Juridisch is de kous af; ook bij de burger?

De Hoge Raad heeft op 19 december 2023 besloten dat de onherroepelijke veroordeling van Ernest Louwes in de Deventer moordzaak niet wordt herzien. Ons hoogste rechtsorgaan heeft daarmee een eind gemaakt aan deze geruchtmakende moordzaak (tenzij weer een nieuw herzieningsverzoek wordt gedaan). In ons rechtssysteem is daarmee juridisch de kous af. Maar wat vindt de belangstellende burger ervan? Wat vindt hij van het oordeel van de Hoge Raad? Vindt hij het zorgvuldig en juist? Dat is zeer de vraag.

Dit is van groot belang voor het vertrouwen van de burger in ons rechtssysteem en in de Hoge Raad in het bijzonder.

In zijn boek Het falen van de Hoge Raad is de auteur Prof. Ton Derksen allerminst te spreken over de prestaties van deze instantie in andere zaken. Hij toont aan de hand van vele voorbeelden aan dat de Hoge Raad in zijn uitspraak vaak geen aandacht besteedt aan belangrijke aangevoerde argumenten of die zelfs niet eens noemt.

Ook in de herzieningsprocedure van de Deventer moordzaak wordt de uitspraak slechts globaal besproken of blijft een toelichting zelfs achterwege. Dit tot ergernis van degenen die naar een degelijk oordeel hadden uitgekeken. Uiteindelijk is het de Hoge Raad die spreekt.

Deze moordzaak die al 25 jaar voortduurt is complex en gaat over steeds kleinere maar niet minder belangrijke details. Men kan dit zelf vaststellen op de website deemzet.nl.

Zo is veel aandacht besteed aan de werking van het mobiele netwerk in 1999, is het DNA-bewijs tot in de finesses onderzocht, is zelfs de werkwijze van OM en de politie onderzocht . Voor dit laatste is zelfs een speciaal coldcase team in het leven geroepen met deskundige forensische rechercheurs. In hun rapport hadden zij heel veel kritiek op de wijze waarop de zaak, zeker en vooral in het begin, werd behandeld. De goede lezer bespeurde vaak twijfel bij het CCT over de gang van zaken. Dus zijn bij de burger de verwachtingen hoog gespannen. Wat vindt de Hoge Raad hier nu van?

Prof. Ton Derksen toont in zijn reactie op de Conclusie van mr. D.J.C. Aben (pagina 6 en verder) op overtuigende wijze aan dat Ernest Louwes de moordenaar niet kan zijn geweest. Hij kon niet op tijd in Deventer zijn om van daaruit om 20:36 uur het bekende telefoontje te voeren. Behoorlijk ontlastend, zou je zeggen.

Maar de Hoge Raad maakt hieraan geen woord vuil. En dat kan gerust een miskleun worden genoemd. Allerlei onderzoeken over DNA, alibi’s, processen verbaal ten spijt, hoe degelijk ze ook in elkaar zitten, verliezen grotendeels hun relevantie als vaststaat dat Louwes de moordenaar niet kan zijn, . Aan een dergelijk argument zou de Hoge Raad dus juist extra aandacht moeten besteden, zeker als hij aan de veroordeling vasthoudt.

Maar helaas, Derksen beschrijft Louwens’ rijtijd van minuut tot minuut en komt tot de conclusie dat hij Deventer basisstation 14501 niet in Deventer kan hebben aangestraald (zoals het OM steeds beweerde). De Hoge Raad besteedt er geen woord aan. Arrogantie?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *