Het ochtendbezoek

Cruciaal in het verweer van Louwes was het bezoek dat hij op donderdagmorgen aan mevrouw Wittenberg had gebracht. Na eerdere ontkenning bevestigde de recherche dit.

Voor de aanwezigheid van DNA van Louwes op de blouse werd door de verdediging een duidelijke en toetsbare verklaring gegeven (speekseldepositie). Die verklaring werd evenwel niet getoetst, het NFI kwam met eigen verklaringen.

En dus claimde advocaat-generaal mr. Annemarie Brughuis nog tijdens het herzieningsproces Den Bosch:

Daar komt bij dat ik kan aantonen dat verdachte op 23 september 1999 niet in de ochtend bij het slachtoffer is geweest, zodat hij toen niet zijn DNA-materiaal kan hebben achtergelaten.

Er zijn echter niet minder dan 12 belangrijke aanwijzingen dat het bezoek wel degelijk heeft plaats gevonden:

1. de notitie in haar agenda;
2. de mededeling van een getuige op 26 september 1999;
3. een telefoongesprek op 22 september 1999 waarin hij de afspraak voor donderdagmorgen maakte;
4. de grafbrief in Louwes’ archief die hij bij mevrouw Wittenberg had opgehaald;
5. Louwes wist van afspraak mevrouw Wittenberg met huisarts;
6. Louwes wist van de ladders bij de buurman;
7. Louwes wist van het gebruik van spiritus van de werkster;
8. de telefoongesprekken die hij met kantoor voerde vanuit Deventer waarin hij vraagt naar inkomensgegevens van zijn cliënt;
10. een vervolgafspraak in Deventer;
11. inkomensgegevens doorgegeven;
12. de uiteindelijk duidelijke verklaringen van de werkster.

Lees verder in de beeldbank bij de foto’s 4 en 5. Ook de andere foto’s zijn de moeite waard.

3 thoughts on “Het ochtendbezoek

  1. Om de bizarre gevoeligheid van de dominante ‘bewijzen’ in deze zaak te illustreren: als Louwes’ 20:36 telefoontje die avond niet toevallig door de GSM-mast in Deventer was opgepikt maar door de dichtstbijzijnde mast, dan had mevrouw waarschijnlijk omgekeerd geredeneerd, dit lijstje gemaakt en hieraan toegevoegd:

    13. Louwes’ DNA zat op de blouse van de weduwe.

    en vervolgens geconcludeerd: “Dus we weten nu zeker dat Louwes ‘s ochtends op bezoek is geweest, een sterk alibi voor de avond heeft want hij reed volgens onze GSM-gegevens echt op de A28 en dus moet hij door consumptie zijn DNA op de blouse overgebracht hebben. We kunnen hem dus nu vrij zeker uitsluiten als verdachte.” (hetgeen technisch natuurlijk net zo goed niet klopt, maar in deze ‘Hineininterpretierung” was er vast verder niemand in atmosferische storingen op die avond gedoken…).

    Veel mensen uit het “Louwes did it”-kamp gebruiken als argument dat het allemaal veel te toevallig is dat Louwes’ telefoontje die avond door hele bijzondere atmosferische omstandigheden nu net de Deventer mast aanstraalde. Of dat nu net die avond zich vergiste in hoe laat hij thuiskwam. Of dat hij nu net die avond een afslag van de A28 miste, of dat zijn DNA nu net door consumptie die ochtend overgebracht zou. Echt niemand kan zoveel pech hebben, dus jullie pogingen om twijfel te zaaien over de bewijsvoering tegen hem zijn gewoon absurd en zelfs een beetje lachwekkend.

    Als Louwes onschuldig is dan heeft hij op zich inderdaad veel pech gehad. Hij heeft als laatste getuige de weduwe gesproken, is net als executeur voor een stichting aangewezen zijn terwijl je client vermoord wordt, net de verkeerde route naar huis gereden hebben die avond, etc. Maar “pech” moet je hier in de context plaatsen van de lastige noodzaak je in detail te moeten verweren tegen hele stellige verdenkingen van de recherche (waarvan ik de initiele logica overigens best kan begrijpen).

    Met name de gepercipieerde ‘pech’-elementen, die ontstaan vanuit het noodzakelijke verweer tegen de stellige verdachtmakingen van een in Deventer aangestraalde GSM-mast en het gevonden DNA van Louwes op de blouse, hebben een bijzonder karakter. In beide gevallen gaat het namelijk om beta-experts die alfa-juristen (zowel AGs, rechters als advocaten) moeten adviseren en overtuigen over de interpretatie en de hardheid van deze observaties. Daar is op zich helemaal niets mis mee en dit gebeurt dagelijks, maar als Louwes onschuldig blijkt te zijn, dan zijn het de ‘onterechte stelligheden’ van deze beta-experts die het gewonnen hebben van het ‘beta-kritische onvermogen’ van de alfa-juristen die zijn lot bezegeld hebben.

    “La science commence par la doute” en wetenschappers horen altijd te blijven twijfelen en dit ook te reflecteren in hun advies zeker als het gaat om een zware zaak als deze. De GSM-man is inmiddels op zijn schreden teruggekeerd en de redelijke mogelijkheid van het aanstralen van de Deventer mast is nu formeel erkend. De DNA-man lijkt echter, als ik hem in de meest recente podcasts beluister, steeds stelliger in zijn oordeel te worden. Ik kan me hierbij ook wel iets voorstellen: als door jouw stellige expert-advies iemand mogelijk voor 12 jaar onterecht (ik zeg hier niet onschuldig) in de cel belandt, hoe moeilijk wordt het dan om te zeggen “tja, dat heb ik achteraf gezien misschien toch iets te stellig geformuleerd; contaminatie kunnen we inderdaad niet uitsluiten gezien hoe de blouse behandeld is en er zijn inderdaad meer opties hoe dat DNA op die blouse terecht kon komen”. Dat lijkt me psychologisch best een lastig proces om doorheen te moeten.

    Maar eerlijk is eerlijk, de Hoge Raad heeft een nieuw DNA onderzoek in Engeland laten uitvoeren, ook nog eens het voorkeursland voor dit soort testen volgens prof. Koppen. Dit onderzoek ondersteunde kennelijk de visie van de DNA-man over een misdaadgerelateerde DNA-overdracht, maar het contaminatieprobleem blijft natuurlijk. Nu is het wachten op nog een onderzoek uit de US. Ik ben benieuwd.

  2. In deze zaak traden drie DNA-deskundigen op. Eén daarvan was eigenlijk helemaal geen DNA-deskundige, maar een chemisch analist met een cursus bloedsporen. Hij zag in de sporen een verband met het uitgeoefende geweld.
    Twee andere specialisten hadden een universitaire achtergrond en bepleitten terughoudendheid omtrent de stelling, dat het DNA per se gewelddadig werd overgebracht.

    Raad eens, aan welk geluid het Hof van alfa-deskundigen de voorrang gaf?

  3. Louwes had, net zoals ikzelf, gedurende vele jaren last van zogenaamde nijnageltjes, dat zijn uitgroeiseltjes naast de nagels. Omdat ze neigen pijnlijk in te scheuren als je iets raakt is de natuurlijke neiging om ze kort af te bijten. Enfin door de mini-infecties die sowieso ontstaan zitten dan je eigen handen vol met eigen DNA. Gecombineerd met Louwes’ vochtige spraak levert dat een DNA-superspreader op, waarna een verband tussen DNA en daderschap niet meer kan worden gelegd.

Laat een antwoord achter aan demo Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *