en slechts berusten op misleidende formuleringen (helaas, want zo zou het niet moeten gaan in de rechtszaal). Ook werd onvoldoende rekening gehouden met de verklaringen van de werkster.
  2. HET GOEDE PROFIELEN ARGUMENT
    Met name door Richard Eikelenboom van het NFI (Derksen noemt hem niet bij naam, maar duidt hem aan als de NFI-man) werd het Hof Den Bosch niet alleen verkeerd ingelicht over de hoeveelheid DNA die nodig was voor bruikbare profielen, maar ook over de feitelijk gebruikte hoeveelheid DNA bij de goede profielen. Dat maakte nogal wat uit voor de schuldvraag.
    Derksen concludeert: dat de heren van het NFI niet de waarheid spraken ten nadele van Louwes.
  3. HET RODE VLEKKEN ARGUMENT
    De rode vlekken zouden wel eens make up van mevrouw Wittenberg kunnen zijn (was het wel make-up?). De moordenaar zou die ‘tijdens de gewelddadige confrontatie’ aan zijn handen hebben gekregen en vervolgens, door de uitgeoefende kracht tijdens het misdrijf, zou die make-up samen met zijn eigen DNA naar de blouse zijn overgebracht. Dat was de gedachte. Een argument was daarbij dat zogenaamde controlesporen geen DNA van Louwes zouden bevatten: make-up –> geweld –> wel DNA en geen make-up –> geen geweld –> geen DNA. Maar controlespoor #17 bevatte wel Louwes’ DNA. Daardoor verloor dit argument zijn waarde.
  4. BLOEDVLEK OP DE KRAAG
    Op de kraag van de blouse zat vlekje #10 (ca. 2×4 mm2) met bloed van Louwes, hoewel dit laatste niet eens zeker is, zie deemzet.nl. Hoeveel bewijs wil je nog hebben, was de gedachte. Derksen beschouwt een aantal scenario’s waarin het bloed van Louwes op de kraag terecht kan zijn gekomen. Natuurlijk was wurgen een mogelijkheid, maar ook niezen (Louwes was allergisch), snuiven, een troostende hand, cross-contaminatie of gewone contaminatie. En bij deze mogelijkheden komt wurgen niet als de grote winnaar tevoorschijn.
    Ook onderzoekt hij andere aspecten: de vorm van het vlekje, de wijze waarop het vlekje in de nek terecht kan zijn gekomen.
    Zijn uiteindelijke conclusie is dat er een zeer reële mogelijkheid is dat vlekje #10 op vreedzame wijze op de achterkant van de kraag is terechtgekomen en dat deze constatering de bewijswaarde van dit argument behoorlijk aantast.
  5. HET DNA ZIT VOORAL OP DELICTGERELATEERDE PLAATSEN
    Dat lijkt een sterk argument. Waar veel geweld is gebruikt, daar verwacht je ook veel DNA van de dader, zo was de aanname. Bij nader onderzoek blijkt echter het tegendeel. Het meeste DNA (nog steeds niet veel) zit aan de rechterkant waar Louwes die ochtend achter mevrouw Wittenberg zou hebben gestaan. Veruit het meeste geweld is aan de linkerzijde van het lichaam toegepast. Ook dit argument is dus verre van sterk.
  6. LOUWES-DNA VOOR VREEDZAAM CONTACT OP IMPLAUSIBELE PLAATSEN
    De blouse van mevrouw Wittenberg heeft een kraag die naar achter wordt opengeslagen. Daardoor ligt het vlekje #10 dat eigenlijk aan de binnenzijde van de kraag zit er toch open en bloot bij, vrij toegankelijk voor sproei-DNA, bijvoorbeeld ‘s morgens. Dus er is geen sprake van een implausibele plaats.
  7. GEEN DNA VAN DERDEN
    NFI-man Richard Eikelenboom kwam in een interview met De Stentor (2019) met een pakkende tekst: Als iemand anders dan Louwes het gedaan heeft, dan deed diegene dat in een maanpak. Maar de werkelijkheid is anders. Bij niet-relationele geweldsmisdrijven komt het juist heel weinig voor dat DNA van de dader wordt aangetroffen, zo weten experts. In elk geval veel minder dan 50%. En het weinige DNA dat werd aangetroffen, was verre van delict-gerelateerd. NFI-man Eikelenboom riep maar wat en dat was niet voor de eerste keer.
  8. DNA VAN LOUWES IN NAGELVUIL VAN MEVROUW WITTENBERG
    De auteur Demo van de website deemzet.nl heeft zich over dit onderwerp al vaker druk gemaakt. Volgens hem is nagelvuil de materie die onder de nagel wordt aangetroffen. Maar het is zeer de vraag of hiervan sprake is. De nagels zijn alle tezamen in een potje gedaan dat vervolgens veelvuldig heeft gereisd en dooreen is geschud, en dan is door cross-contaminatie niet meer na te gaan of het aangetroffen DNA van onder dan wel van boven de nagels afkomstig is.
    Experimenten met besmette en onbesmette sigarettenpeukjes tonen aan dat de niet besmette peukjes die op deze wijze zijn verpakt en vervoerd ook grotendeels besmet zijn geraakt (cross-contaminatie). Alleen al om die reden zegt het aangetroffen DNA niets meer: vreedzame contacten geven DNA op de nagels, geweldscontacten meestal onder de nagels.
    Sinds 2011 reizen nagels om die reden niet meer samen in een potje.
  9. IN MONSTER #20 OVERHEERST HET MANNELIJK DNA HET VROUWELIJK DNA
    Op deze wijze geformuleerd wordt gesuggereerd dat mannelijk DNA door geweld in veel grotere mate op de blouse is gedeponeerd dan slechts een beetje vrouwelijk DNA. Bij nader onderzoek blijkt het te gaan om 30 mannelijke en 15 vrouwelijke cellen. Hoezo overheerst, zoals NFI-man Eikelenboom het formuleerde?
  10. MEVROUW WITTENBERG ZOU NOOIT DE HELE DAG MET ZO’N RODE VLEK RONDLOPEN!
    Derksen toont aan dat het Hof Den Bosch zich een beetje liet gaan bij deze speculatieve uitspraak.

Het is zeer de moeite waard de uitgebreide weerlegging van alle argumenten nog eens rustig na te lezen in het boek. Wanneer dit niet pas in 2011 maar al ten tijde van de behandeling door Hof Den Bosch zou zijn verschenen, zou het hof zich vast en zeker nog eens achter de oren hebben gekrabt. Is hier wel sprake van overtuigend bewijs?

Te meer omdat in het boek soortgelijke weerleggingen ook gelden voor andere kwesties in deze zaak. Zo wordt voor de volledigheid Het Mes behandeld maar dat was bij Hof Den Bosch al ‘ouwe koek’. Ook over het kunnen bellen vanaf de A28 wordt inmiddels heel anders gedacht: het is wel mogelijk, hoewel jarenlang anders werd gesteld. En het financiële motief van Louwes werd al door het Hof Den Bosch terzijde geschoven.

Dus bleef alleen nog het DNA-bewijs over en ook daar lijkt niet veel van over te blijven.

Verre van overtuigend bewijs dus.

Wat vindt de kritische dagbladpers?

Het herzieningsonderzoek van mr. Aben in de Deventer Moordzaak duurt al meer dan negen jaar en de media besteden er geen aandacht aan.

Ongehoord lang

Er zijn vele andere herzieningsonderzoeken geweest maar een duur van twee jaar is dan al aan de lange kant. Maar het onderzoek in de Deventer Moordzaak duurt maar en duurt maar en tot een afronding van deze toch feitelijk eenvoudige strafzaak is het na negen jaar nog steeds niet gekomen.

Wie zit nog op herziening te wachten, denkt Aben

Je hoort de advocaat-generaal mr. Aben denken: Ach, Louwes is tot in hoogste instantie veroordeeld, hij heeft al in 2009 zijn straf van 12 jaar uitgezeten en is sindsdien op vrije voeten. Dus waar maken we ons dan nog druk over. Bovendien, de politie, het OM en enkele (voormalige) raadsheren zitten niet op een herziening te wachten.

In 2019 Aben even aan het woord

Dus gebeurde er sinds 2013 jarenlang niets. Slechts een keer kwam wat informatie naar buiten toen het dagblad De Stentor in 2019 een podcast over deze zaak had gemaakt. Aben sprak toen nogal luchtig over deze ernstige zaak. Oké, er waren destijds blunders gemaakt, maar niet opzettelijk, zou hopelijk vandaag niet meer voorkomen, DNA-onderzoek was toch wel ingewikkeld, het kon zo maar nog veel langer duren. En dat was het dan.

Hoop gevestigd op pers

Als burger is de hoop dan gevestigd op de nationale media. Die schrijven immers bijna dagelijks verontwaardigd over vergelijkbare kwesties.

Neem de toeslagenaffaire. De kranten spreken er schande van hoe de overheid erop uit lijkt de zaak te traineren in de hoop dat de onrust wel zal overwaaien.

Bij de coronadeal is het al niet anders. De overheid wil maar niet met een opening van zaken komen en de dagbladen (en ook de Kamer) blijven hierop aandringen. Deze zien in dit rekken het bewijs dat de overheid probeert de kwestie op de lange baan te schuiven en maken zich daar druk over.

Ook bij Deventer Moordzaak?

Hoe anders gaat het er aan toe bij de Deventer Moordzaak.

Of Louwes terecht of niet terecht is veroordeeld, doet niet ter zake. Feit is dat advocaat-generaal bij de Hoge Raad, mr. Aben, in 2013 een herzieningsonderzoek is begonnen, mede op advies van de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS). Dat onderzoek is tot op de dag van heden niet afgerond en duurt dus al meer dan negen jaar. Dat is ongehoord lang.

Dan zal de nationale pers zich ook hierover wel roeren, is de verwachting. Een dergelijke gang van zaken kan immers alle burgers treffen. Aan zo’n zaak van algemeen belang moet de pers toch aandacht besteden.

Wat zouden dagbladen kunnen/moeten doen?

Dagbladen zouden juristen kunnen vragen wat zij van deze gang van zaken vinden. Ze zouden Attje Kuiken (Pvda) en Gidi Markuszower (PVV) kunnen interviewen over de Kamervragen die ze de minister van Justitie en Veiligheid over deze zaak hebben gesteld (in 2019 en 2021) en wat die hebben opgeleverd. Trouwens, beide Kamerleden kunnen hierover nog steeds worden bevraagd.

Journalisten zouden ook kunnen kijken naar vergelijkbare herzieningsonderzoeken en kunnen nagaan waarom de Deventer Moordzaak er zo in negatieve zijn uitspringt. Is de zaak echt zo ingewikkeld dat het niet sneller kan dan in negen jaar, en waarom dan wel?

Maar niets van dit alles

De dagbladen houden zich al jarenlang muisstil. Kennelijk vinden zij de kwestie niet belangrijk genoeg en trouwens, wie weet nog wat de Deventer Moordzaak is?

Wat antwoordt de minister op Kamervragen?

Attje Kuiken in 2019 en Gidi Markuszower in 2021 informeerden bij minister Grapperhaus naar de voortgang in het herzieningsonderzoek in de Deventer moordzaak.

De minister antwoordde snel op de laatste vragen, maar er is hier sprake van een kluitje in het riet.

Na het opsommen van enkele stappen in het verleden, meldt de minister:


De PG en het coldcaseteam van de politie verwachten dat de eerste onderzoeksresultaten over de periode tot aan de strafzaak in eerste aanleg over vier maanden beschikbaar zullen zijn. Vervolgens gaat het coldcaseteam verder met het onderzoek naar de forensische resultaten uit de periode vanaf het hoger beroep en de herzieningsvoorstellen tot op heden. De verwachting is dat deze tweede fase van het onderzoek een paar maanden in beslag zal nemen. De resultaten zullen door de AG aan de verdediging worden verstrekt.

Op het eerste gezicht lijkt dit een fraaie toezegging.

Maar de periode tot aan de strafzaak in eerste aanleg hoeft helemaal niet meer te worden onderzocht. Het Mes is al afgeserveerd en van het telefoontje is inmiddels ook genoegzaam aangetoond dat het vanaf de A28 gevoerd kan zijn. Het onderzoek naar deze periode heeft bovendien al geleid tot een herziening en kan nu gerust worden overgeslagen.

Het coldcaseteam kon eind vorig jaar eigenlijk meteen beginnen met het tweede deel van het onderzoek maar daaraan was inmiddels al bijna drie jaar gewerkt. Dat hoeft niet nog eens een paar maanden te duren.

Zullen we binnen een paar weken het resultaat tegemoet kunnen zien?

Procureur-generaal Hoge Raad moet ingrijpen in Deventer moordzaak

Burgers* die geïnteresseerd zijn in de Deventer moordzaak vragen zich af hoe het herzieningsonderzoek van mr. Aben zo lang kan duren, al negen jaar. Een dergelijk lang onderzoek was nog niet eerder vertoond.

Kunnen procureur-generaal of president ingrijpen?

