Jaap Visscher leidde het onderzoek in de Deventer Moordzaak. Reden voor De Stentor hem in het kader van de vierdelige podcast over deze slepende zaak te interviewen. Nog steeds is er bij Visscher geen spoor van twijfel.
Weliswaar is er volgens advocaat-generaal Aben geblunderd, maar Visscher vindt dat zijn team het maximale gedaan heeft en blijft bij zijn mening dat Ernest Louwes de dader is.
Dat komt niet vaak voor: veel blunders begaan en toch het juiste resultaat krijgen. Zie bovenstaand voorbeeld.
Dus zijn opvatting is opmerkelijk. Kijk eens rustig naar zijn antwoorden op de vragen van de interviewer.
Deze wil wat weten over de term tunnelvisie. Was daar ook hier sprake van? De vraag wordt open gesteld.
“Bij politieonderzoeken valt vaak de term ‘tunnelvisie’. De politie is dan veel te veel gericht op één mogelijke dader en zoekt daar dan het benodigde bewijs bij. Is dat hier ook gebeurd?”
Het antwoord laat zich raden.
Nee, zeker niet. Zo’n onderzoek begint heel breed, dat zie je niet allemaal in het dossier terug
Nee, dat zie je in het dossier inderdaad niet terug. Wie het bijna van uur tot uur bijgehouden Tactisch Journaal leest, ziet dat er maar even enkele personen in het vizier van de politie komen en dat die even snel uit het dossier verdwijnen als ze erin kwamen.
Ook later is nauwelijks aandacht aan deze potentiële verdachten besteed.
Uiteindelijk, na die paar potentiële verdachten werd Louwes als verdachte aangemerkt. De interviewer wilde weten hoe ze daar zo op waren gekomen.
“Wat was voor jullie het overtuigende bewijs?”
Het financiële motief was heel duidelijk.
Visscher had kunnen antwoorden dat in zulke zaken ook naar mogelijke financiële motieven wordt gekeken. En Louwes was financieel adviseur en executeur-testamentair, en dat zijn dan mogelijke aanknopingspunten. Dus ga je daar eens naar kijken.
Maar dat zei hij niet. Nee, het financiële motief was heel duidelijk. Maar zo duidelijk was het niet. Het Hof Den Bosch verwierp dit motief.
Hoezo heel duidelijk?
De interviewer brengt dan Het Mes ter sprake. Dat zou het moordwapen zijn.
“Maar het mes was ook een belangrijk bewijsstuk. Met de geurproef bleek alleen nogal geblunderd te zijn, waardoor het mes het moordwapen niet kon zijn. Hoe kan dat?”
Visscher had hier met zijn antwoord realiteitszin kunnen tonen. Dat het inderdaad vreemd was een op 1 kilometer afstand in een portiek gevonden mes als het moordwapen te bestempelen, dat de hele procedure met de geurproef klungelig was opgezet en dat er uiteindelijk ook nog sprake was van fraude door de beëdigde ambtenaren die de proef uitvoerden.
Maar hij komt met een lang verhaal over de wijze waarop de geurproef was uitgevoerd en dat deze werkwijze volgens de nieuwe regels niet meer mag.
Nee, Visscher en zijn collega’s hebben toentertijd geblunderd en dat hebben ze nog niet afgeleerd.