Aben maakt als advocaat-generaal deel uit van het parket bij de Hoge Raad en leidt dit onderzoek. Zouden de procureur-generaal van het parket of misschien wel de president van dit hoogste Nederlandse rechtscollege zelf aan deze onwenselijke gang van zaken een einde kunnen maken?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het van belang te weten welke onderlinge relatie de Hoge Raad en het parket bij de Hoge Raad (procureur-generaal en de advocaten-generaal) hebben.

De website van de Hoge Raad kan ons misschien helpen een antwoord te vinden. Een aantal teksten hieronder is – al dan niet aangepast – ontleend aan deze website.

Hoge Raad en parket

De rol van de Hoge Raad in ons rechtsbestel is bij iedere burger wel globaal bekend: hij beoordeelt of een lagere rechter (rechtbank/gerechtshof) bij een uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd.

Minder duidelijk is de rol van het parket bij de Hoge Raad.
Aan de Hoge Raad is een parket verbonden waarvan de (plaatsvervangend) procureur-generaal en de advocaten-generaal deel uitmaken. Het parket staat los van het Openbaar Ministerie en – heel belangrijk – de leden zijn onafhankelijk van regering en parlement.

De procureur-generaal

De procureur-generaal geeft leiding aan het parket waar de advocaten-generaal werkzaam zijn. De voornaamste taak van de procureur-generaal (naast een aantal bijzondere taken) betreft het geven van juridische adviezen, zogenoemde conclusies, aan de Hoge Raad.

Meestal worden die conclusies door de advocaten-generaal in het parket namens de procureur-generaal genomen. Zij dragen daarbij zelfstandig verantwoordelijkheid voor de inhoud van hun conclusies.

Het dagelijks bestuur van de Hoge Raad

Ook belangrijk is dat de procureur-generaal samen met de president van de Hoge Raad (en de directeur bedrijfsvoering) het dagelijks bestuur van de Hoge Raad vormt en in die hoedanigheid (mede-)verantwoordelijk is voor het bestuur van alle onderdelen van de Hoge Raad, zoals raad, parket en (wetenschappelijke) ondersteuning.

Het herzieningsonderzoek

Na deze inleiding keren we terug naar de Deventer moordzaak.
De procureur-generaal gaat in 2013/14 in op het verzoek tot nader onderzoek van de advocaten mr. Knoops en mr. Acda in de Deventer moordzaak. De advocaten menen dat nader onderzoek nieuwe feiten/inzichten op zou kunnen leveren die mogelijk tot herziening van de zaak kunnen leiden. Ook de Acas (Adviescommissie afgesloten strafzaken) adviseert een aantal aspecten nader te onderzoeken.

Advocaat-generaal mr. Aben krijgt de taak dit herzieningsonderzoek uit te voeren en gaat aan de slag. Het is 2014.
Nu, in 2022, is er nog steeds geen uitzicht op afronding en dat tart het rechtsgevoel. Niet alleen van de veroordeelde maar ook van veel burgers. Kan een advocaat-generaal een herzieningsonderzoek naar eigen believen (onbeperkt) blijven rekken?

Verantwoordelijkheid procureur-generaal

De ongewenst lange duur van het herzieningsonderzoek is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de advocaat-generaal zelf maar ook de procureur-generaal heeft hierin een rol. Zonder afbreuk te doen aan de zelfstandige verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderzoek door mr. Aben draagt de procureur-generaal verantwoordelijkheid voor de gang van zaken op het parket. En bij een zeer ongebruikelijke duur van negen jaar zou hij moeten ingrijpen.

Heeft de president hierin een rol?

Het zal ook de president van de Hoge Raad niet zijn ontgaan dat er landelijk onrust bestaat over de lange duur van het herzieningsonderzoek van mr. Aben. Zo zijn over deze kwestie al twee keer (2019, 2021) Kamervragen gesteld.
Mogelijk maakt ook zij zich zorgen dat deze zeer ongebruikelijke duur negatief afstraalt op ons rechtsstelsel in het algemeen en op de Hoge Raad in het bijzonder. En dat ze als voorzitter van ons hoogste rechtscollege hieraan wat zou willen doen.

Hoge Raad en parket onafhankelijk

Maar, hoewel het niet met zoveel woorden op de website van de Hoge Raad valt te lezen, algemeen wordt aangenomen dat de Hoge Raad geen verantwoordelijkheid heeft voor het functioneren van het parket. Er bestaat geen hiërarchische relatie tussen de president en de procureur-generaal. Het zou haar dus niet passen de procureur-generaal ambtelijk te laten weten dat het onderzoek van zijn advocaat-generaal mr. Aben veel te lang duurt en dat dit negatief afstraalt op ons rechtsstelsel in het algemeen en op de Hoge Raad in het bijzonder.

Informele contacten

Maar zo hoeft ze het ook niet te aan te pakken. Er zijn andere, minder formele mogelijkheden.

Zo treffen zij en de procureur-generaal elkaar regelmatig tijdens vergaderingen van het dagelijks bestuur van de Hoge Raad. Een uitgelezen mogelijkheid om hem – misschien wel terloops – haar ongemak kenbaar te maken, al was het maar en marge van de vergaderingen.

Natuurlijk zal de procureur-generaal zich hierdoor niet onmiddellijk geroepen voelen deze kwestie aan te pakken, maar het zal hem ook niet gemakkelijk vallen de kwestie op haar beloop te laten. Mogelijk zou hij – ook op informele wijze – mr. Aben erop kunnen wijzen dat zijn onderzoek nu toch echt veel te lang duurt.

Zo zou het in vele organisaties inderdaad gaan. Maar de Hoge Raad is niet zo maar een organisatie. Ons hoogste rechtscollege bestaat al bijna twee eeuwen, is in wetgeving verankerd en is zeer traditioneel.

Bijzondere zaak vraagt om bijzondere aanpak

Maar dat zou niet in de weg mogen staan van een mogelijk onorthodoxe gang van zaken. Het is immers niet verboden met elkaar te spreken over de dagelijkse actualiteit, over bijzondere zaken die al meer dan twintig jaar de gemoederen bezighouden, over kwesties die op een andere manier uitzonderlijk zijn (onderzoeksduur van negen jaar), over Kamervragen.

Interventie biedt perspectief

Of de procureur-generaal nu uit eigen initiatief of op instigatie van de president tegen de ongewenst lange duur van het onderzoek optreedt, in beide gevallen zal zijn interventie een snelle afronding ten goede komen.

Tenslotte nog een tweetal opmerkingen.

Hierboven wordt geciteerd: “Zij [de raadsheren, red.] dragen daarbij zelfstandig verantwoordelijkheid voor de inhoud van hun conclusies.” Begrijpelijk, een procureur-generaal moet uitgaan van de professionaliteit van een advocaat-generaal. Maar in deze kwestie gaat het niet over de inhoud van het onderzoek. Het grote bezwaar betreft de duur ervan.

Verder is het dagelijks bestuur van de Hoge Raad “verantwoordelijk voor het bestuur van alle onderdelen van de Hoge Raad, zoals raad, parket en (wetenschappelijke) ondersteuning.”
Wanneer een advocaat-generaal er maar niet in blijft slagen zijn onderzoek tot afronding te brengen, is dat geen inhoudelijke maar een bestuurlijke kwestie en dus is het aan het dagelijks bestuur hiervoor een passende oplossing te vinden.

* De auteur van dit stuk is geen jurist.

Irritante tweets

Het begon met de steeds weer terugkerende tweets waarin werd gevraagd: “Zijn Sywerts miljoenen al teruggestort? Nee.” Irritant, maar veel weerzinwekkender is het uitblijven van de terugbetaling.

Iets vergelijkbaars is het geval met het herzieningsonderzoek van mr. Aben. Dit onderzoek is gestart in 2013/2014 mede op verzoek van de Adviescommissie afgeronde strafzaken en advocaat mr. Knoops.

Aben ging aanvankelijk redelijk voortvarend te werk. Hij riep een commissie van forensische experts in het leven die een aantal post mortem kwesties moest onderzoeken. De processen verbaal die hiervan het resultaat waren, bleken Louwes feitelijk vrij te pleiten.

Zo vond de commissie het onder andere heel waarschijnlijk dat de moord niet op donderdagavond was gepleegd maar op vrijdagnacht. En voor vrijdagnacht heeft Louwes een alibi. Je zou verwachten dat Aben onmiddellijk in actie zou komen, maar nee.

Het werd jarenlang heel stil.

Tot Aben in 2019 een interview gaf in De Stentor. Hij deed hier een aantal opmerkelijke uitspraken. Zo sprak hij over blunders. Maar er was geen sprake van opzet, voegde hij er geruststellend aan toe.

Ondertussen liep het herzieningsonderzoek gewoon door.

In 2019 vroeg Kamerlid Attje Kuiken aan de minister hoe het ermee ging. Twee jaar later herhaalde Kamerlid Gidi Markuszower deze vraag.
Twee keer werden de Kamerleden met een kluitje in het riet gestuurd.

Dus net als met Sywerts miljoenen is het niet meer dan redelijk dat af en toe de vraag wordt gesteld:

En heeft mr. Aben na 8 jaar zijn herzieningsonderzoek in de Deventer Moordzaak afgerond?
Nee.
*

Wanneer zouden we worden verrast met een nieuwsitem dat mr. Aben eindelijk zijn ei heeft gelegd?

* In juni 2022 heeft mr. Aben na meer dan 9 jaar zijn herzieningsonderzoek afgerond en het resultaat aan mr. Knoops ter beschikking gesteld.

Hemeltergende traagheid in herzieningsonderzoek geen uitzondering

Het herzieningsonderzoek in de Deventer Moordzaak door mr. Aben duurt al negen jaar. Onbegrijpelijk lang voor zo’n overzichtelijk onderzoek. Is dit nu een uitzondering?

Helaas niet.

De misdaadverslaggever John van den Heuvel maakt dat in zijn artikel van 21 oktober 2021 in De Telegraaf duidelijk en haalt daarbij een aantal zaken aan.

… Het onderzoeksdoel is duidelijk … Het wordt langzamerhand een patroon om door de overheid geïnitieerde onderzoeken naar mogelijke misstanden zo veel mogelijk te temporiseren. Dat ondermijnt het vertrouwen in de rechtsstaat.

We zien het niet alleen bij het onderzoek naar wat mogelijk misging voorafgaand aan de moord op De Vries. De toeslagenaffaire is een voor de hand liggend voorbeeld, maar ook de hemeltergende traagheid waarmee het onderzoek naar de mondkapjesdeal van Sywert van Lienden en zijn kompanen Bernd Damme en Camille van Gestel plaatsvindt. De drie zeiden mondkapjes ’om niet’ naar Nederland te halen toen er een tekort heerste. Ze hielden miljoenen over aan hun deal met de overheid.

En inderdaad, deze lijst kan zonder problemen worden aangevuld. Als misdaadverslaggever zou hij natuurlijk ook onmiddellijk aan de Deventer Moordzaak gedacht moeten hebben. Want de negen jaar in deze zaak is een unicum.

Waarom zou mr. Aben bij zijn onderzoek hebben gekozen voor deze ‘hemeltergende traagheid’?

De Stentor zit bovenop de Deventer Moordzaak

De redactie heeft geen abonnement op De Stentor en daarom is haar een artikel in dit dagblad van 3 oktober 2020 ontgaan. Een verwijzing ernaar komt voor in de beantwoording van Kamervragen.

Deventer ligt middenin het verspreidingsgebied van De Stentor en het is dus niet vreemd dat dit dagblad extra aandacht besteedt aan deze moordzaak.

In 2019 lanceerde het dagblad al een vierdelige podcast die een objectief verslag deed van de Deventer Moordzaak en veel werd beluisterd. Ook advocaat-generaal mr. Aben die het herzieningsonderzoek leidt, kwam daarbij aan het woord. Hij was toen al van mening dat in deze zaak flink was geblunderd.

Het genoemde krantenartikel heeft de titel Nauwelijks voortgang in nieuw onderzoek Deventer moordzaak en vat kort de stand van zaken samen. Het verscheen een jaar nadat minister Grapperhaus aan Kamerlid Attje Kuiken (PvdA) had laten weten dat het onderzoek binnenkort zou worden afgerond.

In het artikel voorziet De Stentor de gang van zaken objectief van commentaar.

Een paar toch wel ontluisterende zinsneden vallen op. Bijvoorbeeld deze:

… Het coldcase-team heeft door de corona-crisis nog niet alle documenten binnen die ze nodig hebben ….

Zo blijkt dat de corona-crisis mr. Aben te hulp schiet. Het onderzoek zou natuurlijk al zijn afgerond maar door de corona-crisis .

Dit wordt met droge ogen beweerd: een jaar is nog niet voldoende om documenten binnen te krijgen.

Riekt dit niet naar obstructie?

Maar het kan nog erger.

… de Amerikaanse dna-onderzoekers van Knoops zitten nog te wachten op vertalingen van Nederlandse stukken.

Ok, Amerikaanse DNA-onderzoekers mogen van de advocaat-generaal het onderzoek nog eens goed bekijken maar ja, waar haal je zo gauw vertalers vandaan? Een groot probleem, je moet het maar op papier durven zetten. Je zou zelfs kunnen uitwijken naar Google Translate als de nood te hoog wordt.

Riekt dit niet naar obstructie?

Tenslotte meldt mr. Aben in oktober 2020:

Advocaat-generaal Diederik Aben, die in opdracht van de Hoge Raad het onderzoek leidt, zegt nog steeds geen zicht te hebben op een einddatum.

Dat kan ook eigenlijk niet, je moet niet overvragen. Het onderzoek loopt pas sinds 2013.

Maar nu leven we in oktober 2021 en Kamerlid Gidi Markuszower (PVV) heeft inmiddels ook weer Kamervragen gesteld met als kern: waarom het nog steeds allemaal zo lang moet duren. Wat doet de minister hieraan?

Het antwoord is ronduit beschamend.

De PG en het coldcaseteam van de politie verwachten dat de eerste onderzoeksresultaten over de periode tot aan de strafzaak in eerste aanleg over vier maanden beschikbaar zullen zijn.

Terwijl heel Nederland zit te wachten op de uitkomsten van aanvullend DNA-onderzoek dat mr. Aben nog in zijn interview noemde, komt de minister met deze toezegging. Inderdaad, het eerste politieonderzoek was een opeenstapeling van blunders maar dat weten we al bijna 15 jaar.

Riekt dit niet naar obstructie?

Tenslotte meldt de minister:

Vervolgens gaat het coldcaseteam verder met het onderzoek naar de forensische resultaten uit de periode vanaf het hoger beroep en de herzieningsvoorstellen tot op heden. De verwachting is dat deze tweede fase van het onderzoek een paar maanden in beslag zal nemen. De resultaten zullen door de AG aan de verdediging worden verstrekt.

Dit forensische onderzoek had mr. Aben al in oktober 2019 aangekondigd maar zal dus pas halverwege of eind 2022 zijn afgerond. Tenminste dat is opnieuw de toezegging.

Dit alles riekt niet alleen naar obstructie maar het is obstructie.

Slachtoffers van de Toeslagenaffaire herkennen deze gang van zaken maar al te goed.

Antwoord Grapperhaus is ‘met een kluitje in het riet’

Laten we het positief benaderen. Minister Grapperhaus heeft opnieuw aangekondigd dat er schot zit in het onderzoek van mr. Diederik Aben.

Hij deed dit in de beantwoording van Kamervragen van Gidi Markuszower (PVV).

Maar dat deed hij ook al medio 2019 toen Attje Kuiken (PvdA) naar de vorderingen in het herzieningsonderzoek vroeg. Het onderzoek was vrijwel afgerond, was de teneur van zijn antwoord.

Later dat jaar, in september 2019, was mr. Aben een stuk voorzichtiger. In een interview in De Stentor gaf hij aan dat het onderzoek ‘complex’ was en met dat DNA-onderzoek was je al gauw een paar jaar verder. Niks binnenkort afgerond dus.

Even ter herinnering, dit onderzoek loopt al sedert 2013/14. Men kan niet met droge ogen beweren dat mr. Aben in zijn onderzoek opgejaagd wordt.

Laten we nu nog even wat beter naar het artikel in De Stentor kijken.

Afbeelding

De onderzoeksresultaten die begin volgend jaar (over vier maanden) bekend worden gemaakt, betreffen niet het gehele onderzoek maar alleen de periode tot aan de eerste zitting van de strafzaak in 2000.

Lezen wij het goed? Tot aan de eerste zitting in 2000?

Zeker, er is door de politie in die beginperiode geklungeld en de ene blunder op de andere gestapeld: gevonden mes op 1 km (!) afstand, fraude met geuronderzoek, time advance gegevens die niet werden opgevraagd, onderzoek naar eventuele andere verdachten plotseling stopgezet, geen schouwrapport (en dus geen nauwkeurig tijdstip van overlijden) omdat de schouwarts werd geweigerd onderzoek te doen, geen reconstructie, niet toegestaan politieonderzoek in het mortuarium, de misleiding van dr. Schoon, de verwijdering van vingerafdrukken op het mes en dat is nog lang niet alles.

Maar dit is al jaren oude koek. Al deze onderwerpen zijn uitentreuren onderzocht en de conclusie is uiteindelijk overduidelijk: klungelwerk, grote blunders die Louwes jarenlange celstraf hebben gekost.

Het mag dan ook geen verwondering wekken dat de rechtbank in Zwolle Louwes vrijsprak, helaas zonder motivering.

Maar het geklungel en de blunders gingen daarna gewoon door bij de behandeling door de gerechtshoven. Hierover is ook al veel gepubliceerd.

De verwachting was dat nu eindelijk, eindelijk, de resultaten van het DNA-onderzoek zouden worden gerapporteerd en zonder heimelijke weglating van cruciale details. Op deemzet.nl wordt met gedegen onderzoek aangetoond dat vlekje #10 helemaal niet belastend voor Louwes is.

Maar helaas, de resultaten van het DNA-onderzoek zouden pas later volgend jaar komen – ach ja, na negen jaar onderzoek hebben we alle tijd. En het is zeer de vraag of Grapperhaus deze keer wel zijn toezegging zal nakomen.

Want mr. Aben wist het twee jaar geleden al: met DNA-onderzoek ben zo maar een paar jaar verder.

Het antwoord van minister Grapperhaus is dus eigenlijk een ‘met een kluitje in het riet’.

Oud zeer Bas Haan leidt af van hoofdzaak

Door zijn gedoe met De Deventer Mediazaak en de film De Veroordeling leidt hij de aandacht af van waar het in de Deventer Moordzaak werkelijk om draait: is Louwes terecht veroordeeld?

Een recente tweet van @geertrb riep Haan op bij zinnen te komen:

Het zit je wel bijzonder diep hè. Tip: misschien eens stoppen met kruistocht jegens De Hond en serieus in gesprek gaan met bijv. Ton Derksen, @demoriginal5 of @DeventerMoord?

Ook op deze website is al eerder het vermoeden uitgesproken dat de acties van Haan zijn ingegeven door rancune jegens De Hond waarvan de oorzaak onbekend is. Zijn uitspraken zijn nauwelijks zakelijk, gaan vrijwel niet over feiten en zijn meestal ronduit (te zeer) op de persoon van De Hond gericht.

Wat de kwestie verergert, is dat Haan de Deventer Moordzaak sedert januari 2019 (DWDD) misbruikt als vehikel voor de promotie van zijn film (via de podcast De Deventer Mediazaak).

Ondanks allerlei uitspraken die anders doen vermoeden, gaat de film helemaal niet primair over de Deventer Moordzaak, komt de rol van de media nauwelijks aan bod, maar zijn de podcast en de film een kruistocht jegens De Hond.

Zeker, het zal voor Michael de Jong een groot drama zijn geweest dat hij door Maurice de Hond onrechtmatig van de moord werd beschuldigd. Die is daarvoor ook veroordeeld.

Maar hoe vreselijk ook en hoeveel medeleven De Jong en diens partner daarvoor verdienen, daar ging en gaat de Deventer Moordzaak niet over.

Deze zaak gaat al 22 jaar over de enige belangrijke vraag, waarover zovelen zich al jaren druk maken: is de veroordeling van Louwes tot in hoogste instantie terecht of niet. Is het bewijs waarop Louwes is veroordeeld overtuigend.

En hierover bestaat zacht uitgedrukt nogal wat twijfel die de laatste tijd eerder toe- dan afneemt. Dat blijkt recentelijk eens te meer nu blijkt dat advocaat-generaal mr. Aben al negen jaar bezig is onderdelen van het bewijs te onderzoeken.

Zo evident duidelijk als Haan suggereert (Louwes is de moordenaar) liggen de zaken dus niet.

Wie Haan aanspreekt over het bewijs van de zaak zelf krijgt slechts nul op rekest. Hij focust zich op het randgebeuren van de Deventer Moordzaak (Michael de Jong, de media, De Hond) en gaat daarbij vaak als een wildeman te keer.

Misschien leidt zijn status als gelauwerde onderzoeksjournalist tot deze arrogantie en alle overdreven complimenten uit het kamp van ‘tout journalistiek’ (Haan) zullen daar ook wel toe bijdragen.

De oproep in de aangehaalde tweet zal dus wel aan dovemans oren zijn gericht. Wat zou het een goede ontwikkeling zijn wanneer enkele hoofdrolspelers in deze zaak op een zakelijke wijze over hun eigen schaduw zouden kunnen heenstappen en met elkaar hun overtuigingen zouden kunnen bespreken.

Op zoek naar de waarheid.

Te denken valt aan Prof. Ton Derksen, Maurice de Hond, de auteur van deemzet.nl en natuurlijk ook Bas Haan. De leiding van dit gespreksgroepje zou in handen van mr. Aben kunnen liggen. Misschien schiet het dan ook met zijn herzieningsonderzoek een beetje op.

Maar deze wens zal wel een illusie blijven.

Herzieningsonderzoek Deventer Moordzaak na 9 jaar nog steeds niet klaar

Niet alleen op deze site, maar zelfs in de Tweede Kamer (twee keer Kamervragen) is er schande van gesproken dat het herzieningsonderzoek van advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. Diederik Aben nog steeds niet is afgerond.

Dit heeft zelfs tot een opinieartikel in De Volkskrant geleid door Henk de Swaan Arons, Ton Derksen, Hans Dooremalen en Herman de Regt.

Samengevat komt het artikel neer op drie zaken.

1. Negen jaar!
De belachelijk lange duur van het onderzoek. In negen jaar worden wereldoorlogen gewonnen, worden VWO-ers medisch specialisten, et cetera. Maar mr. Aben slaagt er in die tijd niet in om een overzichtelijk onderzoek af te ronden. Hij vindt het daarvoor te complex.

2. Twee keer Kamervragen
De minister laat medio 2019 een ongeduldig PvdA-Kamerlid Attje Kuiken desgevraagd weten dat het herzieningsonderzoek vrijwel klaar is. Twee jaar later is er nog steeds geen voortgang merkbaar en moet PVV-Kamerlid Gidi Markuszower (de irritatie is kennelijk Kamerbreed) de vragen in aangepaste vorm herhalen.

3. Rechtsstaat Nederland
Zoals in de kop van het artikel wordt geconcludeerd: niemand zegt er wat van. Niemand maakt zich er zorgen over dat in de rechtsstaat Nederland een advocaat-generaal een onderzoek eindeloos kan rekken zonder daarover verantwoording af te (hoeven) leggen. Met name binnen tout journalistiek zou je de verontwaardiging over deze gang van zaken moeten verwachten. Maar daar blijft het ijzingwekkend stil. Daar houdt men zich liever bezig met persoonlijk leed.

Advocaat-generaal Diederik Aben

In de Deventer Moordzaak komt zijn naam de laatste jaren herhaaldelijk voor. Hij geeft sinds 2013 leiding aan het herzieningsonderzoek in deze zaak. Hier een kennismaking aan de hand van een recent interview met NRGD.

Hoewel in het interview met het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen de Deventer Moordzaak niet ter sprake komt, bevat het ook voor deze zaak interessante uitspraken.

Het gehele interview is te lezen op de website van het NRGD. In dit artikel beperken we ons tot een aantal belangwekkende passages.

Herzieningsonderzoek

In 2013/2014 kreeg mr. Aben de leiding over het herzieningsonderzoek in de Deventer Moordzaak. De advocaat van Louwes had hierom verzocht en de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS) had hiertoe geadviseerd.

Dit onderzoek duurt inmiddels negen jaar, wat buitensporig lang is.

In het interview lezen we hoe Aben tegen herzieningen en herzieningsonderzoeken aankijkt.

Blunders

Hoewel Aben in 2019 in een interview met De Stentor ondubbelzinnig vaststelt dat tijdens het onderzoek in de Deventer Moordzaak blunders zijn begaan, wil hij bepaalde personen daarvan nu niet de schuld te geven. Dat valt te billijken.

Anderzijds hebben die blunders er mogelijk wel voor gezorgd dat iemand ten onrechte een lange celstraf heeft moeten uitzitten, zoals Louwes is overkomen.

Maar die fouten moeten wel kunnen worden hersteld, vindt Aben, bijvoorbeeld omdat nieuwe informatie beschikbaar komt.

In de Deventer Moordzaak was hier zeker sprake van. Zo werd aanvankelijk door deskundigen betoogd dat een bepaald telefoongesprek onmogelijk vanaf de A28 gevoerd had kunnen worden. Inmiddels weten we beter. Aben schat de kans dat dit toch mogelijk zou zijn conservatief in, 5%, maar zeer waarschijnlijk is die kans een stuk groter.

Deskundigen niet altijd nodig

En zo komen we op een passage waarover onder andere op deze website vaak is gewezen. Rechters weten niet alles, daarom verschijnen deskundigen op het toneel. Maar er zijn ook vragen waar je geen deskundigen voor nodig hebt. Die kun je rechtstreeks aan het OM stellen. Zo zouden de raadsheren hebben kunnen vragen waarom er er geen schouwrapport is, waarom er geen reconstructie is gedaan?

Die vragen hebben de raadsheren niet gesteld en dus weten we tot op de dag van vandaag niet het tijdstip van overlijden met grote gevolgen voor alibi’s. Evenmin is de toedracht officieel duidelijk geworden.

Nieuwe onderzoeksresultaten, geen acties

Zijn er nieuwe redenen om te denken dat die veroordeling onjuist is, etc.? En hier verschijnt de advocaat-generaal. Hij kan zo nodig onderzoek laten doen, ook door deskundigen.

Al in 2014 heeft hij een dergelijk onderzoek in gang gezet. Zo heeft een team met forensische experts het tijdstip van overlijden onderzocht en had grote twijfel aan het tot dan veronderstelde tijdstip van overlijden. Maar waarom laat Aben dat onderzoek eigenlijk uitvoeren als met het resulterende proces verbaal niets wordt gedaan?

Zo heeft een deskundige van KPN die tijdens de behandeling voor het hof Den Bosch nog beweerde dat een telefoontje absoluut onmogelijk was, bij nader inzien zijn verklaring herroepen. Wat heeft Aben hiermee gedaan?

Het is dus wel lovenswaardig dat Aben nieuw onderzoek doet, maar als hij daarmee vervolgens niets doet, zijn we geen steek opgeschoten.

Kwaliteit rechercheurs

Later in het interview komen valse bekentenissen aan bod en Aben noemt een aantal bekende voorbeelden. Gelukkig lijken die nu volgens hem minder vaak voor te komen. Onder andere omdat de kwaliteit van de rechercheurs aanmerkelijk is verbeterd.

De vraag is wel wat een veroordeelde uit de jaren 2000 hieraan heeft. Weliswaar vindt de onderzoeksleider van toen dat niet alles vlekkeloos is verlopen, maar dat dit geen gevolgen heeft gehad voor het resultaat. Maar misschien behoorde hij wel tot de rechercheurs met mindere kwaliteit.

en

De Deventer Moordzaak heeft gelukkig geen last gehad van valse bekentenissen. Louwes heeft vanaf de eerste minuut stelselmatig ontkend dat hij de moord had gepleegd en heeft daartoe veel argumenten aangevoerd: het ochtendbezoek, de rit over de A28 met de voor outsiders onbekende file, die zijn alibi ondersteunen, het tijdstip van zijn thuiskomst in Lelystad en nog vele andere argumenten.

Geen valse bekentenissen, wel veranderende getuigenissen

Wel heeft de zaak te maken gehad met verklaringen van getuigen die bij herhaling hun getuigenis veranderden of verdraaiden. Zelfs jaren later was dat nog het geval. Dus weliswaar geen valse bekentenissen maar steeds wisselende verklaringen. Wat is erger?

Hier heeft de Deventer Moordzaak wel hinder van ondervonden. De politie zou deze verklaringen veel indringender hebben moeten onderzoeken maar heeft dat helaas nagelaten.

Zijn deskundigen wel altijd deskundig?

Ook komen de deskundigen aan bod, uiteindelijk werd het interview gegeven aan het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen. Hier pleit hij voor registratie van forensische wetenschapsgebieden.

Ook in de Deventer Moordzaak komt statistiek om de hoek kijken. Wat is bijvoorbeeld de kans dat Louwes alle handelingen in de veronderstelde tijd heeft kunnen afronden? Wat is de kans dat het telefoongesprek vanaf de A28 is gevoerd? Wat is de kans dat in twee onafhankelijk veronderstelde briefjes dezelfde bijzondere passage voorkomt?

Of daarmee alle problemen zijn verholpen is zeer de vraag. Wanneer een getuige gespecialiseerd is in gebied A en ter zitting uitspraken mag doen over een aanpalend gebied B waarin hij geen expertise heeft, en dit wordt niet gecorrigeerd, dan zijn we met de registratie niets opgeschoten. Dit heeft zich in de Deventer Moordzaak voorgedaan bij het DNA-onderzoek en het belast de zaak nog steeds.

En zo leren we via een interview de man kennen die aan het herzieningsonderzoek in de Deventer Moordzaak leiding geeft en dat al meer dan 8 jaar doet.

NFI had bij vlekje #10 geen oog voor proporties

Dat kun je wel zeggen over de NFI-onderzoekers die bezig zijn geweest met spoor #10. Zij stelden botweg dat dit spoor bestond uit een bloedvlek van Louwes, want zijn DNA werd aangetroffen.

En verder niets.

Deze conclusie is van twee kanten onjuist.

Véél later werd het electroferogram van spoor #10 beschikbaar gesteld; er bleken drie extra pieken in voor te komen die niet van Louwes afkomstig waren. Dat werd nooit eerder gemeld.

Het bijzondere daarbij was dat deze pieken precies lagen op de plek, waar het profiel van mevrouw Wittenberg de hoogste pieken vertoont. En de pieken waren zo hoog, dat ze volgens Butler – zo ongeveer de aartsvader van de DNA-profilering – niet voor uitsluiting in aanmerking komen. Het waren dus echte pieken.

Kijk je met een vergrootglas, dan zie je nog veel meer kleine piekjes van mevrouw Wittenberg – waarbij één flink grotere. Al deze gegevens werden bewust door het NFI achtergehouden. Het zou anders maar ingewikkeld worden.

Daar komt nog bij dat het profiel van Louwes veel overgewicht in de schaal legt. Het vertoont pieken tot waarden van bijna 4000 RFU. Dat is heel veel, want het bloedvlekje is superklein.

Dat wordt vooral duidelijk, als je kijkt naar andere bemonsterde bloedvlekken van mevrouw Wittenberg. Die lagen tussen de 2000 en 6000 RFU.

Maar deze vlekken waren wel 15 tot 25 x zo groot. Zoveel DNA (4000 RFU) van Louwes kan dus helemaal niet uit zo’n klein vlekje afkomstig zijn. Bij zo’n klein vlekje zou je hooguit 200 RFU mogen verwachten. De details kunnen in een een nogal technisch verhaal worden nagelezen.

Het aangetroffen DNA van Louwes kan dus niet afkomstig van zijn bloed. Maar als het niet van zijn bloed afkomstig is, waar komt het dan wel vandaan?

Zijn DNA is gewoon afkomstig van het speeksel dat al veel eerder, op donderdagmorgen, op de blouse terecht was gekomen toen hij met mevrouw Wittenberg de grafrechten besprak.

Het is in dit verband belangrijk op te merken dat uit een DNA-spoor niet kan worden afgeleid of het van bloed dan wel van speeksel afkomstig is.

Verder is het belangrijk te weten dat speeksel heel rijk is aan DNA, het DNA-gehalte is vergelijkbaar met dat van bloed, blijkt uit meerdere onderzoeken. En je ziet het niet.

Na de moord ging de technische recherche prutsen met het stoffelijk overschot.

Het behandelde de blouse niet volgens de voorschriften waardoor vele bloedvlekjes onbedoeld naar andere delen van de blouse werden overgebracht (contaminatie), hetgeen op fotografisch materiaal eenvoudig kan worden aangetoond.

Deze vlekjes kwam ook terecht op plaatsen waar massief veel speeksel aanwezig was, zie ook de toelichting in de beeldbank, zoals op de plaats van spoor #10.

Er bestaat een eenvoudige en tegelijkertijd doorslaggevende test om het bovenstaande aan te tonen.

Meng het profiel van Louwes met 10% van het profiel van mevrouw Wittenberg. Et voilà, het gevormde profiel komt volledig overeen met spoor #10, zie afbeeldingen 16 en 17.

Een andere eenvoudige test volgens het principe van de blanco-bepaling, waarover je op de middelbare school leert, werd ook achterwege gelaten: gewoon een paar monsters rond spoor #10 nemen en op DNA van Louwes onderzoeken. Dan was je met een paar uurtjes werk klaar geweest.

Kan nog steeds trouwens.

Wat vindt de ACAS ervan dat onderzoek al 9 jaar duurt?

De ACAS (Adviescommissie afgesloten strafzaken) adviseerde in 2014 diverse aspecten van de Deventer moordzaak onderwerp te maken van een herzieningsonderzoek. Zou de commissie toen hebben voorzien dat dit meer dan 8 jaar zou duren?

In een brief van 12 pagina’s verwijst de commissie onder andere naar het onderzoek dat in de website deemzet.nl is gerapporteerd.

Deze website is een bron van gedetailleerde en bijna wetenschappelijk onderbouwde informatie over de Deventer moordzaak en staat inmiddels bijna bekend als de Vraagbaak Deventer Moordzaak.

Zo schrijft de commissie op pagina 8:

In deze passage gaat het over een belangrijk aspect: is het slachtoffer eigenlijk wel op donderdagavond vermoord, wat steeds stilzwijgend en zonder bewijs werd aangenomen? Of is de moord een dag later gepleegd, laat op de vrijdagavond?

Dat is natuurlijk extra belangrijk vanwege de gevolgen voor diverse alibi’s en het spreekt dus bijna vanzelf dat de commissie adviseert dit aspect nader te onderzoeken.

Ik zal hier niet de brief van de ACAS bespreken maar volsta ermee te melden dat de commissie eenzelfde advies uitbrengt over diverse andere aspecten van de Deventer moordzaak.

Wel wil ik in dit verband de aandacht vestigen op iets anders: de ongehoord lange duur van het herzieningsonderzoek door mr. Aben.

Het is om diverse redenen niet fatsoenlijk een dergelijk onderzoek zo lang te laten voortduren terwijl het een overzichtelijke vraagstelling kent. Veel complexere projecten worden in een aanzienlijk kortere tijd voltooid. Het duurt en duurt en niemand weet wanneer het onderzoek zal worden afgerond.

Er is bij velen een gelatenheid opgetreden die schadelijk is voor het vertrouwen van de burger in de rechtspraak.

De vraag is dus meer dan gerechtvaardigd wat de ACAS van deze gang van zaken vindt.

Was zij zich er in 2014, toen zij haar advies uitbracht, van bewust dat dit wel eens een heel lang onderzoek zou kunnen worden, dat het misschien wel eens langer dan negen jaar zou kunnen duren?

Ik ben ervan overtuigd dat de ACAS deze gang van zaken niet heeft voorzien en zelfs niet heeft kunnen voorzien.

De duur van dit herzieningsonderzoek is enig in haar soort. Vrijwel zeker heeft de commissie een dergelijke lange duur niet eens beseft en heeft, gezien vergelijkbare zaken in het verleden, onbewust gedacht aan een duur van een, misschien in het uiterste geval twee jaar.

Daarom zou het de ACAS sieren zich hierover uit te spreken.

Bijvoorbeeld dat zij afkeurt dat een door haar geadviseerd onderzoek zo lang voortduurt dat het bijna opzet lijkt. Dat zij afkeurt dat haar advies wel in theorie maar feitelijk niet wordt gehonoreerd.

Inderdaad, dat zou de ACAS sieren.

Hoge Raad*

De Hoge Raad behandelt herzieningsverzoeken maar is daarin terughoudend. Het recht heeft op diverse niveaus zijn loop gehad en dat is dan dat. Wanneer een herziening wordt gevraagd, kijkt eerst een advocaat-generaal ernaar.

De advocaat-generaal bij de Hoge Raad dient als een soort buffer tussen de verzoeker van een herziening en de Hoge Raad die zo’n herziening moet beoordelen. Deze procedure voorkomt dat de Hoge Raad a priori kansloze verzoeken in behandeling moet nemen.

Een herzieningsverzoek kan worden gedaan door de veroordeelde; een advocaat-generaal beoordeelt (namens de procureur generaal bij de Hoge Raad) het verzoek en schrijft een conclusie (advies aan de Hoge Raad).

Ook is het mogelijk dat een advocaat-generaal een herzieningsonderzoek doet alvorens een verzoek daartoe wordt gedaan. Dit onderzoek kan bijvoorbeeld worden geadviseerd door de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS), maar hij kan zo’n onderzoek ook eigener beweging beginnen.

De Deventer moordzaak heeft een tumultueus verleden. Diverse gerechtshoven, hoger beroepen, cassaties en herzieningen hebben gedurende de afgelopen 22 jaar de revue gepasseerd en dat is zeker niet alledaags.

Op dit moment doet advocaat-generaal mr. Aben (nog steeds) onderzoek in deze slepende zaak.

Op 21 januari 2014 adviseert de ACAS de procureur-generaal bij de Hoge Raad onderdelen van de zaak nog eens nader te bekijken. Bijvoorbeeld over het volgende onderwerp eindigt de commissie haar verzoek:

… een patholoog-anatoom de vraag voor te leggen in hoeverre en hoe nauwkeurig een overlijdenstijdstip kan worden vastgesteld aan de hand van gegevens als lijk-stijfheid en lijkvlekken.

Op 20 maart 2013 had Louwes’ advocaat mr. G.J. Knoops al een dergelijk verzoek ingediend bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad.

We zijn nu bijna 8 jaar verder en het land wacht samen met Ernest Louwes op de resultaten van dit onderzoek.

Maar die blijven uit, ook nadat PvdA-kamerlid Attje Kuiken meer dan twee jaar geleden hierover Kamervragen stelde aan minister Grapperhaus. Deze stelde de vragenstelster gerust. Heel binnenkort zou het onderzoek zijn afgerond.

Een half jaar later deed advocaat-generaal iets bijzonders. Hij liet zich over de Deventer Moordzaak interviewen door De Stentor.

Hij gaf toe dat er blunders en missers waren geweest, sprak uit dat hij daarbij geen opzet vermoedde (pfff!) en dat een Amsterdams cold case team zou kijken naar bijvoorbeeld het DNA-bewijs. En dan zou het onderzoek zijn afgerond.

Dit ontzettend trage proces voltrekt zich niet alleen onder de ogen van de geïnteresseerde burger maar ook van de procureur-generaal en de president van de Hoge Raad, niet de eersten de besten.

Dit artikel gaat dus duidelijk niet over de (on)schuld van Louwes of iemand anders. Het gaat over de ongekend trage afhandeling van een juridisch onderzoek.

Nee, iedereen zou zich er ongerust over moeten voelen dat een in feite eenvoudig onderzoek niet in 8 jaar wordt afgerond. Vergelijk dit onderzoek met echt complexe projecten die soms in een paar jaar of nog sneller zijn afgerond.

En dat niemand, zelfs niet de president of de procureur-generaal van de Hoge Raad, zich hierover uitspreken.

* De schrijver van dit artikel is niet juridisch geschoold en dus niet altijd op de hoogte van de precieze termen en procedures.

PMI: Post Mortem Interval

Het is op deze plek al eerder gemeld. De Deventer moordzaak gaat steeds meer over details. Post mortem details sluiten het daderschap van Louwes vrijwel uit.

Livor mortis (lijkvlekken) zijn zulke post mortem details.

In de beeldbank van de Vraagbaak Deventer Moordzaak is het gehele verhaal over livor mortis opgenomen. Hieronder alvast een voorproefje en hoe degelijk onderzoek de zaak kan oplossen.

De alerte onderzoeker van deemzet.nl (inmiddels ook bekend als de Vraagbaak Deventer Moordzaak) was op een paar foto’s iets bijzonders opgevallen. Ze waren gemaakt op de plaats delict onmiddellijk na het vinden van het slachtoffer en tijdens de sectie een dag later.

De lijkvlekken (livor mortis) die op de foto’s zichtbaar waren, pasten niet bij het tijdstip van overlijden van het slachtoffer.

Voordat we de lezer verwijzen naar de betreffende beeldbank en hoofdstukken is het handig te weten wat het bloed van een slachtoffer doet vanaf het tijdstip van overlijden. Hieronder is dat schematisch weergegeven.

Vanaf het tijdstip van overlijden (tijdstip 0) zakt de livor mortis (de paarse verkleuring) naar het laagste punt.

Wanneer het slachtoffer binnen 6 uur na overlijden wordt omgedraaid, dus met de neus naar boven, zakt de livor mortis nog steeds naar het laagste punt (A).

Wanneer het slachtoffer pas tussen 6 en 12 uur na overlijden vanaf de beginpositie wordt gedraaid, zal niet langer alle livor mortis naar het laagste punt zakken (B).

Wanneer het slachtoffer pas na 12 uur of langer wordt gedraaid zakt de livor mortis niet meer naar het laagste punt (C) en blijft het op zijn plaats.

De ontstane patronen van de livor mortis verraden dus het eventuele verplaatsen van het stoffelijk overschot.

Een voorbeeld. Wanneer een slachtoffer wordt aangetroffen in toestand C is het zeker dat hij langer dan 12 uur na overlijden in deze positie is geplaatst.

Zou hij na overlijden niet meer zijn aangeraakt, dan zou de livor mortis niet bovenin maar onderin het lichaam zijn aangetroffen.

Lees de conclusies die hieruit worden getrokken.

Een tweede verschijnsel is ook belangrijk.

Wanneer druk op het lichaam van het slachtoffer wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld door een hand in de bovenstaande figuur), kan de livor mortis worden weggedrukt en blijft de afdruk van de hand enige tijd zichtbaar, zoals op de tweede foto.

Maar dat blijft niet zo. Het wegdrukken van de livor mortis blijft ongeveer iets langer dan een etmaal na overlijden mogelijk.

Wanneer de livor mortis niet meer wegdrukbaar is, was het tijdstip van overlijden bijvoorbeeld 36 uur eerder.

De sectiearts nam nog enige wegdrukbaarheid waar:

De patholoog-anatoom onderzocht de wegdrukbaarheid van livor mortis op de rug van het slachtoffer op zondagmiddag en meldt een onvolledige wegdrukbaarheid.

wat zou inhouden dat het slachtoffer niet eerder dan bijvoorbeeld 36 uur voor de sectie is overleden.

De sectie vond plaats op zondagmiddag om 13 uur, dus zou het tijdstip van overlijden ergens in de nacht van vrijdag op zaterdag moeten hebben gelegen.

Met deze achtergrondinformatie zijn de conclusies die uit de post mortem waarnemingen kunnen worden getrokken, iets eenvoudiger te volgen.

Vooral lezen want de conclusies zijn ook nog spannend.

Processen verbaal uit 2014

In de juridische wereld is een proces verbaal niet zo maar een stuk tekst. Het weegt zwaar in strafzaken. In de Deventer moordzaak zijn vele processen verbaal opgemaakt.

Twee ervan zijn van recente datum (nou ja, recent), namelijk opgemaakt in maart 2014.

Beide processen verbaal zijn opgemaakt door een inspecteur van de Nationale Recherche:

Waarvan door mij op ambtsbelofte opgemaakt dit proces-verbaal, ….

Het eerste proces verbaal betreft de verslaglegging van een aantal expert meetings van vijf forensische experts en is opgemaakt op 12 maart 2014 en is al eerder besproken.

Het tweede proces verbaal is opgesteld op 17 maart 2014 en gaat over het GSM-verkeer tijdens de atmosferische omstandigheden rond 20:36 uur in de buurt van Deventer. Een zinsnede uit dit proces verbaal vat de kwestie van Het Telefoontje bondig samen:

Een geraadpleegde deskundige van TNO noemt contact tussen basisstation 14501 en een specifiek wegdeel op de A28 congruent met de verklaring van Louwes bij omstandigheden van bijzondere propagatie aannemelijk, en zonder die omstandigheden voorstelbaar.

Deze passage zegt dat het verweer van Louwes dat hij van meet af aan heeft aangevoerd ‘voorstelbaar’ is.

Dat hij dus niet gelogen zou kunnen hebben.

Dat hij dus wel vanaf de A28 gebeld zou kunnen hebben.

Dat hij dus wel een alibi zou kunnen hebben.

Dat is nogal wat.

Beide processen verbaal zijn onder ambtsbelofte opgemaakt en maken een veroordeling van Louwes verre van overtuigend, om het zwak uit te drukken.

Geen officieel tijdstip van overlijden

Een schouwarts moet de dood vaststellen, metingen aan het lichaam doen en een mogelijke doodsoorzaak vaststellen. Ook bij de moord op mevrouw Wittenberg moest dat zo.

Als de schouwarts de temperatuur van het lichaam had kunnen meten, was veel juridische ellende voorkomen.

In het Tactisch Journaal (mutatie 035 op 27 september 1999) wordt gerapporteerd dat alles naar wens is verlopen. Het verslag [van de lijkschouwer, red.] is ontvangen en in de map SLO gevoegd.

In het proces verbaal dat op 12 maart 2014 door de Nationale Recherche is opgemaakt naar aanleiding van een expert meeting van forensisch deskundigen verklaart de betreffende schouwarts dat hij geen meting had mogen doen en dus ook geen rapportage heeft opgesteld, zie de onderstaande passages uit het Tactisch Journaal en het proces verbaal.

De forensisch deskundigen wilden vanzelfsprekend het officieel vastgestelde tijdstip van overlijden weten, maar de schouwarts kon hun dat dus niet vertellen.

Op grond van hun eigen waarnemingen aan de foto’s van het lichaam van het slachtoffer stelden zij zelf vast dat de moord ca. 24 uur later is gepleegd dan eerder gedacht en dat het slachtoffer tussen 6 en 24 uur na overlijden nog is verplaatst.

Deze conclusies pleiten Louwes vrij.

Na mediahype Deventer Mediazaak weer terug naar de feiten

Na de mediahype over de Deventer Mediazaak moeten we niet vergeten dat de Deventer Moordzaak nog steeds in onderzoek is door mr. Aben.

Op de feiten in de Deventer moordzaak komen we in de volgende blogs weer gewoon terug.

Nu wat algemene opmerkingen over de Deventer Mediazaak.

Eigenlijk gaat de Deventer Mediazaak helemaal niet over de Deventer Moordzaak.

De Deventer Mediazaak is – al dan niet terecht – een kruistocht tegen Maurice de Hond en bevat vele, vele feel good passages over en met Michael de Jong.

In de huidige maatschappelijke context moet je wel gelijk een disclaimer toevoegen en dat doen we dan ook maar.

De betrokkenheid van deze website heeft te maken met de overtuiging dat Ernest Louwes op basis van het dossier niet veroordeeld had mogen worden.

Of hij nu de dader is of niet.

En daarom wordt in deze blog en tweets van hem dan ook niet gezegd dat hij de dader niet is.

Maar hoe anders gaat het er in de Deventer Mediazaak aan toe?

In alle afleveringen wordt Michael de Jong gepresenteerd als iemand die onschuldig is. Daar hebben de makers waarschijnlijk gelijk in, maar zeker weten doen ze dat niet.

Waarom dan toch doen alsof ze dat wel zeker weten?

De hele podcast ademt de sfeer: omdat we weten dat Michael de Jong niet de dader is, weten we dat Ernest Louwes wel de dader is (wat iets anders is dan veroordeeld zijn).

Hetzelfde type redenering dat Maurice de Hond wordt verweten. Dat vindt niet alleen de redactie maar ook twee rechtsfilosofen van Tilburg University.

Het beluisteren van zesdelige podcast was een hele zit. Zeker wanneer je van alle feitelijke details op de hoogte bent.

Maar Annegriet Wietsma was ook niet echt op zoek naar feitelijke details en die hebben we dan ook nauwelijks gehoord.

Veel meningen en suggesties en weinig feiten.

PV uit 2014 van Nationale Recherche pleit Louwes vrij

Op 12 maart 2014 maakte een inspecteur van de Dienst Nationale Recherche een proces verbaal op naar aanleiding van twee expert meetings van forensisch artsen.

Het gezelschap bestond uit vijf forensische deskundigen en een chemicus. Zij kwamen op 11 december 2013 en 18 februari 2014 bijeen vanwege een rapport van de chemicus. Deze had daarin een aantal post mortale verschijnselen beschreven die niet overeenstemden met het tijdstip van overlijden van mevrouw Wittenberg.

Hieronder worden een paar passages uit dit proces verbaal getoond die vrijwel zeker aantonen dat de moord niet op donderdagavond 23 september 1998 tussen 20:37 en 21:00 kon zijn gepleegd.

En waarmee Louwes wordt vrijgepleit.

Het volledige proces verbaal kan hier ook integraal worden gelezen.

De inhoud is ronduit schokkend te noemen.

Laten we eerst even kijken naar de vertroebeling van de cornea (hoornvlies) van het slachtoffer. Er is nog enige twijfel in de conclusie te bespeuren, maar die twijfel op zichzelf is al schokkend.

In de volgende passsage wordt onomwonden vastgesteld dat de wegdrukbaarheid van de lijkvlekken niet verenigbaar is met een overlijden op 23-9. Maar als deze datum niet mogelijk is, dan kan Louwes ook niet de dader zijn geweest.

De livor mortis patronen (lijkvlekken) zijn even overtuigend. Het lichaam is minstens 6 uur na overlijden verplaatst. Ook deze constatering pleit Louwes vrij want die heeft voor die periode een alibi.

In hetzelfde proces verbaal wordt ook een verklaring opgenomen van de schouwarts die geen onderzoek mocht uitvoeren. Hierdoor kon hij onder meer het tijdstip van overlijden niet vaststellen, met veel ellende tot gevolg.

De conclusies en overwegingen van het proces verbaal vatten de inhoud nog eens samen:

Wie deze passages leest, vraagt zich in gemoede af waarmee mr. Aben zich de afgelopen 7 jaar in het herzieningsverzoek heeft beziggehouden.

Zijn conclusie zou toen toch al moeten zijn geweest dat een herziening van de zaak onontkoombaar is?

En dan hebben we het nog niet eens over Het Telefoontje en het DNA-onderzoek.

‘In het pak genaaid’

Toen Louwes door Hof Arnhem voor het eerst tot 12 jaar cel werd veroordeeld was menigeen verbaasd. In het e-book In het pak genaaid staat waarom die verbazing zo terecht was.

Eerst even een korte terugblik.

De artikelen in HP/De Tijd van Stan de Jong hadden al in 2002 voor de nodige onrust gezorgd en dat was alleen maar erger geworden na de publicatie van zijn boek in 2003.

En niet alleen de burger had flinke twijfels, de drie rechters van de rechtbank Zwolle hadden hem al eerder vrijgesproken. Zo erg overtuigend was het bewijsmateriaal dus ook weer niet.

Sindsdien hebben velen het rommelige dossier onder de loep genomen, met vaak schokkende resultaten. Dat begon al met Maurice de Hond met in zijn kielzog een hele rij vrijwillige deskundigen op allerlei terreinen: politiemensen, forensische deskundigen, etc.

Het resultaat was onder meer de website geenonschuldigenvast.nl. Wanneer je deze doorleest, slaat de schrik je om het hart: dat had ook mij kunnen gebeuren.

En je denkt onwillekeurig aan die andere zaken: Lucia de Berk., de Schiedammer Parkmoord, de Puttense moordzaak, Ina Post.

Daar bleef het echter niet bij. Het werd maar niet rustig rond de Deventer Moordzaak. Diverse cassatieverzoeken volgden met wisselende resultaten.

Inmiddels had ook de website deemzet.nl zich op het toneel gemeld.

Een website die zich onderscheidt door gedegen wetenschappelijk onderzoek op uiteenlopende terreinen: forensisch onderzoek, mobiele netwerken, DNA.

Een verademing vergeleken met het onderzoek van politie en OM.

Zo toonde de auteur aan, door diep in de protocollen van mobiele netwerken te duiken (niet zijn expertise) en deze te koppelen aan diverse atmosferische verschijnselen, dat een mobiele telefoon vanaf de A28 wel degelijk een zendmast in Deventer kan bereiken.

Zijn resultaten werden later door TNO bevestigd.

Tot die tijd werd dit door deskundigen steeds voor onmogelijk gehouden.

Alle resultaten van zijn onderzoek, met referenties en al, zijn op de website te lezen.

Op dezelfde grondige wijze dook hij in de complexe materie van DNA, een gebied dat dichter bij zijn expertise ligt.

En ook hier zijn de resultaten ronduit schokkend. Knoeiwerk van het NFI, weggeraakt materiaal, enzovoort.

Als je dit alles leest is het gênant dat mr. Aben – de advocaat-generaal bij de Hoge Raad die al meer dan 9 jaar een herzieningsonderzoek leidde – het toch nog nodig achtte in 2020 een speciaal Cold Case team uit Amsterdam naar het DNA-bewijsmateriaal te laten kijken. (overigens met schokkende onhullingen in 2022)

Hij zou ook eens een blik hebben kunnen werpen op deemzet.nl en had dit trouwens ook veel eerder kunnen doen, want zijn onderzoek liep al sedert 2013.

Voor veel mensen zijn de onderzoeksresultaten van deemzet.nl minder toegankelijk. De materie is vaak ingewikkeld en specialistisch.

Daarom heeft de auteur in zijn gratis boek In het pak genaaid alle onderzoeksonderwerpen begrijpelijk opgeschreven zonder daarbij de nauwkeurigheid geweld aan te doen.

Een goed leesbaar, begrijpelijk en bijna spannend boek.

Aan te bevelen.

Lees het en vraag je af: Kan flinterdun bewijs nog dunner?

Minister Ferd Grapperhaus

Attje Kuiken stelt op 27 maart 2019 over de Deventer Moordzaak Kamervragen aan de minister: schiet het nog een beetje op? De minister antwoordt op 14 mei 2019*.

Mevrouw Kuiken stelde deze vragen niet zo maar.

Mr. Aben doet al sinds juli 2014 herzieningsonderzoek en dan wil je na (toen) zes jaar toch wel eens weten hoe het ervoor staat. Veel burgers van Nederland vinden dat het veel en veel te langzaam gaat.

Na een lange inleiding meldt de minister dat onderzoek is gedaan naar 1. het tijdstip van overlijden, 2. de telefoonverbinding tussen de A28 en 3. DNA-sporen op de blouse van het slachtoffer.

De brief vervolgt dat 1. en 2. enkele jaren geleden zijn afgesloten en dat 3. nog de nodige tijd vergt:

Op dit moment wordt in overleg met de verdediging nog nagegaan of en zo ja welk onderzoek nodig is voor een betere duiding van de resultaten van het onder (3) genoemde DNA-onderzoek.

Vervolgens geeft de minister nog antwoord op een paar vragen over nieuw ontlastend onderzoek waarover de Volkskrant berichtte.

Ondertussen zijn we al weer bijna twee jaar verder en nog steeds is het herzieningsonderzoek niet afgerond.

Weet de minister dat wel en baart dat hem geen zorgen? Vindt hij niet dat het erop lijkt dat het onderzoek opzettelijk wordt getraineerd?

Ook de (nieuwe) president mr. Dineke de Groot van de Hoge Raad zou zich toch ongerust moeten voelen over dit langste herzieningsonderzoek (zie het jaarverslag 2018 van de Hoge Raad)?

* Ondertussen zijn we al weer meer dan twee jaar verder en heeft ook Kamerlid Gidi Markuszower over hetzelfde onderwerp vragen gesteld. Resultaat: nee het schiet helemaal niet op. Zelfs na 8 jaar niet!

Nederlands Juristenblad 2008

Ook in het NJB van 18 juni 2008 werd aandacht besteed aan de Deventer Moordzaak. In een artikel heeft Hieke Snijders-Borst ernstige twijfels over het daderschap van Louwes.

Zoals kan worden verwacht van een gepensioneerd inspecteur vennootschapsbelasting formuleert ze haar opvatting zorgvuldig en nauwkeurig.

In haar artikel legt ze de vinger regelmatig op de vele zere plekken.

Let op: dit artikel is zes jaar eerder verschenen dan het herzieningsonderzoek (2014) dat sedertdien door mr. Aben wordt gedaan.

Over het type verdachte.

Mr. Ernest Louwes was de meest onaannemelijke verdachte die men zich kan voorstellen: een harde werker, zeer toegewijd aan zijn gezin, weinig fantasierijk en op 46-jarige leeftijd nog nimmer van enig kwaad beticht.

Over het type misdrijf.

De moord zelf en het verslepen van het slachtoffer tot vóór het schilderij van haar man, waar zij zevenmaal in de borst is gestoken, wezen op bepaalde emoties die bij Louwes ontbraken. 

Over het type moordwapen

Dit mes was 1,5 km van de woning van mevrouw in een portiek gevonden. Het lemmet was te breed, te dik, te lang en te recht om te kloppen met de steekwonden in mevrouw. Bij later onderzoek werd noch van mevrouw noch van Louwes lichaamsmateriaal op het mes aangetroffen.

Over het handelen van de Technische Recherche.

Eerst nu is vast komen te staan dat kort na de ontdekking van de moord de Technische Recherche één van de belangrijkste voorschriften heeft veronachtzaamd: de stukjes plakfolie om van huid en kleding van het slachtoffer slecht zichtbaar bewijsmateriaal te verzamelen – bijvoorbeeld haren van de dader – zijn diverse malen op het voorpand van de blouse hergebruikt. 

Over de aard en hoeveelheid bewijs.

De wetenschappelijke basis voor het toch al schamele en wankele beetje bewijs tegen Louwes is daarmee geheel vervallen. Het is te hopen dat een gezwinde afhandeling van een derde herzieningsverzoek van hem nu snel een einde maakt aan deze beschamende zaak.

Daarmee zijn de beginselen geschonden van artikel 6 EVRM (…), in het bijzonder van het ‘audi et alteram partem’ en van de ’sub iudice’-regel.

Over het proces Hof Den Bosch.

… Deze schendingen klemmen temeer, wanneer men zich rekenschap geeft dat ook de behandeling indertijd in Den Bosch niet vlekkeloos is verlopen. De verdediging is opvallend weinig tijd gegund om zich te weren (…) heeft het Hof op 9 februari 2004 arrest gewezen: op de veertiende dag dus na de zitting …

Over de Hoge Raad.

… de Hoge Raad gelast een onderzoek en benoemt daartoe een raadsheer-commissaris uit zijn midden (art. 465 Sv), waarna dat onderzoek buiten aanwezigheid van pers en publiek plaatsvindt (art. 466 Sv). Zodoende zijn bij het verzoek van Louwes gegevens uit een geheim gehouden onderzoeksrapport in het geheim onderzocht en zijn nieuwe getuigen ondervraagd op een niet-openbare zitting.

Over de geheimhouding.

… De geheimhouding van de rapporten van het OM van het ‘oriënterend vooronderzoek’ is gemotiveerd met de noodzaak de privacy van derden te beschermen. Maar de feiten en de namen van die derden zijn in een handomdraai te verwijderen zonder tekort te doen aan de inhoud. Het lijkt dan ook evident dat de geheimhouding slechts dient om de incompetentie en andere tekortkomingen van vele betrokkenen en – vooral! – de werkelijke feiten voor het oog van pers en publiek verborgen te houden …

Over de grondbeginselen van de rechtsstaat.

Wie nodeloos een strafrechtelijk onderzoeksrapport geheimhoudt heeft niet alleen een krachtig bewijs geleverd voor de incompetentie van zichzelf en/of van sommige collega’s en/of ondergeschikten, maar ook de grondbeginselen van de rechtsstaat geweld aangedaan.

Dit alles moet de Hoge Raad niet zijn ontgaan?

Dineke de Groot president Hoge Raad

Het streven naar vernieuwing in de rechtspraak is een constante in de carrière van Dineke de Groot, die wil ‘bouwen aan het vertrouwen’ (Volkskrant, 20/11/2020). 

Mevrouw de Groot is benoemd tot president van de Hoge Raad en geeft daarmee leiding aan het hoogste rechtscollege in Nederland.

Vooral dat ‘bouwen aan het vertrouwen’ zal de burger aanspreken – onder andere met het oog op de toeslagenaffaire -, en hij zal daarom hopen dat ze in haar missie slaagt.

Er is ook een andere kwestie die het vertrouwen van de burger danig op de proef stelt: de Deventer Moordzaak.

Het gaat er in dit geval niet om of Louwes nu wel of niet terecht is veroordeeld.

Nee, het is de duur van het herzieningsonderzoek onder leiding van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. Aben die allerwegen tot irritatie leidt.

Ook de nieuwe president moet er toch van opkijken dat dit onderzoek inmiddels buitensporig lang duurt: meer dan 8 jaar.

Misschien is de president van de Hoge Raad niet in de positie om mr. Aben hierover te kapittelen. Daarvoor ontbreekt wellicht een wettelijke basis.

Maar wat zij, als hoogste rechter, zeker kan doen is haar ongenoegen laten blijken over de ongehoord lange duur van het onderzoek.

Die duur doet het vertrouwen in de rechtspraak geen goed.

Ongeacht de conclusie van het onderzoek.

Mr. Aben: hoe moet dat verder na herziening?

Het kan haast niet anders dan dat mr. Aben met een herzieningsverzoek komt. En, gezien de vele ontwikkelingen, dat dit uiteindelijk leidt tot vrijspraak.

Gezien het tempo tot dusver kan het verzoek nog wel even duren. Maar toch, de kans is inmiddels groot dat het die kant opgaat.

En dus vragen mr. Aben, en met hem het OM, zich af hoe het dan verder moet. Wat de consequenties zullen zijn.

Want in dat geval zitten politie en OM plotseling opgescheept met een cold case.

En dat ruim 22 jaar na de moord die helemaal van binnen en buiten is onderzocht.

Het is moeilijk denkbaar dat het OM in deze geruchtmakende zaak alleen maar zou concluderen: jammer, toch leuk voor Louwes!

En vervolgens zou overgaan tot de orde van de dag.

Want als Louwes niet meer als dader wordt gezien, wie is dan wel de dader? Ga er maar aanstaan, na zo’n lange tijd.

Het OM kan dan eigenlijk alleen maar afgaan op dossiers: processen verbaal, laboratoriumverslagen, rapporten.

Maar dat is niet meer voldoende want de zaken liggen nu wel anders dan in 1999.

Bijvoorbeeld. Het is heel goed mogelijk dat er definitief vanuit wordt gegaan dat de moord niet op donderdag 23 september 1999 is gepleegd maar ruim 24 uur later.

Hoe zit het dan met de alibi’s?

Wie zou het een ondervraagde nu kwalijk nemen wanneer die op de vraag:
“Meneer, mevrouw, waar was u vrijdagavond 24 september 1999 na 21 uur?”
zou antwoorden:
“Geen idee joh, dat is bijna 22 jaar geleden!”

En dan moeten getuigen nog wel leven, want veel van de betrokkenen van toen zijn inmiddels al ruim de 70 gepasseerd.

Het is een groot probleem, maar daar heeft mr. Aben dan geen last meer van.

Wettig en overtuigend bewijs

Na meer dan 9 jaar herzieningsonderzoek is het tijd de balans op te maken. Telefoontje, tijdstip overlijden en DNA. Bijna drie keer wordt Louwes vrijgepleit.

Laten we de drie onderzoeksonderwerpen nog even langslopen.

1. Het tijdstip van overlijden

Al in 2014 kwamen de meeste experts in een forensisch team onder meer tot de volgende conclusie:

Er zijn – naar het oordeel van de meeste artsen- aanwijzingen gevonden dat het lichaam van het
slachtoffer een substantieel aantal uur (grofweg 6-24 uur) na de moord is verplaatst.

Dit oordeel pleit Louwes om diverse redenen vrij.

2. Het telefoontje

TNO kwam in 2017 tot de conclusie dat Louwes wel vanaf de A28 ter hoogte van Nunspeet een zendmast in Deventer heeft kunnen bereiken.

Hij zou mevrouw Wittenberg dus wel vanaf de A28 gebeld kunnen hebben zoals hij vanaf het begin heeft verklaard. En hoefde daarvoor niet in Deventer te zijn, zoals het OM steeds stelde.

De aanname van het OM dat hij in Deventer geweest moet zijn, stond daarmee op losse schroeven.

Het alibi van Louwes was dus wel degelijk mogelijk.

3. DNA-onderzoek

Hierover bestaat tussen deskundigen verschil van mening maar het bewijs dat tot de veroordeling leidde, blijkt minder degelijk te zijn.

Eerst werd zonder meer aangenomen dat een vlekje op de kraag van mevrouw Wittenberg duidelijk op het daderschap van Louwes wees.

Maar deze aanname wordt op de website deemzet.nl op wetenschappelijke wijze bestreden. De auteur brengt veel fouten aan het licht die de politie en het NFI tijdens het onderzoek hebben gemaakt.

Niet alleen de behandeling van de blouse (contaminatie) maar ook vaktechnische, inhoudelijke fouten worden in detail aangetoond.

Fouten met desastreuze gevolgen.

Er bestaat dus op zijn minst grote twijfel over het DNA-onderzoek, zelfs bij mr. Aben, de advocaat-generaal bij de Hoge Raad die het herzieningsonderzoek leidt.

Die heeft daarom medio 2019 een Cold Case team gevraagd nog eens naar de gegevens te kijken.

4. Wettig en overtuigend bewijs?

Twee van de drie onderzoeken pleiten Louwes geheel of grotendeels vrij, en over de resultaten van een derde onderzoek bestaat een groot verschil van mening tussen de deskundigen.

De twijfel over het DNA-bewijs is zo groot dat er – ook nu nog – onderzoek naar wordt gedaan.

Kan dan nog wel worden gesproken van overtuigend bewijs?

Is het onderhand geen tijd dat mr. Aben de knoop doorhakt en de Hoge Raad herziening van de Deventer Moordzaak adviseert?

Volkskrant volgt Deventer moordzaak op de voet

Wie bij de Volkskrant een zoekopdracht naar Ernest Louwes doet, wordt getrakteerd op niet minder dan 232 resultaten.

En het gaat niet om kleinigheden. Laten we de twee meest recente berichten nemen.

Op 14 april 2017 ging de krant in op het beruchte telefoontje dat volgens het OM niet vanaf de A28 kon zijn gevoerd.

Onder de kop Dit ging er allemaal mis in de Deventer Moordzaak volgde een artikel dat een geheel nieuwe wending aan de zaak gaf:

Het onderzoeksinstituut TNO concludeert nu dat het alibi van de veroordeelde, Ernest Louwes, kan kloppen.

Hoe zat het ook al weer?

Louwes had vanaf het begin volgehouden dat hij een kort mobiel gesprek met mevrouw Wittenberg had gevoerd vanuit zijn auto op de A28 in de buurt van Nunspeet.

Hij was niet in Deventer. Dat was zijn alibi.

Onmogelijk, volgens het OM. De zendmast in Deventer was door Louwes’ mobiele telefoon aangestraald.

Dus hij moest op dat moment in Deventer zijn geweest. Het OM noemde hem vervolgens leugenachtig en wees hem als de dader aan.

Maar het kon dus wel, zo stelde TNO nu dus vast.

Het volgende bericht stond in de krant van 27 maart 2019: Nieuw ontlastend bewijs in de Deventer moordzaak.

Het ging onder meer in op een proces verbaal dat in 2014 was opgemaakt van twee vergaderingen van forensische experts.

Hun conclusie luidde dat aanwijzingen aan het slachtoffer erop wezen dat het tussen de 6 en 24 uur na het tijdstip van overlijden moest zijn verplaatst. In dat geval was het uitgesloten dat Louwes de dader was geweest.

Op twee cruciale onderdelen werd Louwes vrijgepleit en in een derde onderzoek (DNA) verschilden experts zo van mening dat al sinds medio 2019 een Cold Case team nog eens naar de gegevens kijkt.

Wat moet er nog meer gebeuren om een herzieningsverzoek te honoreren?

Vragen aan de minister in voorjaar 2019

Op 27 maart 2019 stelde Kamerlid Attje Kuiken vragen over de Deventer Moordzaak naar aanleiding van een artikel in De Volkskrant: Nieuw ontlastend bewijs in Deventer moordzaak.

Maar lees eerst even het hilarische debat in de Tweede Kamer tussen een paar Kamerleden en de Minister van Onderwijs in het boek Pieter Bas van Godfried Bomans en zoek de overeenkomsten (kluitje in het riet).

En dan de vragen en antwoorden over de Deventer Moordzaak.

Er waren twee belangrijke vragen (zie de pdf-file):

  1. Kent de minister van Justitie en Veiligheid dit bericht, en
  2. Wat is de stand van zaken van het herzieningsonderzoek van de Hoge Raad in de zogenoemde Deventer moordzaak?

Op 16 mei 2019 komt het antwoord van de minister. Natuurlijk kende hij het bericht, was zijn antwoord op de eerste vraag.

Over de tweede vraag deed hij aanmerkelijk langer en dat is vaak geen goed teken. Er was sprake van drie onderzoeken.

Een onderzoek naar het tijdstip van overlijden (forensisch-pathologisch onderzoek) is enkele jaren geleden afgerond, zo meldde hij.

Dat is ook het geval met het tweede (forensisch-technisch) onderzoek naar het beruchte telefoontje. Kon Louwes op die avond met zijn mobiele telefoon vanaf de A28 een zendmast in Deventer bereiken?

Dus ook afgerond, volgens de minister.

Dan resteert er nog een laatste onderzoek naar DNA-aspecten en dat is in beginsel afgerond.

In beginsel afgerond.

Let wel, dit antwoord wordt gegeven in mei 2019, bijna twee jaar geleden. En nog is het onderzoek in beginsel niet afgerond.

Is de vragenstelster nu, ruim anderhalf jaar later, tevredengesteld?

Cold Case team

Pas na 6 jaar heeft mr. Aben in het kader van het onderzoek in de Deventer Moordzaak een Cold Case team de opdracht gegeven ook nog eens naar het DNA-onderzoek te kijken.

Wie de website deemzet.nl leest, begrijpt niet dat er nog veel moet worden onderzocht. De auteur heeft van drie onderdelen veel werk gemaakt: mobiele telefonie, tijdstip van overlijden en DNA.

Over het onderwerp mobiele telefonie (in verband met het telefoontje vanaf de A28) komen we later nog te spreken.

In deze bijdrage zullen we het hebben over het DNA-onderzoek. Niet over het onderzoek zelf, want voor leken is dit (te) zware kost.

Wie hierover toch het naadje uit de kous wil weten moet vooral de website er op nalezen. Ook kan het boek van Ton Derksen worden gebruikt. Die gaat er wat minder diep op in en dat boek is iets gemakkelijker te verteren.

De auteur van de website heeft zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt. In een serie hoofdstukken geeft hij een gedetailleerd inzicht in de chemische aspecten van DNA en waarom DNA een zo belangrijk hulpmiddel is.

DNA

En natuurlijk heeft hij het ook uitgebreid over het DNA dat op de blouse is aangetroffen. Was het afkomstig van Louwes of van het slachtoffer, of van beide tegelijk (mengsporen)? Waren het sporen die in het alledaagse, vreedzame leven voorkomen (spreken met consumptie, licht aanraken) of geweldssporen?

Allemaal zaken die uitgebreid aan bod komen.

Een belangrijk aspect is het begrip contaminatie. Sporen die aanvankelijk niet op bepaalde plaatsen op de blouse voorkwamen, bleken daar later toch door een onoordeelkundige of slordige behandeling (bijvoorbeeld opvouwen) te worden aangetroffen en dat bemoeilijkt hun betekenis vast te stellen.

Cold case team

Waarom dit alles hier te berde wordt gebracht is omdat dit onderwerp ook tijdens het interview van De Stentor met mr. Aben ter sprake komt.

Mr. Aben had tijdens zijn onderzoek al eens een second opinion laten uitvoeren. Advocaat Mr. Knoops had bezwaar aangetekend tegen de wijze waarop dit was gedaan. Het OM zou de onderzoeker teveel hebben gestuurd en te weinig aanvullende informatie hebben gegeven.

Hierop zegt mr. Aben:

Daar ben ik het niet mee eens en ik heb ook besloten niet nog eens nieuw dna-onderzoek te laten doen. Daardoor belandde ik met Knoops in een impasse. Als compromis hebben we toen dat coldcaseteam gevraagd nog eens alles wat afstandelijker te bekijken en te beoordelen of we toch nog iets gemist hebben.

Wanneer mr. Aben er met zijn onderzoek echt op uit is de onderste steen boven te krijgen, zou hij niet alleen een Cold case team moeten vragen ‘er nog eens naar te kijken’, maar zou hij het tevens de opdracht moeten geven in contact te treden met de auteur van de website.

En niet alleen om ‘er nog eens naar [te] kijken’.

Maar uit het interview kan die instelling niet worden opgemaakt. Eerder lijkt het zijn bedoeling de zaak te laten doodbloeden.

Kan kortgedingrechter mr. Aben dwingen?

Mr. Aben geeft nu al 8 jaar leiding aan een onderzoek in de Deventer Moordzaak. Bestaat er geen wettelijke termijn voor zo’n onderzoek?

Uit een brief van 4 juli 2014 blijkt dat mr. Aben geheel zelfstandig heeft besloten het onderzoek te doen. Weliswaar adviseerde de ACAS (Adviescommissie afgesloten strafzaken) daartoe en ook mr. Knoops had daarom gevraagd, maar Aben heeft daartoe zelfstandig besloten.

En dat is het dan.

De buitenwereld verneemt jarenlang niets over de voortgang van het onderzoek. En dat is een voedingsbodem voor geruchten. Een expert team zou zich gebogen hebben over het tijdstip van overlijden (op vrijdagavond in plaats van donderdagavond), maar de uitkomst van dat overleg is pas via de Volkskrant bekend geraakt.

Ook zou de KPN-deskundige die het onmogelijk achtte dat een mobiele telefoon vanaf de A28 een zendmast in Deventer zou kunnen bereiken, na vele jaren toch zijn ongelijk hebben erkend.

En dan, na zeven jaar, in september 2019, verschijnt een interview met mr. Aben in De Stentor. Hij bevestigt dat hij een Amsterdams Cold Case team opdracht heeft gegeven nog eens naar het DNA bewijs te kijken.

Misschien is er wat over het hoofd gezien? Maar hij verwacht er niet veel van, zo lijkt de lezer uit zijn woorden te kunnen opmaken.

Daarna is het weer bijna 2 jaar stil.

Hoe lang kan mr. Aben dit volhouden? Kennelijk bestaat er geen wettelijk voorgeschreven termijn voor een herzieningsonderzoek.

Maar een redelijke termijn ligt vanzelfsprekend zeer wel voor de hand en 8 jaar is daarvan een buitensporige overschrijding. Is er in zo’n geval wellicht sprake van onzorgvuldig handelen van de staat, zo vraagt de juridische leek zich af?

Louwes zou, als hij dat wil, een kortgedingrechter kunnen vragen zich hierover uit te spreken. Of een termijn van 8 jaar in zijn/haar ogen nog redelijk mag worden genoemd.

Een uitspraak die niet op de zaak zelf ingaat, maar die mr. Aben aanspoort alsnog vaart te zetten met zijn onderzoek en zeer spoedig verslag te doen van het resultaat.

Maar Louwes is de enige die de kortgedingrechter om een oordeel kan vragen en dat moet hij na zoveel jaren wel willen. Misschien is bij hem de rek eruit.

Donderdag of vrijdag: een wereld van verschil

Rechters en raadsheren hebben steeds aangenomen dat de moord in de Deventer Moordzaak op donderdagavond is gepleegd maar dat was slechts een aanname.

Ze konden ook niet anders want er was geen schouwrapport. Een nauwkeurig tijdstip kon dus niet worden vastgesteld. Dit had elke rechter moeten alarmeren.

Er zijn inmiddels sterke aanwijzingen dat de moord niet op donderdagavond maar op vrijdagavond heeft plaatsgevonden. Vooral op de website www.deemzet.nl worden hiervoor veel steekhoudende argumenten aangedragen.

Het verschil is slechts 24 uur maar het heeft grote consequenties. Dat Louwes de dader zou zijn geweest op donderdag was al hoogst twijfelachtig, maar een moord op vrijdagavond zou hem gewoon vrijpleiten.

Dat vindt ook advocaat-generaal mr. Aben, maar in een interview met De Stentor houdt hij nog een slag om de arm.

Er zijn dus geen medische gegevens om dat [donderdag of vrijdag] definitief vast te stellen. Alleen tactische informatie, zoals een volle brievenbus met post van vrijdag en afspraken die de weduwe op vrijdag niet nakwam. Ik kan nog niks zeggen over de bevindingen van de huidige onderzoekers. Maar als zou blijken dat ze pas op vrijdag is overleden, is er op dit punt een probleem met de bewijsvoering.

Er kan over de vele medisch-forensische gegevens die onder andere op de website www.deemzet.nl worden aangedragen worden gediscussieerd maar het zijn wel degelijk argumenten die wijzen op een tijdstip van overlijden op vrijdagavond.

Mr. Aben hoeft dus zeker niet alleen af te gaan op tactische informatie. Hij heeft ook de medisch-forensische argumenten van de forensische deskundigen ter beschikking maar daarover kan mr. Aben helaas ‘nog niks zeggen’, nog steeds niet.

Wel merkt hij zuinigjes op dat er met ‘vrijdag’ ‘een probleem met de bewijsvoering is’.

Hij kan het kennelijk niet opbrengen om een steviger uitspraak te doen.

Mr. Aben over het beruchte telefoontje

Louwes werd verdacht toen bleek dat hij op donderdagavond 23 september 1999 om 20:37 uur een mobiel gesprek van 16 seconden met mevrouw Wittenberg had gevoerd.

Dit bracht Louwes in de problemen, omdat KPN meldde dat zijn mobieltje een telefoonmast in Deventer had aangestraald. Hij moest dus in of in de omgeving van Deventer zijn geweest.

Volgens het OM.

Louwes ontkende dit en heeft vanaf het eerste begin verklaard dat hij het gesprek had gevoerd toen hij in een file op de A28 stond, tussen Harderwijk en ’t Harde.

Dat was onmogelijk, volgens de experts van KPN.

Maurice de Hond en vooral de website deemzet.nl hebben aangetoond dat onder bepaalde atmosferische omstandigheden het gesprek wel degelijk vanaf de A28 kon zijn gevoerd en dat die omstandigheden zich op het moment van het gesprek hadden voorgedaan.

Twee tegengestelde standpunten dus die van doorslaggevend belang zijn voor de schuldvraag: volgens de lezing van het OM kon het niet anders dan dat Louwes de moord had gepleegd, maar volgens de lezing van Louwes zou hij de moord niet hebben kunnen plegen.

Tijdens het interview in september 2019 met De Stentor wordt advocaat-generaal mr. Aben gevraagd of er volgens hem sluitend bewijs bestond voor de lezing van Louwes. Volgens mr. Aben niet.

Nee. De weersomstandigheden van toen geven inderdaad aan dat het mogelijk is dat Louwes veel verder weg was en zijn telefoon toch op de mast in Deventer aanstraalde. De kans wordt geschat op zo’n 5 procent dat hij niet in de buurt van Deventer was. Voor een advocaat is dat voldoende om twijfel te zaaien. Dus hier heeft advocaat Knoops een punt.

(Lees wat een coldcaseteam hierover in 2022 meldde).*

5% kans op onschuld! Een juridische leek weet niet hoe rechtbanken en mr. Aben 5% kans op onschuld waarderen. Betekent 5% kans op onschuld ook 95% overtuiging van schuld?

Vrouw sterft bij spelletje Russische roulette | Bizar | AD.nl
Met 20 cilinders is het niet zoveel ongevaarlijker.

Zou een rechter zonder zweet op zijn voorhoofd en bevende wijsvinger Russische roulette willen spelen met een revolver met 20 cilinders, waarvan slechts 1 cilinder een echte kogel bevat?

Daarbij komt dat er nog zoveel meer omstandigheden zijn waarbij twijfel of onzekerheid dominant is.

Zo wordt met een Monte Carlo simulatie aangetoond (zie Een moord plegen kost tijd) dat het vrijwel onmogelijk (ongeveer 0.07%) is dat Louwes voldoende tijd had om de moord te plegen (van de Jaarbeurs naar Deventer reizen, auto parkeren, naar Zwolsestraatweg lopen, moorden, plaats delict grondig reinigen, terug naar de auto, en naar huis, etc.) en toch op tijd thuis in Lelystad te zijn.

Vormen al deze onzekerheden tezamen toch voldoende grond voor raadsheren om het bewijs wettig en overtuigend te vinden?

* In het verslag van het coldcaseteam (juni 2023) wordt gemeld dat ook bij gewone atmosferische omstandigheden een mobiele telefoon zendmasten kan aanstralen die op meer dan 100 km afstand staan:
‘Nu blijkt dat de mobiele telefoons van de rechercheurs die de route nareden masten aanstraalden die nog veel verder stonden dan die in Deventer, op afstanden van respectievelijk 108 en 61 kilometer. Maar de originele lijst waarop de aangestraalde masten staan, is buiten het procesdossier gehouden. De verder weg gelegen masten, die ontlastend zouden zijn voor Louwes, zijn weggelaten uit de processen-verbaal over die nagereden routes.’

Onderzoek duurt wel heel erg lang

Ook advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. Aben vindt dat zijn onderzoek heel lang duurt.
Maar het is een complexe zaak, vindt hij.

In het interview met De Stentor van september 2019 valt de interviewer opnieuw met de deur in huis en vraagt aan mr. Aben:

“Duurt uw onderzoek in de Deventer Moordzaak niet heel erg lang; het is al in 2014 begonnen.”

De advocaat-generaal mr. Aben denkt hier toch anders over.

Jawel, maar je begint ook niet meteen met onderzoeken. Je roept een begeleidingscommissie in het leven met de rechter-commissaris, de verdediging, een officier van justitie en stelt dan vast waar je staat en hoe je verder moet. De verdediging vraagt om het onderzoek en stelt veel vragen. Ik ben zelf ook altijd veel te optimistisch en denk dat het sneller kan, maar met dna-onderzoek ben je zo drie, vier jaar verder. Je moet eerst allerlei deskundigen zoeken en selecteren op geschiktheid, zij moeten zich vervolgens inlezen en aan de slag gaan. Er vallen deskundigen af en je zoekt nieuwe. Zo kan het tot je schrik gebeuren dat je vijf jaar verder bent. Maar ik weet nog steeds niet wanneer we klaar zijn.

Laten we zijn onderzoek van de afgelopen jaren tot heden (januari 2021) ontleden. Waar wordt al die tijd dan aan besteed in de complexe Deventer Moordzaak?

ActiviteitHoe lang?
Oproepen begeleidingscommissie9 maanden, want dat is de tijd die ervoor staat.
Vaststellen waar je staat en hoe je verder moet6 maanden, want onderschat het vele denkwerk niet.
Verdediging vraagt om onderzoek …Met het vragen om onderzoek is het onderzoek begonnen, dat telt dus niet.
… en stelt veel vragen12 maanden. Weliswaar zijn de veroordelingen steeds ‘overtuigend’ tot stand gekomen, maar ja, misschien was het bewijs toch niet zo overtuigend. Dat moet dus goed worden uitgezocht.
Met DNA-onderzoek ben je zo drie, vier jaar verderSpecificatie volgt.
Zoeken van allerlei deskundigen18 maanden, want ja, waar vind je in Nederland DNA-deskundigen? Virulogen genoeg, maar …
Selecteren op geschiktheid6 maanden, iedere HR-medewerker weet hoe moeilijk dit is.
Inlezen door deskundigen12 maanden, het is een complexe zaak, ook voor deskundigen.
Deskundigen vallen af en je zoekt nieuwe12 maanden, zie boven.
Met de 75 maanden tot heden zijn we er nog nietWe zitten pas op 6.25 jaar, valt dus nog mee. Aben kan rustig de tijd nemen.

Laten we vooral niet vergeten dat het hier gaat over een zaak die al grondig is bekeken (helaas lang niet altijd foutloos) en die wettig en overtuigend is bewezen. Overtuigend en toch moet het meer dan 6.5 jaar duren om alles nog eens rustig na te lopen?

Laten we de complexiteit van de Deventer Moordzaak eens vergelijken met een paar andere ‘complexe’ zaken:

ActiviteitHoe lang?
Wat doet een studente geneeskunde in 6 jaar?Studeert, doet practica, coschappen en wordt eindelijk basisarts.
Wat doet Andrew Wiles1 in iets meer dan 6 jaar?Bewijst de laatste stelling van Fermat.
Wat doet Bletchley Park2 in minder dan 6 jaar?Decodeerttijdens WO2 talloze Duitse Enigma-berichten.
Wat gebeurt na een vliegtuigcrash in 6 jaar?Tussen de vele wrakstukken wordt de kleinste oorzaak gevonden.
Wat doet bouwconsortium PUMA voor Havenbedrijf Rotterdam in 6 jaar?Legt Maasvlakte 2 aan voor minder dan 3 miljard euro.
Wat doen wegenbouwers van de A13/A16 in 6 jaar?Heel, heel veel, en binnen 6 jaar (2024) is de weg klaar.
Wat doet het Manhattan Project in iets minder dan 6 jaar?In Los Alamos wordt de weliswaar omstreden atoombom ontwikkeld.
Wat deden onderzoekers in encryptie in 6 jaar?3Ontwerpen complexe private/public key algoritmen die wereldwijd worden toegepast.
Wat doet de auto-industrie in 6 jaar?Ontwikkelt productielijnen voor betaalbare elektrische auto’s en verbetert accu’s.
Wat doet Isaac Newton in minder dan 6 jaar?4Schrijft een boek over de ‘wetten van Newton’ en houdt jaren over voor een boek over optica.

Maar dit alles is lang niet zo complex als mr. Abens onderzoek in de Deventer Moordzaak. Daarom moet hij er veel langer over doen.

  1. Wat belangrijke wiskundigen gedurende drie eeuwen vergeefs hadden geprobeerd,lukte Wiles wel. Hij bewees de laatste Stelling van Fermat: De formule an+bn=cn met a, b, c natuurlijke getallen gaat alleen op voor n = 2.
  2. Vooral in Bletchley Park wisten tijdens WO2 duizenden personen van diverse pluimage onder leiding van de wiskundige Alan Turing de Enigmaberichten te decoderen.
  3. Onder meer het betalingsverkeer is mogelijk door de nieuwste public/private key encryptie-methoden.
  4. In 17e eeuw ontwikkelde Isaac Newton de differentiaal- en integraalrekening en was tevens grondlegger van de klassieke mechanica.

Mr. Aben over de schouwarts

Wettig en Overtuigend bewezen in de Deventer Moordzaak? Is in een aantal voorbeelden overtuigend wel op zijn plaats?

Deze keer de schouwarts en het rapport dat hij opgemaakt zou moeten hebben.

Op zaterdagmiddag 25 september 1999 werd mevrouw Wittenberg door de politie dood in haar huis aangetroffen. De schouwarts moest de doodsoorzaak vaststellen maar ook een aantal voorlopige onderzoeken doen.

Hij moest bijvoorbeeld de lichaamstemperatuur meten om een zo precies mogelijk tijdstip van overlijden te bepalen. Maar dat is niet gebeurd met grote gevolgen.

We laten advocaat-generaal mr. Aben over dit cruciale onderzoek aan het woord in een interview met De Stentor in september 2019.

Waarom is de lichaamstemperatuur niet gemeten?

mr. Aben:
“Direct meten levert inderdaad het meest betrouwbare resultaat op, maar dat is dus niet gebeurd. Waarom niet? Dat kan ik niet beoordelen. Dat speelde allemaal in 1999, ik onderzoek de zaak pas sinds 2013. We hebben het wel aan de schouwarts van destijds gevraagd en hij vertelde dat hij alleen maar de ruimte kreeg om de dood vast te stellen. Daarna wilde de politie snel en ongestoord verder kunnen werken. Dat soort verhalen hoor je uit die tijd wel vaker. Er is in de twintig jaar daarna veel veranderd bij de technische recherche. We weten nu veel meer dan toen. Met de kennis van nu was dat destijds waarschijnlijk zorgvuldiger gebeurd.”

Elke forensische leek weet dat het bij moord van groot belang is het tijdstip van overlijden zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen. Al in detectiveseries uit de jaren zestig is de eerste vraag aan de schouwarts: ‘Wanneer is het slachtoffer overleden?’ Niet zo vreemd: alibi’s hangen ervan af.

Ook in deze zaak speelt dat tijdstip een cruciale rol omdat het tot op de dag van vandaag een punt van onderzoek is.

Waarom hebben rechters in de opeenvolgende processen hierover niet doorgevraagd.

Hoe kan dat nu, geen schouwrapport, hoe weet het Openbaar Ministerie dan dat de moord donderdagavond is gepleegd en niet bijvoorbeeld vrijdagavond?

Dat hebben de rechters nagelaten, maar toch achten de rechters de moord wettig en overtuigend bewezen. Tja.

Tenslotte
Mr. Aben doet ruim 20 jaar later nogal laconiek over deze enorme blunder.

Zijn opmerking: “dat speelde allemaal in 1999. Ik onderzoek de zaak pas sinds 2013”, doet denken aan de legendarische uitspraken van getuige Nobbe in de Van Kooten en De Bie Verhoren in Draaikonten:  

NobbeLaat ik het zo zeggen, meneer van Kooten, als ik tijdens mijn tijd, eh, bij het Rampenfonds zou hebben gezeten, ja? Dan is er nooit iets gebeurd.
Van KootenDus, dus tijdens uw tijd bij het Rampenfonds…
Nobbe…nooit iets gebeurd. Alles was altijd voor of na mijn tijd.